Uw zoekacties: Abdij Assen

0439 Abdij Assen ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0439   Abdij Assen
Inventaris
1. Inleiding
2. Inventaris
2.1. Broederschapsbrieven, voorrechtsbrieven en zoenen
2.2. Stukken betreffende het geestelijk bestuur der abdij
(opneming, memoriën, proveniersbrieven)
2.3. Stukken betreffende het geldelijk beheer en de goederen der abdij
2.4. Regestenlijst
1 OTTO graaf van Benthem keurt goed: de overdracht door HAKO, zoon van wijlen STEPHANUS DE HARDENBERG, ridder, aan de St. Maria-abdij bij Couordia van den hof en den molen c.a. te Durse en de pacht van 4 Groninger ponden uit Nortwalde bij Rode, vroeger door HAKO van hem in leen gehouden, onder voorbehoud van de pacht van 3 Groninger ponden uit den hof voor zijn kastelein HERMANNUS DE METHELE, ridder; en dit in ruil voor het huis der abdij te Campen bij Couordia, door haar verkregen van JOHANNES CAMPING en RODE, en hare rechten op de door haar van graaf OTTO in leen gehouden huizen te Itterbeke en te Anewede, met uitzondering van hare bezittingen te Lutten.
Acta sunt hec .... anno Domini M°OC°LO nono in vigilia Omnium Sanctorum.
Oorspr. (Inv. No. 79) Het zegel is verloren.
0439 Abdij Assen
2. Inventaris
2.4. Regestenlijst
1
OTTO graaf van Benthem keurt goed: de overdracht door HAKO, zoon van wijlen STEPHANUS DE HARDENBERG, ridder, aan de St. Maria-abdij bij Couordia van den hof en den molen c.a. te Durse en de pacht van 4 Groninger ponden uit Nortwalde bij Rode, vroeger door HAKO van hem in leen gehouden, onder voorbehoud van de pacht van 3 Groninger ponden uit den hof voor zijn kastelein HERMANNUS DE METHELE, ridder; en dit in ruil voor het huis der abdij te Campen bij Couordia, door haar verkregen van JOHANNES CAMPING en RODE, en hare rechten op de door haar van graaf OTTO in leen gehouden huizen te Itterbeke en te Anewede, met uitzondering van hare bezittingen te Lutten.
Acta sunt hec .... anno Domini M°OC°LO nono in vigilia Omnium Sanctorum.
Oorspr. (Inv. No. 79) Het zegel is verloren.
Datering:
1259, October 31
Organisatie: Drents Archief
laatste wijziging 06-03-2015
2 HINRICUS DE BORCLO, ridder, burggraaf van Covordia verklaart, met HINRICUS DE ELETHE schulte van Threnthia, en RODOLFUS WEGER, ridders, als scheidslieden in het geschil tusschen de abdij van Assen en de buren van Dalen te hebben bepaald, dat de abdij jaarlijks uit het huis Pathhus 1 vat boter, uit de weide Burchmad 3 hoenders en uit het huis Venehus 3 hoenders zal opbrengen in het kasteel te Couorde,-dat de abdij haar vee van 't huis Venehusen in de weide der marke van Couordia mag blijven weiden, mits het geen schade toebrengt aan het gezaaide, en daarvoor ten behoeve der burgers van Couorde voor hunne koeien moet gereed houden 2 stieren,-en dat op deze voorwaarden de abdij in het rustig bezit zal blijven van het drassig land tusschen beide genoemde huizen. Met medebezegeling door H. d. B.
Actum et datum Couorde anno Domini M°CC° septuagesimo sexto in die beate Marie Magdalene.
Oorspr. (Inv. No. 71). De 2 zegels van "nos" en H. d. B. zijn verloren.
3 HENRICUS DE ELETHE, ridder, schulte van Threntia, en zijne zonen ROTGHERUS en THIZO schenken-wegens de opname van zijne dochter en hunne zuster MARGARETA in 't klooster Campus sancte Marie in Ascen -, daaraan den groven tiend over het huis Husinga te Bonevelde, dien zij niet in leen maar in eigendom bezaten.
Datum apud monasterium Campi sancte Marie in Ascen anno Domini M°CC°LXXXVI sabbato post Circumcisionem Domini in octava Martyrum Innocentum.
Oorspr. (Inv. No. 32). Het zegel van H. d. E. is verloren.
4 HENRICUS en zijn zoon RODOLPHUS gezegd HILDEBOLDINGA verklaren voor buren van Thorse te hebben overgedragen aan de abdij Campus sancte Marie in Ascen hun huis c. a. in Thorse; en, opdat zij zich niet zouden kunnen beklagen beetgenomen te zijn, boven den koopprijs te hebben ontvangen eerst 12 solidi, toen 6 solidi sterlingorum en een nieuwe "tunica" van 3 solidi waarde. Met bezegeling met het zegel van "terra nostra".
Datum anno Domini M°CC°LXXXVIII sabbato ante dominicam Gaudete.
Oorspr. (Inv. No. 80). Het zegel is verloren.
5 RODOLPHUS gezegd WEIGER en REINERUS, ridders, en JACOBUS en ADOLPHUS, zoons van LUDOLPHUS DE ELEDE, dragen over aan de abdij in Azcen de "villa" in Azcen. Met mede bezegeling met het landschapszegel van Threnthia.
Datum anno Domini M°CC° nonagesimo IIII in festo beati Magni martiris.
Oorspr. (Inv. No. 78). De 2 zegels van REYNERUS en 't landschap Drente zijn verloren.
6 WILLELMUS bisschop van Traiectum staat, op verzoek van WlLLELMUS DE GHAMICLO en HERMANNUS BEYER, het goed Sculting te Itterbeke door W. d. G. van het Utrechtsch bisdom "jure ministeriali" in leen bezeten, in eigendom af aan de abdij in Assen; ontvangt in ruil daarvoor in gelijk leenverband het goed Remmerding in Dolre; en beleent daarmede "jure ministe"riali" H. B., die daarna W. d. G. ermede beleende. Met medebezegeling door ECBERTUS DE ALMELO, ridder.
Datum anno Domini M°CC° nonagesimo septimo in die beati Nicolai episcopi.
Oorspr. (Inv. No. 103). Met geschonden zegels van den bisschop in groene en E. d. A. in bruine was.
7 De gezamenlijke priesters en geestelijken in Drenthia bevestigen op verzoek der abdij te Ascen de op de seend te Vrees gewezen uitspraak in een geschil tusschen haar en ROTGHERUS "famulus", zoon van HENRICUS DE ELETHE, ridder, waarbij haar werd toegewezen de grove tiend over het huis Husinge in Bonevelde; zich daarbij grondende, behalve op genoemde gezegelde uitspraak, op de onder eede afgelegde verklaring der buren van Bonevelde, dat die tiend aan de abdij was geschonken door genoemden HENRICUS en zijne zoons ROTGHERUS en TEZO, bij de opname in de abdij van HENRICUS' dochter MARGARETA.
Datum anno Domini M°CCC°p° feria secunda post Jacobi apostoli.
Oorspr. (Inv. No. 32). Het zegel der universitas sacerdotum et clericorum terre Drenthie is verloren.
8 De markegenooten van Witten dragen over aan de Cystercienser abdij van Ascen, wegens hunne opname in de broederschap en deelname in de goede werken, hunne rechten op ... *  . inge, Ykinge, Aldelbenekinge en Luidelvinge, behoudens de rechten van het Duitsche Huis te Bunne. Met bezegeling (met 't landschapszegel van Drente ?) *  .
Actum et datum anno dominice incarnationis M°COO°II0 sabbato post Galli [con]f[essoris].
Oorspr. (Inv. No. 94). Het zegel is verloren.
9 De abt van Adeward, PELEGRIMUS DE WLLENHO deken van Ttrenthia, WICHERUS deken en PHILIPPUS kanunnik der kerk in Stenwic bepalen, als scheidslieden in het geschil tusschen de abdij te Adzen en ROTGHERUS DE ELEDE schulte van Drenthia, dat der abdij de eigendom toekomt van den groven tiend over het huis Husinge te Bunevelde in het kerspel Suele, maar dat als groven tiend over het huis Avekinge aldaar de abdij 3 malder rogge aan ROTGHERUS moet opbrengen boven eventueele novale tienden.
Datum et actum Petze anno Domini M°CCC tercio feria sexta post Resurrectionem filii virginis et nostri Domini crucifixi.
Oorspr. (Inv. No. 32). Met eenigszins geschonden zegels der 4 scheidsrechters in groene was.
Oorspr. (t. z. pl.). De 4 zegels zijn verloren.
10 FFREDERICUS DE ZYRKES proost, GHYSELBERTUS deken en het kapittel der St. Petrus-kerk te Traiectum verkoopen, met toestemming van BOLO WOLTINCGHE van Leggelo, aan de abdij in Campo sancte Marie te Ascen hun huis Nordincghen in de "villa" Witte in het kerspel Roetloe, door BOLO en zijne voorzaten bezeten van genoemde proosdij; onder voorbehoud echter van het recht der proosdij op de personen van BOLO en zijne kinderen en het genoemde (?) *  huis Woltincgen.
Datum anno Domini millesimo tricentesimo quarto feria tercia post dominicam qua cantatur Misericordia Domini.
Oorspr. (lnv. No. 97). De 2 zegels van den proost en het kapittel zijn verloren.
11 RENOLDUS DE COVORDIA en zijne kinderen verklaren, dat hun geschil met de abdij te Asscen over het drassig land tusschen de huizen Venehusen en Pathus-door de scheidsrechters HINRICUS DE NORCH, ridder, GHODFRIDUS DE BORCLO R. 's broeder, FREDERICUS rector der kerk van Rodlo en WICHERUS (pastoor) van Vres en deken van Threnthia-is beëindigd in dezer voege:
dat de abdij jaarlijks uit het huis Pathhus 1 vat boter, uit de weide Burchmat 3 hoenders en uit het huis Venehus 3 hoenders zal opbrengen in het kasteel te Covorde; dat de abdij haar vee van 't huis Venehuse in de weide der marke van Covordia mag blijven weiden, mits het geen schade toebrengt aan het gezaaide en daarvoor ten behoeve der burgers van Covorde voor hunne koeien moet gereed houden 2 stieren;
dat RENOLDUS voor de van de abdij ontvangen 125 Osnabruck'sche marken zal tevreden stellen GHERARDUS KLINKING, diens broeders en de verdere markegenooten van Couordia en bepaaldelijk CESARIUS DE COVORDIA;-de Frisones, die hij geplaatst heeft in het drassig land, zonder schade en hinder der abdij zal doen vertrekken; en ook nimmermeer verlof zal geven om te bouwen of te wonen in 't drassig land, dat voortaan ten gebruike zal zijn van de beide genoemde huizen; terwijl der abdij het recht wordt toegekend meerdere huizen daarin te bouwen, mits het huis Venehuse niet dichter worde gebracht aan de villa Couorde. Met medebezegeling door RENOLDUS' "nepos" HINRICUS DE BORCLO en de universitas terre Threnthie.
Datum anno Domini M°CCC° quinto decimo die dominica post Inventionem sancte Crucis.
Oorspr. (Inv. No. 71). Met geschonden zegel van 't landschap Drente in groene was; de 2 andere zegels zijn verloren.
12 FREDERICUS (pastoor) van Rodlo *  , deken van Drenthia, "officiatus" van FREDERICUS bisschop van Traiectum, staat aan JOHANNES DE LOON en zijne zoons toe de helft der akkers en weiden van het huis Banninghe in de "villa" Witten in het kerspel van Rodlo te verkoopen aan de gebroeders BOLO en BERTOLDUS DE WITTEN, mits de koopers die goederen niet meer splitsen dan eens en aan den bisschop jaarlijks opbrengen 2 mudden winterrogge, te leveren in Drente of op de Groninger markt naar keuze van den "officiatus"; terwijl tot nu toe van die goederen niets werd opgebracht.
Datum anno Domini M°C0CC0C°XXI0 in die Cinerum. Oorspr. (Inv. No. 98). Het (decanaats ?)zegel is verloren.
13 Paus JOHANNES (XXII) draagt, op verzoek der Cistercienser abdij te Ascen, den abt van Clarecampus op, haar en hare goederen te beschermen tegen roof en geweld, door hen die overlast aandoen te bedwingen met de kerkelijke censuur, mits hij zich niet inlate met zaken, die om eenige reden niet tot zijne bevoegdheid behooren.
Datum Auinione IIII Jdus [May] pontificatus nostri anno quinto.
Oorspr. (Inv. No. 28). Het looden zegel is verloren.
14 Paus JOHANNES (XXII) draagt, op verzoek der Cistercienser abdij te Ascen, den abt van Clarecampus op, te zorgen dat de goederen, die onwettig vervreemd of onttrokken zijn aan de abdij te Ascen, worden teruggegeven, door allen die zich hiertegen verzetten door de kerkelijke censuur daartoe te dwingen,-en de getuigen, die zich uit genegenheid, haat of vrees zouden willen onttrekken getuigenis af te leggen, door gelijke censuur daartoe te dwingen.
Datum Auinione IIII Jdus May pontificatus nostri anno quinto. Oorspr. (Inv. No. 28). Met looden zegel.
15 Paus JOHANNES (XXII) draagt, op de klacht der Cistercienser abdij te Ascen tegen JOHANNES graaf van Benthem, HENRICUS DE NURECH, ridder, HERMANNUS DE LAGHE, ADOLFUS DE BRANTELGHETE, GERARDUS DE DOLRE, HERMANNUS DE TILGHOTE, ADOLFUS DE TWICKELE en HERMANNUS dictus Koc, "armigeri", die haar lastig vallen over runderen enz.,-den abt van Clarecampus op, de zaak te onderzoeken en te beslissen, mits hij geen ban of interdict uitspreke tegen het gebied van den graaf zonder bepaalde opdracht des pausen.
Datum Auinione IIII Jdus May pontificatus nostri anno quinto. Oorspr. (Inv. No. 28). Met looden zegel.
16 RODOLPHUS, zoon van EGGELBERTUS DE PEYDZE ridder, en zijne zoons EGGELBERTUS, RODOLPHUS, BERNARDUS en HERMANNUS dragen voor buren van Halen hunne goederen aldaar over aan de abdij in Assen en aan HENRICUS, cureit in Elede, met zijn broeder HERMANNUS gezegd SCULTINGHE, ieder voor de helft.
Datum et actum in Halen anno Domini M°CCC°XXX0 quarto feria quinta post festum Omnium Sanctorum.
Oorspr. (Inv. No. 56). De 2 zegels van R. en zijn zoon E. zijn verloren.
