Uw zoekacties: Polder Walcheren 1511-1870, 1511-1870

3000 Polder Walcheren 1511-1870, 1511-1870 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
3000   Polder Walcheren 1511-1870, 1511-1870
Inleiding
[Woord vooraf]
1. Het eiland Walcheren
2. Het bestuur
3. De archieven
[Verantwoording van de bewerking]
laatste wijziging 14-11-2023
3.928 beschreven archiefstukken
473 gedigitaliseerd
totaal 20.191 bestanden
Regestenlijst
Bij hetgeen reeds in de inleiding (blz. 72 vlg.) over de vervaardiging van de regesten is gezegd, wordt hier nog het volgende opgemerkt. Ten einde alles, wat de samenstelling en den titel van het bestuur van het eiland Walcheren betreft, voor den dag te brengen, zijn alle bijzonderheden, die de stukken daaromtrent bevatten, in de regesten opgenomen. Het scheen echter niet noodig de vermelding van de namen en ambten der Gecommitteerden van de Staten en der Breede geërfden verder dan tot 1574 uit te strekken. Van af het beginman de reformatie is volstaan met de vermelding van de benaming van het bestuur in zijn geheel.-Het weglaten van den datum in onopgelosten vorm aan het einde van een regest, dagteekenende na de invoering van den Gregoriaanschen kalender (1582), schijnt mij niet wenschelijk.
1438-1535 (regestnummers 1-101)
1536-1565 (regestnummers 102-200)
1566-1579 (regestnummers 201-287)
3000 Polder Walcheren 1511-1870, 1511-1870
Regestenlijst
1566-1579 (regestnummers 201-287)
Organisatie: Zeeuws Archief
laatste wijziging 12-07-2011
201 1566 April 4.
Philips, koning van Castillien, geeft op verzoek van de drie Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden een plakkaat van politie voor de dijkage van Walcheren.
Den vierden Aprilis a°. XVC vijff ende tsestich stylo curie Hollandie, van onsen rijcken te wetene van Spainguien, Secillien etc. thienste ende van Naples twelfste.
a) Afschrift van den notaris C. Croone, d.d. 1589, van een afschrift van den notaris P(ieter) Wilsens, d.d. (c. 1585), van een afschrift van den notaris S. Brouckhovens, dd. (c. 1575) van een afschrift "by den voorschreven Deynoot onder-"teeckent", d.d. (c. 1566), (Inv. nr. 142).-Onder dit stuk is een ander, d.d. 21 Mei 1566, (zie nr. 202) afgeschreven.
b) Afschrift van (den griffier mr. Karel Koenraad Reitz, d.d. c. 1775) van het sub a vernielde afschrift, in Inv. nr. 838 (h).
c) Afschrift, d.d. (c.1775), van het Groot plakkaatboek II, 1825/6, in Inv. nr. 1003 (a)
202 1566 Mei 21.
Jan Turck, deurwaarder bij het Hof van Hollandt, certificeert, dat hij ten verzoeke van de drie Staten van Walcheren het plakkaat van politie, d.d. 1566 April 4, waaronder dit geschreven is, (zie nr. 201) heeft gepubliceerd binnen Vere op den 15den, Middelburch den 16den, Vlissingen, Westcappel, Domburch en Soutelande den 17den, en Coudekercken, Oude-Vlissingen, Oistersoubburch, Rithem, Welsinghen, Sandijck en den Polder den 19den en 21 sten Mei 1566.
Actum ten dage ende jaere voirscreven.
a) Afschrift van den notaris C. Croone, d.d. 1589, van een afschrift van den notaris P(ieter) Wilsens, d.d. (c.1585), van een afschrift van den notaris S. Brouckhovens, d.d. (c.1575), van een afschrift "by den voorschreven Deynoot onderteeckent", d.d. (c.1566), (Inv. nr. 142).
b) Afschrift van (den griffier mr. Karel Koenraad Reitz, dd. c.1775) van het sub a vermelde afschrift, in Inv. nr. 838 (h)
203 1566 December 17.
Nicolaus De Castro, bisschop en (prelaat van Middelburch), Pieter Haeck en mr. Adriaen De Proost, van wege (den prins van) Orangien, garde noble (van heer Philips Willem), graaf van Buren, heer van Sinte Maertensdijck, Gillis Pieters zoon Schijs (burgemeester), Pieter Sebastiaensen en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, schepenen, van wege de stad (Middelburch), vertegenwoordigende de drie Staten des eilands van Walcheren, mr. Roellandt De Pottere, pensionaris van prelaat en edelen, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren de 7de rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 2 schellingen 6 grooten der voorschreven watering en van de 14grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen in Popkensburch, geschoten in 1566, benevens van de 10 grooten van elk gemet van het halve schot af, onder voorgaand protest, gedaan door bisschop en edelen tegen het heimelijk verkregen octrooi (van 1560 Augustus 13, zie nr. 172) en contra protest door die van Middelburch, waarvan proces in den Secreten Raad hangende is.
Actum den XVIIen Decembris XVC ende zessentsestich.
Oorspr. in Inv. nr. 309
204 1566 December 23.
Dezelfde auditeurs hooren de 4de rekening van Joris Van Steynemoelen, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westerzouburch en Westwatering met Oude-Vlissinghen, van de 2 schellingen 6 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 14 grooten Vls. van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1566, benevens van de 10 grooten van elk gemet van het halve schot en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1565/6 af, onder voorgaand protest, gedaan door prelaat en edelen tegen het heimelijk verkregen octrooi (van 1560 Augustus 13, zie nr. 172) en contra protest door die van Middelburch, waarvan proces in den Secreten Raad hangende is.
Den XXIIIen Decembris XVC zes ende tzestich.
Oorspr. in Inv. nr. 455
205 1566 December 24.
(De Groote Raad te Mechelen, recht sprekende in de zaak tusschen crediteuren van het sterfhuis van heer Maximiliaen Van Bourgoingue, markgraaf van der Veere, impetranten, eener- en de curators van het voorschreven sterfhuis, gedaagden, andererzijds bepaalt, dat) den kooper zal volgen een portie in de 4000 guldens, die in plaats van het surcrois van de beden zijn gekomen, tot onderhoud van eenige officieren etc.; de prerogatieven van den tweeden Staat en stem in zake de dijkage van Walcheren; de autoriteit om in de Oostwatering een commies te stellen; en bovendien het dijkgraafschap van die watering en het waterklerkschap, tegen eene recognitie van 200 Carolusguldens 's jaars.
Gegeven in den Grooten Raede den XXIIII Decembris XVCLXVI.
Afschrift van den griffier Floris Van Grijpskercke, d.d. 1578, van een extract uit de sententie van decreet van den Grooten Raad te Mechelen van den notaris J. Buyscet, d.d. 1575, in Inv. nr. 1, fol. 162
206 1567 December 17.
Nicolaus De Castro, bisschop en prelaat van Middelborch, mr. Adriaen De Proost, van wege den prins van Orangien etc., garde noble van heer Philips Willem, graaf van Buren, heer van Sinte-Martinsdijk, Pieter Sebastiaensen en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege die van Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren in tegenwoordigheid van jhr. Philibert Van Serooskercke, rentmeester van Bewester Schelt, als hiertoe gecommitteerd bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) de 8ste rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 2 schellingen 6 grooten der voorschreven watering en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van Popkensburch, geschoten in 1567, af.
Den XVIIen Decembris XVC zevenentzestich.
Oorspr. in Inv. nr. 310
207 1567 December 19.
Nicolaus De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, mr. Adriaen De Proost, van wege den prins van Oranguen etc., als garde noble van heer Philips Willem, graaf van Buren, heer van Sinte-Martinsdijck, Gillis Pieters zoon Schijs, burgemeester, en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege de stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren in tegenwoordigheid van jhr. Philibert Van Serooskercke, rentmeester van Bewester Schelt, als hiertoe gecommitteerd bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) de 5de rekening van Joris Van Steynemoelen, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westerzoubburch en Westwatering met Oude-Vlissinghen, van de 2 schellingen 6 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 8 grooten Vls. van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1567, benevens van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1566/7 af.
Den XIXen Decembris anno XVC ende zevenentzestich.
Oorspr. in Inv. nr. 456
208 1568 Januari 13.
