903 Slomp, F. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
903
Slomp, F.
Openbaarheid
Het archief is volledig openbaar.
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden
Levensloop
Frits Slomp als predikant
903 Slomp, F.
Levensloop
Frits Slomp als predikant
laatste wijziging 30-10-2017
3 gedigitaliseerd
totaal 3 bestanden
Fredrik (later Frits genoemd) Slomp werd op 5 maart 1898 in het Drentse Ruinerwold geboren als zoon van de landbouwer Jan Slomp en Grietje Zantinge. Zijn familie woonde daar al enkele eeuwen. Hij was vernoemd naar zijn grootvader Frerik Slomp. Deze was door zijn huwelijk met Grietje Kwant op 1 oktober 1864 dooplid geworden van de Christelijk Gereformeerde Kerk * . Vanaf deze tijd was dit geslacht gereformeerd.
Volgens R.W. Roukema van de Stichting Herinnering LO/LKP was Fredrik ‘geen gemakkelijk jongetje’ in de klas van zijn vader, zoon van hoofdonderwijzer J.A. Roukema * . In navolging van zijn vader wilde hij evenals zijn beide broers boer worden. Maar in 1914 besloot Slomp alsnog theologie te gaan studeren. Als voorbereiding daarop bezocht hij eerst het Gereformeerd Gymnasium en studeerde hij, na een onderbreking van de militaire dienst, van 1921 tot 1926 aan de Theologische School te Kampen. Een maand na zijn afstuderen trouwde hij op 26 oktober 1926 met Tjaltje ten Kate, de oudste dochter van het plaatselijke hoofd van een School met den Bijbel Wietze ten Kate, die hij in zijn eerste kosthuis aan de Vloeddijk 23 had leren kennen * .
Nieuwlande
De oorspronkelijke bevolking van Slomps eerste gemeente Nieuwlande bestond uit arbeiders en pachtboeren. Deze was overwegend lid van de Nederlands Hervormd Kerk. Met de komst van de Groninger boeren naar Drenthe nam het percentage gereformeerden daar toe. Hierdoor kon er in 1913 een Gereformeerde Kerk worden geïnstitueerd. Het jaar daarop werd er een kerkgebouw gesticht. Het duurde vervolgens tot 6 februari 1927 dat Slomp als eerste predikant aan deze gemeente werd verbonden. Dat zelfde jaar legde hij de eerste steen voor de bouw van de pastorie. Nauwelijks drie jaar later nam hij op 12 januari 1930 afscheid omdat hij een beroep naar Heemse in Ambt-Hardenberg * in Overijssel had aangenomen * . De in deze tijd gelegde contacten met gemeenteleden, onder wie de later zo bekende verzetsman Johannes Post, zouden hem tijdens de Tweede Wereldoorlog goed van pas komen. Er werden daar toen talloze onderduikers ondergebracht. Omdat hiervan procentueel een groot aantal Joods was, ontvingen de inwoners van Nieuwlande op 11 april 1985 collectief als enige plaats in Nederland de hoge joodse onderscheiding Yad Vashem * .
De oorspronkelijke bevolking van Slomps eerste gemeente Nieuwlande bestond uit arbeiders en pachtboeren. Deze was overwegend lid van de Nederlands Hervormd Kerk. Met de komst van de Groninger boeren naar Drenthe nam het percentage gereformeerden daar toe. Hierdoor kon er in 1913 een Gereformeerde Kerk worden geïnstitueerd. Het jaar daarop werd er een kerkgebouw gesticht. Het duurde vervolgens tot 6 februari 1927 dat Slomp als eerste predikant aan deze gemeente werd verbonden. Dat zelfde jaar legde hij de eerste steen voor de bouw van de pastorie. Nauwelijks drie jaar later nam hij op 12 januari 1930 afscheid omdat hij een beroep naar Heemse in Ambt-Hardenberg * in Overijssel had aangenomen * . De in deze tijd gelegde contacten met gemeenteleden, onder wie de later zo bekende verzetsman Johannes Post, zouden hem tijdens de Tweede Wereldoorlog goed van pas komen. Er werden daar toen talloze onderduikers ondergebracht. Omdat hiervan procentueel een groot aantal Joods was, ontvingen de inwoners van Nieuwlande op 11 april 1985 collectief als enige plaats in Nederland de hoge joodse onderscheiding Yad Vashem * .