17 ROELF VAN PEDZE verklaart te Dickeninghe den abt, broeder ROELF en broeder OTTO verzocht te hebben, aan OTTO VAN NORCH geene betaling te doen van de tienden te Halen, die zij van hem "ghedinghet" hadden, omdat hij (ROELF) de rechthebbende was en zijne rechten op het goed te Halen verkocht had aan 't klooster te Ascen, LUDULPH SCULTINGHE en diens broeder HERMAN.
Ghegheven in dat jar unses Heren dusent drehundert vive unde dertich up Pinkester avont.
Oorspr, (Inv. No. 56). Het zegel is verloren.
18 RODOLPHUS cureit der kerk in Wllenho, deken van Drenthia, oorkondt, dat de abdij in Ascen eene ruiling heeft aangegaan met GHERARDUS cureit der kerk te Swele, zoodat de abdij verkreeg de grove en smalle tienden over haar huis in Arth, en GHERARDUS voor zijne kerk twee renten van 14 en van 2 mudden rogge resp. uit de huizen Husinghe en Auekinghe te Bonevelde. Met medebezegeling door GHERARDUS.
Datum anno nativitatis Domini M°CCC° tricesimo quinto sabbato post festum Omnium Sanctorum.
Oorspr. (Inv. No. 105). Met fragment van het zegel van R. (decanaatszegel?) in groene was, dat van G. is verloren.-Met transfix dd. 17 November 1339 (zie regest No. 19).
19 JOHANNES bisschop van Traiectum bevestigt de ruiling van tienden, huizen en goederen, aangegaan tusschen de abdij in Ascen en GERARDUS cureit van Swele, omschreven in den doorstoken brief (zie regest No. 18).
Datum anno Domini millesimo trecentesimo tricesimo nono feria quarta post obitum beati Martini episcopi.
Oorspr. (lnv. No. 105). Het zegel is verloren.
20 HENRICUS, priester van Elede, gezegd TO WESTE, verklaart zijne bezittingen, voorzoover hij daarover niet nader beschikt, na te laten aan 't convent in Assen; waartegenover dit hem opneemt in zijne broederschap en belooft hem desgewenscht op te nemen. Met medebezegeling door HENRICUS cureit te Elede, JOHANNES SWANEKENS cureit der St. Maria-kerk te Groninghe, en BERTOLDUS ALBRINGHE van Elede.
Datum anno Domini MCCC quadragesimo primo feria sexta post festum Philipp[i et] Jacobi apostolorum.
Oorspr. (Inv. No. 8). Met fragmenten der zegels van H.t.W. en J.S. in groene en B. A. in (bruin-gele ?) was, de 2 andere zegels (van 't convent en H. c. t. E.) zijn verloren.
21 REYNOLD VAN KOVORDE komt met de abdij te Assgen overeen, dat hij verkrijgt het goed ton Vene c.a (behalve het meerendeel van den opstal) en den watermolen, en de abdij het veen tusschen die Crosmat en Padinghe-bouwland en de daarbij gelegen maden; met bedingen omtrent den "upgang" voor de abdij van haar veen, de berechting en de rechten en verplichtingen van de bewoners der abdijgoederen en het recht van overweg.-Met medebezegeling door het land van Drenthe, HENRIC VAN BORKLO, GHYSELBERT VAN BRUNKHORST, LUDOLF VAN SCONEVELDE, HEYNE TON LARE, JOHANNES TON KLOSTERE, HENRIC cureit te Eelde en BERTOLT ALBRINGHE.
Ghegheven an den jare unses Heren dusen[d] unde drehunderd unde ene unde vyerthich des nasten daghes nasente Vrbanus daghe.
Oorspr. (Inv. No. 71). Met geschouden zegels van G. v. B. en J. t. K. in groene en van B. A. in roode was; de overige 7 zegels zijn verloren.
Afschrift (16de eeuw) (Inv. No. 72) op papier.
Afschrift (16de eeuw) (Inv. No. 73) op papier.
22 ALEF VAN ANSEN, cureit te [Rold]e, en DIDERICH DIDERIXZONE MAES, koster aldaar, bewerken een zoen tusschen de abdij te Assen en de kosterie van Rolde, zoodat de Hofwaer en de Bullenwaer te Durse, tegen betaling eener geldsom, worden vrijgesteld van de opbrengst van klokrogge aan de kosterie. Met medebezegeling door 't land van Drenthe.
Ghegheven in den jaer unses Heren dusent drehundert zovene ende vijftien up sunte Andrees avent apostoli.
Oorspr. (Inv. No. 81). Met geschonden zegel van A. v. A. in (bruin-gele ?) was; de 2 andere zegels zijn verloren.
23 ECBERTUS DÉ PEYZE ridder en JOHANNES gezegd HUNDEKEN van Eelde waarborgen der abdij in Aszen, dat WYTETIS weduwe van RODOLFUS gezegd PREDEKER haar schadevergoeding zal geven voor het uit 's kloosters schuur te Roderwaldmademaden door haar man geroofd vee en goed.
Datum anno Domini M°CCC°LVIII0 [in die ?] beati Bartholomei apostoli.
Oorspr. (Inv. No. 5). De 2 zegels zijn verloren.
24 HENRICUS, priester van Eelde, gezegd TO WESTE benoemt onder aftrek van eenige legaten de abdij in Assen tot erfgenaam en broeder JOHANNES "grangiarius" der abdij tot mede-executeurtestamentair. Met medebezegeling door den executeur-testamentair HENRICUS OTTONIS POLLEMAN.
Datum anno Domini M°CCC° sexagesimo crastino Iohannis ewangelis[t]e ante Portam Latinam.
Oorspr. (Inv. No. 8). De 2 zegels zijn verloren.-Met transfix d.d. 2 Juni 1360 (zie regest No. 25).
25 MARCELIUS (pastoor) van Suthlaren, deken van Drenthia, oorkondt, dat HENRICUS, priester van Eelde, gezegd TO WESTE zijn testament heeft gemaakt en executeurs-testamentair heeft benoemd, gelijk beschreven staat in den doorstoken brief, door H. geschreven (zie regest No. 24).
Datum anno Domini M°CCC° sexagesimo in die beatorum martyrum Marcellini et Petri.
Oorspr. (Inv. No. 8). Het decanaatszegel is verloren.
26 De raden (consules) in Groninghen oorkonden, dat VDO zoon van GHERARDUS HOPTES verkocht aan HINRICUS DE PONTE schulte in Groninghen en zijn zoon HEYNO zijn steenen huis c.a. in de Platea butiri, belast met eene rente ten behoeve van ALARDUS CALANT.
Datum anno Domini M°CCC°LX° septimo ipso die Inuencionis sancte Crucis.
Oorspr. (Inv. No. 51). Het zegel is verloren.
27 BERNT HEYHINCK scholaster van Deuenter, een "ghezwaren "ambochtman des bischopus van Vtrecht", verklaart van de abdij te Assen niet meer te zullen vorderen aan pacht van Baninghe-guet in de buurschap te Witten dan 2 mudden rogge, omdat de buren van Witten, door hem voor den deken gedaagd "umme ene warheyt te zegghene van den guede", getuigd hebben, dat den bisschop niet meer pacht toekwam dan 2 mudden; en dat hij daarom 's bisschops pacht "neemt" uit Zierverlingheguet te Loen, gelijk zijne voorgangers deden.
Ghegheven int jaer ons Heren duzent drehondert ende LXIX up zunte Remigius dach.
Oorspr. (Inv. No. 98). Met geschonden zegel in groene was.
28 ALEPH en MARCILIUS, "kercheer" resp. te Rolde en Zwtlaren, bepalen-in 't geschil tusschen de abdijen van Dickeninghen en van Assen over het recht van herberg van de abdij van D. over den hof te Halen (met de tienden te Halen aangekocht van OTTO VAN NORCH)-: dat de abdij van Dickeninghen 2 maal 's jaars "eens by grase ende eens by koerne" intrek mag nemen in den hof, hetzij dat de abt komt "self vierde met vier perden" hetzij dat hij zendt "twe personen met twen perden"; en dat ingeval van weigering door de abdij te A. de abt c.s. elders zijn intrek nemen en zijne onkosten dubbel op de abdij te A. verhalen mag.
Met medebezegeling door abt en gemeen convent te Dickeningen, ten getuige dat zij deze uitspraak zullen nakomen.
Int jaer unses Heren dusent drehondert vier ende seventich up sunte Benedietus dach in der vasten.
Oorspr. (Inv. No. 57). Met geschonden zegel van A. in groene was; 't zegel van M. en 't conyentszegel zijn verloren.
29 GODEVAERT VAN DEN HOVE verkoopt aan de abdij te Assen 0,33 in eene rente van 2 mudden winterrogge uit Assinghe-goet te Obeslo in de buurschap van Halen in het kerspel van Beylen, Met medebezegeling door den dadingsman ROLOF VAN STEENWIJC.
Ghegheven in den jare ons Heren dusent driehundert neghen ende tseventich des Zonendaghes na sinte Matheus dach appostel ende ewangeliste.
Oorspr. (Inv. No. 58). De 2 zegels zijn verloren,
30 REYNOLT heer van Covoerden, knape, draagt voor buren van Vrees over aan de abdij van Assen zijne rechten op het goed te Rede c. a. in de marke en de buurschap van Vrees. Met medebezegeling door 't land van Drente.
Ghegeven int jaer uns Heeren duijsent driehondert twee ende tachtentich op sinte Willeborgen dach.
Afschrift (17de eeuw) (Inv. No. 104) op papier, naar een copie d.d. 27 Juli .... van den notaris P. DIE HANDSCOEWERCKER, vermeldende dat het oorspronkelijk stuk was bezegeld met 2 uithangende zegels in groene was "met enckelen sterte."
31 De abdijen in Dickenynghe en in Assen verklaren, dat afgeschaft zal zijn het recht van herberg 2 malen 's jaars van eerstgenoemde abdij op den hof te Halen, waarvoor de hofmeester jaarlijks te Runen zal afleveren 2 Groninger mudden rogge.
Datum anno Domini millesimo trecentesimo nonagesimo octavo dominica post transitum beati Martini.
Oorspr. (Inv. No. 57). De 4 zegels van partijen (abt en convent van Dikninge, abdis en convent van Assen) zijn verloren.
32 WOBBE EVERDES wiif, hare dochter THOBE en [THOBE'S man EV]ERD dragen over aan de abdij te Assen 3 akkers land op den esch te Dalen (waarvan l gelegen up Oesterholte), welk land voor de betaling eener roggerente aan de abdij verbonden was. Met bezegeling door BERTOLD, vice-cureit te Rolde, en JOHAN GRUYS.
In den jare uns Heren duzend vierhundert ende drie up den Maendach nae Pinxteren.
Oorspr. (Inv. No. 63). Met fragment der 2 zegels in groene was.
33 Burgemeesteren en raad van Groningen oorkonden, met den schulte ALEFF SCHELLEGHEN FOLKEER MAURISSING wegens wanbetaling van geleend geld te hebben "inghewaert" in eene rente van 32 schellingen (min ?) 4 penningen uit de daarvoor verbonden hofstede van ALBERD LEWE in de Botteringhestrate Wz.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende sesse up sunte Valentinus dach, do EVERD SICKING, SWEDER VAN [WINDE], BADING HOERNEKING ende COPPIIN JARGHES borghemestere weren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 11). Het stadszegel is verloren.-Met transfix d.d. 3 April 1474 (zie regest No. 88).
34 JOHANNES WOLTERS, priester in Groningen, erkent schuldig te zijn aan de abdij van Assen eene pacht van 1 ton boter uit het erf ten Hoerne c. a. bij Groningen; met bepaling dat het erf aan de abdij vervalt bij wanbetaling gedurende 5 jaren, tenzij wegens overmacht. Met medebezegeling door GHEERT TER MAED, schulte van het gericht van Sellewert.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tweleve des naesten Donredaghes na Paeschen.
Oorspr. (Inv. No. 100). Met 2 geschonden zegels in groene was.
35 Burgemeesteren en raad in Groninghen oorkonden, dat ELLEKE PETERS overdroeg aan EGBERT VAN BANLO 0,5 steenen huis in sunte Johansstrate met den halven "menewech" ten oosten ervan, waarvan hij de andere helft reeds bezit; onder voorbehoud eener lijfrente voor zich van 7,5 gulden uit 't huis.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertiene up sunte Matheus avent, do JOHAN RENGHERs, RADING HOERNEKING, JOHAN WICHERiNG ende BRUEN CLINGHE borghermestere weren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 54). Met geschonden stadszegel en contrazegel in groene was.
36 Burgemeesteren en raad in Groninge oorkonden, dat EGBERT VAN BANLO kocht van ELLEKEN PETERS 0,5 steenen huis in sunte Johansstrate met den halven "menewech" ten oosten ervan (waarvan EGBERT de andere helft reeds bezit), tegen eene lijfrente van 7,5 gulden uit dat 0,5.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertiene up sunte Matheus avent, do JOHAN RENGHERS, RADING HOERNEKING, JOHAN WICHERING ende BRUEN CLINGE borghermestere weren onser stad. Oorspr. (Inv. No. 54). Het stadszegel is verloren.
37 REYNOLT VAN STEENWIJC alias DE Voss vestigt voor de abdij te Assen, als "provende" voor zijne dochter HERBRANT, eene losrente van 6 Groninger mudden winterrogge uit zijn aandeel in de tienden te Schoenloe in het kerspel van Rolde; met bepaling dat hij geen genot van de tienden zal hebben, voordat de abdij de 6 mudden ontvangen heeft, en dat, ook wanneer H. stierf voordat "se hoersam dede", R. het losgeld moet betalen om in het genot der 6 mudden te komen.
Gegeven int jaer ons Heren M°CCCCXVI op der hiliger Dryer Konynge dach.
Oorspr. (Inv. No. 33). Met geschonden zegel in (groene?) was.
38 BEERNT HUBBELDINC, JOHAN LEVINGHE, ALBERT HUSINGHE, COENRAET HUSINGHE en AERNT, WILM en JOHAN zijne kinderen, COEP ZIDINGHE, FREDERIC ZIDINGHE, ALBERT ZIDINGHE, LUDE TEN NYENHUUS en LAMBERT HOVINGHE vestigen voor buren van Bonevelde voor de abdij van Assen, in ruil voor de tienden over Wyllinghe-guet, een tiend van 5,5 Groninger mudden rogge over Zuauerdinghe-hofstede te Bonevelde; met bepaling dat zij nimmer meerdere erven voor de betaling zullen verbinden. Met bezegeling door jonker BERTOLT CLENKE en BEERNT HUBBELDINC.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende neghenteyne des Wondesdaghes na zunte Marcus dach des hilghen ewanghelisten.
Oorspr. (Inv. No. 110). Met 2 geschonden zegels in (bruine ?) was.
39 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat LUTGART SCHULTINGE van Eelde, weduwe van HENRIC SCHULTINGE, overdroeg aan EGBERT VAN BANLO eene rente van 1,5 oud gouden keizersschild uit het steenen huis c.a. van BLIDEKE ENENS in de Boteringestrate Oz.
Ghegheven in den jair onss Heren dusent vierhundert vijf ende twintich des Sonnendaghes to Palmen, do REYNOLT HUGINGH, BRUEN KLINGE, HENRIC TER BRUGGEN ende DITMER RENGERS borgermestere were onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 54). Met geschonden stadszegel en contrazegel in groene was.
40 De abdij van Assen verkoopt aan de zusters LYZE en EZE VAN TRICHT, nonnen in de abdij, ten hoofde der langstlevende, eene rente van 3 Groninger mudden rogge uit haren windmolen te Beylen; met toekenning van het recht de rogge te nemen uit de schuur ("spijker") of elders, ingeval "de mole voers. woeste "stunde oft nyet en were".
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende neghenentvintich up sunte Johannis ende Pauls dach der hilgher marteleren.
Oorspr. (Inv. No. 115). Met geschonden ambtszegel der abdis in groene was.
41 REYNOLT VAN STEENWIC alias DE Vos geeft aan de abdij te Assen als "provende" voor zijne dochter MECHTILT eene rente van 4 Groninger mudden winterrogge uit zijn aandeel in de tienden te Schoenloe in het kerspel van Rolde; met bepaling dat hij geen genot van de tienden zal hebben, voordat de abdij de 4 mudden ontvangen heeft.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende dertych up sunte Ambrosius dach des hilghen confessoris Oorspr. (Inv. No. 34). Het zegel is verloren.
42 De notaris JOHANNES HULSBUSCH oorkondt, dat JOHANNES CUSTOS DE DALEN, cureit van 't kerspel Oederen, tot executeurs-testamentair benoemde ALARDUS BUNYNGE koster in Zwela, JACOBÜS BENYNGE koster in Empne, WILHELMUS SPORCK koster in Borgher, priesters der diocese van Traiectum, en zijne natuurlijke zoons THEODERICUS en LUDOLPHUS; met opdracht de daaraan verbonden plichten waar te nemen en met het recht om zich zoonoodig andere executeurs-testamentair toe te voegen.
Acta sunt hec anno indictione die mensi loco et pontificatu omnibus quibus supra (anno nativitatis eiusdem millesimo quadringentesimo tricesimo primo, indictione nona, die vero decima octava mensis Augusti, hora terciarum vel quasi, ante domum dotalem parochie Zwelis, Trajectensis diocesis, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Eugenii pape quarti anno eius primo).
Oorspr. (Inv. No. 85). Met merk en onderschrift van den notaris. * 
43 JOHANNES CUSTERS verklaart te maken aan zijne "maghet" BERTE en zijne kinderen al zijne goederen, mits zij zijn "testament" en zijne schulden betalen en een jaargetijde voor hem vieren; met bepaling dat bij vertrek van BERTE tijdens zijn leven zij haar loon zal ontvangen doch geen recht op zijne nalatenschap zal kunnen doen gelden. Met medebezegeling door JOHAN HULSBUSCH.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent veerhundert een ende dertich des achtijnden daghes in der maent van Augustus.
Oorspr. (Inv. No. 85). De 2 zegels zijn verloren *  .
44 HARMAN VAN KEPPELL, landcommandeur der Duitsche orde balie van Vtrecht, bekrachtigt voor buren van Zeyen den verkoopvan het goed ter Aert c.a. door JACOP HORMAN *  en PETER TEN VELDE, commandeur te Bunne, aan ROLEFF TER AERT.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sesssendertijch des Dinxedages nae Ponciani.
Oorspr. (Inv. No. 105). Het zegel van het Duitsche huis te Utrecht is verloren.-Met transfix d.d. 17 October 1459 (zie regest No. 70).
45 REYNOLT DIE VOS VAN STEENWIJC en HENRIC en ARENT DIE VOS VAN STEENWIJC geven aan zijne dochter en hunne nicht MECHTELT VAN PUTTEN, non te Assen, ten behoeve van 't klooster eene rente van 1 Vlaamschen groot uit den Vpganck, die aan hen werd betaald in den hof te Ansen.
Ghegeven in den yaer ons Heren dusent vierhondert sesse ende dertich des [Vrye]daghes nae Mytvasten.
Oorspr. (Inv. No. 34). Met 3 geschonden zegels in (bruine?) was.
46 WILHELMUS JOLINGE, cureit in Swdlaren en deken van Drenthia, wijst-in het proces van de abdij in Assen met de buren van Anrepe en Witten tegen de buren van Banloe, -, dat de eigendom en het gebruik van de Duerserbrugge en den Duerserdijk toekomt aan de eischers als hun "rewech"; zoodat de buren van Banloe hun vee niet dagelijks daarover mogen drijven om het te weiden in de buurschap van Anrepe of in de Anreper marke, zelfs al bezaten zij eigen "waranden" of eigen erven in die buurschap; terwijl zij daarentegen wel als andere reizigers die brug en dien dijk mogen gebruiken te voet, te paard of met wagens.
Datum et pronuntiatum prout supra (anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo nono in secunda nostra synodo videlicet feria secunda post XI. Virginum in Anloe celebrata).
Oorspr. (Inv. No. 82). Met geschonden decanaatszegel in groene was.
47 IOHAN VAN STEENWICK "oldeste brueder" draagt voor buren te Grolle en te Scoenlo over aan de abdij te Assen de helft zijner grove en smalle tienden in de marke van Grolle en de buurschap van Scoenloe "voer een Borkelsch leengued"; en erkent, dat hij de andere helft dier tienden "den voers. convent .... "holden sullen te ewigen daghen in gheliker leenscher weer."-Met medebezegeling door J.'s broeders ALBERT en IOHAN VAN STEENWICK.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende viertich up sancte Elizabeth dach.
Oorspr. (Inv. No. 83). Met geschonden zegel van A. v. S. in (bruine-gele was?); de 2 andere zegels zijn verloren.
48 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat JOHAN NAMYNCK overdroeg aan EGBERT VAN BANLO eene rente van 2 Fransche schilden uit zijn 0,5 steenen huis op den zuidwesthoek van Kerelssweghe.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhondert twe ende veertich op Pinxter-achten, do LUBBERT LEWE, FOLKEER MARYSSING, HENRIC BAROLDES ende HENRIC KATER borghermestere weren onser stad.
Oorspr. (lnv. No. 54). Het stadszegel is verloren.
49 REYNOLT DE Vos VAN STEENWICK en ALIJT VAN PUTTEN e.l. verkoopen aan de abdij van Assen al hun erfgoed en hunne grove en smalle tienden in de buurschap te Scheloe in het kerspel van Rolde voor eene rente van 5 Groninger mudden rogge, die de abdij zal geven aan hunne dochter MECHTELT VAN STEENWICK, non te Assen, doch die na haar overlijden aan de abdij zal komen. Met verklaring van REYNOLTS zoon en dochter HENRICK DE Vos VAN STEENWICH en HADEWICH JOHAN des basters wedue VAN BEIJEREN, dat zij dit goedkeuren en daarom HENRIC medezegelt.
Ghegheven int jaer ons Heren MCCCC ende XLII op sunte Jacobs avent des hilighen apostels.
Oorspr. (Inv. No. 34). Met geschonden zegel van H. d. V. v. S. in groene was; de zegels van R. d. V. v. S. en A. v. P. zijn verloren.
50 HENRICK DE VOS alias VAN STEENWICK beleent de abdij van Assen met de grove en smalle tienden genaamd "her Aleffs *  "tenden van Rolde," en gelegen in het kerspel van Rolde in de buurschap van Schonloe, door REYNOLT DE Vos der abdij geschonken als "provene" voor zijne beide dochters HERBERT en MECHTELT.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCC ende dre ende veertich op Mey dach Oorspr. (Inv. No. 35). Het zegel is verloren.
51 DREWES SCHUTEMAKER verklaart aan JOHAN TER BRUGGHE te hebben gegeven 1/8 der venne in Ghelkinghe-lant, mandeelig met LULOF SlCKINC, ECBERT HUGHINC en GRETE VAN AERLE; in ruil voor JOHAN'S land in den kamp tusschen de Langhe lane en de wetering van Ghelkinghe-lant. Met bepaling dat JOHAN 12 Arensche guldens per gras voor 't stuk venne zal geven, wanneer 't land bij de Langhe lane hem of DREWES in rechten wordt afgewonnen.
In den jaer ons Heren dusent CCCC° dre ende veertich up sunte Johannes dach ante Portam Latinam.
Oorspr. (Inv. No. 51). Met licht geschonden zegel in groene was.
52 ROEDOLPH VAN DIEPHOLT, bisschop te Vtrecht, ontslaat Betyngeguet in het kerspel van Rolde in de buurschap van Loen, behoorende tot zijne tafelgoederen, dat na het overlijden zonder erfgenamen van BOELIKEN BETYNGE aan hem was teruggekomen, uit de hoorigheid en geeft het in pacht aan de abdij te Assen "sant Bernardus oerden", tegen eene rente van 3 mudden rogge te leveren "opten spiker tot Anloe". Met toestemming en medebezegeling door de 5 kapittelen.
Gegeven int jaer onss Heeren dusent vierhondert vier ende veertich des twe ende twijntichsten dages in der maent van April.
Oorspr. (Inv. NO 89). Met geschonden zegels van den bisschop en het kapittel van St. Jan in roode was, de zegels der overige 4 kapittelen zijn verloren.
53 RODOLPUS, bisschop van Traiectum, verbiedt den wereldlijken rechters in zijn gebied, de "religiose persone" van het Cistercienser klooster in Assen -, die door de wereldlijke rechters van Drenthia en Crepiswolde in strijd met het kanonieke recht, de regelen der Cistercienser orde en het hun door den paus verleend voorrecht, in rechte zijn betrokken,-in rechte te dagen; en gelast ieder zijne aanspraken in te brengen bij hun "superior" en, bij rechtsweigering door dezen, voor den tegenover hen bevoegden rechter.
Datum .... anno Domini millesimo quadringentesimo quadragesimo quarto post Jacobi apostoli feria tercia.
Oorspr. (Inv. No. 2). Het zegel is verloren.
54 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat REMME TO EESDINGE en HYLEKE e. 1. overdroegen aan JOHAN TER BRUGGEN 3 grazen land in 2 stukken, op de westzijde der Woltgraue, onder voorbehoud van het recht van wederkoop.
Ghegheven in den jaer onss Heren dusent veerhondert veer ende veertich op sunte Michaels dach, do HENRICK BAROLDES, OTTO KLANT, GOSEN TEN GRAVE ende LUDEKEN EVERD WIGBOLDESsoen borgermestere weren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 51). Met fragment van het stadszegel en contrazegel in groene was.
55 HENRIC HUBBELDINGE ROLOFFSzoene en GHESE e.l. dragen over aan zijne zuster GRETE HUBBELDINGE te Assen eene rente van 2 Groninger mudden rogge uit Eysinge-guet te Gheten, eene losrente van 1 mud en 1,5 schat rogge uit het erf van BRANT en zijne kinderen te Gasselte, en eene rente van 2 mudden rogge uit Syckinge-erve te Exlo, bewoond door JOHAN BEBINGE. "Ende van dessen voers. mudden sal de abdysse van Assen "miin suster GRETEN voers. besorghen gheliken anderen "gheleerden jonferen"; met bepaling dat bij GRETE'S overlijden de renten vervallen aan de abdij. Met medebezegeling door WILLEM HlDDINGE.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent veerhundert ende ses ende veertich op sunte Matheus dach des hilligen apostels.
Oorspr. (Inv. No. 36). Met 2 geschonden zegels in (gele ?) was.-Met transfix d.d. 30 September 1458 (zie regest No. 68).
56 LEFFERT LAMBERTSzoen en GHERT HERMANSzoen oorkonden, dat LUTGER HERMENSzoen alias STELTYNG in hunne tegenwoordigheid als dadingslieden onder eede heeft verklaard, aan WYBBE HUBBELDYNGS abdis, de kloosterlingen te Assen en hunne goederen geen "handeschade" te zullen toebrengen; en beloven als zwager en broeder van LUTGER, dat hij dezen eed zal nakomen. Met bezegeling door REYNALT VAN DEN CLOESTER.
Ghegeven int jaer ons Heren M vierhundert viertich ende achte des Dynxdages na sunte Seruaes dage des hilgen byscops. Oorspr. (Inv. No. 6). Het zegel is verloren.
57 Burgemeesteren en raad van Groningen oorkonden, dat JoHAN TER TlLLE overdroeg aan JOHAN TER BRUGGHEN een heem bij den Woltgraue met het daaraan verbonden redgerrecht.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhundert ende achteneveertich up sunte Jacobs daghe des hillighen apostols, do HINRIC BAROLDES, OTTO KLANT, HINRIC KATER ende ALBERT JARGHES borgermestere weren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 51). Met fragment van het stadszegel en contrazegel in groene was.
58 JACOP EBEDINGE en JEYE e.l. dragen voor buren van Scholo over aan de abdij van Assen 2 stukken land te Scholo in de marke van Gronle in het kerspel van Rolde: den Grote-akker vp den Langhen Busche en den Vene-akker vp den Zudessche. Met bezegeling door GODERT VAN DER HORST.
Ghegeven int jair ons Heren dusent veerhundert ende viiftich des Manendaghes na Passche-achten dach.
Oorspr. (Inv. No. 84). Het zegel is verloren.
59 BEERNT HUBBELDINGE ROELFFSzoen TEN DIEPHOERN alias TEN POSTE draagt over aan zijne zuster NESE, kloosterlinge te Assen, eene rente van 3 Groninger mudden rogge uit den Grael en des
Fosses gued in de buurschap van Kolde, met den achterstal; te genieten door haar gedurende haar leven en door de abdij te Assen na haren dood "to rechten testamente voer my ende voer "mynre vrende zielen." Met bezegeling door WILLEM BAVINGE alias CRABBE.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent vierhondert ende twe ende vijfftich des Dynsedaghes voer der hillige Dre Coninge dach. Oorspr. (Inv. No. 37). Het zegel is verloren.
60 Burgemeesteren en raad in Groninghen oorkonden, dat GHEZE HUBBELDINGE en de "voermund" en de "voghede" over haar zoon ROLOFF bij wijlen haren man HENRICK eene boedelscheiding hebben aangegaan; waarbij worden toebedeeld aan GHEZE: 8 grazen in Tammynge-land mandeelig in "eenre vennen" van 28 grazen, eene rente van 12 gulden uit het huis van CLAWES KOELKEN te Baffloe en alle goederen, die zij en haar man bezaten in 't land van Drenthe.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert drie ende vijfftich des Vridages na Reminiscere, doe FOLKEER MARISSINGE, HENRICK BAROLDES, OTTO CLANT ende GOSEN VAN DULCK borgermestere waeren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 38). Met geschonden stadszegel en contrazegel in groene was.
61 JOHAN WITEMA te Eoderwolde draagt over aan JOHAN CLAWESzoen 3 grazen land in der Wterdelinge in het kerspel to der Hogerkerken. Mot bezegeling door LUDIKEN WIBBOLDES EVERDESzoen, "raedman", in Groninge.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vierhundert ende dre ende vyfftich des Sundages vor sunte Georgius dach.
Oorspr. (Inv. No. 70). Het zegel is verloren.-Met transfix d.d. 28 Augustus 1454 (zie regest No. 63).
62 ALBERT PIGGEN en JOHAN PIGGE zijn neet dragen voor buren van Borck over aan de abdij te Assen eene rente van 5 Groninger mudden rogge uit Meyeringe-gued in 't kerspel van Borck en de marke te Elp; in lijftocht bezeten door GHESE PIGGEN, ALBERT'S zuster en non in de abdij; doch na haren dood aan A. P. en J. P. terug te keeren.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent veerhondert dre ende vijfftich des anderen Dinxdages na Santgangen.
Oorspr. (Inv. No. 111). De 2 zegels zijn verloren.
63 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat JOHAN CLAWESsone overdroeg aan de abdij van Assen de 3 grazen land vermeld in den doorstoken brief (zie regest N0. 61).
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vier ende vijfftich up sunte Johannes avent Decollacionis.
Oorspr. (Inv. No. 70). Het secreetzegel der stad Groningen is verloren.
64 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat GHEZE HUBBELDINGE overdroeg "voer oere provene ende noetdrufft" aan de abdij te Assen al hare goederen, die zij heeft of verwerven zal.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vier ende vyfftich des Dinxdages voer sunte Mycheels dach, doe HENRICK KATER, GOSEN VAN DEN GRAVE, CLAWES VAN BANLO ende EVERT HUBBELDINGE borgermestere waren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 38). Het stadszegel is verloren.
65 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat de gebroeders Mr. HENRICK, JOHAN en ROLOFF TER BRUGGEN bij wijze van scheiding overeenkwamen, dat na 't overlijden van hun vader JOHAN TER BRUGGEN Mr. HENRICK zal ontvangen diens huis in de Botteringestrate;-JOHAN een huis c.a. en land in Gelkinge-land, 20 grazen in Legherkercken en eene rente van 20 Arnemsche guldens uit renten te Groningen;-en ROLOFF 't erf to Blockheem bij Zelwert en den molen buiten de Botteringepoerte; terwijl de rest der nalatenschap in 3 deelen zal worden verdeeld.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert sess ende vyfftich to Paesch-achten, doe HENRICK BAROLDES, OTTO CLANT, OTTO TER HANZOW ende GOSEN VAN DULK borgermestere waren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 51). Met geschonden stadszegel en contrazegel in groene was.
66 ALBERD SCHOMAKER geeft voor buren van Zeyyen aan 't klooster van Assen "voir een testament" eene rente van 1 stede Groninger mud rogge, door hem gekocht van wijlen DAEM WESTEBRINGE uit diens goed Westebringe in de buurschap en de marke van Zeyyen in het kerspel van Vrees, nu in gebruik bij LUDEKIN DIE BEYLSSCHE en HANNEKIN weduwe van JOHAN. Met bezegeling door A.'s zoon JOHAN "preister."
Gegeven ind jair onss Heren dusent veerhundert ende seven ende vyfftich opp sunte Jacobs dach dess hilligen apostels. Oorspr. (Inv. No. 9). Het zegel is verloren.
67 De "ghemene buer" van Gheten vergunnen aan 't klooster van Assen, dat zijne meiers op Ghetervene het door hen (buren) aangekocht waardeel in de marke van Gheten mogen gebruiken als andere buren, overeenkomstig 's kloosters brieven. Met bezegeling door HENRICK EBINGE.
Ghegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert ende acht en vijfftich des Sonendages voer Meye.
Oorspr. (Inv. No. 29). Met geschonden zegel in groene was.
68 GOLDE STELLYNGE abdis te Assen oorkondt te weten, dat wijlen de abdis WYBBE HUBBELDINGE geruild heeft met haren broeder HENRICK HUBBELDINGE de rente van 2 mudden rogge, die GRETE HUBBELDINGE blijkens den doorstoken brief (zie regest No. 55) beurde uit Syckynghe-erve te Exlo, tegen eene gelijke rente, die HENRICK beurde uit Eyssinghe- en Wermynghe-erve te Erme (nu behoorende aan HERMEN SCHYRENBEKE en EMEKEN e. l.); verklaart deze rente te hebben verkocht aan JOHAN SPOELMAN "scryver" van den drost WOLTER STELLYNGE; en zegt daarom aan GRETE levenslang toe 2 mudden rogge 's jaars uit de voorraadschuur der abdij, die na haar overlijden aan de abdij zullen vervallen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte ende viifftich op sunte Jheronimus dach des hillighen confessoers.
Oorspr. (Inv. No. 36). Het "amptszeghel" der abdis is verloren.
69 JOHAN VAN HAEFFTEN, landcommandeur der Duitsche orde balie van Vtrecht, bekrachtigt voor buren te Witten den verkoop door den commandeur te Bunne aan de abdij van Assen eener rente van 8 mudden winterrogge, 4 mudden "manckzades" en 4 mudden havermolt uit Ykinghe-guet en Bonekinghe-guet te Witten in het kerspel van Rolde. Met bezegeling met de zegels der (Duitsche) huizen van Vtrecht en te Bvnne.
Ghegeven ind jair onss Heren dusent veerhundert ende acht ende vijfftich opp der Eluendusent Maghede dach. Oorspr. (Inv. No. 94). De 2 zegels zijn verloren.
70 ROLOFF TER AERT, zijne dochter GRETE en zijn dochterszoon JOHAN FYEN dragen voor buren van Zeyen over aan de abdij van Assen hun goed ter Aert c. a. in de buurschap van Zeyen in het kerspel van Vrees, door hen blijkens den doorstoken brief (zie regest No. 44) gekocht van PETER TEN VELDE, commandeur te Bunne. Met bezegeling door JOHAN CAMPYNGE.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende negen ende viifftich des Wondesdaghes na Santgangen. Oorspr. (Inv. No. 105). Het zegel is verloren.
71 FREDERICK WYLLREKYNGE en LAMME e.l. dragen voor buren van Anrepe over aan WYLLEM BYZUDEN. "provener" der abdij te Assen, 0,5 waar "to holte ende to velde" in de buurschap van Anrepe in het kerspel van Rolde. Met bezegeling door JOHAN HYDDINGE te Rolde.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent veerhondert ende sestych des Saterdaghes na der hyllyghen Dree Conynghen dach.
Oorspr. (Inv. No. 52). Met zegel in (bruine?) was.
72 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat DREWES CAMPINGE overdroeg aan de abdij te Assen eene losrente van 6 guldens uit het huis en de hofstede in de Heerstrate Oz., door hem gekocht van ROLOF "tymmerman" en zijn zoon HEYNE.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert ende tsestich des Dinxdaghes na sunte Poncien, doe HENRICK BAROLDES, OTTO TER HANZOW, GOSEN VAN DULCK ende JOHAN RENGERS VAN DEN POSTE borgermestere waren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 64). Het stadszegel is verloren.
73 DAVID DE BURGUNDiA, bisschop van Traiectum, draagt allen priesters, kapelaans enz. zijner diocese op, te verbieden aan TESO STRAEL en den drost van Drenthia en verder alle wereldlijke rechters, de abdij in Assen voor den wereldlij ken rechter te dagen naar aanleiding van haar geschil met T.S. over eene hofstede te Gasteren in het kerspel van Anloe, op straffe van excommunicatie en eene boete van 200 oude gouden schilden; en draagt de behandeling en de uitspraak der zaak op aan ADOLPHUS LICHTVOET, cureit in Anlo en deken van Drenthia Datum nostro sub sigillo ad causas presentibus appenso anno Domini M°CCCC° sexagesimo mensis Marcij die quarta.
Oorspr. (Inv. No. 44). 's Bisschops "sigillum ad causas" is verloren.-Met transfix dd. 2 April 1460 (zie regest No. 74).
74 ADOLPHUS LICHTVOET, baccalaureus in de rechten, cureit in Anlo, deken van Drenthia in dit schrikkeljaar, door den bisschop van Traiectum in dezen speciaal gedeputeerd, verklaart-, in het geschil tusschen GOLDA STELLINGES abdis in Assen en TESO STRAEL met betrekking tot de hofstede Folkeringe te Gasteren in het kerspel van Anlo, waarvan de verkoop door de abdis aan de gebroeders REYNERUS en WIJGHERUS WOLTINGE door T.S. was betwist op grond van zijne bloedverwantschap niet d e abdis,-dat een leek en dus T.S. niet kan opvolgen in het erfgoed van Jhesus Christus en St. Ber(n)hardus op grond van bloed- of aanverwantschap; verklaart dus den verkoop van kracht; legt T.S. een eeuwig stilzwijgen hieromtrent op; verplicht hem tot verantwoording der genoten vruchten en veroordeelt hem in de nader te bepalen kosten van het geding.
Lata et pronunciata fuit hec sententia in choro ecclesie de Anlo parcium Drenthie Traiectensis dyocesis, . . in cuius evidens testimonium decanatus sigillum presentibus duximus appendendum anno Domini millesimo quadringentesimo sexagesimo feria quarta post Judica.
Oorspr. (Inv. No. 44). Het decanaatszegel is verloren. -Transfix van een charter dd. 4 Maart 1460 (zie regest No. 73).
75 WYLLEM BYZUDEN, "provener" van 't klooster van Assen, geeft aan FREDERICK en LAMME WYLREKYNGE het recht van wederkoop van 0,5 waar, vroeger door hem van hen gekocht *  Met bezegeling door GOLDE STELLYNX, abdis te Assen
Ghegheven int jaer ons Heren dusent veerhondert ende sestych op Mey dach Oorspr. (Inv. No. 52.) Met geschonden ambtszegel der abdis in groene was.
76 . Broeder JOHANNES, "maior minister tocius ordinis sancte Trinitatis et redempcionis captivorum", neemt -, onder herinnering aan de voorrechten, door de pausen ALEXANDER IV, CLEMENS VI en PIUS II aan hen, die in de broederschap dier orde werden opgenomen, en hare weldoeners geschonken,-de Cistercienser abdij van Assen daarin op en deelt mede de formule voor de absolutie, welke aan de leden der broederschap eens in hun leven kan worden verleend met betrekking tot zonden, welker berechting de paus aan zich heeft voorbehouden.
Has in testimonium ei concedentes datas sub sigillo quo utimur in talibus die IXa mensis Octobris anno M°CCCC°LX. Oorspr. (Inv. No. 1). Het zegel is verloren.
77 HENRICUS POLLYNCK, JOHANNES PIGGE, JOHANNES ALBERTI en BERTOLD PERNEY, "hantghetrouwen" van wijlen JOHAN HOVYNGHE cureit van Sleen, geven aan de abdij te Assen "voir een testament" eene rente van l stede Groninger mud rogge uit het goed van JOHAN BARRYNGHE in de marke en buurschap te Zeyyen, opdat de kloosterlingen "tot ewyghen daghen heren JOHANS.
Ghegeven ind jair ons Heren dusent veerhundert ende sestich opp sunte Cecilien dach der heiliger joncfrou.
Oorspr. (Inv. No. 10). Met 3 geschonden zegels in groene was.
78 JOHAN HIDDINGE te Peyse AELARDSzone draagt voor buren van Seyen over aan de abdij van Assen 3 tiendmudden rogge en 1 tiendmudde molt uit Westebringe-gued in de buurschap van Seyen in het kerspel van Vrees. Met bezegeling door JOHAN EBBINGE
Ghegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert ende ene ende sestich opp sunte Philippus ende Jacobus dach der hilligen apostolen.
Oorspr. (Inv. No. 106). Met fragment van 't zegel in groene was.
79 REYNER BOEKENS te Peyse draagt voor buren van Seyen over aan de abdij van Assen 2 tiendmudden rogge en 2 tiendmudden molt uit Westebrynge-gued in de buurschap van Seyen in het kerspel van Vrees. Met bezegeling door JOHAN EBBINGE.
Gegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ene ende sestich op sunte Philippus ende Jacobus dach der hillighen apostolen.
Oorspr. (Inv. No. 106). Het zegel is verloren.
80 JOHAN VAN HAEFFTEN, landcommandeur der Duitsche orde balie van Vtrecht, bekrachtigt voor buren te Witten de ruiling tusschen den commandeur te Bunnen en de abdij van Assen van het door de buren van Witten aan den commandeur toegewezen land op Gheelbroeck in de Witter marke, strekkende zuidwaarts tot de Haelresloet, tegen de smalle tienden der abdij over het goed der Duitsche orde Lutke Bonekinge te Witten; onder voorbehoud, dat de meiers der Duitsche orde te Witten zullen mogen weiden en hooien, gelijk de overige meiers in die marke. Met bezegeling met de zegels der (Duitsche) huizen van Vtrecht en te Bunnen.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent veerhondert ende twe ende tsestich des Saterdaghes nae sunte Mathias des hilligen apostels. Oorspr. (Inv. No. 95). De 2 zegels zijn verloren.
81 JOHANNES PlGGE koster te Rolde, commissaris van den deken van Drenthe, beoorkondt de getuigenverklaring van ENGELBERT KNUPPEL e. a op vordering van 't convent van Assen, ten bewijze dat wijlen GODEVAERT TEN GRALE alias TER HOST c u aan ALBERT STIVEHENRIXS heeft overgedragen 6 stukken land (te Rolde): "dat "stucke ten Rotighen goerden dat op den wal gheet, dat stucke "op den Vaeltacker, dat stucke to den Bakeboem, dat stucke in "den Krumen Wynkel, dat stucke to des Hauekesloe ende dat "stucke Rynskamp".
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vieerhondert ende dre ende tsestich op sunte Pancraes avent des hilligen martelars. Oorspr. (Inv. No. 91). Met geschonden zegel in groene was.