De Staten 's lands van Walcheeren en de Gecommitteerden van de Breede geërfden komen overeen, dat Pieter Esselsen (sic) en Symon Jacopsen Magnus zullen loten om het penningmeesterschap van de drie wateringen over het jaar 1568, op eene gage van 22 pond gr. Vls., onder voorwaarden, dat hij, die penningmeester wordt, niet meer dan de genoemde som zal mogen eischen en zich zal regelen naar den inhoud van de ordonnantie, op het penningmeesterschap gemaakt, en benoemen daartoe den voorschreven Magnus, op wien het lot gevallen is.
Op den XIIIen Januarii XVc zevenentzestich stilo curie.
a) Gelijktijdig afschrift vóór in Inv. nr. 457.
b) Gelijktijdig afschrift (van den griffier) in Inv. nr. 1, fol. 163
209 (1568 Januari 13).
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren maken de hier afgeschreven ordonnantie op het penningmeesterschap van de drie wateringen, welk ambt bij loting tusschen Pieter Elsselssen en Symon Jacobssen Magnus aan laatstgenoemde te beurt is gevallen.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 166-169
210 (1568 Januari 13).
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden van de drie wateringen (sic) 's lands van Walcheren benoemen Symon Jacopssen zoon Magnus tot penningmeester voor het jaar 1568.
Gelijktijdig afschrift vóór in Inv. nr. 457
211 1568 December 20.
Nicolaus De Castro, bisschop en prelaat van Middelborch, heer Anthonis Van Bourgoingue, heer van Wackene, Cathem etc., van wege den koning als eersten edele van Zeelant, blijkens missive van den hertog van Alve, d.d. 1568 September 4, Pieter Sebastiaensen en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege de stad Middelborgh, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren in tegenwoordigheid van jhr. Philibert Van Serooskercke, rentmeester van Bewester Schelt, als hiertoe gecommitteerd bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) de 9de rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 2 schellingen 6 grooten der voorschreven watering en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van Popkensburch, geschoten in 1568, af.
Den XXen Decembris anno XVC achtentzestich.
Oorspr. in Inv. nr. 311
212 1568 December 22.
Dezelfde auditeurs hooren in tegenwoordigheid van denzelfden rentmeester de 1ste rekening van Symon Jacobs zoon Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westerzouburch en Westwatering met Oude-Vlissinghe, van de 2 schellingen 6 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1568, benevens van hetgeen, dat zuiver gekomen is van het halve schot, verschenen 1566, en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1567/8 af.
Den XXIIen Decembris anno XVC ende achtentsestich.
Oorspr. in Inv. nr. 457
213 1569 Maart 24.
Lambrecht Scyllinck, Adriaen Proos en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen (vertegenwoordigende de drie Staten des eilands van Walcheren), verklaren dat Anthonis Commers zoon Smoutaert op de hierbij geschreven voorwaarden pachter is geworden van 's lands vroonen "tusschen de dijcx zuytwert ende noorwert van Westcappelen" voor 5 pond gr. Vls. 's jaars.
Actum den XXIIIIen Martii 1568 stijl shoofs van Hollant.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 754
214 1569 December 16.
Nicolaes De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, heer Anthonis Van Bourgoingue, heer van Wackene, Catthem etc., kapitein en superintendent van Zeelandt, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaertsovere, van wege den koning als eersten edele van Zeelandt, blijkens commissie, d.d. 1569 Juli 13, Symon Symonssen Cost, burgemeester, en Pieter Sebastiaensen, van wege de stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren in tegenwoordigheid van jhr. Philibert Van Seroeskercke, rentmeester van Bewester Schelt, als hiertoe gecommitteerd bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) de 10de rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 2 schellingen 6 grooten der voorschreven watering en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van Popkensburch, geschoten in 1569, af.
Actum den XVIen Decembris anno XVC ende negenentsestich.
Oorspr. in Inv. nr. 312
215 1569 December 22.
Nicolaes De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, heer Anthonis Van Bourgoingue, heer van Wacken, Catthem etc., kapitein en superintendent van Zeelandt, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaertsovere, van wege den koning als eersten edele van Zeelandt, blijkens commissie, d.d. 1569 Juli 13, Symon Symonssen Cost, burgemeester, Pieter Sebastiaens zoon en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege de stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren in tegenwoordigheid van jhr. Philibert Van Seroeskercke, rentmeester van Bewester Schelt, als hiertoe gecommitteerd bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) de 2de rekening van Symon Jacops zoon Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westersoubburch en Westwatering met Oude-Vlissinghe, van de 2 schellingen 6 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1569, benevens van hetgeen, dat zuiver gekomen is van het halve schot, verschenen 1567, en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1568/9 af.
Den XXIIen Decembris anno XVC ende negen ende tzestich.
Oorspr. in Inv. nr. 458
216 1570 December 16.
Nicolais De Castro, bisschop en prelaat van Middelborch, mr. Adriaen De Proost, van wege heer Anthonis Van Bourgoingue, heer van Wacken en Catthem etc., kapitein en superintendent van Zeelandt en Walcheren, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaertsovere, van wege den koning als eersten edele, blijkens commissie, d.d. 1569Juli 13, Symon Symonsen Cost, burgemeester, Pieter Sebastiaensen, schepen, en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, secretaris der stad Middelborch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domborch, van wege de breede geërfden, hooren bij afwezigheid van jhr. Philibert (Van Serooskercke), rentmeester-generaal van Bewester Schelt, die bij octrooi, d.d. 1565 September 18 (lees: 28), (zie nr. 198) gecommitteerd is daarbij tegenwoordig te zijn, de 11de rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 2 schellingen 6 grooten der voorschreven watering en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van Popkensburch, geschoten in 1570, af.
Actum den XVIen Decembris XVC ende tseventich.
Oorspr. in Inv. nr. 313
217 1570 December 20.
Dezelfde auditeurs hooren bij afwezigheid van denzelfden rentmeester-generaal de 3de rekening van Symon Jacops zoon Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westerzoubburch en Westwatering met Oude-Vlissinghe, van de 2 schellingen 6 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 8 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1570, benevens van hetgeen dat zuiver gekomen is van het halve schot, verschenen 1568, en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1569/70 af.
Den XXen Decembris XVC seventich.
Oorspr. in Inv. nr. 459
218 1571 Februari 12.
Nicolaus De Castro (bisschop van Middelburg), Anthoine De Bourgoingue (van wege den eersten edele), Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege burgemeesters en schepenen der stad Middelborch, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, drie Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren, ontwerpen om de 1570 November 2 bekomen schade aan de dijkage van Walcheren te herstellen de volgende artikelen van inkomsten: / verhooging van den impost op wijn en bier met een derde deel gedurende 7 jaren, ingaande 1571 April 1, (zie nr. 198); 2 20 grooten Vls. van elk gemet van alle vrije landen over 1571 en 1572; 3 de 10de penning van het inkomen van alle tienden op Walcheren over 1571 en 1573; 4 de 10de penning van het inkomen der ambachten over 1571 en 1573; 5 de 10de penning van de huur van alle huizen, pakhuizen, taanhuizen, stoven, zoutketen, brouwerijen, zeeperijen en alle andere huizen in de steden en op het platteland van Walcheren over 1571 en 1573, te geven door den huurder en voor twee derde deelen te verhalen op den eigenaar; 6 18 grooten Vls. van elk blok darink, gedurende 6 jaren, te betalen door den eigenaar, 7 6 grooten Vls
219 1571 Maart 2.
Philips, koning van Castillien, geeft aan de Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren op het door hen gedaan verzoek om bekrachtiging van de ontworpen en hierin opgenomen artikelen van inkomsten, d.d. 1571 Februari 12, (zie nr. 218) octrooi: / tot verhooging van den impost op wijn en bier met een derde deel, overeenkomstig het concept; 2 tot het doen betalen van een Carolusgulden van elke morgen of 2 gemeten vrij land over 1571 en 1572; 3 tot het doen betalen van den tienden penning van alle tienden, ambachten, huishuren en renten der steden voor 2 jaren, als het concept; 4 tot het doen betalen van elk blok darink 18 grooten en van elke duizend steenen 6 grooten Vls. gedurende 6 jaren, als het concept; 5 om het eiland te belasten met erfrente, te lossen den penning 12, 13, 14 of 15, tot 6000 pond van 40 gr. 's jaars, in plaats van 6000 guldens in kapitaal, die onlangs zijn toegestaan; en 6 scheldt hun kwijt de 10000 guldens, die zij wegens geleende gelden nog schuldig zijn, alles onder voorwaarden van rekening dezer penningen te zullen doen en binnen een jaar aan den koning commissarissen te verzoeken om bij de auditie der rekeningen tegenwoordig te zijn.
