401 Nederlands-Indische dagboeken en egodocumenten ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
401
Nederlands-Indische dagboeken en egodocumenten
Openbaarheid
Het overgrote deel van het archief is beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien. De inventarisnummers 463 en 505 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de familie/schenker. Inventarisnummer 632 is na 2025 openbaar.
laatste wijziging 29-02-2024
659 beschreven archiefstukken
88 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden
Digitale dagboeken
De dagboeknummers 7, 10, 78, 103, 105, 121, 135, 150, 205, 227, 233, 234, 235, 288, 307, 344, 349, 376, 377, 407, 432, 433, 463, 465, 472, 473, 480, 488, 544, 569, 602, 610, 614, 643, 644, 675, 690 en 732 zijn volledig digitaal beschikbaar.
laatste wijziging 29-02-2024
659 beschreven archiefstukken
88 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden
UNESCO Memory of the World
De collecties dagboeken (244 en 401) en brieven (247) zijn per 1 november 2022 opgenomen in het Nederlandse Unesco Memory of the World Register. Hiermee erkent Unesco het uitzonderlijke karakter van deze collecties, waarin bijna 4.000 persoonlijke verslagen en ervaringen zijn opgenomen van mensen die de Tweede Wereldoorlog in Nederland, Nederlands-Indië (later Indonesië) of elders op de wereld meemaakten.
Het Unesco Memory of the World Register schrijft over de collecties: "Deze egodocumenten bieden een uniek inzicht in de wijze waarop levens beïnvloed zijn door bezetting, onderdrukking en geweld. Door de omvang, de focus op individuele ervaringen en de manier en moment van ontstaan, is de collectie uitzonderlijk. Het is een bewezen unieke bron voor wetenschappelijk onderzoek en vormt de basis van een variëteit aan publieksgerichte publicaties. Bijna tachtig jaar na de eerste oproep tot verzameling, in het huidige tijdperk van geïndividualiseerde herinnering waarin het aantal getuigen van de Tweede Wereldoorlog steeds kleiner wordt, is de waarde van de brieven- en dagboekencollecties van het NIOD groter dan ooit te voren".
Lees meer over de nominatie van de NIOD-collecties op de site van het Unesco Memory of the World Register. Beluister het interview met NIOD-afdelingshoofd over het Memory of the World Register van 1 november 2022 op Radio Den Haag FM (vanaf minuut 10.00).
Het Unesco Memory of the World Register schrijft over de collecties: "Deze egodocumenten bieden een uniek inzicht in de wijze waarop levens beïnvloed zijn door bezetting, onderdrukking en geweld. Door de omvang, de focus op individuele ervaringen en de manier en moment van ontstaan, is de collectie uitzonderlijk. Het is een bewezen unieke bron voor wetenschappelijk onderzoek en vormt de basis van een variëteit aan publieksgerichte publicaties. Bijna tachtig jaar na de eerste oproep tot verzameling, in het huidige tijdperk van geïndividualiseerde herinnering waarin het aantal getuigen van de Tweede Wereldoorlog steeds kleiner wordt, is de waarde van de brieven- en dagboekencollecties van het NIOD groter dan ooit te voren".
Lees meer over de nominatie van de NIOD-collecties op de site van het Unesco Memory of the World Register. Beluister het interview met NIOD-afdelingshoofd over het Memory of the World Register van 1 november 2022 op Radio Den Haag FM (vanaf minuut 10.00).
laatste wijziging 29-02-2024
659 beschreven archiefstukken
88 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden
Inventaris
435 Honig, D.
401 Nederlands-Indische dagboeken en egodocumenten
Inventaris
435
Honig, D.
Auteur:
Honig, D.
Omvang:
55 blz.
Inhoud:
Auteur was administrateur van de tabaks- en vezelonderneming Kebon Aroem van de Klatense Cultuurmaatschappij. De Japanners droegen hem de taak op van superintendent voor de Vorstenlandse ondernemingen waarbij hij moest laveren tussen de eisen van de Japanners, de problemen met de inlandse bevolking en de plicht tot het ondersteunen van de gezinnen van krijgsgevangen planters. Zijn vrouw organiseerde de armenzorg in Klaten. De meeste planters zijn medio augustus 1943 geïnterneerd, hun gezinnen eind 1943, begin 1944.
Zijn naoorlogs rapport aan de maatschappij is zo uitgebreid dat men moet veronderstellen dat hij aantekeningen heeft meegenomen en tijdens zijn internering heeft kunnen bewaren. Behalve zijn belevenissen tussen de Japanse inval en zijn kamptijd beschrijft Honig de periode in 1949 toen de planters in Solo verbleven in afwachting van hun terugkeer naar hun onderneming.
Zijn naoorlogs rapport aan de maatschappij is zo uitgebreid dat men moet veronderstellen dat hij aantekeningen heeft meegenomen en tijdens zijn internering heeft kunnen bewaren. Behalve zijn belevenissen tussen de Japanse inval en zijn kamptijd beschrijft Honig de periode in 1949 toen de planters in Solo verbleven in afwachting van hun terugkeer naar hun onderneming.
laatste wijziging 29-02-2024
laatste wijziging 29-02-2024
659 beschreven archiefstukken
88 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden
Kenmerken
over het archief:
In de collectie zijn ongeveer 350 dagboeken en verslagen opgenomen die zijn geschreven door krijgsgevangenen en burgergeïnterneerden.
Openbaarheid:
Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
Omvang:
17 meter (695 inventarisnummers)
Status:
NIOD-KNAW collectie
Categorie:
laatste wijziging 29-02-2024
659 beschreven archiefstukken
88 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden