Uw zoekacties: Oude Staten archieven, 1344-1815

0001 Oude Staten archieven, 1344-1815 ( Drents Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
2. Inventaris
2.4. Archieven der besturen en autoriteiten over 1627-1811 uitgeoefend hebbende de rechtspraak in belastingzaken enz.
2.4.1. Archieven van Drost en Gedeputeerden en van de hen opgevolgde besturen tot de invoering der nieuwe belastingwetten in 1806, betreffende hunne rechtspraak in belastingzaken enz.
NB. Bij besluit van (den landdag) d.d. 29 Oct. 1600 werd besloten een college in te stellen, bepaaldelijk belast met de verpachting der generale middelen (en de afdoening van geschillen tusschen de pachters en anderen). Dit college verkreeg al spoedig groote macht, waardoor oneenigheden met den drost ontstonden.
Ter beslechting daarvan stelden de Staten-Generaal op 8 Dec. 1601 eene instructie vast voor het college, waartoe de drost toegang ontving. Onder meer zouden de gedeputeerden zorgen, dat slechts de Hervormde leer in Drente werd toegelaten en uitgeoefend en alleen goede en bekwame predikanten, schoolmeesters en kosters beroepen. In verband daarmede moesten zij zorgen voor 't onderhoud dezer ambtenaren en voor de instandhouding der collatie-rechten, en voor een goed beheer der conventen; terwijl hun de berechting der belasting-geschillen werd opgedragen. Hetzelfde beginsel is gevolgd bij de instructie, door de Staten-Generaal op 13 Sept. 1603 voor de gedeputeerden van Drente vastgesteld. Art. 8 draagt hun de zorg op voor de geestelijke goederen, art. 12 geeft hun de berechting in belastingzaken. In overeenstemming hiermede beslisten de Staten-Generaal op den-zelfden dag:
"6. 't Geene by de voors. Drost ende Gedeputeerde oft het meerendeel van henluyden, int stuck van de gemeene middelen, den opheve ende voortganck der contributiën, ende van de geestelijcke goederen, geëygent tot onderhoudt van de geestelijcke persoonen ende pastoriën (sonder daeronder te begrypen de kercke-goederen, beneficiën juris patronatus laicalis, niet hebbende curam animarum ofte diergelijcke) ende die domeynen, sal geordonneert, ende tusschen partyen gesententieert worden, 't selve sal effect sorteren, ende (ist noot) geëxecuteert worden. Behoudelick dat diegeene, die hem wil beclagen, 't selve aen de landtschap ten principalen sal mogen doen."
"7. Ende andere saeken ende geschillen tusschen partyen, niet raeckende den opheve der gemeene middelen, het opbrengen der contributiën, ende het incommende der voors. geestelijcke goederen ende domeynen, sullen blyven tot berichtinge van de ordinaris officiers ende rechters."
Ter uitvoering van een en ander hadden Drost en Gedeputeerden op 2 Maart 1601 bepaald, "dat alle weke des Wonsdaeges ende Donderdaeges precijs, tot naerder dispositie, een rechtdach sall geholden worden, om partijen, so pachtenaers als ingesetenen des landtschaps, de sich vermenen bij malkanderen verkortett t' sijn ende sich an de collegie addressieren, rechts verhelpen." In 1603 werd dit eenigszins gewijzigd. Volgens art. 6 der instructie voor het College d d. 23 September 1603 zouden de gedeputeerden minstens 3 dagen in de 2 weken bijeenkomen *  . Voorshands werd Assen aangewezen als vergaderplaats, doch vrijheid werd gegeven elders bijeen te komen, mits de ingezetenen van Drente en de pachters der gemeene middelen daarvan in kennis werden gesteld.