Gegeven in onser stadt van Antwerpen den tweeden dach van Martio int jaer onss Heeren duysent vijfhondert tzeventich, van onsen rijcken te wetene van Spaenguyen, Sicilien etc. tXVIte ende van Napels tXVIIIte.
a) Oorspr. in Inv. nr. 766.-Het zegel van den koning is niet meer aanwezig.
N.B. Van achteren is het interinement van den Raad van domeinen en financiën, d.d. 27 Maart 1571, geschreven.-Geregistreerd in de rekenkamer in den Haghe in het vierde gele register, fol. 278
b) Afschrift, d.d. 1656, in Inv. nr. 766.
c) Afschrift van A(nthony) D(e) J(onge) Van Brunisse, d.d. 1656, in Inv. nr. 1010
220 1571 Mei 11.
Nicolaus De Castro, (bisschop van Middelburg), Anthoine De Bourgoingue (van wege den eersten edele), Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, van wege burgemeesters, schepenen en raad der stad Middelburch, Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des lands van Walcheren, eener- en Floris Cornelis' zoon Van Grijpskercke, voor hemzelf, en voor zijne weezen, Adriaen Luyckx zoon, Luenis Pieterssen zoon, Willem Cornelis' zoon en Willeboort Adriaens zoon Ter Stoepe, voor henzelven en als gemachtigden van de andere geërfden in den polder Oosternieulandt, andererzijds komen overeen omtrent de bedijking van dien polder en het onderhoud van den dijk gedurende 25 jaren.
Op den XI Maii XVC eenentseventich.
Oorspr. (Inv. nr. 829)
221 1571 Mei 15.
De notaris Pieter Schoutens instrumenteert, dat de Staten des eilands van Walchren en jhr. Jeronymus De Rolle, baljuw van de stad van der Veere, eigenaar van een onlangs geïnundeerd poldertje benoorden den Poldre der stede van der Veere, omtrent de reeds door laatstgenoemde begonnen herdijking overeen zijn gekomen, dat de Staten hem 800 pond van 40 gr. zullen leenen, waartegenover de genoemde Jeronymus De Rolle den dijk van het bedoelde poldertje tot de nu ontworpen hoogte, breedte en lengte zal brengen en leveren tot boven toe gekramd, waarna hij de geleende penningen binnen 6 jaren in termijnen van 133 pond 6 schellingen 8 grooten 's jaars zal teruggeven, waarvoor jhr. Philibert Van Tseroirtskercke, heer van Stavenisse etc., zich borg stelt. (Zie Bijlage I, nr. 229.)
Op huyden den XVen dach van Meye XVC eenentseventich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier Floris Van Grijpskercke van het origineele akkoord, in Inv. nr. 1, fol. 161
222 1571 October 25.
Pieter Jans zoon Rijcke, Maerte Pierse Heere, Wisse Jacops zoon, Jan Adriaens zoon Bueckelaere, Mattheeus Cornelis' zoon, Gillis Heyndricx zoon en Wouter Gillis' zoon, gezworenen van de Vijfambachten, oorkonden, dat Geleyn Adriaenssen en Jan Lammens (zoon), parochianen in Westcappel, als voogden van het weeskind van Jan Leyn Ouwe Piersen, genaamd Digman Janssen, aan de Staten des lands van Walcheeren den eigendom van 1 gemet 134 roeden lands te Westcappel, dat ten behoeve van den dijk beroofd is, overdragen.
Op den XXVen dach van October anno XVC eenentzeventich.
Oorspr. (Inv. nr. 747). Met 3 gedeeltelijk geschonden gezworenezegels in groene was
223 1571 December 20.
Nicolaes De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, Anthonis Van Bourgoingue, ridder, heer van Wacken, Cathem etc., kapitein en superintendent van Zeelandt en Walcheren, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaersovere, van wege den koning als eersten edele, blijkens commissie, d.d. 1569 Juli 13, Pieter Sebastiaensen, schepen, en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, secretaris der stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren bij afwezigheid van jhr. Philibert Van Seroeskercke, rentmeester-generaal van Bewester Schelt, die bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) gecommitteerd is daarbij tegenwoordig te zijn, de 12de rekening van Jacob Campe, generalen penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 3 schellingen 4 grooten Vls. der voorschreven watering, van de 14 g. Vls. voor dijkpenningen alleen van Popkensburch en van de 20 grooten van elk gemet van alle vrije landen, geschoten in 1571, af.
Actum den XXen Decembris anno XVC eenentseventich.
Oorspr. in Inv. nr. 314
224 1572 Januari 5.
Nicolaes De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, heer Anthonis Van Bourgoingue, ridder, heer van Wacken, Catthen etc., kapitein en superintendent van Zeelandt en Walcheren, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaersover, van wege den koning als eersten edele, blijkens commissie, d.d. 1569 Juli 13, Pieter Cornelissen Soeteman, burgemeester, Pieter Sebastiaens zoon, schepen, en Adriaen (Cornelis' zoon) Van Campen, secretaris der stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, en Adriaen Van Domburch, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren bij afwezigheid van jhr. Philibert Van Serooskercke, rentmeester-generaal van Bewester Schelt, die bij octrooi, d.d. 1565 September 28, (zie nr. 198) gecommitteerd is daarbij tegenwoordig te zijn, de 4de rekening van Symon Jacops (zoon) Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Wester-soubburch en Westwatering met Ouwe-Vlissinge, van de 3 schellingen 4 grooten Vls. der voorschreven wateringen, van de 14 grooten voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten en van de 20 grooten van elk gemet van alle vrije landen, geschoten in 1571, benevens van hetgeen, dat zuiver gekomen is van het halve schot, verschenen 1569, en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1570/1 af.
Actum den vijffden Januarii anno XVcLXXI stilo curie Hollandie.
Oorspr. in Inv. nr. 460
225 1572 Februari 5.
Barthelmeeus Cannoye, griffier van den eilande van Walcheren, verklaart, dat hem "dit register" (Inv. nr. 1) door Floris Cornelis' zoon Van Gripskercke is overgeleverd.
Den Ven dach Februarii anno XVcLXXI stijl shoofs van Hollandt.
Oorspr. in Inv. nr. 1, fol. 165
226 1572 Juli 13.
De bisschop en prelaat van Middelburch, Anthonis Van Bourgoinguen, heer van Wacken, Catthem etc., gouverneur van Zeelant, Adriaen Van Domburch, Adriaen Jacop Joossen, burgemeester, en mr. Heyndrick Sonnius, pensionaris van Middelburch, Staten en Gecommitteerden des eilands van Walcheren, overwogen hebbende, dat de rebellen van den koning de van Heynkenssant naar Walcheren varende schuiten dagelijks berooven en de overbrenging van victalie naar dit eiland beletten tot groot nadeel van Middelburch en landzaten, die van daar van spijs etc. voorzien moeten worden, daar alle andere passage door de geuzen is afgesloten, besluiten om 3 booten met munitie en volk uit te rusten tot geleide van de met victalie geladen schuiten, waarvan de kosten door de Staten en de stad Middelburch ieder voor de helft zullen gedragen worden. (Zie Bijlage I, nr. 242.)
Actum in sbisschopshoff den derthienden dach van Julius anno XVC ende tweentzeventich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 178 en 179
227 (c. 1572 Augustus ... ).
De gemeene huislieden en onderzaten van de Westwatering, vertegenwoordigende de gemeene landzaten, verzoeken aan gouverneur, baljuw, burgemeesters en schepenen der stad Vlissinge toestemming voor de goedwillige landzaten, die thans binnen die stad zijn, om op hunne goederen te mogen terugkeeren tot herstel van de dijken, die zoozeer gebroken en vol gaten zijn, dat het onmogelijk is in dien toestand het land in den a.s. winter voor inundatie te bewaren, en de gemeente en soldaten te verbieden de landlieden te hinderen en gevangen te nemen, welke gunsten, toegestaan wordende, zij ook van Middelburch hopen te krijgen, gelijk naar zij vernomen hebben, eenigen van die van der Vere eveneens verzocht hebben.
Gelijktijdig afschrift in Inv. nr. 1, fol. 195 en 196
228 (c.1572 Augustus ... ).
Gouverneur, baljuw, burgemeesters en schepenen der stad Vlissinghe, gezien het rekest van de landlieden der Westwatering, (zie nr. 227) verklaren zich onschuldig te houden aan den grooten nood, waarin de dijken verkeeren, waarvan zij de schuld aan Middelburch wijten, doch zijn bij erkenning van schuld door die stad bereid met haar in overleg te treden, en noemen de oorzaken op, die Vlissinghe genoopt hebben "te doene tgundt, dat zyluyden gedaen hebben".
