In de notulen van de bestuursvergadering van 1 augustus 1916 werd naar aanleiding van de benoeming van een nieuwe secretaris-penningmeester opgemerkt dat bij een brand in het huis van de afgetreden secretaris in 1911 het nieuwe archief grotendeels en het oude archief geheel een prooi der vlammen was geworden. *  Toch is er nog veel archief uit de 18de en de 19de eeuw overgebleven. De series rekeningen en begrotingen vertonen een hiaat van ongeveer veertig jaar, maar zijn tot 1871/1872 redelijk compleet. Waarschijnlijk was het net andersom en was in 1911 het nieuwe archief geheel verbrand. In een in 1951 vervaardigde inventaris wordt een hiaat wat betreft de periode van ongeveer 1850 tot 1910 gesignaleerd.

In 1936 deelde het gemeentebestuur van Woubrugge aan het polderbestuur mee dat het oud-archief van de polder, dat op dat moment bij de gemeente berustte, niet meegenomen kon worden naar de nieuwe bewaarplaats van het gemeentearchief. Het polderarchief werd in bewaring gegeven bij het hoogheemraadschap van Rijnland. In 1951 maakte S. Schoppen een inventaris van het polderarchief van vóór 1931. *  Na de opheffing van de polder werd ook het nieuwe archief naar de bewaarplaats van Rijnland te Leiden overgebracht. Door deze nieuwe inventaris komt de inventaris uit 1951 te vervallen.