Heemse
Doordat Heemse in de grensstreek lag werkt deze kerk nauw samen met de Altreformierte Kirche. Deze had sinds 1923 een organisatorische band met de Gereformeerde Kerken in Nederland * . Veel van Slomps gemeenteleden hadden dan ook familie in de Duitse grensplaatsen. Zodoende kerkten er geregeld mensen uit Wilsum bij hem, die hem over de politieke ontwikkelingen in hun land op de hoogte hielden. Omgekeerd ging hij regelmatig voor in Nordhorn en Emlichheim en sprak hij herhaaldelijk op vergaderingen. Toen dit na 1937 niet meer mocht sprak hij eens illegaal voor ongeveer 1000 mensen in het bos van Uelsen. Op zulke bijeenkomsten waarschuwde hij tegen de anti-christelijke levens- en wereldbeschouwing van het nationaal-socialisme.
Doordat Heemse in de grensstreek lag werkt deze kerk nauw samen met de Altreformierte Kirche. Deze had sinds 1923 een organisatorische band met de Gereformeerde Kerken in Nederland * . Veel van Slomps gemeenteleden hadden dan ook familie in de Duitse grensplaatsen. Zodoende kerkten er geregeld mensen uit Wilsum bij hem, die hem over de politieke ontwikkelingen in hun land op de hoogte hielden. Omgekeerd ging hij regelmatig voor in Nordhorn en Emlichheim en sprak hij herhaaldelijk op vergaderingen. Toen dit na 1937 niet meer mocht sprak hij eens illegaal voor ongeveer 1000 mensen in het bos van Uelsen. Op zulke bijeenkomsten waarschuwde hij tegen de anti-christelijke levens- en wereldbeschouwing van het nationaal-socialisme.
Door het houden van dergelijke `hagepreken’ was Slomp voor de oorlog al bekend bij de Duitse instanties * . Omdat hij na de bezetting hier mee doorging en openlijk tot verzet opriep, ontsnapte hij op 13 juli 1942 ternauwernood aan een arrestatie. Hierna dook hij onder in Ruurlosebroek in de Achterhoek. Door de Vrijmaking die zich in 1944 voltrok zou Slomp na de bevrijding deze gemeente ten slotte nog maar enkele maanden dienen.
Hoorn
Slomp sloeg de hoogoplopende kerkrechtelijke en dogmatische geschillen gade die de Gereformeerde Kerken in Nederland in bezettingstijd verdeelden en uiteindelijk op 11 augustus 1944 leidden tot de Vrijmaking onder leiding van zijn vriend prof. dr. K. Schilder. Hij wist niet te voorkomen dat het grootste deel van zijn gemeente in Heemse zich in december 1945 hierbij aansloot. Hoewel hij met Schilders standpunt sympathiseerde, wilde hij niet worden gedwongen in dit conflict partij te kiezen. Daarom had hij al in oktober een beroep aangenomen als evangelisatiepredikant bij de Gereformeerde kerk in Hoorn. Als zodanig deed hij op 10 februari 1946 zijn intrede. Bij zijn werk werd hij vanaf 1947 bijgestaan door de evangelistes Sanny (J) van Harten en Ali Admiraal. Hij schreef wekelijks in de Vrije Hoornsche Courant * en hield openluchtdiensten en straatpredikaties. Slomp pleitte voor een grootscheepse bestrijding van - wat hij noemde - het 'moderne heidendom', waaraan het volk in bezettingstijd was blootgesteld. Hoewel West-Friesland zijn eigenlijke arbeidsterrein was, behoorde feitelijk het hele gebied boven het IJ hiertoe, een streek waar de mensen zijns inziens door de langdurige onchristelijke prediking en het communisme moeilijk bereikbaar waren voor het evangelie * .
Slomp sloeg de hoogoplopende kerkrechtelijke en dogmatische geschillen gade die de Gereformeerde Kerken in Nederland in bezettingstijd verdeelden en uiteindelijk op 11 augustus 1944 leidden tot de Vrijmaking onder leiding van zijn vriend prof. dr. K. Schilder. Hij wist niet te voorkomen dat het grootste deel van zijn gemeente in Heemse zich in december 1945 hierbij aansloot. Hoewel hij met Schilders standpunt sympathiseerde, wilde hij niet worden gedwongen in dit conflict partij te kiezen. Daarom had hij al in oktober een beroep aangenomen als evangelisatiepredikant bij de Gereformeerde kerk in Hoorn. Als zodanig deed hij op 10 februari 1946 zijn intrede. Bij zijn werk werd hij vanaf 1947 bijgestaan door de evangelistes Sanny (J) van Harten en Ali Admiraal. Hij schreef wekelijks in de Vrije Hoornsche Courant * en hield openluchtdiensten en straatpredikaties. Slomp pleitte voor een grootscheepse bestrijding van - wat hij noemde - het 'moderne heidendom', waaraan het volk in bezettingstijd was blootgesteld. Hoewel West-Friesland zijn eigenlijke arbeidsterrein was, behoorde feitelijk het hele gebied boven het IJ hiertoe, een streek waar de mensen zijns inziens door de langdurige onchristelijke prediking en het communisme moeilijk bereikbaar waren voor het evangelie * .