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 193 en 194
229 1572 September 2.
(Reynnier Adrians zoon, commies-generaal van de Westwatering) schrijft aan de Staten over gerezen moeilijkheden in de verzending van het door hem in Maart en April te Dordrecht gekochte hout, deelt de in de Westwatering bekomen groote schade mede, vraagt de hulp van de Staten tot verbetering van den toestand, meldt dat hij nog meer brieven heeft geschreven, waarop geen antwoord is ontvangen, en zendt bij zijn brief het antwoord op het rekest der landzaten, bij die van Vlissingen ingediend (zie nrs. 227 en 228).
Desen tweeden September anno 1572.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 181 en 182
230 (1572 September 2).
(Reynnier Adrians zoon, commies-generaal van de Westwatering), schrijft aan Symoen Jacopsen Mages (sic) (penningmeester van de drie wateringen) om hem tot betaling van 3 maanden loon aan arbeiders 11 pond 8 schellingen 11 grooten Vls. te zenden.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 183.-Op hetzelfde papier zijn 2 andere stukken, d.d. 2 September 1572, (zie nrs. 231 en 232) geschreven
231 1572 September 2.
Reynnier Adrians zoon (commies-generaal van de Westwatering), erkent van Symoen Jacopsen Mages (sic) (penningmeester van de drie wateringen) de som van 11 pond 8 schellingen 11 grooten Vls., bedoeld in den brief, d.d. (1572 September 2), (zie nr. 230) ontvangen te hebben.
Opten tweeden Descember anno 1572.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 183.-Op hetzelfde papier zijn 2 andere stukken, d.d. (1572 September 2), (zie nrs. 230 en 232) geschreven
232 (1572 September 2).
(Reynnier Adrians zoon, commies-generaal van de Westwatering), schrijft aan Gheleyn Peters "ende vader" (dijkgraaf van de Vijfambachten), verzoekt hem de in bijgaanden brief en kwitantie (zie nrs. 230 en 231) genoemde som gelds te ontvangen of deze te doen ontvangen door Smalle Jan en Symoen Janssen (commies van de Vijfambachten), die beloofd hebben September 5 op Westcappellen te zullen komen; hoopt ook daar met den geadresseerde en de huisvrouwen te spreken, belooft het kohier te zullen zenden als hem het geld is ter hand gesteld, gelijk hij ook verzoekt de kwitantie niet eerder af te geven, en vraagt zijne huisvrouw aan te zeggen, dat zij zijn gluiboek zendt, alsmede zijn rok, daar zijn kleeren niet meer deugen.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 185.-Op hetzelfde papier zijn 2 andere stukken, d.d. 2 September 1572, (zie nrs. 230 en 231) geschreven
233 1572 September 2.
Simon Janssen, commies van de Vijfambachten, schrijft van uit Vlissingen aan de Staten des eilands van Walcheren over de bekomen schade aan de zeewerken te Zoutelande en te Westcappelen, over de benoodigde materialen, vooral glui, waarvan 16000 (bos) verbrand zijn en 24000 (bos) benoodigd zullen wezen, over den armoedigen toestand der arbeiders, vraagt toezending van het bedrag van het maandkohier, meldt, dat hij de memoriën, registers en bestekken te Vlissinghe heeft geborgen, en zegt, dat het hem leed zou doen als het land, waarvan de werken in zulk een fraaien staat zijn gebracht, zou vergaan.
Uut Vlissinghen den IIe Septembris 1572.
Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 189-191
234 Vóór 1572 September 4.
Baljuw, burgemeesters, schepenen en dijkgraven van de stad van der Vere schrijven aan de Staten des eilands van Walcheren, dat er dezen zomer geene reparatie aan de dijken en hoofden is gedaan en het zeker te vermoeden is, dat het eiland in den a.s. winter tot schade van 's konings achterlanden en het welvaren van de ingezetenen der Nederlanden zal verloren gaan, waarom zij verzoeken, dat daarin tijdig worde voorzien door den landlieden toe te staan om met paard en wagen met glui en riet vrij op de dijken te komen, in welk geval zij zullen beginnen te repareeren de dijken van af Onser Liever Vrouwenpolder tot Armude, die van Vlissinghe de dijken binnen hun bedrijf en die zij van ouds gewoon zijn te onderhouden, en de Staten de rest, tot welk einde zij een gelijk schrijven gezonden hebben aan die van Middelburch en den heer van Wacken.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 201 en 202.-Op den kant van dezen brief, die geteekend is door Jeronime Rolle en met denzelfden trommelslager, die hem gebracht heeft, naar Vere is teruggezonden, is het antwoord, d.d. 4 September 1572, (zie nr. 235), geschreven
235 1572 September 4.
Barthelmeeus Cannoye, griffier van de Staten (van Walcheren), antwoordt volgens advies van de Staten op den brief van baljuw, burgemeesters, schepenen en dijkgraven van de stad van der Vere, op den kant waarvan dit geschreven is, (zie nr. 234) dat de remonstranten eerst de door hen moedwillig in de dijken gemaakte gaten moeten stoppen en de verzekering geven, dat zij zulks niet meer zullen doen, daar men anders niet aannemen kan, dat zij den dienst van den koning en het welvaren van het Land genegen zijn.
Actum te Middelburch in sbisschopshoff den vierden Septem-bris anno XVcLXXIItich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 202 en 203
236 (c. 1572 September 5).
Gheleyn Pieterssen (dijkgraaf van de Vijfambachten) schrijft aan Reynier Adriaens (zoon) (commies-generaal van de Westwatering), dat hij zijn brief en dien van Simon Janssen (commies van de Vijfambachten) ontvangen en den inhoud den Staten van Walcheren medegedeeld heeft, die geantwoord hebben, dat zoolang die van Vlissinghe de door hen moedwillig en tot verderf van het Land in de dijken gemaakte gaten niet gestopt en den Staten verzekerd hebben zulks niet meer te zullen doen, men geen hoop mag hebben, dat zij hun kwaad voornemen zullen veranderen en den dienst van den koning en het welvaren des eilands eenigszins begeeren te bevorderen.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 180 en 201
237 (1572 September 25).
Baljuw, burgemeesters, schepenen en raden der stad Middelburch bevelen bij publicatie ter puie, dat alle landlieden zich zullen voorzien van karren, spaden, kramspaden, glui en riet en andere gereedschappen, dienende tot dijkage, om te allen tijden, als het bevolen wordt, gereed te zijn, mitsgaders hun kaveldijk naar ouder gewoonte te onderhouden, en dat alle personen hun waterpenningen moeten betalen.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 206
238 1572 October 4.
Schepenen van het waterrecht binnen Dordrecht doen Reynier Adriaenssen, commies van den lande van Walcheren, eene rechterlijke wete tot betaling van vracht, tolgeld, verschoten penningen en leggeld sinds Paschen aan drie schippers, die door hem voor vervoer van draghout gehuurd zijn.
Gescreven ... binnen Dordtrecht opten vierden dach in October anno XVC tweentseventich.
Oorspr. op papier in Inv.nr. 1, fol.215.-Het zegel van den waterschepen Arent Heynricxssen is niet meer aanwezig
239 (c. 1572 October 15).
De Staten des eilands van Walcheren geven aan den heer van Wacken, gouverneur etc., den heer van Beauvoir, kolonel etc., en Osorio De Angulo, kapitein van de Spaansche soldaten, te kennen, dat door bekomen schade aan de dijken en het achterwege blijven van de noodige herstelling het eiland zal inun-deeren, tenzij de dijken worden hersteld, waartoe zij last gegeven hebben aan de landlieden, die daartoe wel bereid zijn, maar door de Spaansche en Waalsche soldaten daarin belet worden en ook beroofd van meubelen, spijs, vee, karren en wagens, waarmede en waardoor alle middelen benomen zijn om tot de herstelling der dijken te komen, de landlieden verloopen of met vrouw en kinderen van honger sterven, zoodat de Staten verzoeken, dat orde zal worden gesteld en onderhouden, dat de landman ongekweld blijft en vrij met paard en wagen aan de dijken zal kunnen werken.
a) Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 217.-Op hetzelfde papier is een antwoord (zie nr. 240) geschreven.
b) Afschrift van (den griffier mr. Karel Koenraad Reitz, d.d. c. 1775), in Inv. nr. 838 (i).
c) Afschrift, d.d. (c.1775), in Inv. nr. 838 (i)
240 (c.1572 October 15).