82 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat NANNINGK SCOMAKER overdroeg aan de abdij van Assen eene losrente van 3 guldens, uit EVERT WYTKEN'S huis en hofstede in den Rechten Yate Wz.
Ghegheven in den jair ons Heren dusent vierhundert vijff ende tsestich des Dinxdages na sunte Johans dage ante Portam Latinam, doe JOHAN POTTER, WIGBOLT LEWE, JOHAN TEDEMA ende ROLOF HUGINGE, borgermestere waeren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 66). Met geschonden stadszegel en contrazegel in groene was.
83 De gebroeders JOHAN NUSEKENS en JOHAN VAN VREES en HANNEKEN "onser twyer broder wijff" dragen voor buren van Peyse over aan de abdij van Assen hun hooiland in de marke van Peyse. Met bezegeling door WILHELMUS HIDDYNGE.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende tsestich up sunte Agneten dach der hilliger joncfrouwen. Oorspr. (Inv. No. 75). Met zegel in groene was.
84 HENRICK weduwe van LULOFF draagt voor buren van Schonloe over aan de abdij van Assen het erf in de marke van Grolle en Schonloe in het kerspel van Rolde, door haren man geërfd van wijlen heer JOHAN VAN OEREN. Met bezegeling door WYLHELMUS HYDDINGE.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende sestich up sunte Gregorius dach des hylligen confessoers. Oorspr. (lnv. No. 85). Met zegel in groene was.
85 JOHAN GHYSSELEN schoonzoon en JOHAN en COEPP zoons van JOHAN BARRINGE dragen voor buren te Zeyen over aan de abdij van Assen Barringe-gued c.a. in en buiten de marke van Zeyen in de kerspelen van Vrees en van Peyse. Met bezegeling door TYMAN AVINGE.
Ghegheven int jaer onss Heren dusent vierhondert ende achtensestich des Saterdages na Eluendusent Mageden dach.
Oorspr. (Inv. No. 107). Met geschonden zegel in groene was.
86 JOHAN HIDDYNGE draagt voor buren te Zeyen over aan de abdij van Assen 2,5 tiendmudde havermolt uit Barnynge-guet te Zeyen, in de buurschap van Zeyen in het kerspel van Vrees. Met bezegeling door JOHAN EBBYNGE Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte ende sestich up sunte Martens dach.
Oorspr. (Inv. No. 107). Het zegel is verloren.
87 HINRICK STEDINGHE draagt voor buren over aan HINRICK DIE ROEDE en ALYT e l. eene rente van 1 Groninger mud rogge uit Wyllinghe-guet in de marke van Grolle in 't kerspel van Rolde. Met bezegeling door JOHAN HIDDlNGE schulte (te Rolde).
Ghegeven int jaer dusent veerhondert ende negen ende tsestich des Maendages nae sunte Seruacius.
Oorspr. (Inv. No. 87). Het zegel is verloren.
88 JOHAN MARISSINGE en ALIJT e.l. dragen over aan de abdij te Assen de rente vermeld in den doorstoken brief (zie regest No. 33), om daarvoor wijn te drinken op den Wytten Donredach "in hoere collatien, als zie vervullet hebben dat ampt, dat God "de Here synen jongeren selver dede op dessen voers. dach, als- "dat he hoere voete dwoech"; opdat zij deelen mogen in de goede werken der kloosterlingen.
Ghegheven int jaer onss Heren MCCCC ende vier ende soventich op Palme dach.
Oorspr. (Inv. No. 11). Met geschonden zegel in groene was.
89 Burgemeesteren en raad van Groningen oorkonden, dat JOHAN WOLDRINGE met mr. HENRIC TER BRUGGEN de nalatenschap van de ouders hunner vrouwen scheidde, zoodat:
1. HENRIC ontving de helft in Schultenheert te Garmerwolde, belast met eene rente van 6 gulden voor 't convent van Selwert, en 't huis in de Poelstrate c.a.; en 2. JOHAN ontving het land te Beyem, 2 grazen land bij den Cleywech en den hof buiten Heerstrate-poerte.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vier ende tsoventich des Donredages voer Paesschen, doe GOOSEN VAN DULK, JOHAN RENGERS VAN DEN POSTE, ALERT CLANT ende SWEDER KATER borgermestere weren onser stad.
Oorspr. (Inv. No. 51). Het stadszegel is verloren.
90 BERNARDUS THERMAET, cureit in Dieueren en deken van Drenthia, verklaart -, op de klacht der Cistercienser abdij in Assen tegen JOHANNES BEYERINCK, een leek, die den timmerman HERMANNUS "familiaris" der abdij voor den drost in rechten had betrokken,-de door EUGENIUS, ANASTASIUS, ALEXANDER en andere pausen aan die abdij verleende voorrechtsbrieven -, dat de kloosterlingen, hunne "familiares et servitores" en hunne goederen niet voor 't wereldlijk gerecht kunnen worden getrokken,-van waarde en veroordeelt JOHANNES BEYERINCK in de nader te bepalen kosten van het geding.
Datum et actum Dieueris, in ecclesia nostra ibidem, nobis inibi ad singulos (sic) jura reddendum et causas audiendum more et loco solitis pro tribunali sedentibus, sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quinto, indictione octava, mensis vero Aprilis die vicesima quinta, hora missarum et (audiencie) causarum solita, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Sixti divina providencia pape quarti anno eius quarto Oorspr. (Inv. No. 3). Het groot decanaatszegel is verloren.
91 TIDE LEVINGE draagt, tot afkoop der rente van 3 mudden rogge die hij uit zijn goed aan de abdij van Assen schuldig was, aan haar over: de Twe Woerde, den Haselacker, de Anwende by den Bullenvene, de Swarte Anwende bij Olde Dors en den Loetacker *  . Met bezegeling door GHEERT LEWE.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achtenseventich up Vnser Lever Vrouwen dach Concepcionis.
Oorspr. (Inv. No. 108). Met geschonden zegel in groene was.
92 VRERICK TO SCHOLOE zoon van wijlen CLAWES draagt voor buren van Grolle in ruil over aan JOHAN BOELDEWIJNS te Groninghe eene hofstede met de boomen daarop staande, op de noordzijde van 't Hikessche huus. Met bezegeling door JOHAN HlDDINGE.
Int yar onses Heren dusent verhundert negen ende seventich des Wondages voer Mydvasten.
Oorspr. (Inv. No. 12). Het zegel is verloren.
93 REMBOLDUS SNEKIS cureit in Anloe en JOHANNES ALBERTI "sacrista" in Vrees, commissarissen adhoc van den deken van Drenthia, beoorkonden eene getuigenverklaring in het geschil tusschen de abdij in Assen en BAROLDUS GREVENS, ten bewijze dat de abdij rechtmatig eigenares is geworden van het "olthovede" Westebringe-guet te Seyen.
Datum anno Domini M°CCCCCLXXIX° feria tercia post festum beati Gengulfi martyris.
Oorspr. (Inv. No. 106). Met 2 geschonden zegels in groene was.
94 STEPHANUS THER MAET, cureit te Dwigloe en commissarisgeneraal van den deken van Drenthie, beoorkondt de getuigenverklaring van de 2 "oldermans" der buurschap en daarna van de buren van Witten, op vordering van 't convent van Assen, ten bewijze dat geen Bolen-gued in die buurschap en geene betaling te Anloe van eene rente uit dat goed sedert menschenheugenis bekend is en dat de buren slechts 2 mudden "scultrogghen" 's jaars opbrengen te Couorden.
Ghegeven in den jare ons Heren dusent vierhondert neghen ende tseventich des Vrydages na sunte Andrees daghe des hillighen apostels onder segell der dekenyen van Drenthie.
Oorspr. (Inv. No. 98). Met zeer geschonden decanaatszegel in groene was.
95 JOHAN BOLENS draagt voor buren van Norch over aan de abdij van Assen l maat aan de zuidzijde van de Lakemude tusschen land der abdij en JOHAN HIDDINGE'S Voertmaet. Met bezegeling door BARTOLT KNASSE, schulte te Norch.
Ghegeven in den jaer uns Heren dusent vierhondert ende tachtentich upp Vnsser Vrouwen dach Visitacionis.
Oorspr. (Inv. No. 74). Met geschonden zegel in groene was.
96 JOHAN KLENKE LUDEKENSsone verklaart voor buren te hebben overgedragen aan JOHAN VADDERINGE eene losrente van 2 stede mudden rogge uit 't goed te Scoloe van zijn neef JOHAN CLENKE en (uit?) 1/3 van 't goed, door J. K. gekocht van hun oom. Met bepaling dat "dese mudde vors. sint mede van den oldesten "mudden"; en bezegeling door JOHAN BAVINC te Rolde.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent veerhundert ende tachtentich des Sonedages na santé Egidij.
Oorspr. (Inv. No. 86). Met licht geschonden zegel in groene was.
97 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat JOHAN ALBERTS overdroeg aan heer JOHAN VAN BORCK te Assen eene losrente van 24 "olde buttekens" min 0,5 gouden Arnoldusgulden uit zijn huis en hofstede in de Ghuldenstrate Wz.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vier ende tachtentich des Dinxdages na sunte Valentinus dach.
Oorspr. (Inv. No. 53). Met geschonden secreetzegel der stad Groningen in groene was.
98 REYNT JARGHES abdis, de kloosterlingen en de "oldermans" van 't klooster van Assen geven kwijting aan COPPYN JARICHS voor de 200 Arnemss guldens, die hij afbetaald heeft op de medegave, der abdij bij de opname zijner dochter ALIJT toegezegd; en nemen acte van zijne belofte, de overige 100 gulden in 2 termijnen te zullen voldoen.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vierhundert vier ende tachtentich up sunte Pancracius avent.
Oorspr. (Inv. No. 39). Het conventszegel is verloren.-Met transfix dd. 3 Juli 1486 (zie regest No. 102).
99 WILM TEN HOLTE verklaart, namens zijn neef GIERD HUBBELDINGE voor buren van Sleen aan 't klooster van Assen te hebben overgedragen Harmynge-guet te Sleen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent CCCC ende LXXXIIII up sunte Barnabas dach des hilgen apostels.
Oorspr. (Inv. No. 102). Met zegel in groene was.
100 DUTMER RENGHERS hovelink (te Stedum?), HERMEN HOVINGE, ROLEFF BAUINCK en HENRICK HIDDINC bepalen -, als scheidslieden in het geschil tusschen de abdis van Assen met de buren van Duerse en ROLEFF VAN ELEVELDE, BARTOLT en FREDERICK,-dat de buren van Duerse en van Eleuelde "ghene verscheydene "marke (solen) hebben mit malkanderen ende solen dryyen ende "weyden", gelijk gemeene buren plegen te doen in Drenthe.
So hebbe ick mijn zeghel an dessen breeff ghehangen in den jaer als voerseyt is (in den jaer ons Heren dusent vierhundert ende verentachtentich) des Saterdages na den hilligen Sacramente. Oorspr. (Inv. No. 30). Hei zegel van D. R. is verloren.
101 Mr. ROELOFF VRYE, EPPE ALLEMA, SICKE HOVEKING en ROELOFF MEPSSCHE bepalen-als scheidslieden tusschen REINOLT JAIRGHES abdis te Assen (optredende voor de abdij en JOHAN HOOFFMAN "ene gecroende joncfrou aldair") en ROELOFF HOOFMAN (optredende voor zijne dochter YEYE) met zijn zwager ROELOFF TEN HOLTE (optredende voor zijne vrouw) in hun geschil over de nalatenschap van LUTGER BAYENS,-dat R. H. en R. t. H. aan de abdij zullen betalen op 2 termijnen telkens 200 Arnemsguldens; dat zij na het overlijden van J. H. de rente van 5 mudden rogge, "daer joncfrou JOHANS breeff van sprekende is", zullen laten aan de abdij of aflossen met 100 Arnemsguldens; en dat zij voor de abdij zullen vestigen uit het huis c.a. van BERNIER BAYENS aan de Vysschmerckede Zz. te Gronyngen eene losrente van 6 Arnemsg. "tot behouff joncfrou JOHANS voirs. oer levent langh "oer kruut mede to kopen oft anders, wes joncfrou JOHAN believet "ofte noot is van to hebben", na haar dood vervallende aan de abdij.
Gegeven ende uutgesproken in den jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tachtentich des Dinxedages voir sunte Meerten in de winter.
Oorspr. (Inv. No. 45). Met 4 geschonden zegels in groene was.
102 REYNER JERGES abdis, de kloosterlingen en de "oldermans" van 't klooster van Assen geven kwijting aan OOPPYN JERGES voor de laatste 100 Arnemsguldens van de 300 guldens, door hem bij de opname zijner dochter als non toegezegd volgens den doorstoken brief (zie regest No. 98).
Gegeven in den jaer ons Heeren dusent vierhondert sess ende tachtentich up sunte Mertens avende Transslacionis.
Oorspr. (Inv. No. 39). Met eenigszins geschonden ambtszegel *  der abdis in groene was.
103 JOHAN VAN DRONGELEN, landcommandeur der Duitsche orde balie van Vtrecht, en WOLTER VAN OVERHAGEN, commandeur te Bonne, verklaren, met toestemming van de commandeurs en de broeders van het huis te Bonne, te hebben verkocht aan de abdij te Assen een erf "met waer ende scaer ende smalen tenden "over dat erve" in de marke te Witten in het kerspel van Rolde, bewoond door PAESSCHEN REIJNERSsoen en gelegen ten noorden van Brynkynghe-guet; en eene rente van 9 mudden rogge "mancsaet" en haver uit JOHAN RORICKSsoen's goed ten noorden van het erf gelegen; en te hebben geruild met de abdij hunne rente van 9 mudden rogge "mancsaet" en haver uit Schultyngeguet, in genoemde marke naast JOHAN RORlCK's goed, tegen een molen, een huis en 2 renten ieder van 2 mudden rogge in de buurschappen van Yde en Wynde in het kerspel van Vrees;-en de goederen te hebben overgedragen voor een buur te Witten en een buur te Pedele.
Int jaer ons Heeren duysent vierhondert seven ende tachtich opten vierden dach in Septembri.
Oorspr. (Inv. No. 99). De 3 zegels van den landcommandeur, de balie en den commandeur van Bunne zijn verloren *  .
104 Broeder NICOLAUS, abt van het Cistercienser St. Maria-klooster de Pomerio alias Bongart in de diocese van Argentinum, gevolmachtigd commissaris-generaal dier orde voor Germania en omliggende streken, beveelt aan de abdis en het convent te Assen, met het oog op de geringe inkomsten der abdij, daarin geene novicen meer op te nemen boven het door de visitatoren bepaald getal; tenzij hare ouders zooveel medegeven, dat zonder nadeel voor de abdij in haar levensonderhoud kan worden voorzien; -met uitzondering echter voor dochters van "fundatores" en andere weldoeners der abdij, van wie desnoods minder mag worden gevorderd.