Veldprediker in Nederlands-Indië
Na de oorlog namen veel van de voormalige verzetsstrijders dienst bij het Vrijwilligers Bataljon 2-10-RI, dat werd ingezet in Nederlands-Indië. Omdat Slomp vond dat zijn aanwezigheid daar gewenst was, vertrok hij op 17 januari 1948, als één van de oudste veldpredikers, naar 'zijn jongens' * . Veel van hun brieven, hadden hem namelijk duidelijk gemaakt hoe groot hun geestelijke nood was. Verder deed hij dit om de plaats in te nemen van de tijdens de eerste politionele actie gesneuvelde veldprediker J. Kuipers. Zelf maakte Slomp later dat jaar de tweede politionele actie mee. Opvallend was dat het kerkbezoek toen met wel 50% toenam * . Overigens viel hem kort na aankomst al op dat de troepen werden gedemoraliseerd. Het dreigende gevaar van het communisme in Indië en het gevoel dat hun optreden van weinig belang was, leidde tot geestelijk en moreel verval * . Toen hij dit aan zijn superieur, generaal-majoor W.J.K. Baay, territoriaal commandant van Oost-Java, commandant van de A-divisie, rapporteerde, kwam hij hierdoor met hem in conflict. Doordat hij zijn zorgen hierover ook in De Zwerver uitte, werden er zelfs Kamervragen over gesteld. Volgens zijn collega, oud-aalmoezenier C.J. van der Linden, kwam dit resolute gedrag overigens wel voort uit 'een bewogenheid en zorg om het welzijn van zijn jongens'.
Na de oorlog namen veel van de voormalige verzetsstrijders dienst bij het Vrijwilligers Bataljon 2-10-RI, dat werd ingezet in Nederlands-Indië. Omdat Slomp vond dat zijn aanwezigheid daar gewenst was, vertrok hij op 17 januari 1948, als één van de oudste veldpredikers, naar 'zijn jongens' * . Veel van hun brieven, hadden hem namelijk duidelijk gemaakt hoe groot hun geestelijke nood was. Verder deed hij dit om de plaats in te nemen van de tijdens de eerste politionele actie gesneuvelde veldprediker J. Kuipers. Zelf maakte Slomp later dat jaar de tweede politionele actie mee. Opvallend was dat het kerkbezoek toen met wel 50% toenam * . Overigens viel hem kort na aankomst al op dat de troepen werden gedemoraliseerd. Het dreigende gevaar van het communisme in Indië en het gevoel dat hun optreden van weinig belang was, leidde tot geestelijk en moreel verval * . Toen hij dit aan zijn superieur, generaal-majoor W.J.K. Baay, territoriaal commandant van Oost-Java, commandant van de A-divisie, rapporteerde, kwam hij hierdoor met hem in conflict. Doordat hij zijn zorgen hierover ook in De Zwerver uitte, werden er zelfs Kamervragen over gesteld. Volgens zijn collega, oud-aalmoezenier C.J. van der Linden, kwam dit resolute gedrag overigens wel voort uit 'een bewogenheid en zorg om het welzijn van zijn jongens'.
Toen de jeep waarin Slomp zat begin februari 1949 na een bezoek aan de kampementen in Paré op een landmijn reed, liep Slomp een lichte hersenschudding en een blijvende ernstige oorbeschadiging (dubbele oorperforatie) op * . Als gevolg daarvan was hij de rest van zijn diensttijd tot 1 april 1950 ziekenhuispredikant in het Marinehospitaal te Soerabaja. Er zijn verschillende lezingen over dit ongeluk. Volgens één daarvan is er toen een Nederlandse soldaat gesneuveld en hebben zijn medesoldaten tijdens het overbrengen van Slomp en zijn gewonde chauffeur naar het ziekenhuis in Soerabaja uit woede in het wilde weg geschoten op alles wat zij zagen bewegen * .
