5547 Particuliere Synode van het Zuiden van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, 1919-2010 ( Zeeuws Archief )
5547
Particuliere Synode van het Zuiden van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, 1919-2010
Inleiding
1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.1. Geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland
5547 Particuliere Synode van het Zuiden van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland, 1919-2010
Inleiding
1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.1.
Geschiedenis van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland
De Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland zijn voortgekomen uit de ‘Afscheiding’ van 13/14 oktober 1834, waarbij een groot deel van de Gereformeerde gezindte buiten de Nederlandse Hervormde Kerk kwam te staan (1). De achtergrond van de afscheidingsbeweging was de devaluatie van de in de drie formulieren van enigheid -de Heidelbergse Catechismus, de Nederlandse Geloofsbelijdenis en de Dordtse Leerregels - uitgedrukte belijdenis van die kerk en omdat de afgescheidenen vast wilden houden aan de kerkorde vastgesteld in 1619 op de Synode van Dordrecht (2).
De ‘afscheiding van 1834’ heeft in kerk en staat zeer groot rumoer ontketend. In hun actie tegen deze dwepers en rustverstoorders, zoals de afgescheidenen werden beschouwd, werden de hervormde besturen gesteund door de regering, die evenmin als de Hervormde Kerk vergrijpen tegen de orde duldde. Bijeenkomsten van meer dan twintig personen werden op grond van een bepaling uit het Napoleontische wetboek verboden; bij de minste aanleiding werden in de huizen der afgescheidenen soldaten ingekwartierd, of boetes en zelfs vrijheidsstraffen opgelegd. De pseudo-verdraagzaamheid van het vergenoegde vaderland werd ontmaskerd. Het persoonlijke optreden van de (afgescheiden) predikanten Hendrik de Cock te Ulrum, H.P. Scholte te Doeveren, Gansooyen en Genderen, A. Brummelkamp te Hattem, S. van Velzen te Drogeham, G.F. Gezelle Meerburg te Almkerk en H.J. Budding te Biggekerke was in bepaalde streken van grote invloed op de uitbreiding van de beweging (3).
Te midden van de vervolgingen kwamen de afgescheidenen van 2 tot 12 maart 1836 te Amsterdam in synode bijeen om hun kerkelijk leven nader te consolideren. Door deze synode van de ‘Christelijke Gereformeerde Kerk onder het kruis in Nederland’ werd het eerste gezamenlijke adres aan de koning (Willem I) gericht, waarin zij voor de zoveelste maal met kracht betoogden, dat zij geen nieuw kerkgenootschap wilden vormen en er op aandrongen om als de ware Gereformeerde kerk te worden beschouwd en erkend. De regering omschreef in het K.B. van 5 juli 1836 een aantal voorwaarden, waarop een gemeente van afgescheidenen in de burgerlijke maatschappij zou kunnen worden toegelaten en vrijheid van godsdienstoefening zou kunnen krijgen. Daartoe moest men nimmer aanspraak maken op enige bezittingen, inkomsten of rechten, waaronder vooral de titel ‘Gereformeerd’ of ‘Hervormd’. Helaas bezweek tenslotte H.P. Scholte met zijn Utrechtse gemeente onder de door de regering volgehouden druk, door toelating en erkenning te vragen als een ‘christelijke afgescheidene gemeente’, welke werd verleend en waarmee het prestige van de regering gered was.
In het jaar 1838 ontstond er onder de afgescheidenen een scheuring vanwege revisie van de Dordtse Kerk Orde (DKO), waaraan men een zestal dogmatische artikelen deed voorafgaan over het lidmaatschap der kerk, waarbij de verbondsgedachte op de achtergrond werd gedrongen. Hierdoor ontstond naast de ‘Christelijke Afgescheidene Kerk’ de ‘Gereformeerde Kerk onder het kruis’, ook wel genoemd de ‘Kruisgemeenten’. De vervolging van de niet toegelaten gemeenten duurde onverminderd voort. Dit is het laagste bedrijf van de regering van koning Willem I met zijn ministers C.F. van Maanen en F.W.F.T. baron van Palland van Keppel geweest, waartegen de Raad van State vruchteloos protesteerde. Koning Willem II maakte hieraan in 1840 onmiddellijk een einde (4). In 1869 verenigde de Christelijke Afgescheidene Gereformeerde Kerk zich met de meeste Gereformeerde Gemeenten onder het Kruis en vormden vanaf dat jaar de Christelijke Gereformeerde Kerk (5).
In het jaar 1886 voltrok zich een nieuwe afsplitsing van de Nederlandse Hervormde Kerk, doordat een beweging genaamd de ‘Doleantie’ onder leiding van dr. Abraham Kuyper zich verzette tegen de belijdenisvrijheid en de synodale organisatie van de Nederlandse Hervormde Kerk. Na de schorsing van 80 kerkenraadsleden te Amsterdam organiseerde deze beweging zich zelfstandig als Nederduitsche Gereformeerde Kerken (6).
Op 17 juni 1892 verenigden de Christelijke Gereformeerde Kerk en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken zich tot de Gereformeerde Kerken in Nederland . Vanaf het jaar 1892 werd de Christelijke Gereformeerde Kerk evenwel voortgezet door drie gemeenten, namelijk Noordeloos met haar predikant J. Jonkman, Zierikzee met haar predikant Philippus J. Wessels en de gemeente Teuge. Tevens besloten de predikanten J.P.L.C. van Lingen en J. Wisse Czn. met een groot deel van zijn gemeente ’s-Gravenhage en nog diverse gemeenteleden verspreid over het hele land te blijven wat men tot 17 juni 1892 was, namelijk de wettige voortzetting der aloude Christelijke Gereformeerde Kerk in Nederland (7). Op 3 en 4 januari 1893 werd de eerste synode gehouden in Den Haag in een zaal van Diligentia, waar 8 gemeenten waren vertegenwoordigd, namelijk die van ’s-Gravenhage, Rotterdam, Utrecht, Noordeloos, Dordrecht, Lutten, Twello en Arnhem, terwijl de gemeente Zierikzee verhinderd was (8). In het jaar 1900 waren er reeds 6 classes, 60 gemeenten en 18 predikanten die zich aangesloten hadden bij de aloude Christelijke Gereformeerde Kerk (9).
In 1947 wordt besloten om de naam te wijzigen in Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland (10). In 1957 waren er 12 classes, 161 gemeenten en 101 predikanten, terwijl het aantal leden ruim 60.000 bedroeg (11). Op 1 januari 2004 telt men 13 classes, 184 gemeenten en 168 predikanten, terwijl het aantal leden 73.883 bedraagt (12).
laatste wijziging 30-12-2021
198 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Inventaris
laatste wijziging 30-12-2021
198 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand
Kenmerken
Datering:
1919-2010
Vestigingsplaats:
Krimpen aan de IJssel
Omvang:
2,64 m.
Openbaarheid:
Gedeeltelijk beperkt (zie inleiding)
Toegankelijk:
Inventaris (oud nr 547)
Jaar bewerking:
2005
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Zierikzee, Laan van St. Hilaire
Collectie:
Gemeente Schouwen-Duiveland
Categorie:
laatste wijziging 30-12-2021
198 beschreven archiefstukken
1 gedigitaliseerd
totaal 1 bestand