Datum in prefato monasterio Assen sub appensione sigilli nostri abbacialis die XVIIIA mensis Maij anno Domini millesimo quadringentesimo octogesimo octavo.
Oorspr. (Inv. No. 7). Met zeer geschonden abtszegel in groen was.
105 . Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat JoHAN BOLDEWYNS, burger aldaar, erkende de aflossing door de abdij van Assen eener rente van 3 mudden rogge uit het door de abdij aangekocht goed te Schonloe van JOHAN CLENCKE.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert ende tnegentich up Mey dach.
Oorspr. (Inv. No. 86). Met geschonden secreetzegel der stad Groningen in groene was.
106 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat HENRIC WIGBOLDES "de backer" en zijn zoon HERMEN WIGBOLDES "de "smit" overdroegen aan GOYKE VAN MUNSTER "de mulner" en GOIKE ARENTSS. "de mulner" een windmolen met den molenberg, een huis van 2 woningen met het land, waarop het huis staat, ten oosten van den molen tot aan den Oesterweeh, en een stuk land ten westen van den molen tot aan JOHAN WISSCHE BRINCK'S molen; een en ander gelegen buiten de Oesterpoerte op den Zuutesch en o.a. belast ten behoeve van de abdij van Assen met eene rente van 21 Arnemss guldens;-- en dat de koopers zich verbonden de verkoopers onder verband van het gekochte te vrijwaren voor de betaling dier renten, welke bovendien rustten op HENRIC'S huis en hofstede aan de Vyschmarkede Zz. en zijne overige goederen.
Gegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende tnegentich des Saterdages na sunten Johannes dage Decollacionis, doe SWEDER KATER, HERMAN POTTER, COPPYN JARGHES ende ROLEF MEPSCHE borgermestere waren onsser stadt. Oorspr. (Inv. No. 69). Het stadszegel is verloren.
107 HENRICK VAN DEN WATER en BEERNDT VAN ITTERSUM schepenen in Zwolle oorkonden, dat HERMAN VAN WYTMAN erkende, dat zijne zuster JOHANNA VAN WYTMAN, kloosterlinge te Assen, medegerechtigd is in de nalatenschap van wijlen hunne ouders JACOB VAN WYTMAN en WOBBEKEN gelijk zijne andere zusters ;- en dat hij tot afkoop van wat zijne zuster uit den ouderlijken boedel toekomt en nog toekomen kan bij vooroverlijden van hem of zijne zusters, aan de abdij heeft overgedragen eene losrente van 14 heerenponden uit zijne "weren" in de Zassinckstrate en zijne maat buiten de Zassinckpoirte (bovendien belast met 2 andere renten).
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich des Vrydages nae den Sonnendage Jubilate.
Oorspr. (Inv. No. 46). Met geschonden zegel van B. v. I. in groene was, dat van H. v. d. W. is verloren.
108 ROLEFF ALTINGE en ALEYT e.l., ALBERT hun zoon en CLAWES ALTINGE R. 's broeder dragen voor buren van Elp over aan de abdij te Assen Wilberdinge-guet c.a. te Elp in de marke te Elp in het kerspel te Borck; met uitzondering van een stuk van den hof, bij ROLEFF in gebruik. Met bezegeling door ALBERT NYSINGE.
Ghegheven in den jair ons Heren dusent vierhondert ende twe ende tneghentich up up (sic) sunte Nycolaus dach des hilligen byscopes.
Oorspr. (Inv. No. 112). Met geschonden zegel in groene was.
109 De officiaal van 't hof van Traiectum -, rechter in appel inzake de Bernardijner abdij in Assen, appellante, tegen EVERARDUS OLGHERS en ABELE THEMENS, geappelleerden, van verschillende bezwaren van den deken van Drenthia ondervonden,-wijst na inachtneming der rechtsvormen als vonnis: dat de geappelleerden verplicht zijn aan ELIZABETH MAURISSE, non te Assen, te laten volgen 4/3 der nalatenschap van hare ouders JOHANNES MAURISSINCK en ALEYDTS, overeenkomstig het vroeger daaromtrent gesloten en in rechten overgelegd contract.
Lecta lata et in scriptis promulgata fuit hec presens nostra sentencia per nos officialem Traiectensem prefatum Traiecti in consistorio Traiectensi, nobis inibi ad singulis Jura reddendum et causas audiendum hora primarum et audiencie causarum solita et consueta pro tribunali sedentibus, sub anno a nativitate Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo tercio, indictione undecima die vero Mercurii decima octava mensis Decembris, pontificatus sanctissimi in Christo patris et domini nostri domini Alexandri pape sexti anno suo secundo.
Oorspr. (Inv. No. 47). Met teeken en onderschrift van den notaris PETRUS BUEREN DE ARNHEM; het officialaatszegel is verloren.
110 JOHAN BOLDEWIJNS en LAMME e.l. verkoopen aan de abdij van Assen Boldewijns-guet c.a. in en buiten de marke van Schonloe in het kerspel van Rolde, onder voorbehoud eener "ewige memorie" voor hen en dat hunne namen "in dat doeden"boeck" zullen worden geschreven;-en machtigen tot de overdracht COEP HIDDINCK, waaraan deze voor buren van Schonlo voldoet. Met bezegeling door JOHAN HIDDINCK.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vier ende tnegentich up sunte Mathias dach des hilgen apostels. Oorspr. (Inv. NO 12). Het zegel is verloren.
111 REYNER FRYXMA verkoopt aan de abdij van Assen eene losrente van 12 Arinsce guldens uit zijn erf en heerd te Ranum. Met medebezegeling door R.'s "kerckheer" ULFERT TO OLDENHOVE.
Ghescreven int jaer uns Heren dusent veirhundert ende vifenneghentich up Symon ende Juden avent.
Oorspr. (Inv. No. 77). Met zegel van R. F. in groene was, dat van V. t. O. is verloren.
112 HENRIC HOVINGE, BOELE HOEVINGE, HARMEN HUNT en JOHANNES HUERINGE, "voeghede" te Anloe, dragen voor buren van Grolle over aan de abdij van Assen eene losrente van 2 guldens uit eene rente van 6 guldens, die de kerk van Anloe trok uit goed van LUDEKEN WILLINGE in de buurschap van Grolle in het kerspel van Rolde. Met bezegeling door STEVEN BROYLS.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende neghentich up Paessche-achten dach.
Oorspr. (Inv. No. 87). Met geschonden zegel in groene was.
113 Burgemeesteren en raad in Groningenn beoorkonden de uitspraak der door hen benoemde scheidslieden in het geschil tusschen de abdij te Assen en ROLOFF TEN HOLTE met zijn kinderen en "mede"parten", met betrekking tot de nalatenschap van YEYE HOVINGE. Bij welke uitspraak wordt toegedeeld aan:
1. de kinderen van ROLOFF TEN HOLTE het halve erf te Segese (behalve dat de molenaar ter Oldenmolen wat hij "onder sinen "ploech" gehad heeft in pacht zal behouden óf de kinderen zullen ontvangen de 2 "kerckstolen" in afkoop van die pacht), de rente van 8 of 9 mudden roggen bij den Oestermoer, 4 grazen land in den Vogelsanck, het veen op Annervene, eene rente van 4,5
Arnensgulden uit het huis van BARNEER BAYEN en eene van 14,5 kromstaart uit het huis van ROLOFF VAN BARSEN;
2. de abdis de roerende goederen, voorzoover zij ze niet wil afstaan aan de kinderen, en de onroerende goederen niet sub 1 genoemd.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent veerhundert acht ende tnegentich des Saterdages voer sunte Vyt, doe GARMET ALLEMA, COPPYN JARGES, HERMEN LEWE ende JOHAN SCAFFER borgermeistere waeren onser stadt.
Oorspr. (Inv. No. 48). Het stadszegel is verloren.
114 EVERHARDUS DE KRALEN, vicaris der kerspelkerk in Dwyngloe, in dit schrikkeljaar deken van Drenthia, spreekt op verzoek van GERHARDUS EGGINGE -, die aangeklaagd was wegens het verlaten zijner wettige vrouw en dit erkende maar als reden daarvoor aanvoerde zijn ouderdom en het overspel zijner vrouw,-de scheiding van bed tusschen de echtgenooten uit, met vergunning voor den man om gescheiden van zijne vrouw in kuischheid te leven; bedreigt ieder, die hem op grond hiervan in rechten zoude willen betrekken, met eene boete van 10 oude marken zilver, mits E. aan de belofte van kuischheid voldoet; en staat aan E. toe te verkeeren in het klooster te (Assen ?) *  en daar kerkelijk te worden begraven.
Datum anno Domini millesimo quingentesimo altera die Georgii martyris.
Oorspr. (Inv. No. 14). Met geschonden decanaatszegel in groene was.
115 JOHAN SCATTER erkent geen recht te hebben op eenige rente uit den heerd in het kerspel te Adorp, geheeten Vp de Valge, omdat de abdij te Assen zijne rente daaruit van 6 goudguldens afkocht en zijn rentebrief dus "uut der macht is."
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyffhundert des Saterdages nae Paeschen.
Oorspr. (Inv. No. 55). Met geschonden zegel in groene was.
116 HENRICK VAN MUNSTER heer te Runen, knape, HENRICK DE Voss VAN STENWICK JOHANSS , IOHAN VAN VOERST pastoor in Runen, BERNARDUS ASSENIS pastoor in Beijlen, RODOLPHUS TEN HOEVE pastoor in Rolde en JOHAN ARENTsoen priester vicaris in Runen verdeelen,-als dadingslieden tusschen REIJNALT DE Voss VAN STENWICK JOHANSS., de abdij te Dickeninge en de abdij te Assen,-het genot van het Halerholt; waarbij aan de abdij te Assen wordt toegewezen het hout op een gedeelte tusschen den Santacker en den Pothoff Met bepaling dat ook na mogelijke rooiing van het hout steeds het genot van partijen op de omschreven wijze zal zijn verdeeld. Met medebezegeling door partijen Gegeven int jaer ons Heren dusent wijfhundert des Maendages na Meij dagen.
Afschrift (16de eeuw) (Inv. No. 59) op papier, naar 't oorspronkelijk charter in 't archief der abdij te Dikninge.
117 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat GARMET ALLEMA en Mr. HENRICK TER BRUGGEN hebben gescheiden de nalatenschap van MENE ALMA, GHARMET'S broeder, en diens vrouw ABELE, HENRICK'S zuster, waarbij:
1. Mr. HENRICK ontving de helft van het huis c.a door MENE bewoond, in de Botteringestrate, alle goederen door ABELE bij huwelijk aangebracht en 100 Arnems guldens;
2. GARMET ontving alle goederen door MENE bij huwelijk aangebracht; terwijl partijen zullen deelen alle roerende goederen staande huwelijk verkregen en alle (genoemde) inschulden van MENE.
Ghegheven in den jaer ons Heren dusent vyffhundert ende ene up sunte Lebuinus dach, doe HERMEN LEWE, JOHAN SCAFFER, LUDEKEN HOERNEKEN ende COERD CONRADES borgermestere waeren onser stadt.
Oorspr. (Inv. No. 51). Het stadszegel is verloren.
118 De abdij te Assen vestigt -, voor eene van COPPYN JARGHES ontvangen som geld, bestemd voor den aankoop van land te Adorp, voor hem eene rente van 6 gouden Rijnsguldens; waarop COPPYN die rente legateert aan de abdij "voir eyn ewich "testament", om op de medegedeelde wijze te besteden (ten deele ten behoeve zijner dochter ALYT JARGHS non te Assen). Met bepaling dat bij gebleken moedwillig verzuim van het voorgeschrevene de erfgenamen de rente zullen mogen geven aan een ander klooster onder dezelfde verplichtingen.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Margareten dach.
Oorspr. (Inv. No. 13). Met geschonden zegel van C. J. in groene was; het conventszegel is verloren.
119 REYNALT JARGHS abdis te Assen geeft kwijting aan HENRICK DIE Voss c.u. met betrekking tot de "proeve ende medeghave" voor hunne dochter BEERTE; en erkent met toestemming der "oldermans", dat de abdij geen recht kan doen gelden op de eventueele nalatenschappen van hen en hunne kinderen, doch dat de abdij, wanneer BEERTE hare verwanten overleeft, ééns 100 oude schilden zal ontvangen.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twe up sunte Laurens avent.
Oorspr. (Inv. No. 40). Met geschonden abdij-zegel in groene was.
120 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat HEYLE ALLEMA met toestemming van haren man GHARMET ALLEMA overdroeg aan de abdij te Assen 18 grazen land genaamd Blocheem, met haar aandeel in den Schylt, gelegen bij Selwert aan de westzijde van den weg, belast met 2 renten resp. van 6 Rijnsguldens voor BERENT VLASKOPER en van 4 postulaatguldens voor wien "dat mit zegele ende breve bewisen kan."
Ghegheven in den jare ons Heren dusent vyffhundert ende vier des Wondesdages na sunte Gregorius dach, doe HERMEN LEWE, LUDEKEN HOERNEKEN, COERD CONRADES ende JOHAN THEDEMA borgermeistere waeren onser stadt, Oorspr. (lnv. No. 101). Het stadszegel is verloren.-Met een transfix dd. 22 Juli 1508 (zie regest No. 122).
121 De abdij te Assen draagt over aan Mr. HUGO TEN NUEL, JOHAN WlFERDINGE, HlNRICK TEN NUEL en KATRINE TEN NUEL haar aandeel in de nalatenschap van ALBERT RIDDER, aan de abdij opgekomen door de kloosterzuster GERTRUD TEN NUELL. Ghegheven in den jare ons Heren dusent vyffhundert ende vier des Dinxedages voer sunte Bartolomeus dach.
Oorspr. (Inv. No. 49). De 2 zegels van de abdis ("ampts-zeghel") en 't convent zijn verloren.
122 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat PETER YARGHES der abdij te Assen kwijting gaf voor den afkoop eener rente van 1 postulaatgulden uit een stuk land, genaamd de Blockheem, naast de Zelwerder koevenne.
Ghegheven in den jare ons Heren dusent vyfthundert ende achte des Saterdaghes voer sunte Jacob apostel.
Oorspr. (Inv. No. 101). Het secreetzegel der stad Groningen is verloren.-- Transfix van een charter d.d. 13 Maart 1504 (zie regest No. 120).
