Uw zoekacties: Vrij Nederland

185a Vrij Nederland ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief
  • Inventaris of plaatsingslijst
  • Eventueel bijlagen
  • De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

    De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

    De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

    Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

    beacon
     
     
    Openbaarheid
    Het archief is in zijn geheel openbaar.
    Inleiding
    Op 31 augustus 1940 verscheen het eerste nummer van het illegale blad Vrij Nederland, een initiatief van een groepje jonge mensen dat de schoolbanken nog maar nauwelijks was ontgroeid. De oplage bedroeg 130 gestencilde exemplaren. In december 1941 verscheen het blad voor het eerst in gedrukte vorm in een oplage van 6000 exemplaren. Rond die tijd werd het blad door de Sicherheitsdienst al aangemerkt als de 'weitverbreiteste und gefährlichste Hetzschrift' die in Nederland circuleerde. Die gevreesde reputatie nam daarna alleen maar toe. VN groeide uit tot een van de grootste en gezaghebbendste illegale bladen.
    Voor een belangrijk deel was dat het werk van de onderwijzer, dichter, schrijver en verzetsman H.M. van Randwijk (9 november 1909-13 mei 1966). Hij nam eind 1941 het hoofdredacteurschap op zich nadat omvangrijke arrestaties Vrij Nederland aan de rand van de afgrond hadden gebracht. Juist omdat de geschiedenis van VN en die van Van Randwijk in een cruciale periode grotendeels samenvallen, is zijn persoonlijk archief ondergebracht bij dat van het blad.
    Een breekpunt in de oorlogsgeschiedenis van Vrij Nederland vormde een splitsing van de groep die begin 1943 leidde tot de oprichting van Trouw. Naast ontevredenheid over Van Randwijks toenemende links-politieke koers was zijn streven naar een gecentraliseerde leiding van de illegale organisatie ter vergroting van de veiligheid voor sommigen een onaanvaardbare beknotting van hun autonomie. Pas na het vertrek van de 'dissidenten' kreeg Van Randwijk de gelegenheid de strak geleide organisatie op te bouwen die hem voor ogen stond. Zijn behoefte aan regie en ordening leidde behalve tot een stroom van -vaak schriftelijke- aanwijzingen aan zijn medewerkers, tot de noodzaak veel op papier vast te leggen en op te slaan.
    De neerslag daarvan is te vinden in een archief dat door zijn volledigheid en omvang het predikaat 'uniek' verdient. Daardoor is het niet alleen van groot belang voor de geschiedschrijving van Vrij Nederland, maar ook voor die van de Nederlandse illegale pers en de (progressieve) illegaliteit als geheel.
    Van Randwijk en de zijnen zagen hun verzetsblad echter ook als wegbereider van grootscheepse maatschappelijke hervormingen na de bevrijding. Om daaraan te kunnen bijdragen werd besloten tot voortzetting van Vrij Nederland na de oorlog. Er kwam een Stichting "Vrij Nederland", die niet alleen een weekblad uitgaf, maar die ook een vormingscentrum en een uitgeverij beheerde om de idealen uit de bezettingstijd gestalte te geven. In 1952 moest echter worden erkend dat de stichting niet langer levensvatbaar was; om die reden was Van Randwijk al vertrokken. Het archief van de Stichting "Vrij Nederland" is eveneens in deze inventaris opgenomen omdat het organisch samenhangt met de geschiedenis van het illegale blad.
    De verdere carrière van H.M. van Randwijk, die vanuit dezelfde idealen die hem voor en tijdens de oorlog dreven, als uitgever, journalist en politicus na 1952 actief bleef, is te volgen in zijn persoonlijke archief.
    Michel Gruythuysen reconstrueerde het oorlogsarchief van Vrij Nederland, en hij ordende en beschreef het archief van zowel de Stichting "Vrij Nederland" als de collectie-Van Randwijk. Hij voorzag de inventaris tevens van overzichten, een uitgebreide index en een inleiding. Deze wordt voorafgegaan door een tot nog toe ongepubliceerd gebleven geschiedenis van het ontstaan van Vrij Nederland (periode 1940-1941). Auteurs zijn Paul Koedijk en Gerard Mulder, die H.M. van Randwijk. Een biografie (Amsterdam 1988) op hun naam hebben staan. Voor dit boek ontvingen zij in 1989 de Loe de Jong-prijs.
    De opzet en aanpak van de oorspronkelijke inventaris is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de begeleidingscommissie, bestaande uit Michel Gruythuysen, Paul Koedijk, Peter van der Maas en Erik Somers.