Baltasar Osorio De Angulo, kapitein van de Spaansche soldaten, beschikkende op het rekest van de Staten des eilands van Walcheren, waarop deze geschreven is, (zie nr. 239) wijst er op, dat vele landlieden de rebellen van Fringilingas (Vlissingen) en Camfer (Vere) begunstigen, en raadt de goedgezinde landlieden uit de buurt van Middelburg aan, zich te wenden tot de heeren van Baquen (Wacken) en Beubuos (Beauvoir).
a) Oorspr. op papier in Inv. nr. 1, fol. 217 en 218.
N.B. Dit stuk is niet gedateerd; zie het aangeteekende bij nr. 239.
b) Afschrift van (den griffier mr. Karel Koenraad Reitz, d.d. c.1775), in Inv. nr. 838 (i).
c) Afschrift, d.d. (c.1775), met vertaling uit het Spaansch in de landstaal, in Inv. nr. 838 (i)
241 1572 October 16.
(Barthelomeus Cannoye, griffier van de Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren) schrijft aan Reynier (Adriaens zoon, commies van de Westwatering), dat de Staten altijd bereid zijn geweest het gekochte hout te ontvangen en de schippers te betalen, en betreffende de insinuatie van schepenen van het waterrecht binnen Dordrecht, (zie nr. 238) dat deze als vijanden van den koning geen recht over trouw gebleven onderzaten of hunne goederen hebben.
Actum te Middelburch den XVIen Octobris anno XVcLXXIItich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 212 en 221
242 (15)72 November 5.
Nicolaus De Castro, bisschop, Anthoine De Bourgoingue, heer van Wacken, gouverneur (van Zeeland), (mr. Laurens) Mock, van wege wet en raad der stad Middelburch, Staten des eilands van Walcheren, benoemen Apolluenis Pieters zoon Loopere tot den ontvang van de over 1572 geschoten wateren dijkpenningen van de Vijfambachten, in de plaats van den absent zijnden Jaques Winrick.
In sbisschopshoff op den vijffsten Novembris anno LXXIItich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 221
243 1572 December 18.
Nicolaes De Castro, bisschop en prelaat van Middelburch, Anthonis Van Bourgoingue, ridder, heer van Wacken, Catthem, Capelle etc., kapitein en superintendent van Zeelant en Walcheren, gecommitteerd ter admiraliteit van de Zee van de landen van herwaertsover, van wege den koning als eersten edele, blijkens commissie, d.d. 1569 Juli 13, Adryaen Jacop Joossen, burgemeester, Florys Cornelis' zoon Van Grijpskercke en Pieter Sebastiaens zoon, schepenen der stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des lands van Walcheren, hooren, wegens den dood van Adriaen Van Domburch zonder gecommitteerde van de breede geërfden, de 5de rekening van Symon Jacops zoon Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westersoubburch en Westwatering met Ouwe-Vlissinghe, van de 3 schellingen 4 grooten Vls. der voorschreven wateringen en van de 14 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van de Vijfambachten, geschoten in 1572, benevens van hetgeen, dat zuiver gekomen is van het halve schot, verschenen 1570, en van den impost op wijn en bier van geheel Walcheren over 1571/2 af.
Actum den XVIIIen Decembris anno XVcLXXIItich.
Oorspr. in Inv. nr. 461
244 1573 Januari 12.
De bisschop, de gouverneur, de proost van de Abdij, Adriaen Jacob Joossen, burgemeester, en Pieter Sebastiaenssen, schepen van Middelburch, Staten des eilands van Walcheren, stellen de wijze vast, waarop de waterklerken van de drie wateringen tot den ontvang van de over 1572 achterstallige waterpenningen zullen procedeeren.
Actum in sbisschopshoff ten dage, maende ende jaere als boven (op den XIIen dach van Januarius anno XVC ende LXXIItich naer Hollant).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 222 en 223
245 1573 Februari 9.
Schepenen van Brugghe geven vidimus van een brief, d.d. 1529 October 1, (zie nr. 68).
Dit was gedaen int jaer duyst vijfhondert twee ende tzeventich op den neghensten dach in Sporcle.
Afschrift van den griffier Jan Cannoye, d.d. 1616, van den origineelen brief in Inv. nr. 774
246 1573 Februari 21.
De bisschop, de proost van de Abdij, van wege den heer van Wacken, gouverneur (van Zeeland), Floris Cornelis' zoon Van Grijpskercke en Pieter Sebastiaens zoon, schepenen, van wege burgemeesters van Middelburch, Staten des eilands van Walcheren, gezien de schriftelijke grieven van Joris Van Steynemole tegen den deurwaarder Servaes Ghybels, waarmede hij de tegen hem begonnen executie meent te kunnen beletten, gelasten den voorschreven deurwaarder daarmede voort te gaan.
Actum in sbisschopshoff als boven (op den XXIen Februarii anno XVcLXXIItich naer Hollant).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 226
247 (15)73 April 27.
De heer van Wacken, de proost van de Abdij, Adriaen Jacob Joossen, burgemeester, en mr. Heindrick Sonnius, pensionaris van de stad Middelburch, Staten des eilands van Walcheren, benoemen Jaspar Janssen om te Westcappel toezicht te houden over de begonnen werken, en zulks in de plaats van wijlen zijn vader Jan Pier Jan Doenssen.
Actum in sbisshopshoff als boven (op den XXVIIen Aprilis naer Paeschen LXIIItich).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 226 en 227
248 1574 Januari 13.
Cornelis Van Schoonhove, prior, en Lambrecht Scyllinck, proost van de abdij binnen Middelburch in Zeelant, in plaats van wijlen den bisschop Nicolaes A Castro, Adryaen Jacop Joossen, burgemeester, Floris Cornelis' zoon Van Grijpskercke en Cornelis Franchois Tas, schepenen der stad Middelburch, vertegenwoordigende de drie Staten des eilands van Walcheren, hooren, wegens den dood van Anthonis Van Bourgoingue, heer van Wackhem, en van Adriaen Van Domburch, zonder gecommitteerde van den koning als eersten edele en zonder gecommitteerde van de breede geërfden, de 6de rekening van Symon Jacops zoon Magnus, penningmeester van de Vijfambachten, Zuidwatering met Westersoubburch en Westwatering met Ouwe Vlissinge, van de restanten van water- en dijkpenningen over 1572, van restanten van den impost, verschenen 1572, en van den impost op wijn te Middelburch, verschenen 1573, af.
Den XIII Januarii XVC ende drieentseventich naer stijl van Hollant.
Oorspr. in Inv. nr. 462
249 1574 April 19.
Gouverneurs en Raden, gecommitteerd over den lande en het graafschap van Zeelandt door den prins van Orainguen, graaf van Nassauw etc., stadhouder en kapitein-generaal over Hollandt, Zeelandt en Westvryesland, benoemen Willem Cornelis' zoon, poorter der stad van der Vere, tot dijkgraaf van de Oostwatering, waartoe hij in handen van Gouverneurs en Raden voornoemd den eed heeft gedaan.
Actum den XIXen Aprilis anno 1574.
Afschrift, d.d. (c. 1603), van een afschrift van den gezworen klerk van dijkgraaf en gezworenen van de Oostwatering Davidt Vlaminck, d.d. 1603, van het origineel, in Inv. nr. 168
250 1574 April 21.
Gouverneurs en Gedeputeerden van Zeelant keuren de hierin opgenomen door de Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren ontworpen ordonnantie, behelzende maatregelen tot herstel van het door den oorlog geteisterde eiland, goed.
Actum in Middelburch den XXIen Aprilis 1574.
Afschrift van den griffier, d.d. (c. 1575), in Inv. nr. 143.-Op hetzelfde papier is een ander stuk (zie nr. 259) afgeschreven
251 (15)74 April 29.
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren gelasten den dijkgraaf van de Oostwatering alle te bekomen karren en paarden met een man en een knecht aan de dijkage te doen werken tegen een daggeld van 26 stuivers, en de onwilligen daartoe te dwingen.
Actum als boven (op den naestlesten Aprilis LXXIIII).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 229
252 (15)74 Mei 14.
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren gelasten den waterklerken van de vier wateringen de achterstallen van de over het jaar 1572 geschoten waterpenningen te ontvangen door aan de niet betaald hebbende en nog in leven zijnde personen andermaal eene insinuatie te doen om binnen 8 dagen te betalen, op straffe van verkoop hunner landen, en betreffende degenen, die overleden of uitlandig mochten zijn, insinuatie te doen bij biljetten te Middelburch, Vere en Vlissinghe en in alle dorpen, waar hun land gelegen is en waar zij laatstelijk woonden.