123 WILHELMUS FREDERICI en DOKO GROEVINCK "doctores" en JACOBUS BALCKE, pastoors resp. der St. Martini-kerk te Groningen en te Middelstum en te Baffloe, bepalen -, als scheidslieden tusschen de executeurs-testamentair van wijlen Mr. JOHAN VAN DEN VELDE pastoor der kerspelkerk te Werffum en zijne erfgenamen (waaronder de abdis te Assen optredende voor zuster BEERTE zuster van den erflater),-dat het testament van kracht zal zijn; dat eenige vermelde makingen (waaronder voor de kerk, eene nieuwe vicarie en de pastorie te Werffum, voor de kloosters te Werffum en te Wytwert en de nieuwe vicarie te Rolde) eerst zullen worden uitgekeerd en daarna de schulden betaald, en dat de erfgenamen het overige zullen ontvangen.
Ghegeven in den jaer onss Heren dusent vyffhundert ende achte des Woendesdages nae Decollationis Johannis Baptiste.
Oorspr. (Inv. No. 50). Met geschonden zegels vau W. F. en P. G. in roode en van J. B. in groene was.
124 FREDERICH bisschop te Utrecht, de ridderschappen van Sallant, Twenthe en Vollenhoe en burgemeesteren, schepenen en raden der 3 steden Deventer, Campen en Swolle verklaren van 't klooster te Assen opnieuw 150 goudguldens te hebben geleend ter keering van den inval van den hertog van Gelre in "onse landt- "schappen aen dese zyde der Yssulen", en beloven die som met 5% rente op datum over een jaar terug te betalen.
Gegeven in onser stadt van Deuenter int jaer onses Heren duysent vyffhundert ende thijn opten negen ende twyntichsten dach in Meerte.
Oorspr. (Inv. No. 114). Met zegels van den bisschop (in roode was), telkens 2 gedeputeerden der 3 ridderschappen en de 3 steden (in brnine en groene was). De zegels van de gedeputeerden van Vollenhove zijn gaaf, dat van den bisschop vrij gaaf, de overigen min of meer geschonden.
125 FREDERICK bisschop te Utrecht, de ridderschappen van Zallant, Twenthe en Vollenhoe en burgemeesteren schepenen en raden der 3 steden Deuenter, Campen en Zuolle verklaren van de abdij te Assen bij Gronyngen 250 goudguldens te hebben geleend ter keering van den inval van den hertog van Gelre in "unse "lantschappen an dese zyde der Yselen" en beloven die som binnen 2 jaar terug te betalen.
Int jair onses Heren dusent vyffhondert ende thiene upten sestienden dach in Augusto.
Oorspr. (Inv. No. 114). Met zegels van den bisschop (in roode was), telkens 2 gedeputeerden der 3 ridderschappen en de 3 steden (in groene was); alle min of meer geschonden.
126 Burgemeesteren en raad van Groninghenn oorkonden "umme "sunderlinge gunst ende waldaet, de de vrouwe.......ende "tconvent uns daervoer bewyset hebbenn," aan de abdij te Assenn vrijdom te hebben verleend van het weg- en bruggeld "over de brugge toe Punte" en van den accijns op wijn en Hamburger bier voor eigen gebruik.
Up avonde Phillippi et Jacobi anno etc. XVc ende XVo.
Oorspr. (Inv. No. 4). Met onder een papieren ruit opgedrukt "stadtsigniet."
127 WILHELMUS FREDERICI persona en EVERHARDUS JARGES, doctores, en pastoors der St. Martini en St. Walburgis-kerken te Groninghen, oorkonden, dat Mr. ODGERuS PÜRMER, vicaris van het St. Michaels-altaar "in unser kercken", erkende de aflossing door de abdij te Assen eener rente van 50 kromstaarten uit het huis van ENNE BIBINGHE in de Oesterstraet.
In den jaeren unss Heren dusent viffhondert unde sestyne up den achten dach Aprilis.
Oorspr. (Inv. No. 65). Met geschonden zegel van E. J. in roode was; dat van W. F. is verloren.
128 BERNT VAN MUNSTER heer van Eunen, knape, en REYNALT VAN DEN CLOESTER THER HAVERHORST verklaren -, als scheidslieden tusschen de abdij te Assen en HENRICK PIGGEN, schulte te Runen, met zijn zwager ALFFER AERNTS, in hun geschil over eene rente van 5 Groninger mudden rogge uit Meyeringe-guedt in het kerspel te Borck in de buurschap te Elpe,-als "eyne ewige "moetsoene" te hebben bepaald: dat de overdracht dier rente door wijlen ALBART en JOHAN PIGGEN aan wijlen WIBBE HUBBELDYNGE, abdis te Assen, volgens den bezegelden brief daarvan *  van kracht zal blijven; doch dat de abdis op hun verzoek aan H. P. en A. A. heeft toegekend 15 Groninger mudden rogge en aan ieder van hen "twee schaer akerais in des convents holt "mede op te driven" als eene onverplichte vergoeding voor al de moeiten enz., die zij van deze zaak gehad hebben.
Gegeven in den jaeren ons Heren dusent wijffhundert ende sestyne op dach Magni martyris nae Onser Lever Vrouwen dach Assumpcionis.
Oorspr. (Inv. No. 111). Met 2 geschonden zegels in groene was.
129 Burgemeesteren en raad in Groningen oorkonden, dat WYLLEM VAN BARSSEN erkende de aflossing door de abdij van Assen van 26 Arnssguldens van de rente van 35 Arnssguldens volgens zijn "hilixbreef " gaande uit hare 11 grazen land, geheeten dat Loth, buiten Botteringe-poerte.
Gegeven in den jare onss Heren dusent vyffhundert ende sestijn up dage Victoris et Gereonis martyrum.
Oorspr. (Inv. No. 68). Met geschonden secreetzegel der stad Groningen in (gele?) was.
130 HERMAN VAN DEN CLOISTER vestigt -, omdat de abdij te Assen aan zijne dochter WILHEM "ene jufferlike pravene" gegund heeft,-voor de abdij eene losrente van 5 gouden Rynsguldens, uit zijn goed Dollersen in het kerspel van Vledderen; met bepaling dat WILHEM hierdoor verliezen zal haar recht op de eventueele nalatenschappen harer ouders, broeders en zusters, doch dat de abdij, wanneer zij hare verwanten overleeft, ééns 200 gouden Rijnsguldens zal ontvangen.
Gegeven int iair ons Heren dusent vyffhondert ende vierentwintich up sunte Remigius dach etc.
Oorspr. (Inv. No. 41). Het zegel is verloren.
131 Burgemeesteren en raad van Groninghen oorkonden, dat van de 2 "jucke" hout, die 't convent te Assen voor de herstelling onlangs van de Punterbrugghe heeft gegeven, het eene "juck" is gegeven onverplicht "um ghude nabuerlike bewantenisse ende "vruntschup".
Gegeven des Saeterdaeghes na sunte Johans dach tho mydtsommer anno etc. XXIXO.
Oorspr. (Inv. No. 4). Met onder een papieren ruit opgedrukt "stadtsignet."
132 De abdij van Assen verklaart te hebben verkocht aan TYDE SUYWERYNGE eene rente van 5 mudden rogge uit de door hem aan de abdij geschonken stukken land op den Elper eesch (de eene akker gelegen op de Woert bij Sandynghe hoff, dye Hemelanghe, dye Pyltbarch strekkende tot Bonynghe-hoff, dye Hoffacker achter Bonynge-hoff, en dye Luytkeerpol), en verbindt voor de achterstallige rente dye Naldenkamp; waarna partijen elkander overdracht doen voor buren van Elp.-Met bezegeling door JOHAN HAKYNGE schulte te Borck.
Gegeven int jaer van ons Heren dusent vyf hondert ende XXX op sunte Vyctoers dach.
Oorspr. (Inv. No. 113). Met geschonden zegel in groene was.
133 De abdij te Assen verkoopt aan GELMER en JOHAN SCOMAKERSS, gebroeders, 0,5 waar in Rolde opten Pol, onder voorbehoud eener erfpacht van 14 Groninger mudden rogge, waarvan ieder der broeders de helft zal opbrengen en waarvoor "dat gehele "Scomakers arve" mede verbonden zal zijn; waarna partijen elkander overdracht doen voor buren van Rolde. Met medebezegeling door den schulte COEP BROYLMAN.
Gegeven in den jaeren ons Heren duesent vijffhundert ene dertych op Meye.
Oorspr. (Inv. No. 92). De 2 zegels van 't convent en C. B. zijn verloren.
134 HINRICUS KRYTHE, pastoor te Norch, beoorkondt, als commissaris van den deken van Drenthe, de "waerheyt", op vordering van de abdij van Assen afgelegd door 9 buren van Wytten, ten bewijze dat dat Blyck ligt in de Wytter marke, broekland placht te wezen (doch dat die van Halen daarvan hooiland maakten) en in gebruik was bij de abdij van Assen (en bij den commandeur te Bunne). Met verklaring dat de eveneens gedaagde buren van Anrepe 3 weken beraad namen voor hun getuigenis.
Geschiet int jaer unses Heren dusent vyffhundert ende veer ende dartych up dach ende tyt vorscreven (yn der kercken to Assen . .. up den Dynxedach na Bonyfacij martyrys).
Oorspr. (Inv, No. 96). Met onder een papieren ruit opgedrukt "signet" van H.K.
135 BERENT VAN MUNSTER heer te Runenn en COENRAET DE Vos VAN STENWYCK verklaren -, als scheidslieden in het geschil tusschen de abdijen te Dycknynghe en te Assenn over een stuk broekland in Gelebroeck, tot nu toe in gebruik bij de meiers van Haelenn, van Huysloe en van Ypganck, waardoor de abdij te Assen meende dat het haar eigendom was,-te hebben bepaald:
1. dat de meiers van beide abdijen en van REINOLT VAN DEN KLOESTER het broekland oostwaarts tot de Anreper marke, westwaarts tot de Weterynghe, noordwaarts tot Halresloet en zuidwaarts tot de Haeler marke, gezamenlijk zullen gebruiken, 't eerst zullen hooien en daarna beweiden;
2. dat alle geschillen hierover tusschen beide abdijen steeds aan hen zullen staan als scheidslieden, terwijl na overlijden van een hunner een opvolger voor hem door beide abdijen zal worden aangewezen;
3. dat de abdij te Dikninge -, die vroeger de grove en smalle tienden en 't recht van herberg had over den hof te Halen,-deze rechten niet meer zal kunnen doen gelden; waartegenover de abdij te Assen zich verbindt aan haar jaarlijks 8 Groninger mudden rogge op te brengen.
Int jaer unses Heren duesent vyffhunderth ende verendertych up Dynxedach nae Bartholomei.
Oorspr. (Inv. No. 60). Met geschonden zegel van C. d. Y. v. S. in groene was; dat van B. v. M. is verloren.
136 JOHAN VAN PAEDTFFOERT en HEIJLE e.l. dragen over aan de abdij van Assen, als medegave voor hunne kinderen FIJGE en KATERINA, eene losrente van 10 gouden keurvorster guldens uit hun erf c.a. te Geethoeren in het kerspel van Vollenhoe. bewoond door JOHAN MOUWE, onder verband hunner goederen in het sticht van Vtrecht en het land van Gelre; met bepaling dat die kinderen hierdoor voldaan zullen zijn met betrekking tot de nalatenschap harer ouders, doch dat de abdij bij vooroverlijden van al hare broeders en zusters uit de nalatenschap der ouders zal ontvangen 200 gouden keurvorster Rijnsguldens.-Met medebezegeling door JOHAN'S zwager JASSPER TEN HOLTE burgemeester der stad Zwolle.
Ghegeven in den jare [ons Heren] dusent vijffhondert vijffendertich des Dingesdaeges post Oculi.
Oorspr. (Inv. No. 42). Met geschonden zegel van J. v. P. in groene was; dat van J. t. H. is verloren.
137 REINOLT VAN BOURMANIA drost te Covorde en van 't land van Dreinthe oorkondt, met de etten op 't lotting dd. Pinksteren 1542 in 't geschil tusschen HENRICK KRABBEN en 't convent van Assen namens zijne zuster GEZE, de "proevene," door haar uit den vaderlijken boedel in 't convent in te brengen, te hebben bepaald op 100 oude schilden boven hetgeen GEZE uit dien boedel vooraf mocht hebben genoten; "beholtlijkenn nochtanss "dess lantz breeff in syner macht ende van weerden tblijven."
Optenn lottinghe Pijnxterenn bijnnen Rolde anno etc. XLII gewijst als nabescrevenn .... anno etc. XLII den XVIIenten dach der maendt Juny wthen ordelboicke geschrevenne.
Oorspr. (Inv. No. 43). Het zegel van den drost is verloren.
138 JOHAN en STEVEN POLLINGHE gebroeders vestigen voor buren in Rolde ten behoeve der abdij te Assen eene onlosbare rente van 10 mudden rogge op hunne goederen in de marke of het kerspel van Eolde, bepaaldelijk op Luuen-arue, vroeger Debedynghe-arue genoemd, door hen van de abdij gekocht. Met bezegeling door WYLLEM HYDDYNCK.
Ghegeven in den jare onses Heeren dusent vyffhondert ende XLII.
Oorspr. (Inv. No. 93). Het zegel is verloren.
139 De abdij te Assen neemt voor 200 Arens guldens ASGEN TEN HOVE opnieuw aan tot "provener ende conventsman", mits hij "de poerten beyde verware"; met verklaring dat ASGEN reeds in 1539 van wijlen de abdis VOLKERA ULGHERS c.s deze "provene" had verkregen en aangenomen, blijkens een brief bezegeld door KOEP BROEYLS schulte te Eolde, terwijl hij zelf geen bewijsstuk had ontvangen.
Gegheven in den jare ons Heren dusent vijfhondert ende sessenveertich.
Oorspr. (Inv. No. 15). Met fragment van het "ampts-seghel" der abdis in groene was.
140 De abdij te Assen geeft voor 31 schapen aan LUDTGER SEGRINGHE "ene stede unde provene in onse cloester", mits hij helpe "in "allen werken wes he doen kan" ; terwijl hij voor eene latere gift van 12 Emder guldens 's middags een kroes bier uit den kelder mag halen *  . Met medebezegeling door STEVEN BROYLS, schulte te Rolde.
Ghegheven int jaer ons Heren ducent vyfhundert ende sessenveertych op sunte Mychels dach.
Oorspr. (Inv. No. 16). De 2 zegels van de abdis en S. B. zijn verloren.