    Amsterdam, augustus 1995
    Geschiedenis
    I Het illegale Vrij Nederland
    Ia Het ontstaan van Vrij Nederland 1940-1941
    Ib De Watergraafsmeer-Groep
    Ic Van Randwijk bij Vrij Nederland
    Id Organisatie en verspreiding
    Ie Inhoud
    If Vervolging
    Ig Samenwerking met illegale groepen
    185a Vrij Nederland
    Geschiedenis
    I Het illegale Vrij Nederland
    Ig
    Samenwerking met illegale groepen
    De organisatie VN was niet uitsluitend actief op het terrein van de illegale pers. Vanaf het begin was ze betrokken geweest bij spionage- en commandoactiviteiten. Deze activiteiten bleven ver achter, vergeleken met de werkzaamheden ten behoeve van de illegale krant. Ook andere werkzaamheden werden ondernomen, zoals financiële hulp aan onderduikers. Dit laatste bracht VN in contact met Groep 2000, een restant uit de pionierstijd van VN. De Groep 2000 richtte zich voornamelijk op het steunwerk ten behoeve van onderduikers en relaties van gevangen of omgekomen verzetsmensen. Niet alleen werden bonnen en geld gedistribueerd, ook werden voedsel pakketten gestuurd naar de kampen Westerbork en Vught en naar Duitse concentratiekampen. Een fusie tussen de "oergroep" en VN leek voor de hand te liggen. *  Zo ver kwam het niet. De nasleep van een Duitse inval in het hoofdkwartier van Groep 2000 had de verstandhouding tussen Groep 2000 en VN danig bekoeld. Op 30 april 1945 liet de CL van VN Groep 2000 schriftelijk weten geen belang meer te hechten aan de samenwerking. * 
    In 1942 kwam een verbinding tot stand met Zwitserland. Na een succesvolle reis naar Genève van Hebelotte Kohlbrugge, medewerker van VN, werd een communicatielijn, de Zwitserse Weg, opgezet tussen bezet Nederland en Londen. Verzameld materiaal, afkomstig uit diverse bronnen, werd in Nederland gemicrofilmd en vervolgens, vakkundig verstopt in wetenschappelijke boeken, verstuurd naar Zwitserland. Langs dezelfde weg kwam gemicrofilmd materiaal uit Engeland naar Nederland.
    Naarmate het belang van de Zwitserse Weg toenam kreeg organisatie meer gewicht. Er kwam een Politieke Commissie (PC), die voortaan de redactie ging voeren over het materiaal dat met de Zwitserse Weg meeging. Tot de initiatiefnemers behoorden H.M. van Randwijk, A.H.van Namen, J. Cramer, N. Stufkens en Slotemaker. Hebelotte Kohlbrugge, een van de initiatiefnemers van de Zwitserse Weg, maakte geen deel uit van de PC. Zij beschouwde dit als een ontkenning van haar inbreng.
    Kohlbrugge had risico's voor het verzet gelopen en verdiende dat er rekening met haar mening werd gehouden. De manier waarop ze werd teruggedrongen uit de kern van de Zwitserse Weg verdiende geen schoonheidsprijs. Langzamerhand raakte Hebelotte Kohlbrugge meer betrokken bij het werk van de OD [Orde Dienst], waarmee zij regelmatig contact had in verband met het versturen van spionagemateriaal via de Zwitserse Weg. Bij de OD werden de activiteiten van Kohlbrugge serieuzer genomen dan bij VN. De OD ging Kohlbrugge steeds meer beschouwen als de intermediair voor de contacten met VN. Van Randwijk verweet Kohlbrugge een dubbele loyaliteit er op na te houden, namelijk zowel jegens de OD als jegens VN. Gesprekken tussen Kohlbrugge en Van Randwijk verliepen dan ook in een sfeer van wederzijds wantrouwen. Toen Kohlbrugge een rapport met militaire gegevens, bedoeld voor de Nederlandse regering te Londen, had overhandigd aan de OD zonder de PC daarin te kennen barstte de bom. De breuk tussen VN en Doortje [Hebelotte Kohlbrugge] voltrok zich nu snel. In een gemeenschappelijke verklaring werd de samenwerking tussen Kohlbrugge en VN opgezegd. * 
