Uw zoekacties: De Milly van Heiden Reinestein

0185 De Milly van Heiden Reinestein ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.10. S.P.A. van Heiden Reinestein
0185 De Milly van Heiden Reinestein
1. Inleiding
1.10.
S.P.A. van Heiden Reinestein
Organisatie: Drents Archief
Uit het - overigens ernstig ontregeld geraakte - huwelijk van A.C. van Heiden met Esther Susanne Marie de Jaussaud (1718-1779) sproten zeven kinderen, waaronder de belangrijkste archiefvormer, Sigismund Pieter Alexander rijksgraaf (1767) van Heiden (1740-1806). Deze kocht in 1762 de Utrechtse Ridderhofstad Rijnestein van zijn neef R.A.C.W. van Heiden en noemde zich sindsdien Van Heiden tot Rijnestein, ook Reinestein, hetgeen later afvlakte tot Van Heiden Reinestein. Die Utrechtse basis verschafte hem toegang tot de Ridderschap en vandaar zowel tot de Staten van Utrecht als ook tot verschillende commissies bij onderscheiden admiraliteiten, als uitvloeisel waarvan hij ook bewindhebber der VOC ter kamer van Amsterdam werd. In het voetspoor van zijn vader verkeerde hij reeds vroeg aan het hof: al op vierjarige leeftijd werd zijn aanwezigheid gewenst voor het gezelschap van prinses Carolina. Later werd S.P.A. van Heiden Reinestein achtereenvolgens edelman, kamerheer en eerste kamerheer van Prins Willem V. Uit de schriftelijke neerslag van zijn activiteit in de laatste twee hoedanigheden blijkt, dat hij actief betrokken was bij zowel de hofhouding als aangelegenheden van binnen- en buitenlandse politiek. Nader onderzoek zou zijn betekenis in dit opzicht moeten profileren. Vooralsnog lijken zijn twee bijzondere missies, in 1783 als buitengewoon afgezant van de Prins naar het Franse hof en in 1791 als afgezant van de Prins, samen met J.D. van Passavent de Passembourg, naar het Pruisische hof ter afronding van de onderhandelingen over het huwelijk van de erfprins, te duiden op een positie van betekenis en verbaast het, dat daarvan in de geschiedschrijving weinig wordt teruggevonden.
Omstreeks 1770 lijkt Van Heiden Reinestein, om vooralsnog onduidelijke redenen, plannen te hebben gehad om zich op de daartoe aangewezen weg te laten verschrijven in de Ridderschap van Drenthe, waarvoor echter beletselen bestonden. Misschien was de aankoop van Entingen van zijn vader bedoeld om die te ondervangen. Hoe dit zij, in 1776 volgde Van Heiden Reinestein zijn vader op als drost van Coevorden en de Landschap Drenthe en tevens als bezitter van Laarwoud. Wegens veelvuldige afwezigheid in verband met zijn positie aan het hof werd de al genoemde F.O. von Dörnberg Heiden als assessor aangesteld. Met de omwenteling van 1795 werd ook Van Heiden Reinestein van zijn functies ontheven, maar blijkens aangetroffen stukken behield hij een levendige belangstelling voor de binnenlandse en buitenlandse politiek, vanuit een onverminderd prinsgezinde attitude. Tekenen zijn aanwezig, dat hij een schakel was in een ondergrondse verbinding met de Prins, en in een anonieme brief aan hem van 1797 kunnen wij lezen: "Et moi je me flatte, que ce sera sous vos auspices, placé à la tête du conseil, que nous pourrons coöpérer au rétablissement des affaires dérangés (... )" *  hetgeen te denken geeft dat Van Heiden Reinestein gezien werd als een van de leiders van de restauratie.
Nadat bij verdrag van 1802 tussen Frankrijk en Pruisen ook de schadeloosstelling van het Oranjehuis voor verloren Duitse bezittingen was geregeld in de vorm van het vorstendom Fulda c.a., was de weg open voor voormalige waardigheidsbekleders om zich opnieuw in staatsdienst te begeven. Van Heiden Reinestein aanvaardde in 1802 opnieuw het Drostambt van Drenthe, dat hij tot zijn dood uitoefende.
