0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens ( Drents Archief )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.3. De archieven, hun herkomst en inventarisatie
0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens
1. Inleiding
1.3.
De archieven, hun herkomst en inventarisatie
Organisatie: Drents Archief
Het tweetal archieven, dat op grond van hun nauwe verwantschap in één inventaris is beschreven, is duidelijk te onderscheiden in het archiefvan het huis te Westervelde - sinds omstreeks 1750 bewoond door een aantal leden van de jongste tak van het geslacht Tonckens - en het archief van enige leden van de oudste tak van dat geslacht. De reden van deze bijeen-beschrijving is duidelijk: de stukken van de twee verschillende takken behoren weliswaar tot verschillende archieven, maar door deze in één inventaris te beschrijven, worden de gevolgen van het willekeurig verdelen van archivalia over verschillende erfgenamen tot een minimum beperkt. Bovendien deed zich hier het verschijnsel voor dat de leden van de oudste tak - omstreeks 1780 vertrok de stamvader van deze tak, Wijncko Tonckens, van Westervelde naar Dikninge - door vererving in het bezit kwamen van archivalia betreffende het geslacht Lunsingh en het rentambt Dikninge, die een waardevol supplement bleken te zijn op de in het huisarchief Westervelde aanwezige stukken van die aard. Door het plaatsen van verwijzingen naar de overeenkomstige rubrieken in de beide inventarisdelen is het onderzoek vereenvoudigd, waaraan ook de doorlopende nummering en de index, die op beide delen betrekking heeft, hun bijdrage leveren.
Het eerste gedeelte, het archief van het huis te Westervelde, is in een aantal grotere en kleinere eenheden in de loop van een eeuw naar het rijksarchief overgebracht. Een aantal stukken is rechtstreeks van Westervelde overgenomen, zoals de stukken behorende tot de schenkingen van mr. Johannes Tonckens in 1874 en 1878 *  en van E.R. Tonckens in 1973 *  . Andere stukken zijn in de loop der jaren door vererving, schenking of anderszins in handen van andere familieleden geraakt, maar door de latere bezitters aan het rijksarchief geschonken. Over het algemeen waren de schenkers zich er van bewust dat het archivalia van het huis Westervelde betrof, zoals bleek uit de erover gevoerde correspondentie *  en gesprekken.
Het betrof hier schenkingen van mr. W. Lunsingh Tonckens te Rotterdam en enige anderen in de eerste decennia van deze eeuw *  , van mevrouw J. Jans-Dijkstra te Zuidwolde (die archivalia uit het bezit van Marius Tonckens aldaar aan het archief schonk *  ) en van mr. H.J. Dons te Oosterbeek en zijn dochter mevrouw T.E.A. Brummelkamp- Dons te Amsterdam in 1971 en 1972 *  . Niet alle stukken, die zich ooit op het huis te Westervelde bevonden hebben, zijn nu in het rijksarchief, aangezien omstreeks het jaar 1915 een zeer groot aantal stukken door de eigenaar zijn verbrand, omdat hij ze niet van belang achtte. Niet zo verwonderlijk overigens als men bedenkt dat de archivaris, die zorg droeg voor de eerste schenkingen van 1874 en 1878, verklaarde dat hij alleen belangrijke stukken voor het archief had uitgezocht *  .
Op grond van het territorialiteitsbeginsel zijn in 1887 een viertal stukken door de rijksarchivaris in Drenthe aan zijn Groningse collega geschonken, waarvan er - na overleg - weer twee aan het rijksarchief in Drenthe zijn afgestaan *  .
Bij de inventarisatie van die stukken, die omstreeks 1920 in het rijksarchief aanwezig waren, heeft de inventarisator niet beseft dat het allemaal stukken waren, die van het huis te Westervelde afkomstig waren en derhalve als huisarchief beschreven dienden te worden. Dientengevolge heeft hij de stukken - in strijd met het herkomstbeginsel - over verschillende archieven en archiefbestanddelen verdeeld. Het grootste deel kwam terecht in de inventaris Ambtenaren en Particulieren, een klein deel in de inventaris Kerspelen en Marken *  . Deze handelwijze was echter op vrij eenvoudige wijze weer ongedaan te maken, omdat op de aanwinstenlijsten ten behoeve van het opgestelde plan van inventarisatie de bestemming van elk stuk uitdrukkelijk werd vermeld *  . Op deze wijze konden al deze stukken opgespoord worden en - binnen het kader van deze inventarisatie - weer in hun archief van herkomst worden teruggeplaatst. Een concordans geeft aan waar de bedoelde stukken zich in deze inventaris bevinden.
In de inventaris van het archief van het huis te Westervelde is de normale indeling in een persoonlijk, ambtelijk en zakelijk gedeelte toegepast. In de eerste afdeling, de stukken van persoonlijke aard, staan de stukken van de bewoners van Westervelde, de geslachten Lunsingh en Tonckens, voorop gevolgd door die van de aanverwante geslachten. Onder de stukken van ambtelijke aard zijn alleen de stukken betreffende het rentambt Dikninge opgenomen, aangezien meerdere generaties uit het geslacht Lunsingh dit rentmeesterschap vervulden. De overige (sporadische) stukken van ambtelijke aard zijn bij de desbetreffende personen in het persoonlijke deel beschreven.