    In 1944 stond Doortje Kohlbrugge opnieuw tegenover Van Randwijk en Van Namen. Al sinds ze van VN naar de OD was overgestapt, eind oktober 1943, had zij contact onderhouden met fotograaf W. Prins, die de stukken van de Zwitserse Weg microfilmde. Op basis van een formele opdracht van de OD had Kohlbrugge de fotograaf Prins kopieën van alle zendingen van de Zwitserse Weg laten maken. Uit het materiaal werd een soort "knipselkrant" samengesteld en vervolgens gemicrofilmd. Per toeval was dit filmrolletje bij VN beland. Van Randwijk en Van Namen beseften een gigantisch schandaal binnen de illegaliteit te hebben blootgelegd. De OD bespioneerde een verzetsgroep. VN wenste ieder contact met de OD te verbreken. Echter na bemiddeling van enkele verzetsrelaties kwamen de opponenten overeen de kwestie niet verder uit te vechten en een minimum aan zakelijke samenwerking in stand te houden. De achterdocht tegenover de OD zou blijven bij Van Randwijk en de zijnen.
    Uit dezelfde periode stammen de contacten tussen VN en de spionagegroep Blauw/Rinus, een voortzetting van de Belgisch/Hollandse spionagegroep Dienst WIM. De leiding van Dienst WIM was in handen van de Belg Gaston Vandermeersche [schuilnaam "Rinus"]. De groep was door arrestaties in het voorjaar van 1943 vrijwel geëlimineerd en de verbinding met Londen kwijtgeraakt. André Koch, alias Jon Blauw en Jaap Ie Poole trachtten de restanten van het informatienetwerk nieuw leven in te blazen.
    In het laatste oorlogsjaar organiseerde VN gewapende verzetsgroepen, de zogenaamde VN-vendels onder leiding van W. Vierveijzer en later onder leiding van Ab de Boer. * 
    VN onderhield goede contacten met diverse andere illegale persorganen. Van oudsher bestond er een hartelijke relatie tussen Het Parool en VN. Van Randwijk en Het Parool-redacteur Van Heuven Goedhart onderhielden geregeld contact. Net als VN hield Het Parool zich bezig met de noodzaak van maatschappelijke hervormingen na de bevrijding. Bewijs van deze samenwerking vormt onder andere de gezamenlijke uitgave van Het Manifest in april 1944. Ook met andere verzetsorganisaties bestonden nauwe relaties. Zo kon Het Vaderland, een blad voor de Nederlandse arbeiders in Duitsland, uitgegeven door de Haagse groep van Ons Volk, rekenen op financiële bijdragen van VN.
    Ig Coördinatie van de illegaliteit
    Ih Voorbereiding op een legaal bestaan van Vrij Nederland
    II Vrij Nederland na de oorlog
    III Archief en archiefbewerking
    Inventaris
    Bijlagen
    Lijst van afkortingen
    Samenstelling van de leiding van Vrij Nederland [Centrale Leiding]
    Illegale periodieke uitgaven door Vrij Nederland verzorgd
    Illegale periodieke uitgaven verzorgd met medewerking van Vrij Nederland
    Archiefschema "documentatie-archief" illegaal Vrij Nederland
    Verschijningsdata van Vrij Nederland [landelijke uitgave]
    Literatuur en bronnen
    Specificaties van inventarisnummers
    6.1. Bijlage 1: specificatie van inventarisnummer 271
    6.2. Bijlage 2: specificatie van inventarisnummer 144
    6.3. Bijlage 3: specificatie van de inventarisnummers 490-497
    6.4. Bijlage 4 specificatie van inventarisnummers 73-79
    6.5. Bijlage 5: specificatie van inventarisnummer 128
    6.6. Bijlage 6: specificatie van de inventarisnummers 589, 591-592
    6.7. Bijlage 7: specificatie inventarisnummer 618, chronologisch geordend
    6.8. Bijlage 8: specificatie van inventarisnummers 658-659

    Kenmerken

    Datering:
    1931-1970
    over het archief:
    Clandestiene krant, opgericht in juli 1940. Het eerste nummer verscheen rond 31 augustus 1940. Na een arrestatiegolf in het voorjaar van 1941 werd het blad voortgezet door onder meer H.M. van Randwijk (archief 186 d), mr. A.H. van Namen, dr. Gesina H.J. van der Molen, W.P. Speelman en H.P. Hos. Na een conflict eind 1942 maakten Speelman, Hos en Van der Molen zich los van Vrij Nederland en legden de grondslag voor het illegale blad Trouw.
    Openbaarheid:
    Volledig openbaar
    Omvang:
    6 meter (769 inventarisnummers)
    Status:
    NIOD-KNAW collectie
    Trefwoorden:
    Categorie:
    Archiefvormer(s):