Op 31 december 1625 verzocht een tiental ingelanden van het ambacht Stompwijk aan dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland om hun landen, gezamenlijk 240 morgen groot en op dat moment ondergebracht in vier poldertjes, in een polder te mogen verenigen. Het ging om de landen die begrensd werden door de Wezensloot in het noorden, de Stompwijkse watering in het oosten, de Vliet in het westen en de Kniplaan in het zuiden. Acht andere ingelanden opposeerden bij dijkgraaf en hoogheemraden tegen dit verzoek. Zij brachten onder andere naar voren dat ze ongeveer vijftien jaar geleden genoeg geld hadden uitgegeven voor het inrichten van hun huidige polder en hiervoor niet opnieuw kosten wilden maken. De kwestie bleef waarschijnlijk geruime tijd bij het bestuur van Rijnland hangen, want pas op 2 juli 1627 volgde uitspraak in het voordeel van de opposanten. Hun polder (de latere Kniplaans- of Meeslouwerpolder) bleef buiten de combinatie. Acht dagen later kon ten overstaan van Adriaen Paedts, notaris te Leiden, het contract tot bepoldering worden opgemaakt, dat tevens gold als reglement voor de polder. * 

Op 9 maart 1628 werd voor het eerst de naam van de polder genoemd in een contract voor aanbesteding van de bemaling: Huijssijten polder. *  Een deel van de polder was namelijk in handen van de Huiszittenmeesters van Leiden. Deze armmeesters, gelieerd aan een van de Leidse parochiekerken, zorgden voor de bedeling van de ‘te huis zittende’ armen in de stad. Zoals gebruikelijk werd de poldernaam in vele varianten geschreven. Ook de naam Campenspolder kwam voor, waarschijnlijk genoemd naar Pieter Claeszoon van Campen, een van de ingelanden die tot de eerste vier molenmeesters van de polder behoorde. *  Na verloop van tijd werd de naam Campens- of Huiszitterpolder gebruikelijk.

In de polder werd, evenals in de naastgelegen Kniplaans- of Meeslouwerpolder, veel verveend en in de loop der jaren ontstonden er grote waterplassen. Per 1 januari 1848 werden beide polders samengevoegd tot de Gecombineerde Huiszitter- en Meeslouwerpolder. Er was toen al een speciale Commissie tot bedijking en droogmaking ingesteld die de droogmaking van de polders ter hand nam.