141 JOHAN VAN DEN PADEVOERDT draagt over aan de abdij te Assen, als medegave voor zijne zusters SOPHIA en KATHARINA VAN DEN PADEVOERT, eene losrente van 10 goudguldens uit 0,33 in den Duueler in het kerspel van Wije in de buurschap van Wijnuerdel, onder verband zijner goederen in het sticht van Vtrecht en het land van Gelre; onder bepaling dat zijne zusters hierdoor voldaan zullen zijn met betrekking tot de nalatenschap harer ouders.
Den seesten dach in Julio anno vijfthienhundert negen ind viertich.
Oorspr. (Inv. No. 42). Met fragment van 't zegel in groene was; dat van J. t. H. is verloren.
142 De abdij te Assen geeft voor 117 Emder guldens min 10 stuivers aan HYNRYCK EGGYNGHE "ene stede ende provene in "onse cloester", mits hij "de poerten truwelijken verwaere," den armen uitdeele en helpe bij het bakken en brouwen Met medebezegeling door STEVEN BROEYLS, schulte te Rolde.
Ghegheven int jaer ons Heren ducent vyffhundert ende vijffenvychtych des Sondaeghes voer Assencionis.
Oorspr. (Inv. No. 17). Met geschonden zegel van S. B. in groene was; dat van de abdis is verloren.
Oorspr. (Inv. N. 17). De 2 zegels zijn verloren.
143 De abdij te Assen geeft voor 310 Emder guldens aan SEBASTYAEN TEKEHAER "ene stede unde ene ledyghe proevene in onse cloester"; "he sal hebben dat hwus ende den hof ten halven, als daer "nement en woent mach he den hof alheel ghebrueken"; met bepaling dat de abdij geen aanspraken zal doen gelden op het "prinsipael" erfgoed te Ekehaer of erfgoederen elders of op hetgeen zijne broeders of broederskinderen van hem bezitten; terwijl daarentegen de onlosbare rente van 15 Emder guldens, der abdij bij bezegelden brief toegekend, ook voortaan door haar zal worden genoten. Met medebezegeling door STEUEN BROEYLS, schulte te Rolde.
Ghegheven in den jaere ons Heren ducent wyft *  hundert en sessen ende wyftych des Maendaeghes nae Palmen.
Oorspr. (Inv. No. 18). Met 2 zegels van de abdis (ambtszegel) en S. B. in groene was.
144 EELTEKE ROLTEMANS abdis te Assen en de buren van Wijtten "verwilkoeren" verschillende bepalingen over het gebruik van den esch en de buurmarke, het onderhoud en den schonw der wegen en wateren in Geelebroeck en bij het dorp, het houden van een jaarlijkschen "dinghesdach" en het houden van beesten en schapen.
Ghegeven in den jaere ons Heren duijsent vijffhundert ende sessenvijfftich des Sondaeghes voer sunte Mijcheel.
Oorspr. (lnv. No. 31). Het "amptszeegel" der abdis is verloren.
145 De abdij te Assen geeft voor 160 Emder guldens aan IOHAN TER AERT "eene stede ende ene leghe proevene in onse cloester", terwijl hij vrij zal zijn in zijn werk voor de abdij; met bepaling dat JOHAN een bed medebrengen en zijne woning dakdicht houden moet en den halven hof mag gebruiken. Met medebezegeling door JOHAN TEN BERGHE, schulte te Vrees.
Ghegeven int jaer ons Heren ducent vyf hundert ende sessenvyftych des Wonsdaeghes voer suncte Elyzaebeth.
Oorspr. (Inv. No. 19). Met zegel van J. t. B. in groene was; het "amtzeghel" der abdis is verloren.
146 De abdij te Assen geeft voor 10 Emder guldens aan CLAES VAN WETSINGHE "orgaenist" "ene stede unde proevene in onse "cloester", mits hij "dat orgel sal spoelen"; terwijl hij belooft "vredelick toe wesen mijt de broeders ende mit alle menschen, "geenderleij te dinck toe berichten, daer mij neet an en lecht". Ghegeven in den jaere ons Heren dusent vijffhundert ende aehtenvijfftich des Sondaeghes voer Assencionis Domini.
Oorspr. (Inv. No. 20). Met geschonden "amtszegel" der abdis in groene was.
147 De abdij te Assen geeft voor 16 Emder guldens aan HENRYCK VAN RUNE "ene provene ende stede in onse cloester", mits hij "de ossen sal hoeden mijt al dat daertoe hoert int bouhuus "toe doene." Met medebezegeling door STEUEN BROEILS schulte te Rolde.
Gegeven in den jaere ons Heren dusent vijffhondert ende LX op hijlge Dree Koeningen avent.
Oorspr. (Inv. No. 21). Met fragment van het "amtsseegel" der abdis in groene was; dat van S. B. is verloren.
148 De abdij te Assen geeft voor 400 Aer. guldens aan JOHAN BALLEN "een stede ende prove in onse cloester", mits hij "de "poerte sal wal verwaeren .. . ook de armen mede toedene... in "de bou mede-arbeiden ende alle butenwarck doen .. ., ock syn "boerte mede backen ende brouwen". Met medebezegeling door STEVEN BROEIJLS sehulte te Rolde.
Ghegeven in den jaere ons Heren dusent vijffhundert ende LX op hijlge Dree Koeninghen dach.
Oorspr. (Inv. No. 22). Met 2 geschonden zegels van de abdis ("amptssegel") en S. B. in groene was.
149 De abdij te Assen geeft voor 400 Aerens guldens, door hare broeders HENRICK NESSYNGHE en AERENT NESSIJNGE in termijnen te betalen, aan HijLLE NESSYNGE "eene stede unde proevene in "onse cloester", mits zij "den gaerden verwaere unde bearbeijde"; verder spinne, "in den bou mede-arbeijde" en helpe bakken; terwijl zij ook een bed met toebehooren moet medebrengen. Met bepaling dat bij haar overlijden binnen 's jaars hare "vrenden" haar bed en haar kasgeld, doch de abdij de 400 guldens zal ontvangen. Met medebezegeling door STEVEN BROEIJLS, schulte te Rolde.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijffhondert unde LXI op sunte Mathijas dach.
Oorspr. (Inv. No. 23). Met "amteszegel" der abdis en geschonden zegel van S. B. in groene was.
150 ENGELBERT VAN ENSSE drost te Couorden en van 't landschap Drenthe oorkondt, met de 24 etten op 't lotting d.d. 21 Augustus 1562 in het geschil tusschen de abdij van Assen en de buren van Hyken hunne overeenkomst d.d. 1463 (April 21) des Donderdaechs nae Paesche-acht dagen van waarde te hebben gewezen;-doch te hebben bepaald dat wat vóór 30 jaren is verkocht of aangegraven dit zal blijven, maar dat partijen van hetgeen binnen dien termijn is geschied elkander op den grondslag der overeenkomst verantwoording zullen doen.
Opte lottinge toe Anloe nae sunt Magnus den XXIen Augusti anno XVC LXII gewesen.
Oorspr. (Inv, No. 62). Met onderteekening van E. v. E.; zijn zegel is verloren.
151 De abdij te Assen en GRETE HOVIJNGHE met de kinderen van haren zoon gaan eene ruiling aan, waarbij de abdij verkrijgt het hooiland "dat Rack" tegen afstand van 2 stukken hooiland "de "Nye Weyde" en "de Trinenmaet", en maken bepalingen omtrent voorkoming van last door water en beesten en het verdrijven der laatsten. Met medebezegeling door STEVEN BROYL, schulte te Rolde.
In den jaer ons Heren dusent vyffhündert unde dreuntsestich dem achten dach Junij.
Oorspr. (Inv. No. 90). Met geschonden zegel van S. B. in groene was; het conventszegel is verloren.
152 De abdij te Assen draagt over aan JOHAN BAEVYNGE en KATRIJNE e.l. te Vrees en JOHAN en SIJCKE, zoons van wijlen TESE SCHEVEN alias SCHOEIJERS, een stuk veldland of een veldakker, waar nu "heet op wast" aan de westzijde van Schoenloe.
In den jaere ons Heren dusent vijffhondert unde vijventsestich op Meij dach.
Oorspr. (Inv. No. 88). Met geschonden ambtszegel der abdis in roode was.
153 De abdij te Assen geeft voor 100 Einder guldens aan JOHAN TIJIES alias GREWYNCH "en stede ende proeven... yn onse "closter", mits hij "sal upsicht hebben up de schapen . . . ock .. . " backen ende brouwen sin bort. . . ende wes he doen kan yn "den bouwe"; met bepaling dat hij een bed medebrenge en in het schapenschot der abdij (doch op eigen kosten) 8 schapen voor zich zelven mag houden. Met medebezegeling door STEVEN BROILS schulte te Rolde.
Gegeven yn dem yar unses Heren duijsent vyffhondert unde sesensestich up sunte Andres dach.
Oorspr. (Inv. No. 24). De 2 zegels van de abdis en S. B. zijn verloren.
154 De ambtman en de 8 gezworenen van het gericht van Selwart wijzen,-in het geschil tusschen de abdij te Assen en den "pater ten Hoerne", over diens weigering 1 vat boter op te brengen over het afgeloopen jaar, -- dat de pater het opbrengen jarenlang van een vat boter door zijn klooster aan de abdij erkend heeft; dat zijne stukken niet aantoonen den afkoop dezer verplichting ; dat het klooster dus tot het verder betalen dezer rente gehouden is.-Met vermelding dat de ambtman (WoLTER SCHATTER) gezegeld heeft, omdat geen appel was gegaan.
Gegeven int jaer onses Heren dusent vyffhondert soven unde tsestich den vyfthynden dach des maents Martij.
Oorspr. (Inv. No. 100). Met geschonden zegel in groene was.
155 De abdij te Assen geeft voor 22 Emder guldens aan ALBERT JANSSEN "een stede ende proeven yn onse cloester", mits hij "dije sump ofte swynhuijs, mijt alle dye ampten dye daerthoe "hoeren" verzorge. Met medebezegeling door STEVEN BROEYLS schulte te Rolde.
Actum ynt yaer ons Heren dusent vijffhondert tsoeve[ntich] XIIII daghen nha Paeschen.
Oorspr. (Inv. No. 25). De 2 zegels van de abdis ("amptszeeghell") en S. B. zijn verloren.
156 Broeder JOHANNES, abt van Merimundus der Cistercienser orde *  in de diocese der Lingones, commissaris van het kapittel-generaal dier orde en vicaris-generaal van den cardinaal-abt van Cistercium,-bij zijn bezoek aan 't Cistercienser St. Mariaklooster in Assen in de diocese van Gronninghen bevonden hebbende, dat dit klooster in zeer armoedigen toestand verkeert, doordat de vorige abdissen onroerende goederen en inkomsten hebben vervreemd of voor lange jaren verhuurd ten prejudicie der orde, ten nadeele van 't klooster, in strijd met de heilige decreten en diffinities van de kapittels-generaal der orde en met verwaarloozing der verplichte plechtigheden, bepaaldelijk bij den verkoop van eenige morgens land in Mastebroeck aan ROBERTUS TER BEECK, 's konings ontvanger in Zallant,-- verklaart dezen verkoop nietig, draagt der abdis op de gebreken van dit contract en die der anderen door alle middelen van rechte openbaar te maken, te zorgen dat die overeenkomsten nietig verklaard worden en te beweren dat het conventszegel "furtive" aan het contract was bevestigd, vooral omdat niet het geheele convent daarbij tegenwoordig was; ontlast haar en het convent van den eed en de belofte ten dezen gedaan; en verzoekt intusschen zeer rechtvaardige rechters zulke gebreken te bestraffen, omdat anders de kloostergoederen vervallen.
Datum in monasterio de Clarecampo sub oppositione constrasigille nostri et signi manualis nostri subscriptione, die vicesima prima mensis Maij, anno Domini millesimo quingentesimo septuagesimo.
Oorspr. (Inv. No. 109). Met onderteekening en onder een papieren ruit opgedrukt zegel van abt JOHANNES.
157 De abdij te Assen geeft voor eene rente van 50 daalders aan JOHAN VAN EMMEN "en stede ende proven in unse closter" en deelname in "alle ghuede warken", mits hij "dat schohuis sal "annemen tbedenen", gelijk wijlen HILLEBRANT te voren deed, op de in de acte beschreven wijze. Met medebezegeling door STEVEN BROYLS, schulte te Rolde.
Gegheven in dem jaer uns Heren duyssent vyffhundert ende soventich dem sessentwintichsten Maiy.
Oorspr. (Inv. No. 26). De 2 zegels van de abdis ("amptszegel") en S. B. zijn verloren.
158 De abdij te Assen geeft voor 250 daalders aan JOHAN ALBERTS alias SCHEPER levenslang "een stede unnd een vrie ledighe proven "in unse cloester" op de in de acte beschreven wijze. Met medebezegeling door STEVEN BROILS schulte te Rolde.
Ghegevenn yn den jaer uns Heren dusent vyffhundert vyffuntsoventich op S. Joannis dach.
Oorspr. (Inv. No. 27). De 2 zegels van de abdis en S. B. zijn verloren.
159 De abdij te Assenn verpacht met toestemming van den abt te Edwert, "onsen pater abt und visitator" voor 12 jaar aan GEERDT ARENTS en ALIJT e.l. een "heerdeken" land voor de Ahepoorte te Groningen, tusschen den Hoernsschen dijck en dat Kranenlandt, ten zuiden van die Drentssche laene, nu in gebruik bij LUBBERT JANS, voor eene som van 465 daalders, die eerst geheel moet zijn terugbetaald, voordat de abdij de beschikking herkrijgt; terwijl bovendien aan GEERDT het recht van voorkoop en voorhuur wordt toegekend.
Gegeven in den jaere onses Heren duisent vijffhondert tachtentich den soeven ende twintichsten dach Octobris
Oorspr. (Inv. No. 67). Met fragment van 't conveutszegel in groene was.
160 MARGHARETHE VAN EEIJRTHEN, abdis te Assen, geeft kwijting aan JAN LANDT en JACOB e.l te Peijs voor 25 daalders, waarvoor zij 5 jaren lang zullen mogen gebruiken een stuk land de Henloep, gelegen achter Drincken Buis aan het Peiser deep en vroeger behoorende bij het erf te Ree; met bepaling dat de abdij vrij zal zijn in de beschikking over dat land, wanneer zij na het verstrijken van den termijn het geld teruggegeven heeft.
Actum anno enentnegentich den tweeden Martij. Oorspr. (Inv. No. 76) op papier.
laatste wijziging 06-03-2015
275 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0439 Abdij Assen
VERKORT:
NL-AsnDA, 0439
Categorie:
  • Zonder categorie
laatste wijziging 06-03-2015
275 beschreven archiefstukken