Actum als boven (den XIIIIen Meye LXXIIIItich).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 229 en 230
253 1574 Mei 14.
De Staten etc. committeeren Luenis Pieters zoon Looper en den commies van de Westwatering Reynier Adriaens zoon om te Dort zoo drachhout als ander gedeeltelijk tegen gereed geld, gedeeltelijk op termijnen te koopen.
Desen XIIIIen Meye XVcLXXIIIItich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 230
254 1574 October 29.
De Gouverneurs en de Gedeputeerde Raden van Zeelant verbieden naar aanleiding eener ontvangen kennisgeving van de Gecommitteerde Staten van Walcheren aan een ieder, dijkgraven, commiezen, penningmeesters, gezworenen en andere van de voorschreven dijkage ter zake van hun beheer te arresteeren, en aan officieren, justicieren en jugen van zulke zaken kennis te nemen; behoudens het recht om klachten of aanspraken te brengen voor de Staten van Walcheren.
Gegeven tot Middelburch in 's Lants Raedt onder zegel van dezelve Raede hier op spatium van zegel in placate gedruckt op den negenentwintichsten dach van Octobris int jaer ons Heere XVC seventich ende veire.
Afschrift van een afschrift van den griffier, d.d. 6 April 1575, in Inv. nr. 143
255 1575 Februari 4.
De Staten des eilands van Walcheren gelasten dijkgraven en gezworenen het 6de artikel van de ordonnantie van Gouverneurs en Raden van Zeelandt en de Staten des eilands van Walcheren, d.d. 1574 April 21, (zie nr. 250) uit te voeren en alzoo te verkoopen, vrij van alle voorgaande lasten van renten, paaibrieven, cijnzen, jaargetijden, missen en andere schulden, alle liggende huizen en vervallen hofsteden, waarvan de koopsom zal worden opgebracht in handen van dijkgraven en gezworenen ten behoeve van de eigenaars, behoudens preferentie van degenen, die daarin gerechtigd zijn, en vergoeding aan den rentmeester van het kwartier, voor zooveel de gemeene zaak betreft.
Up den vierden Februarii XVC ende vierentseventich stylo curiae Hollandiae.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 253
256 1575 Maart 7.
De Staten des eilands van Walcheren gelasten op de klachten van de gasthuismeesters te Middelburch, dat zij geene middelen hebben om de waterpenningen van de gasthuislanden over 1572 en 1574, bedragende omtrent 50 pond gr., aan den poortersklerk te betalen, dat de gasthuismeesters kwitantie zullen geven van een half jaar rente, die zij op de stad Middelburch sprekende hebben, tot een bedrag van 25 pond gr., en verleenen van de rest der schuld uitstel van betaling tot September 1.
Actum desen als voirscreven (den VIIen Martii XVcLXXIIII).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 278
257 1575 Maart 9.
Luenis Dommissen zoon, Geerdt Pieterssen zoon Minnus, Pieter Lammens zoon, Cornelis Heynricx zoon, Jan Pier Adriaens zoon Neve en Meerte Geleyns zoon, gezworenen van de Oostwatering des eilands van Walcheren, oorkonden, dat Willem Cornelis' zoon, dijkgraaf der voorschreven watering, en Lucas Adriaenssen, inwoners en poorters der stad van der Veere, zich borg hebben gesteld voor den ontvang en de administratie, die Cornelis Adriaenssen, poorter van de stad van der Veere, als waterklerk van de Oostwatering over het jaar 1575 hebben zal.
Int tjaer ons Heeren duyst vijffhondert ende vijffentseventich up den IXen dach van Martii a nativitate.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 279
258 1575 Maart 13.
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren benoemen Cornelis Adriaen Luycx zoon, poorter der stad van der Veere, tot ontvanger van de waterpenningen der Oostwatering over 1575, waarvoor hij borgen gesteld heeft.
Den 13 Martii 1574 naer Hollandt.
a) Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 277.
b) Afschrift van den griffier, d.d. 1578, in Inv. nr. 785
259 Vóór 1575 April 7.
De Staten des lands van Walcheren verbieden gedurende twee jaren beesten te laten loopen in de gesnoeide bosschen van Walcheren, en groen hout of rijs uit de bosschen te voeren, op de hierbij aangegeven boeten, en zij gelasten, dat alle landzaten hunne karren en kramspaden gereed zullen maken overeenkomstig de daaromtrent gemaakte ordonnantie.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 143.-Op hetzelfde papier is een ander stuk, d.d. 21 April 1574, (zie nr. 250) afgeschreven
260 1575 April 14.
De Staten des eilands van Walcheren benoemen Jan Florissen, timmerman, tot commies van de Zuidwatering voor het jaar 1575 op eene gage van 25 pond gr. Vis 's jaars.
Actum desen ... als boven (op den XIIIIen Aprilis XVcLXXV).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 280
261 1575 April 21.
De Staten des eilands van Walcheren gelasten den penningmeester Symon Jacopssen Magnus aan den commies te Westcapelle Symon Janssen een half jaar gage over 1572 en een jaar over 1574 te betalen tegen 44 pond 3 schellingen 4 grooten Vls. 's jaars, bedragende, na inhouding van 33 pond 6 schellingen 8 grooten, die hij reeds bij de laatste rekening genoten heeft, 32 pond 18 schellingen 4 grooten.
Ten dage voirscreven (op den XXIen Aprilis XVc vijffentseventich).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 281
262 1575 October 5.
De Staten (des eilands van Walcheren) committeeren den dijkgraaf van de Westwatering om de dijkers het door hen aangenomen werk te doen volbrengen, de onwilligen te beboeten en het onvolbrachte werk door andere dijkers te laten verrichten, alles volgens de daaromtrent van ouds toegepaste ordonnantie, en machtigen voorts den dijkgraven den karders te onderrichten, hoe zij met hunne karren met paarden en laders moeten werken.
Actum als boven (up den vijfden Octobris XVcLXXV).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 287
263 (15)75 October 27.
De Staten, beschikkende op een rekest van Marten Geleynssen, poorter der stad van der Vere, betreffende zijne ten behoeve der dijkage beroofde landen, leggen hem daarvoor 4 pond gr. Vls. van elk gemet toe, waarmede het beroofde land bij de Staten in eigendom blijft.
Actum ten daege als boven (up den 27en Octobris 75).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 288
264 (15)75 November 4.
De Staten des eilands van Walcheren in Zeelandt erkennen schuldig te zijn aan Adriaen Heyndricx zoon Vlaemynck en Willem Stoop Diercx zoon of toonder de som van 347 pond 4 schellingen 2 grooten Vls., wegens levering van 6 schepen drachhout ten getale van 3157 1/2 stuks tegen 11 pond gr. Vls. het honderd, en beloven die som in de hierbij aangegeven termijnen te zullen betalen.
Actum desen IIIIen Novembris 75.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 289
265 1575 December 28.
Mr. Adriaen De Jonghe, bij afwezigheid van de gouverneurs Louis Boisot en Alexander De Houyttain, gecommitteerd door de voorschreven gouverneurs van wege den prins van Orainge, garde noble van heer Philips Willem, graaf van Bueren, heer van tSint-Meertensdijck, Corthene, Westcappel etc., eersten edele des eilands (van Walcheren) en graafschap van Zeelant, Symon Janssen Van Roomen, burgemeester, David Somer, schepen, en Laureis Laureys' zoon, raad der stad Middelburch, Ridtsaert Baradot, burgemeester, en Jan Constant, raad der stad van der Veere, Glaude Willems zoon, raad der stad Vlissynge, beide de laatstgenoemde steden makende één staat, vertegenwoordigende de drie Staten des voorschreven eilands, en Appoluenis Pieterssen zoon Loopere en Jan Adriaenssen Bueckelaere, gecommitteerden van de breedë geërfden, hooren de rekening van Jacob Campe, penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 5 schellingen gr. van elk gemet, geschoten in 1575, af.
Actum desen XXVIIIen Decembris XVC ende vijffentseventich.
Oorspr. in Inv. nr. 315
266 1576 Januari 30.
De Staten van Walcheren committeeren Jan Adriaenssen Bueckelaere om met den commies Symon Janssen 2000 of 3000 (bos) goed glui te koopen, boschhout (te zoeken) en zooveel te houden als er noodig is, benevens om het mennen te besteden en de ordoiinantiën (van betaling) daarvoor te teekenen.
