Aanvankelijk zal de doopsgezinde gemeente weinig hebben geregistreerd en bewaard, uit vrees voor vervolging. Uit de 17e eeuw is niets, uit de 18e eeuw zeer weinig bewaard gebleven. Het oudste register, aangelegd in 1746 door ds. Enno Wiersma, bevat historische notities, doop-, huwelijks- en overlijdensregistratie, en notulen van vergaderingen, voortgezet t/m 1966. Het archief werd van oudsher door de predikant en de administrerende broeders thuis bewaard. Ds. Fleischer stelde in 1911 een jubileumboek samen. In 1961 schreven enkele broeders een vervolg. Samenwerking met zustergemeente Zutphen leidde er in de jaren "70 toe, dat het oud-archief werd ondergebracht bij het Stadsarchief aldaar. Nadat de Gemeente Winterswijk zich in 1980 aansloot bij het Samenwerkingsverband Oost-Gelderland werd dit bestand aan het Streekarchivariaat overgedragen. Oud-voorzitter Wierenga en echtgenote bekostigden in 1995 de restauratie van het oudste 'kerkenboek'. In dat jaar werd in het kader van de Menno Simons-herdenking ook een expositie uit eigen archief getoond in de plaatselijke Openbare Bibliotheek. Het oudste stuk is een akte uit 1711 betreffende de toegang tot de Vermaning, die in dat jaar in gebruik werd genomen. Door bemiddeling van dr. B. Willink werd in 2005 van de familie Martin een afgedwaald kasboek met inventarissen uit de periode 1727-1822 terug ontvangen, afkomstig uit de nalatenschap van oud-penningmeester G.J. Willink. In het archief werden uit diens nalatenschap ook stukken aangetroffen van de Vereniging tot Bevordering van Maatschappelijk Verkeer, die in overleg zijn teruggeplaatst in het desbetreffende archief.
Het jongere bestand is niet kompleet. Notulen en correspondentie van de periode na 1965 berusten nog bij (oud-)bestuursleden thuis. Verslaggeving van commissies en zondagschool zie ook jaarverslagen en notulen van ledenvergaderingen.