Evenals van zijn openbaar leven, heeft Van Heiden Reinestein ook van zijn privé leven een illustratieve schriftelijke neerslag achtergelaten. Voor zijn naaste familie heeft hij voortdurend allerlei zaken behartigd. Heel duidelijk blijkt de centrale positie van Van Heiden Reinestein in de familie bij de afwikkeling van de nalatenschap van zijn vader en de verwikkelingen dienaangaande met zijn moeder als gevolg van het ontregelde ouderlijk huwelijk. Ook voor anderen heeft Van Heiden Reinestein gedurig allerlei opgeknapt, hetgeen mag blijken uit de stukken die zijn gerangschikt onder het hoofdstuk "beheer van vreemd vermogen".
Van Heiden Reinestein huwde in 1768 Maria Frederica barones van Reede van Amerongen, dochter uit de aanzienlijke en vermogende staak Amerongen-Athlone van de familie Van Reede. In alle opzichten lijkt het huwelijk gelukkig te zijn geweest. Vertederend zijn de gedichten en toneeltjes, die Van Heiden Reinestein vervaardigde voor opvoering door zijn kinderen ter gelegenheid van moeders verjaardag. Kinderen kwamen er zeven, naar geboortevolgorde eerst Wilhelmine Frédérique Sophie (1769-1825), die in weerwil van ouderlijke bezwaren maar met steun van Prinses Wilhelmina huwde met de veel oudere en niet gefortuneerde adjudant-generaal van de Prins, H.W. van Stamford, en die haar tweede huwelijk liet ontbinden. Dan stamhouder Sigismond Jacques, over wie straks.
Louis Sigismond (Vincent) Gustave (1773- 1850), die naar L.S.V.G. van Heiden Hompesch werd vernoemd maar wiens derde voornaam abusievelijk werd weggelaten in het doopregister, had het meeste van het élan van zijn vader. Op zeer jeugdige leeftijd trad hij in maritieme dienst en genoot daarbij de bijzondere aandacht van admiraal J.H. van Kinsbergen. Hij begeleidde de Prins toen deze in 1795 uitweek naar Engeland en week zelf na zijn terugkeer, arrestatie en vrijlating uit naar Rusland, waar hij zijn zeevarende carrière voortzette. Met succes, hetgeen onder meer bleek uit het feit dat hem het bevel werd toevertrouwd over het Russische eskader, dat samen met Britse en Franse vlooteenheden de Turkse vloot versloeg in de slag bij Navarino (1827). Hij bereikte in Russische dienst de rang van admiraal en was laatstelijk gouverneur van Reval, het tegenwoordige Tallinn. Van hemzelf en van zijn nazaten werden in enige hoeveelheid brieven aangetroffen.
Zijn zuster Louise Frédérique Wilhelmine (1774-1848) huwde jhr. Maurits Adriaan de Savornin Lohman (1770-1833). Frédéric Maurice van Heiden (1775-1815) volgde een militaire carrière en sneuvelde als ritmeester der huzaren bij Waterloo. Na Charles Guillaume (1777-1780) kwam tenslotte Guillaume Jacques van Heiden (1778-1835) tot Entingen, naar het huis te Zuidlaren, dat hij met de moeder van zijn schoonzuster bewoonde. G.J. van Heiden bleef ongehuwd en begon zijn carrière als vervanger van zijn vader als Drost van Drenthe, echter zonder na diens dood tot de opvolging te worden geroepen. Achtereenvolgens officier van de jacht, kwartierdrost van Assen en controleur der posterijen te Groningen, werd hij in 1815 benoemd tot lid van Provinciale Staten, was nadien nog burgemeester van Zuidlaren (c. 1820) om daarna opnieuw het lidmaatschap van Provinciale en ook Gedeputeerde Staten te vervullen.

Kenmerken

Datering:
1589-1886
Auteur:
H.H. Jongbloed
Beschrijving:
Inventaris van het familie-archiefDe Milly van Heiden Reinestein (1641) 1741-1949 (1984) waarin opgenomen het familie-archief Van Heiden Reinestein (1552) 1589-1886
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0185 De Milly van Heiden Reinestein
VERKORT:
NL-AsnDA, 0185