Op 10 juli 1632 kregen de ingelanden van Rooversbroek, gelegen in het ambacht Lisse tussen het Kagermeer, het Hellegat, de drooggemaakte Poelpolder en een water genaamd de Greveling, van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland vergunning om hun landen met een kade te omgeven en een molen te plaatsen. In hun verzoek om deze vergunning hadden de ingelanden gewezen op het feit dat hun landen bij een beetje wind al onder water liepen, zodat ze vooral in de voorzomer en in de herfst niet te gebruiken waren. * 

De polder had een oppervlakte van 177 morgen of 150 hectare. *  Door de droogmaking van het Haarlemmermeer in de jaren 1839-1852 werd de polder met bijna een kwart verkleind. De ringvaart van de Haarlemmermeerpolder liep dwars door het oosten van de polder Rooversbroek en sneed zodoende een deel van de polder af. Voortaan werd de polder begrensd door de ringsloot van de Lisserpoelpolder en de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Tot 1875 betaalden de in de Haarlemmermeerpolder liggende gronden, ruim 31 hectare, nog mee in de polderlasten van de Rooversbroekpolder. * 

In 1887 kreeg het polderbestuur tot 1918 vergunning om de polder te vervenen, te bedijken, weer droog te maken en te verkavelen. De vervening vorderde niet snel, maar in 1918 was de polder geheel verveend en weer drooggemaakt. * 

De realisering van het uitbreidingsplan Poelpolder van de gemeente Lisse leidde tot bouw van woningen in het noordelijk gedeelte van de polder. In 1978 werd het noordelijk deel van de polder ontpolderd. * 

In het kader van de concentratie van polders binnen het hoogheemraadschap van Rijnland werd de polder op 1 januari 1979 opgeheven en opgenomen in het nieuw gevormde waterschap De Oude Veenen.