In het eerst werden zoowel de beslissingen in de geschillen over geestelijke goederen en over belastingzaken als de overige resolutiën van Drost en Gedeputeerden ingeschreven door elkander in hetzelfde protocol der gewone resolutiën (Inv. No. 14). Althans ten deele. Afzonderlijk werden geprotocolleerd de beslissingen van het College in de procedures over geestelijke goederen op vordering van den advocaat-fiscaal (zie Inv. No 162) en die in belastingzaken op vordering van pachters (zie Inv. No. 164). Het eerste dezer 2 protocollen eindigt met 1609 à 1613, terwijl geen opvolgend deel verloren is. Het tweede loopt door tot 1628, doch is sedert 26 Sept. 1627 slechts een register. Na het overlijden toch van den landschapssecretaris HUBERTUS WEIJNICHMAN (Augustus 1627) werd door zijn opvolger JOHAN STRUUCK een afzonderlijk protocol voor de "rechtdagen" aangelegd, waarin alle beslissingen in geschillen werden opgeteekend. Sedert dien tijd is dus in het archief eene afzonderlijke rubriek geopend voor het verhandelde op de rechtdagen.
In verband hiermede vindt men dus de stukken van voor 1627 betreffende het in rechtdagszaken verhandelde als bijlagen tot de gewone resolutiën van Drost en Gedeputeerden of tot het bovengenoemde protocol met sententiën op vordering van den advocaat-fiscaal en de stukken van jongere datum in de rubriek "rechtdagen".
Geheel zuiver is evenwel wat de protocollen na 1627 betreft de scheiding tusschen gewone resolutiën en rechtdagen niet volgehouden. De indruk wordt gewekt, dat op dagen bestemd voor den rechtdag ook andere zaken werden behandeld, en dat het protocol der rechtdagen sedert tevens werd gebruikt ter aanteekening of minuteering van hetgeen in andere zaken werd geresolveerd of is geschied (zie b.v. in beide protocollen de resolutiën d.d 28 en 30 Mei 1628). Waar de oudste rechtdagsprotocollen blijkbaar bestaan uit losse katerns, die, nadat eene zekere hoeveelheid bijeen was, samen zijn gebonden, de protocollen der gewone resolutiën daarentegen reeds voor de inschrijving gebondeu waren, zal dus 't gemak van den landschapssecretaris in dezen hiertoe aanleiding hebben gegeven. Wellicht is toen het protocol der gewone resolutiën in den eersten tijd beschouwd min of meer als een net-exemplaar; in 1628 althans vinden wij daarin opgenomen de beslissingen in tal van geschillen, niet alleen tusschen rentmeesters en pachters van conventsgoederen en dergelijke doch ook tusschen den fiscaal en kerkvoogden. In verloop van tijd schijnt de rechtdag niet de minst belangrijke vergadering van het College te zijn geweest.
Met de bestuurswisselingen in 't laatst der 18de en 't begin der 19de eeuwen ging ook deze bizondere rechtspraak over in de handen der opvolgers van Drost en Gedeputeerden. Na de besluiten van dit college (- 7 Oct. 1794) vinden wij beschikkingen van de Provisioneele Representanten (17-26 Maart 1795), de Gecommitteerde Representanten (26 Mei 1795-1798 Januari 31), 't Intermediair Administratief Bestuur (9 Mei- 29 Dec. 1798), Commissarissen ter administratie der financiën over het voormalig gewest Drente *  (7 Mei 1799-1802 Februari 23), Gecommitteerden uit het Departementaal bestuur van Overijsel tot de dagelijksche administratie der financiën in Drente (17 Aug. 1802-1804 Nov. 20).
Bij staatsbesluit van 17 Juni 1805, toen tevens werd vastgesteld de "Generale instructie voor de raden van finantiën" (ook in Drente), werd tevens bepaald, "dat de judicature in cas van gemeene middelen, voor zooverre zij bij publicatie van den 4 Juni 1802, aan schepenen, commissarissen, plaatselijke besturen of nedergegeregten heeft gecompeteerd, zal blijven op den tegenwoordigen voet, en dat de judicature, welke op grond van deze zelfde publicatie is gedemandeerd geweest aan het Gedeputeerd Bestuur van Holland, ....., het Departementaal bestuur van Overijssel of Commissarissen uit hetzelve zoo voor Overijssel als voor Drenthe, ... zal overgaan aan en uitgeoefend worden door de raden van finantiën in ieder der acht departementen en het landschap Drenthe. En zulks bij provisie en totdat omtrent het point der judicature in cas van gemeene middelen nadere en andere bepalingen zullen zijn gemaakt."