Een door zijn zoon Jan gearrangeerd gesprek met de Indonesische prins Raden Mas Pakun, die aan de Vrije Universiteit te Amsterdam studeerde en als majoor aan de vrijheidsstrijd had deelgenomen, deed Slomp, die aanvankelijk geen kwaad zag in de politionele acties, al begin jaren vijftig van mening veranderen over de Nederlandse koloniale politiek.
Hervatting werk in Hoorn
Na zijn terugkeer in Hoorn werd Slomps werk mettertijd steeds moeilijker. Door zijn evangelisatiewerk had hij onder meer contacten met gezinnen uit de lagere klasse. Toen deze niet welkom bleken in de reguliere kerkdiensten van de Gereformeerde Kerk, belegde hij bijeenkomsten in het plaatselijke wijkgebouw 'Rehoboth'. Doordat de kerkenraad zijn verzoeken om daar wekelijks kerkdiensten te houden en hem wat de bevoegdheden betrof gelijk te stellen aan de wijkpredikant bij herhaling afwees, dreigde er een kerkscheuring te ontstaan. Om verdere escalatie te voorkomen besloot Slomp uiteindelijk in 1962 met vervroegd emeritaat te gaan * . In deze roerige tijd vierde hij op 6 februari 1952 ook zijn 25-jarig ambtsjubileum. Een feest, dat zijn vrienden uit het verzet groots met hem kwamen meevieren * . Tijdens de receptie werd onverwacht zelfs een overval op een distributiekantoor ‘nagespeeld’.
Na zijn terugkeer in Hoorn werd Slomps werk mettertijd steeds moeilijker. Door zijn evangelisatiewerk had hij onder meer contacten met gezinnen uit de lagere klasse. Toen deze niet welkom bleken in de reguliere kerkdiensten van de Gereformeerde Kerk, belegde hij bijeenkomsten in het plaatselijke wijkgebouw 'Rehoboth'. Doordat de kerkenraad zijn verzoeken om daar wekelijks kerkdiensten te houden en hem wat de bevoegdheden betrof gelijk te stellen aan de wijkpredikant bij herhaling afwees, dreigde er een kerkscheuring te ontstaan. Om verdere escalatie te voorkomen besloot Slomp uiteindelijk in 1962 met vervroegd emeritaat te gaan * . In deze roerige tijd vierde hij op 6 februari 1952 ook zijn 25-jarig ambtsjubileum. Een feest, dat zijn vrienden uit het verzet groots met hem kwamen meevieren * . Tijdens de receptie werd onverwacht zelfs een overval op een distributiekantoor ‘nagespeeld’.
Emeritaat
Omdat het werk hem lief was, verbond hij zich in 1962 aan de kerk van het Zuid-Friese Wolvega voor evangelisatiearbeid in het socialistische Noordwolde. Tijdens zijn tweede emeritaat, ging hij in 1966 vanwege de bosrijke omgeving in Vaassen bij Apeldoorn wonen. Hoewel al in 1972 kanker bij hem was geconstateerd, preekte hij tot een half jaar voor zijn dood op 13 december 1978 * nog bijna wekelijks * .
Omdat het werk hem lief was, verbond hij zich in 1962 aan de kerk van het Zuid-Friese Wolvega voor evangelisatiearbeid in het socialistische Noordwolde. Tijdens zijn tweede emeritaat, ging hij in 1966 vanwege de bosrijke omgeving in Vaassen bij Apeldoorn wonen. Hoewel al in 1972 kanker bij hem was geconstateerd, preekte hij tot een half jaar voor zijn dood op 13 december 1978 * nog bijna wekelijks * .
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden
Literatuur en verwante collecties
Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven, literatuur en online bronnen.
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden
Inventaris
aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 903, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in (globaal) numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 903, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in (globaal) numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden
Kenmerken
Datering:
[1910] 1918-1978 [2021]
over het archief:
Dominee Frits "de Zwerver" Slomp was één van de oprichters van de Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers.
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Omvang:
1,3 meter (252 inventarisnummers)
Status:
NIOD-KNAW collectie - private schenking
Trefwoorden:
Categorie:
Zie ook:
laatste wijziging 29-11-2022
260 beschreven archiefstukken
9 gedigitaliseerd
totaal 9 bestanden