Den 30 Januarii 1575 stilo curie Hollandie.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 290
267 1576 April 1.
De Staten en Gecommitteerden van de Breedë geërfden committeeren Jan Adriaen (s zoon) Bueckelaere om 3 of 4 gemeten boschhout omtrent den Polder en elders te zoeken en dat rijs te doen mennen en verwerken aan de Zuidwatering.
Actum by my ten daege voorscreven (op huyden den eersten April LXXV naer Hollant).
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 293
268 1577 Februari 7.
Mr. Adriaen De Jonghe, bij afwezigheid van den gouverneur Alexander Houtain, gecommitteerd door de gouverneurs van wege den prins van Oraingien, garde noble van heer Philips Willem, graaf van Bueren, heer van tSinte-Meertensdijck, Corthene, Westcappel etc., eersten edele des eilands (van Walcheren) en graafschap van Zeelandt, Robert Janssen De Lannoy, burgemeester, Jacob Herckenbout, schepen, en Symon Janssen Van Roomen, raad der stad Middelburch, Jan Constant, burgemeester, en Jacob Adriaens zoon, schepen der stad Vere, Glaude Willems zoon, raad der stad Vlissynge, beide de laatstgenoemde steden makende één staat, vertegenwoordigende de drie Staten des voorschreven eiiands, en Appoluenis Pieterssen Loopere, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren de rekening van Jacob Campe, penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 4 schellingen gr. Vls. van elk gemet, geschoten in 1576, af.
Actum desen zevensten Februarii XVC zessentseventich stilo Hollandie.
Oorspr. in Inv. nr. 316
269 1577 Juni 24.
Willem, prins van Oraingue, beschikkende op een rekest van baljuw, burgemeesters, schepenen en regeerders van de stad van der Vere, verklaart op grond van de voorwaarden der verkooping van die stad, dat het collatierecht van het klerkschap der Oostwatering en Zandijck den koning en verder aan hem als diens stadhouder en luitenant-generaal toekomt, besluit, dat Cornelis Van Huessen in de bediening van dat waterschap gesteld zal worden, en wijst af de benoeming van Roelant Magnus, door de Staten van Walcheren gedaan. (Zie Bijlage I, nr. 414, en Reg. nr. 276.)
Upten XXIIIIen dach Junii anno XVC zevenentseventich.
a) Afschrift van den griffier, d.d. 1577, van een afschrift van den notaris J. Smit, in Inv. nr. 785.
b) Afschrift van den griffier, d.d. 1578, van een afschrift van den notaris J. Smitt, in Inv. nr. 1, fol. 315 en 316
270 1577 Juli 9.
Jhr. mr. Jacop Campen, raad van Zeelant, Barthelmeeus Donder, burgemeester van Vlissynge, Jan Constant, burgemeester van der Veere, Jacop Herckenbouyt, van wege die van Middelburch, met Joest De Groote, zijn adjunct, commissarissen voor de liquidatie van de 5000 guldens, door zijne Excellentie den Staten gegund, verklaren van de drie rentmeesters (der geconfisqueerde goederen) de hier geschreven schuldvorderingen van rijs, hout en renten ten laste van de dijkage vernomen te hebben.
Op den IXen julii XVcLXXVII.
Oorspr. in Inv. nr. 1, fol. 306
271 1577 November 21.
Mr. Adriaen De Jonghe (van wege den eersten edele), Jan Arentsen, (burgemeester van Middelburg), Pieter Reygersberg (van wege de stad Vere), Bartelemeeus Dendere (sic) (van wege de stad Vlissingen) en Appolonis Pieterssen Loopere (gecommitteerde van de breede geërfden), (Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren) hooren de rekening van Philibert Van Serooskercke, heer van Moermont, Stavenisse etc., raad en rentmeester-generaal van Zeeland Bewester Schelt, van het halve schot over Walcheren, verschenen 1570, af.
Den XXI Novembris XVC zevenentzeventich naer Hollant.
Afschrift in Inv. nr. 745
272 1577 December 23.
De Staten (van Walcheren), beschikkende op een rekest van Jasper Verbyest, rijsleveraar, om betaling van de resteerende derde deel(en) ter som van 34 pond 13 schellingen 6 grooten, verschijnende 1578 October en 1579 October, op den kant waarvan deze geschreven is, volharden bij hunne ordonnantie, d.d. 1577 Maart 21, (zie Bijlage I, nr. 376).
Actum desen XXIIIen Decembris 1577.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 310
273 1578 Januari 16.
Mr. Adriaen De Jonghe, bij afwezigheid van den gouverneur Alexander Houtain, gecommitteerd door dien gouverneur van wege den prins van Orainge, garde noble van heer Philips Willem, graaf van Bueren, heer van Sinte-Meertensdijck, Corthenen, Westcappel etc., eersten edele des eilands (van Walcheren) en graafschap van Zeelant, Andries Jacobssen De Jonghe, burgemeester, Laureys Laureys' zoon, schepen, en Jan Vaillant, raad der stad Middelburch, Jaspar Van Vosbergen, baljuw, en Pieter Reyghersberch, schepen van de stad Vere, Jan Pieterssen Verschuyeren en Pieter De Wachter, schepenen van de stad Vlissynge, beide de laatstgenoemde steden makende één staat, vertegenwoordigende de drie Staten des voorschreven eilands, en Apolluenis Pieterssen zoon Loopere, gecommitteerde van de breede geërfden, hooren de rekening van Jacob Campe, penningmeester van de Oostwatering en der buitendijksche werken van de Vijfambachten benoorden der Vere, van de 3 schellingen gr. der voorschreven watering en van de 12 grooten van elk gemet voor dijkpenningen alleen van Popkinsburch, geschoten in 1577, af.
Actum den XVIen Januarii 1577 stilo curie Hollandie.
Oorspr. in Inv. nr. 317
274 1578 Februari 7.
De Staten des eilands van Walcheren committeeren onder belofte van schadeloosstelling Appolluenis Pietersen Looper en den penningmeester Symon Jacopssen Magnus om 6000 guldens tegen 12 of 13 pct. onder verband van hun persoon en goederen te lichten.
Den VIIen Februarii 1577 naer Hollant.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 312 en 313
275 1578 Maart 4.
Pieter Lambrechtssen zoon, Geerdte Pieterssen zoon, Jacop Andriessen zoon, Jan Pieter Adriaens zoon, Jan Adriaens zoon Neeve en Meerten Geleyns zoon, gezworenen van de Oostwatering, oorkonden, dat Willem Cornelis' zoon, dijkgraaf, Adriaen Geleynssen Knaep, Jacop Barthelmeussen zoon, tollenaar, en Jacop Meyngaertssen zoon zich borg hebben gesteld voor Cornelis Van Huesse voor zooveel betreft den ontvang en de administratie, die deze als waterklerk van de Oostwatering over 1578 hebben zal.
Int jaer ons Heeren duyssent vijffhondert ende achtentseventich den vierden dach van Meerte.
Afschrift van den griffier, d.d. 1578, van een afschrift, in Inv. nr. 1, fol. 317
276 Vóór 1578 Mei 17.
De ridderschap, edelen en gedeputeerden van de Staten des eilands van Walcheren doen tot bewaring van de rechten van dat land aan zijne Prinselijke Excellentie eene remonstrantie betreffende de nieuwigheden van die van der Vere.
Minuut op papier in Inv. nr. 785
277 Vóór 1578 Mei 17.
De Staten 's lands van Walcheren en de Gecommitteerden van de Breede geërfden geven bij het hier afgeschreven rekest aan zijne Prinselijke Excellentie te kennen, dat baljuw, burgemeesters en schepenen van der Vere het waterklerkschap van de Oostwatering op onjuiste gronden op Cornelis Van Huesden hebben doen overdragen (zie nr. 269), betoogen hun goed recht op de vergeving van dit ambt, betwisten het recht van den markies van der Vere op de tweede stem met uitsluiting van de andere edelen, en verzoeken de aanstelling van den voornoemden Van Huesden te vernietigen en te hunner beschikking te laten of den Raad van Hollant te committeeren om tusschen partijen recht te doen.
a) Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 322-324.-Op den kant van dit rekest is de beschikking, d.d. 17 Mei 1578, (zie nr. 278) geschreven.
b) Opgenomen in het akkoord, d.d. 21 Juli 1578, (zie nr. 279)
278 1578 Mei 17.