Tijdens 't bestuur van den Raad van Financiën werden ingevoerd de nieuwe belastingwetten (1 Januari 1806). In verband daarmede werd het archief van den rechtdag met dien datum afgesloten en een nieuw notulenboek in gebruik genomen. Vandaar dat ook in den inventaris met dien tijd eene nieuwe afdeeling is begonnen. De eerste beschikkingen van den Raad dagteekenen van 5 Aug. 1806.
Omtrent den omvang dezer jurisdictie in t laatst der 18de eeuw blijkt ons uitvoerig uit de inlichtingen, door de Commissie van Financie in Drente bij missive d.d. 16 April 1799 (zie resol. der commissie dd. 15 April 1799) verstrekt aan het Uitvoerend Bewind, in antwoord op zijne vraag d d. 2 April te voren. Wij vernemen daaruit:
"dat tot de gepriviligeerde zaaken, waarover in dit voorm. gewest voor de revolutie van 1795 door 't toenmalig collegie van Drost en Gedeputeerde Staten, zedert door Gecommitteerde Representanten en laastelijk door 't Intermediair Administratief Bestuur de judicature is geëxcerceert, behooren de questiën niet alleen over 's lands finantiën, gemeene middelen en domainen, thans aan onze commissie gedemandeert, maar ook over kerk- en diaconiegoederen, 't onderhoud der armen, praedicants- en schoolmeesters-tractementen, boelgoedspenningen, geweesene gildens, veenen, pagten ten behoeve van 't capittel van St. Pieter te Utrecht, carspels- belastingent thiensen, tienden, erfpagten. alsmede over de executie van de reglementen op de veencoloniën en in 't generaal over alles wat tot de politie betrekking heeft " *  . Bij besluit van 't Uitv. Bewind d.d. 19 April 1799 (not. Commissie d.d. 25 April 1799) werd deze rechtspraak "bij provisie" aan de Commissie van Financie opgedragen.
De weidsche titel wekke geen te groote verwachtingen, men vindt in dezen tijd (althans van 't laatst van 1798 tot 't laatst van 1800) slechts geschillen over belastingzaken en 't onderhond van armen.
- De stukken betreffende of afkomstig van processen in revisie behandeld voor Ridderschap en Eigenerfden zijn te vinden in de afdeeling Varia.
1726 Uittreksels uit het register der litigieuse zaken van de commissarissen ter administratie der financiën over het voormalig gewest Drente dd. 1800 - 1803 (bestemd geweest ter uitreiking aan partijen?); 1800/1803
0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
2. Inventaris
2.4. Archieven der besturen en autoriteiten over 1627-1811 uitgeoefend hebbende de rechtspraak in belastingzaken enz.
2.4.1. Archieven van Drost en Gedeputeerden en van de hen opgevolgde besturen tot de invoering der nieuwe belastingwetten in 1806, betreffende hunne rechtspraak in belastingzaken enz.
1726
Uittreksels uit het register der litigieuse zaken van de commissarissen ter administratie der financiën over het voormalig gewest Drente dd. 1800 - 1803 (bestemd geweest ter uitreiking aan partijen?); 1800/1803
Datering:
1800/1803
NB:
De uittreksels zijn gewaarmerkt behalve die d d. Febr. 1803. Een paar dragen in dorso de aanteekening "BLOM" en zijn dus blijkbaar bestemd geweest voor Mr. J. BLOM, toenmaals advocaat te Meppel. Zij kunnen niet aan hem hebben behoord in qualiteit als landschapsadvocaat in belastingzaken, omdat hij deze functie slechts bekleedde over 24 Juni 1799-1800 Juli 10, en althans twee der zaken eerst later aanhangig werden gemaakt. Waarschijnlijk zijn dus de uittreksels niet uitgereikt.
Omvang:
1 omslag
Organisatie: Drents Archief

Kenmerken

Datering:
1344-1815
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Drents Archief, Assen. Toegang 0001 Oude Staten archieven, 1344-1815
VERKORT:
NL-AsnDA, 0001