Na het faillissement van de firma in 1963 bleef het resterende bedrijfsarchief achter in de garage van de directeursvilla 'De Morse' aan het Weurden te Winterswijk. In verband met de verkoop van het pand eind jaren '60 droeg de weduwe Meijerink dit bestand over aan haar neef J.W. Broer te Valkenswaard. Deze gaf enige bescheiden, schilderijen en voorwerpen in bruikleen aan Vereniging Het Museum te Winterswijk voor de inrichting van haar textielexpositie. De overige archiefbescheiden werden in 2010 overgedragen aan het Achterhoeks Archief.

Dit fragmentarische archief bevat meest administratie betreffende produktie en financiën. Uitgezonderd enkele brievenboeken werd geen correspondentie als serie aangetroffen. De weinige brieven en fakturen werden los aangetroffen als bijlagen en notitiepapier.
De series bedrijfsinventarissen, volgens etiket oorspronkelijk aanwezig t/m 1934, bleken incompleet.

De formele naam van het moederbedrijf ten tijde van het faillissement in 1963 was 'N.V. Winterswijksche Textielveredelingsindustrie J.W. Meijerink & Co.' Betreffende de bedrijfsonderdelen blekerij, ververij, confectiefabriek en filialen zijn echter maar weinig stukken aanwezig. Aangezien het bestand met name betrekking heeft op de oorspronkelijke kernaktiviteit, is gekozen voor de oude firmanaam 'Winterswijksche Stoomweverij J.W. Meijerink & Co.'

De begindatum van het bestand is ontleend aan het oudste verkoopboek. Het eindjaar, ontleend aan de correspondentie, is tevens het jaar van het faillissement van het bedrijf en van het overlijden van de laatste directeur. De aangetroffen bladen met genealogische notities betreffende de verwante familie Van Hengel uit de 18e en begin 19e eeuw zijn niet in de datering van het bedrijfsarchief opgenomen, om misverstanden betreffende de looptijd van dit archief te voorkomen.