Guilleaume De Nassau, beschikkende op het rekest van de Staten 's lands van Walcheren en de Gecommitteerden van de Breede geërfden, op den kant waarvan deze beschikking geschreven is, (zie nr. 277) committeert mrs. Pieter De Rijcke en Sebastiaen Van Loezen benevens Jan Adriaenssen zoon Blankx om partijen zoo mogelijk te vereenigen, of anders, daar het eene zaak van dijkage betreft, zonder aanzien van hetgeen door hem in deze vroeger gelast is, kort recht te doen.
Up den XVIIen dach van Meye XVC achtenzeventich.
a) Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 324.
b) Opgenomen in het akkoord, d.d. 21 Juli 1578, (zie nr. 279)
279 (1578) Juli 21.
Mrs. Pieter De Rijcke en Sebastiaen Van Loozen benevens Jan Adriaenssen Blancx, bij de hierin opgenomen kantbeschikking op het rekest van de Staten 's lands van Walcheren en de Gecommitteerden van de Breede geërfden aan zijne Prinselijke Excellentie, d.d. 1578 Mei 17, (zie nrs. 276 en 277) benoemd tot commissarissen in het geschil tusschen de voornoemde Staten en Gecommitteerden eener- en baljuw, burgemeesters en schepenen van der Vere andererzijds, met den secretaris (Cornelis) Taymon als adjunct, oorkonden, dat partijen voor hen omtrent de aanstelling van den waterklerk van de Oostwatering in dien zin zijn overeengekomen dat de Staten de voorkeur zullen geven aan eene presentatie van gequalifiseerde personen door die van der Vere, den Staten aangenaam, boven alle andere, en daaruit zullen benoemen. (Zie Bijlage I, nr. 443.)
Aldus gedaen ende geaccordeert ... ten dagen ende jaere als boven (den XXIen Julii (1578)).
a) Oorspr. in Inv. nr. 785.
b) Afschrift, d.d. (c. 1605), in Inv. nr. 785.
c) Afschrift, d.d. (c. 1660), in Inv. nr. 1003(b)
280 1578 September 13.
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden der dijkage van het eiland Walcheren gelasten den klerken van de drie wateringen, dat zij overeenkomstig den inhoud hunner ordonnantie de over 1578 te ontvangen water- en dijkpenningen iedere week of om de 14 dagen en vóór het einde van November geheel in handen van den penningmeester Magnus zullen overbrengen, om daarmede in de eerste plaats de opgenomen penningen af te lossen en verder andere betalingen te doen, zullende de klerken de ordonnantiën van den penningmeester betreffende de betaling van renten etc. aannemen, waarmede zij op hunne beurt weder mogen betalen.
Up den voorscreven XIIIen Septembris XVcLXXVIII.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 333
281 Vóór 1578 October 17.
Mr. Adriaen De Jonge, presideerende voor den eersten edele van Zeelant, ziek te Crommenhoucke, geeft voor advies in de kwestie met die van Vlissynge betreffende de betaling van 182 pond 9 schellingen 4 grooten Vls., die ingehouden zijn wegens de kwijtschelding van de renten over 1572 en 73, dat het beter is met henzelven te accordeeren, vermits in zaken van dijkage geene kwijtscheldingen gedaan kunnen worden.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 326
282 1578 October 21.
Mrs. Pieter De Rijcke en Sebastiaen Van Lozen, van wege die van Vlissynghe eener- en mr. Hugo Bonte en Cornelis Franchoys Tas, van wege de Staten andererzijds, doen in tegenwoordigheid van Willem Cornelis' zoon, dijkgraaf van de Oostwatering, Symon Magnus, Willem Jan Willemssen en Floris Van Grijpskercke, griffier van het eiland Walcheren, uitspraak in het geschil tusschen de stad Vlissynge en de Staten des eilands van Walcheren over eene som van 182 pond 9 schellingen 3 grooten als rest van de aan die stad jaarlijks verschuldigde rente van 200 pond gr. Vls. tot onderhoud van twee hoofden, en de 10 grooten van elk gemet over Oude-Vlissynge, gedurende 4 jaren door de Staten ontvangen, en bepalen, dat de Staten aan de stad Vlissynge 133 pond 6 schellingen 8 grooten betalen zullen.
Actum den XXIen Octobris XVC ende achtenseventich.
Oorspr. in Inv. nr. 1, fol. 327 en 328
283 Vóór 1579 Januari 5.
Barthelomeus Lonis Looper geeft bij het hier afgeschreven rekest aan de Staten des eilands van Walcheren te kennen, dat hij onder belofte van belooning de dijkpenningen van de Westwatering over 1578 met veel moeite en arbeid, en door meestal tweemaal 's weeks naar Vlissynge te gaan, ontvangen heeft, en verzoekt hem daarvoor eene gage toe te leggen.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 372.-Op den kant van dit rekest is de beschikking, dd. 5 Januari 1579, (zie nr. 284) geschreven en later is er een tweede rekest (zie nr. 298) aangehecht
284 1579 Januari 5.
De Staten, beschikkende op het rekest van Barthelomeus Lonis Looper, op den kant waarvan deze beschikking geschreven is, (zie nr. 283) gunnen den verzoeker voor den ontvang der dijkpenningen en buitengewone reizen naar Vlissynge de som van 10 pond gr. Vls. 's jaars.
Actum desen vijften Januarii 1579: LXXIXtich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1. fol. 372
285 1579 Maart 25.
De Staten en Gecommitteerden van de Breede geërfden des eilands van Walcheren schieten tot onderhoud van de dijkage over 1579 voor watergeld van elk gemet kostbaar land voorloopig 3 schellingen 4 grooten Vls. ten laste van de eigenaars, en voor dijkpenningen van elk gemet van de in de Vijfambachten, de Westwatering en in Popkinsburch gelegen landen 20 grooten ten laste van de baanders in plaats van hun kaveldijk, om die penningen eerstdaags op te brengen in handen van de waterklerken.
Up den XXVen Martii anno XVC negenentseventich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 250
286 1579 Juni 7.
Aernt Van Dorp geeft bij den hier afgeschreven brief te kennen, dat hij wegens het overlijden van mr. Adriaen De Jonge door den prins van Orainguen gecommitteerd is om in de vergaderingen van de Staten des eilands van Walcheren de plaats van den eersten edele, den graaf van Bueren, te bewaren met machtiging bij verhindering een ander persoon in zijne plaats te stellen, waartoe hij Pieter Van Der Hooge tot wederroepens benoemt.
Up den VIIen dach van Junio XVC negenentzeventich.
Gelijktijdig afschrift van den griffier in Inv. nr. 1, fol. 339
287 1579 (December 17).
Schepenen in Middelburch oorkonden, dat mr. Michiel De Backer, advocaat in den Raad van Vlaendren, gemachtigde van de voogden der kinderen van mer Charles (baanderheer van Trezigniz) etc., aan de Staten des eilands van Walcheren den eigendom van den etdijk van het kasteel van Rammekens, voor zooveel de heeren van Tresig(nis) dien hebben gehad, overdraagt.
[Dit was gedaen int jaer ons Heeren vijftienhondert LXXIX ... ).
Oorspr. (Inv. nr. 748). Met 1 geschonden schepenzegel in groene was
1580-1589 (regestnummers 288-372)
laatste wijziging 14-11-2023
3.928 beschreven archiefstukken
473 gedigitaliseerd
totaal 20.191 bestanden
Indices
In deze indices zijn vierderlei nummers onderscheiden, nl. die van de bladzijden, aangeduid door Blz., van den Inventaris door I, van de gewone regesten door R, en van de regesten van Bijlage I door A.
A. Index der persoonsnamen
B. Index der plaatsnamen
C. Index der voorhandene zegels
laatste wijziging 14-11-2023
3.928 beschreven archiefstukken
473 gedigitaliseerd
totaal 20.191 bestanden

Kenmerken

Datering:
1511-1870
Andere namen:
Staten en Breede Geërfden van Walcheren, Centrale Directie van Walcheren
Regio:
Walcheren
Vestigingsplaats:
Middelburg
Omvang:
90 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1903-1914
Titel publicatie:
C. de Waard, Inventaris van de archieven der besturen van het eiland Walcheren 1511-1870. De archieven berustende onder het Polderbestuur te Middelburg [1] (Middelburg 1914)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Waterschap Scheldestromen
Categorie:
laatste wijziging 14-11-2023
3.928 beschreven archiefstukken
473 gedigitaliseerd
totaal 20.191 bestanden