Diagonale voorstelling van Maria met los haar en een nimbus rond het gebogen hoofd, staande op een koolplant van waaruit korenaren zich uitspreiden; zij houdt haar handen gevouwen. Om haar middel heeft zij een sjerp. Mouwen en hals zijn stervormig afgewerkt. Het lange gewaad heeft boven en onder korenaren als decoratie. Links en rechts van Maria staan in kleine schildjes de letters J en B. Eronder staat de plaatsnaam met daaronder vanuit de hoek drie korenaren. Rondom is het vaandel afgewerkt met sierband. De vierkante vlakjes die hierdoor ontstaan hebben een contrasterende kleur. De lussen zijn van hetzelfde band gemaakt. Aan de onderkant is het vaandel afgezet met tweekleurige franje