Uw zoekacties: Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens

0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Inleiding
1.1. De "Borg" te Westervelde
0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens
1. Inleiding
1.1.
De "Borg" te Westervelde
Organisatie: Drents Archief
In het gehucht Westervelde, op ongeveer anderhalve kilometer ten zuidwesten van Norg, staat aan de linkerkant van de weg naar Veenhuizen half verscholen achter statige bomen een klein herenhuis, waar links tegenaan een boerderijgedeelte is gebouwd. Het huis staat in de volksmond bekend als de "borg" te Westervelde of de "Tonckensborg", genoemd naar de familie die het huis sedert de 18e eeuw in bezit heeft. De term "borg" komt echter in de officiële stukken maar een enkele keer voor *  , zodat niet van een echte naam gesproken kan worden. In het vervolg zal dan ook alleen gesproken worden over het huis te Westervelde, waarmee dan de "borg" bedoeld wordt.
Het geslacht Lunsingh (of Lunsche) wordt halverwege de 16e eeuw voor het eerst genoemd *  en woont dan in Norg of naaste omgeving, vermoedelijk al in Westervelde. Zij zijn verwant aan het middeleeuwse geslacht Knasse, dat in deze contreien - vooral bij Een - grote bezittingen heeft die later op de Lunsches overgaan. In 1630 staat definitief vast dat de Lunsches in Westervelde wonen want in het register van de grondschattiongen van Norg van dat jaar staat onder Westervelde vermeld "Harmen Lunsche een erve, daar hij selfs op woont, zijnde leengoedt" *  . Van welke leenkamer dit een goed is wordt niet vermeld en was ook niet te achterhalen. In de grondschatting van 1646 van Norg komt deze vermelding bij de goederen van het geslacht Lunsche, nu op naam van zijn zoon Joachim Lunsche, al niet meer voor *  . Er zal in die woelige tijden vermoedelijk nog slechts een boerderij gestaan hebben, maar het is aannemelijk dat die boerderij omstreeks 1680 is verbouwd en er singels en tuinen omheen zijn aangelegd.
De bezitter van het huis op dat moment, Warmolt Lunsingh, had enig aanzien in de Landschap verkregen door een aantal functies die hij achtereenvolgens bekleedde. Hij was eerst militair *  , vervolgens rentmeester van Dikninge en Gedeputeerde Staat van Drenthe; bovendien was hij meer dan dertig jaar lid van de Etstoel. Waarschijnlijk heeft hij zijn ouderlijk huis een wat meer bij zijn persoon passend uiterlijk willen geven. Geheel in overeenstemming met dit streven was ook de portrettering van hemzelf, zijn vrouw Henrica van Hoysum en hun kinderen Focco en Elisabeth, waarvoor hij omstreeks 1700 opdracht moet hebben gegeven *  . Twee van deze portretten bevinden zich nu nog in het huis te Westervelde. In 1687 doen de markegenoten van Norg, Zuid- en Westervelde wegens zijn verdiensten voor de marke aan hem afstand van "soodane nieuwe aangegraven hoften met graften en cingels, mitsgaders de plantinge daarop staande, en voorders alle andre gronden, als sijn E. uit de markte van Westervelde, ongeveer der selver behuisinge, heeft doen afgraven en gecultiveert" *  . De singels waren toen blijkbaar kort geleden aangelegd; over het huis wordt nergens gesproken, zelfs niet in de vernieuwde grondschattingsregisters van 1750 waarin de nieuwe en vergrote huizen werden opgenomen *  . Misschien is het huis bij de verbouwing niet vergroot, zodat een aanslag voor het huis achterwege kon blijven, maar dat er iets aan het huis veranderd is lijkt aannemelijk, omdat de aanleg van singels en tuinen rondom een boerderij mij onwaarschijnlijk voorkomt.
De weduwe van Warmolt Lunsingh vermaakt in 1709 het huis aan haar zoon Focco Lunsingh *  , vermoedelijk met de bedoeling het huis voor het geslacht Lunsingh te behouden, aangezien haar dochter Elisabeth in datzelfde jaar zou gaan huwen met mr. Johan Tonckens. Bij een overeenkomst van 10 oktober 1742 verklaren Focco en Elisabeth het testament van hun moeder echter nietig en bij de daarop volgende verdeling van de nalatenschap wordt het huis aan Elisabeth toegedeeld *  . Na haar dood in 1755 kwam het huis in bezit van haar enige zoon, Warmolt Tonckens, en vanaf die tijd is het in de familie Tonckens gebleven.
In het einde van de achttiende eeuw is het huis hetzij nogmaals verbouwd of is er na afbraak van het bestaande huis op dezelfde plaats een nieuw neergezet. Of deze nieuw- of verbouw inderdaad plaats heeft gevonden, was uit de stukken niet aan te tonen, maar er zijn een aantal factoren, die duidelijke aanwijzingen in die richting geven. Ten eerste is dat de stijl van het huidige huis, die op bouw in bedoelde periode duidt; vervolgens kreeg de toenmalige eigenaar in die tijd de beschikking over een grote hoeveelheid geld, afkomstig uit de nalatenschap van zijn oom Warmolt Lunsingh *  . Zijn oudste broer, mr. Wijncko Tonckens, liet van zijn aandeel in die erfenis het huis "Voorwijk" bij De Wijk optrekken *  . Vermoedelijk heeft zijn jongere broer niet bij hem willen achterblijven.
Volgens de overlevering werd in 1804 het boerderij-gedeelte links tegen het huis aangebouwd; deze boerderij werd daartoe speciaal vanuit Haren naar Westervelde overgebracht. Ook hiervan is geen spoor in de stukken terug te vinden; de combinatie herenhuis/ boerderij was in Drenthe niet ongewoon *  . Het maakte het de landeigenaar mogelijk door zelf te boeren zijn uitgestrekte landerijen nog lucratiever te maken. Korte tijd later, omstreeks 1820, vond er weer een verandering plaats en werd op het huis een verdieping geplaatst *  . In de eerste laag van de opbouw werd een steen aangetroffen met de inscriptie J (of E)L T 1820.
In het begin van de zestiger jaren van deze eeuw heeft korte tijd het plan bestaan om het enorme huis, dat voor normale bewoning totaal ongeschikt was geworden, af te breken. Aangezien het huis niet op de monumentenlijst voorkwam, leverde het verkrijgen van de nodige subsidies voor de restauratie nogal wat moeilijkheden op, maar uiteindelijk kon er toch met behulp van subsidies van rijk, provincie en gemeente een restauratieplan opgesteld worden, waarvan het hoofdpunt was dat de negentiende eeuwse bovenverdieping er weer af werd gehaald, zodat het huis zijn oorspronkelijke aanzien zou herkrijgen *  . Na de voltooiing van de restauratie hervatte de huidige eigenaar en bewoner E.R. Tonckens het landbouwbedrijf, zodat na drie eeuwen de voorvaderlijke activiteiten weer op en rondom het huis worden uitgeoefend.

Kenmerken

Datering:
1413-1930
Beschrijving:
Huis te Westervelde en de oudste tak van het geslacht Tonckens
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0615 Huis te Westervelde en de oudste tak geslacht Tonckens
VERKORT:
NL-AsnDA, 0615
Categorie:
  • Zonder categorie