De afdeling van stukken van zakelijke aard bevat de archivalia.die betrekking hebben op onroerende goederen en wat daar in nauw verband mee staat, zoals de invloed van de bewoners van Westervelde in de verschillende instellingen in Norg en omgeving. De akten betreffende de verkrijging van onroerende goederen door derden zijn in deze afdeling opgenomen, omdat aangenomen (en regelmatig aangetoond) kan warden, dat deze stukken als retroacta hebben gediend bij verloren gegane akten van verwerving van goederen door familieleden. Aangezien het zwaartepunt van de bezittingen in het dingspel Noordenveld was gelegen, opent deze afdeling daarmee. Binnen dit dingspel neemt Norg vanzelfsprekend de voornaamste plaats in. Na de stukken betreffende rechten en goederen, gelegen in het kerspel en de ertoe behorende buurschappen en dergelijke, volgt de rubriek "Stukken betreffende verschillende instellingen in het kerspel Norg en de bemoeiingen van de bewoners van Westervelde daarmee". Deze instellingen zijn het kerspel Norg, de kerk te Norg en de marken van Norg, Zuid- en Westervelde en van Een. De overige plaatsen uit het dingspel Noordenveld volgen na Norg alfabetisch. Ook de overige plaatsen in Drenthe, voorkomend in de samenvattende rubriek "Overige dingspelen", staan in alfabetische volgorde. De afdeling zakelijke stukken wordt besloten met de rubrieken "Groningen" en "Rest van Nederland", waarbij de Groninger stukken nog onderverdeeld zijn in goederen en rechten.
De vierde afdeling "Aanhangsels" bevat, behalve de gewone rubrieken als " Varia" en "Stukken waarvan het verband met het archief niet is gebleken" ook een tweetal gedeponeerde archiefjes, te weten dat van de familie Van den Donck uit Veenhuizen, dat op een niet aantoonbaar moment door een van de bewoners van Westervelde is verworven, en enkele brieven (met bijlagen), gericht aan ds. Eggo Tonckens van Hoevenberg. Deze Eggo Tonckens van Hoevenberg was een kleinzoon van Margaretha Tonckens en ds. Henricus Hoevenberg *  . Hij was onder meer predikant in New York en Paramaribo; tijdens een van zijn verblijven in Drenthe (in 1768) *  logeerde hij bij zijn familie op het huis te Westervelde en ontving daar de bedoelde stukken.
Het tweede gedeelte van deze inventaris omvat het archief van de oudste tak van het geslacht Tonckens. Deze oudste tak stamt af van mr. Wijncko Tonckens (1749-1804), die zijn ouderlijk huis te Westervelde omstreeks 1780 verliet om bij zijn oom Warmolt Lunsingh op Dikninge te gaan wonen. Na diens dood in 1789 bleef hij in die omgeving wonen - hij bouwde van zijn deel van de erfenis van Warmolt Lunsingh vermoedelijk het huis "Voorwijk" te De Wijk - en verkreeg uit diens erfenis de Lunsingh- en Dikninge-archivalia, die zich in dit archief bevinden. De stukken kwamen door vererving tenslotte in handen van zijn achterkleinzoon mr. Nicolaas August Tonckens, die een grote belangstelling voor de familiegeschiedenis toonde. Hij vervaardigde onder andere een inventaris van de familiepapieren in zijn bezit en slaagde er in van minder geïnteresseerde familieleden andere stukken voor zijn "archief" te verkrijgen *  . Zijn oudste zoon, mr. Wijncko Anthony Johannes Tonckens, schonk deze stukken in 1972 aan het rijksarchief *  . Volgens mondelinge afspraak met de schenker zijn de stukken van na 1900 weer aan hem afgestaan. Een enkel stuk, aantoonbaar behorend tot het archief van het huis te Westervelde, is daarnaartoe overgebracht *  .
De inventaris van dit tweede gedeelte heeft dezelfde indeling als die van het eerste gedeelte; alleen wordt de familie Lunsingh nu als een van de aanverwante geslachten van de familie Tonckens opgevoerd, omdat dit geen huis- maar een familiearchief is. Ook hier bevat de afdeling ambtelijke stukken slechts stukken van het rentambt Dikninge, zij het niet zoveel als in het eerste gedeelte. De indeling van de stukken van zakelijke aard is eenvoudig. Aangezien de bezittingen alleen in de provincies Drenthe en Overijssel lagen, vormen die provincies de hoofdindeling, waarbinnen telkens de plaatsen, waarin de goederen gelegen waren, alfabetisch worden opgevoerd.
Het tweetal stukken van het geslacht Struuck, die de slotafdeling "Gedeponeerd archief" uitmaken, werd aangetroffen tussen de Dikninger papieren van het geslacht Lunsingh. Leden van het geslacht Struuck waren de voorgangers van de Lunsinghs als rentmeesters van Dikninge en als bewoners van het bij dat ambt behorende huis.
De regestenlijst van akten tot het jaar 1600 volgt na de inventarissen van de beide archieven. Tot dit jaar heeft Drenthe deel uitgemaakt van het grondgebied van vreemde landsheren (tot 1522 de bisschop van Utrecht, van 1522 tot 1536 Karel van Gelre en sinds 1536 de koning van Spanje). In 1600 begon een eigen bestuur, Drost en Gedeputeerden, te functioneren en kreeg Drenthe zijn, zij het geringe, plaats in de republiek. Na de regestenlijst volgt nog de index op aardrijkskundige en persoonsnamen en de concordans op de stukken uit de inventarissen "Ambtenaren en Particulieren" en "Kerspelen en Marken".

Kenmerken

Datering:
1413-1930
Beschrijving:
Huis te Westervelde en de oudste tak van het geslacht Tonckens
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens
VERKORT:
NL-AsnDA, 0615
Categorie:
  • Zonder categorie