Uw zoekacties: Groote Westeindsche polder

2.4.5 Groote Westeindsche polder ( Hoogheemraadschap van Rijnland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1 Stichting, gebied en opheffing
2 Bestuur
3 Bemaling
2.4.5 Groote Westeindsche polder
Inleiding
3
Bemaling
Al bij de oprichting van de polder in 1641 werd gesproken over het bouwen van een achtkante molen die door de molenaar bewoond kon worden. *  In 1642 werd in het westen van de polder een molen gebouwd aan de Meerburgerwatering. Op de overzichtskaart van Rijnland van 1647 is hij aangegeven als “Westender mole”. *  Deze molen, tevens sein- en peilmolen voor het hoogheemraadschap van Rijnland, kreeg later de bijzondere naam “Zelden van Passe”. Volgens de overlevering is deze naam ontstaan omdat de molenaars enerzijds het water in de polder zo laag mogelijk moesten houden, maar anderzijds ook niet te laag, omdat de boeren dan niet meer met hun schuiten door de sloten konden varen. Je kon het dus moeilijk iedereen naar de zin of ‘zelden van pas’ maken. * 
In de eerste decennia van de twintigste eeuw kwamen er veel klachten bij het polderbestuur binnen over de te hoge waterstand in de polder. Op 29 augustus 1947 gaf het bestuur aan het Technisch Bureau van de Unie van Waterschapsbonden te Haarlem opdracht om een plan tot wijziging van de bemaling te maken. In het rapport, dat in maart 1949 verscheen, werd geconcludeerd dat de grootste problemen ontstonden tijdens regenval in de winter. In combinatie met kwel door de kaden van de Meerburgerwatering, de Stompwijkse vaart en de Nieuwe Vaart ontstond een waterbezwaar dat met de huidige windbemaling niet voldoende kon worden tegengegaan. Het Technisch Bureau adviseerde een elektrisch aangedreven hulpgemaal (vijzelgemaal) te bouwen dat in tijden van waterbezwaar de bemaling kon overnemen. *  In 1951 werd het hulpgemaal gebouwd aan de Verlaatweg, uitwaterend op de Stompwijkse vaart. * 
Hoewel het oorspronkelijk de bedoeling was dat het gemaal alleen als hulpgemaal dienst zou doen in tijden van waterbezwaar, bleek het voldoende capaciteit te hebben om alleen de bemaling van de polder te verzorgen. De molen werd daarom overbodig en buiten gebruik gesteld. Dit kwam de staat van de molen niet ten goede, het bouwwerk verpauperde snel. Alleen een ingrijpende restauratie kon de molen behouden. Het polderbestuur gaf zelf aan hiervoor geen gelden beschikbaar te kunnen stellen. Het bestuur zag wel de cultuurhistorische waarde van de molen in, maar gaf ook in diverse briefwisselingen aan dat als geen enkele instantie subsidie zou verstrekken voor restauratie, de molen beter direct gesloopt kon worden. In 1961 werd de molen tenslotte verkocht aan de Rijnlandse Molenstichting, die de molen in 1962 restaureerde. * 
4 Archief

Kenmerken

Datering:
1640-1978 (1979)
Onder de gemeente(n):
Leidschendam, Zoeterwoude
Omvang:
3,15 meter
Inventaris:
J.H.M. Sloof, 2004; bewerkt door G.A. Koese, 2012
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Geografische namen: