Uw zoekacties: Concentratiekampen buiten Nederland

250k Concentratiekampen buiten Nederland ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar.

    De inventarisnummers 615, 823, 888, 893, 1211, 1228-1233 en 1255-1256 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.

    Alle overige inventarisnummers zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.

    Uitzondering hierop zijn inventarisnummers 1178 en 1259 die volledig openbaar zijn.
    Meer uitleg over openbaarheidsbeperkingen leest u hier.
    Inleiding
    titel archief
    archiefvormer
    omvang
    citeer en aanvraaginstructie
    periode van ontstaan
    beheersgeschiedenis/overbrenging naar het RIOD
    aard van de archiefbestanddelen
    ordening van de archiefbestanddelen
    selectie, vernietiging en bewerking
    aanvullingen
    wettelijke status
    reproductiebeperkingen
    taal van de archiefbescheiden
    materiële staat
    bewerking
    Gedigitaliseerde inventarisnummers
    Volledig digitaal beschikbaar zijn de inventarisnummers 1178 en 1259.
    Inventaris
    aanvraaginstructie
    Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
    onder vermelding van: archief 250k, inv.no. ...
    Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
    links naast de beschrijving van de stukken
    Buchenwald
    Geschiedenis
    250k Concentratiekampen buiten Nederland
    Inventaris
    Buchenwald
    Geschiedenis
    Genoemd naar de kalksteenheuvel waarop het kamp gebouwd was werd Buchenwald in de zomer van 1937 in gebruik genomen als Konzentrationslager Ettersberg. Twee weken nadat de eerste 149 gevangenen op 15 juli 1937 het kamp betraden, kreeg het de naam Buchenwald. Tot het kamp behoorden niet alleen de gebruikelijke barakken, werkplaatsen en een crematorium maar ook een grote kazerne van de SS die onder meer exercitieterreinen, lazaret, schietbanen en wapenkamers omvatte. Voorzien van een manege, woonhuizen voor bewakers en hun gezinnen en zelfs een valkenhof groeide Buchenwald uit tot een SS-voorstad van de vlakbij gelegen stad Weimar *  .
    kampbevolking
    In de beginjaren stuurden politie of Gestapo hun arrestanten naar Buchenwald. Naast een grote groep politieke gevangenen waren er ook Jehovah's Getuigen, homosexuelen, Sinti en Roma en criminelen. Met name na de Kristallnacht van 9-10 november 1938 verbleven duizenden joden in erbarmelijke omstandigheden in provisorische houten barakken.

    Naarmate steeds meer landen onder Duitse bezetting raakten, nam het aantal buitenlandse gevangenen gestaag toe tot zij medio 1944 negentig procent van de kampbevolking uitmaakten *  . Vanaf 1942 vormden Poolse en Sovjet dwangarbeiders en politieke gevangenen uit alle delen van Europa de grootste groepen gevangenen. Opvallende individuele gevangenen waren de Italiaanse koningsdochter Mafalda von Hessen, de Franse regeringsleider Leon Blum en de familie van Claus Schenk von Stauffenberg, de pleger van de aanslag van 20 juli 1944.
    Nederlandse gevangenen
    De eerste Nederlanders in Buchenwald waren de gijzelaars die in juli en oktober 1940 waren opgepakt als represaille voor het interneren van Duitsers in Nederlands-Indië. Onder de 232 gijzelaars die in juli waren opgepakt bevonden zich voornamelijk verlofgangers uit Nederlands-Indië. De oktober-groep bestond uit 116 vooraanstaande wetenschappers, politici en kunstenaars. Naar schatting zijn zo’n 3.300 Nederlanders in Buchenwald geweest, waarvan er zeker 497 omkwamen *  . Bijna tien procent van de slachtoffers behoorde tot de groep joden die op 22 en 23 februari 1941 bij het Amsterdamse Jonas Daniël Meyerplein was gearresteerd. Via kamp Schoorl werden 389 joodse mannen naar Buchenwald gevoerd waar zij onder erbarmelijke omstandigheden moeten werken. Drie maanden later, op 22 mei, gingen de overgebleven 341 naar Mauthausen waar zij allen omgebracht werden *  .
    Een derde groep Nederlandse gevangen werd op 9 april 1941 binnengebracht. De 157 leden van de verzetsgroep "De Geuzen" kregen de rode driehoek die aangaf dat ze beschouwd werden als politieke gevangenen. Zij verblijven het langste in Buchenwald: bij de bevrijding in april 1945 zijn nog 42 Geuzen in het kamp *  . Zij zien honderden andere Nederlandse gevangen het kamp binnenkomen en weer verlaten. Met de grote transporten van begin 1942 uit Kamp Amersfoort arriveren vele communisten. Verder zijn er 36 Nederlandse Jehovah’s Getuigen in het kamp en staan 81 Nederlanders geregistreerd als asociaal *  . Veelal komen zij terecht in de blokken 32 en 49, die bekend raken als de Nederlander-barakken. In augustus 1944 arriveert uit Auschwitz een transport met Sinti en Roma waarbij ook 49 Nederlanders zijn. Vanaf oktober 1944 komen ook Nederlandse joden in kleine groepen aan, in totaal meer dan vierhonderd.
    In 1941 werd een bioscoopbarak ingericht waar vanaf 1943 gebrek aan kleding ook lijfstraffen werden voltrokken. Behalve filmvertoningen wisten de gevangenen in hun spaarzame vrije tijd sportwedstrijden, theatervoorstellingen en muziekuitvoeringen te organiseren. Tot hun overlevingsstrategieën behoorde ook solidariteit. Niet alleen binnen de verschillende groepen gevangenen was sprake van onderlinge steunverlening, ook de verschillende nationaliteiten organiseerden hulp binnen de eigen kring. Naast de Poolse, Franse en Italiaanse hulpgroepen ontstond in juli 1944 een Nederlands Comité waar katholieken en protestanten naast communisten en sociaal-democraten samenwerkten. Behalve met directe steunverlening hield het comité zich ook bezig met de politieke toekomst na de bevrijding *  .
    dwangarbeid en mishandeling
    Tot 1941 had het merendeel van de gevangenen bijgedragen aan de uitbreiding van het kamp. Vanaf 1942 werden ze steeds vaker tewerkgesteld ten behoeve van de bewapeningsindustrie. Ook werden ze steeds vaker ingezet buiten de omheining van het kamp. Toen de Duitse steden tegen het einde van 1942 intensiever gebombardeerd werden, kregen gevangenen de taak het puin te ruimen. In de loop van 1943 nam het aantal buitencommando’s sterk toe *  . Sommige waren gericht op de vernietiging van gevangenen door zware arbeid, zoals in buitencommando Dora. Om de gevangenen die meer gespecialiseerde werkzaamheden verrichtten tot een grotere productie aan te sporen werd een beloningssysteem ingevoerd. Hiertoe hoorden het toewijzen van extra rantsoenen tabak of voeding en het bezoek aan het in 1943 ingerichte kampbordeel. Met dit doel arriveerden in juli dat jaar de eerste zestien vrouwen in het kamp.
    De verschuiving naar een industrieel complex ging gepaard met een commandowisseling. Standartenführer Karl Otto Koch die sinds juli 1937 kampcommandant was, werd in januari 1942 vervangen door Oberführer Hermann Pister. Met het aantreden van Pister, die tot april 1945 zou aanblijven, kwam er meer nadruk op verhoging van de arbeidsproductiviteit waardoor diverse willekeurige mishandelingen, zoals strafappèls, minder voorkwamen. Maar onder het nieuwe bewind bleven zware bestraffingen plaatsvinden en hadden bepaalde groepen gevangenen, hoofdzakelijk joden, nog steeds te lijden onder mishandelingen. Zowel in het kamp als in de buitencommando’s bleven zware arbeid, karige medische zorg, ondervoeding, kou en gebrek aan kleding hun dagelijkse tol eisen.

    Van de krijgsgevangenen die als arbeidskracht werden ingezet zijn velen geëxecuteerd: tussen 1941-1943 zijn minstens zevenduizend Sovjet-krijgsgevangenen door "Kommando 99" met een nekschot gedood. Eind 1943 werden 36 Poolse officieren opgehangen en bijna een jaar later 38 geallieerde geheim agenten. Naast deze massa-executies werden ook vele honderden individuele gevangenen en dwangarbeiders ter dood gebracht *  . In Buchenwald kwamen honderden zieken om het leven door injecties met dodelijke vloeistoffen; ook werden medische experimenten uitgevoerd.

    Tussen juli 1937 en eind maart 1945 passeerden bijna 240.000 gevangenen de poorten van Buchenwald. Het aantal geregistreerde doden bedraagt 34.375. Van de 27.000 vrouwelijke gevangenen die in de buitencommando’s werkten, stierven er 336. Buiten de registratie vielen de duizenden slachtoffers van de massa-executies en dodenmarsen zodat het werkelijke sterftecijfer veel hoger te schatten is *  .
    de laatste dagen
    Naarmate steeds meer kampen in de frontzone geëvacueerd werden, werden steeds meer gevangenen in Buchenwald opeen gepropt. Begin april 1945 bereikte de overbevolking een hoogtepunt toen er 48.000 gevangenen op het terrein waren *  . Buchenwald en de buitencommando’s werden vanaf 7 april ontruimd zodat de eenheden van de 6e Amerikaanse pantserdivisie die het kamp in de namiddag van 11 april bereikten, nog 21.000 gevangenen aantroffen *  .
    Tijdens het Buchenwald-proces dat tussen april en augustus 1947 plaatsvond, werden 22 doodstraffen uitgesproken, negen vrijheidsstraffen waarvan vijf maal levenslang. Tot 1965 vonden nog 38 processen plaats waarbij zeker elf terdoodveroordelingen werden voltrokken *  .

    Kenmerken

    Datering:
    1945-heden
    over het archief:
    De collectie bevat documenten van zeer diverse aard over de grote concentratiekampen in Europa. Onder meer materiaal van instanties die na de oorlog opsporingen verrichtten naar vermiste personen en belangenverenigingen van oud-gevangenen. Een groot deel van de bescheiden is naoorlogs, al bevinden zich verscheidene contemporaine stukken in de collectie.
    Openbaar vanaf:
    01-01-2025
    Soort:
    Collectie
    Openbaarheid:
    Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
    Omvang:
    5,4 meter (1266 inventarisnummers)
    Status:
    NIOD-KNAW collectie
    Trefwoorden: