549 Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem NV (SBM), (1848) 1886-1975 ( Zeeuws Archief )
549
Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem NV (SBM), (1848) 1886-1975
Inleiding
1. Geschiedenis van de SBM
549 Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem NV (SBM), (1848) 1886-1975
Inleiding
1.
Geschiedenis van de SBM
Reeds in 1880 trachtte de in Brussel gevestigde Société des Chemins de Fer Economiques concessies te krijgen om in West Zeeuwsch-Vlaanderen een net van tramwegen aan te leggen. Het plan kreeg actieve steun van de burgemeester van Breskens, Groede en Nieuwvliet, J.G. Gerritsen. Het werd Gerritsen echter al snel duidelijk dat de Belgische maatschappij niet alleen de belangen van de streek behartigde. Daarom nam hij in 1882 zelf het initiatief om concessies aan te vragen voor Nederland en België ten behoeve van de aanleg van een stoomtramlijn van Breskens naar Maldeghem, met een zijtak naar Sluis. De concessie voor het gedeelte in Nederland werd op 11 december 1882 verleend. Voor het deel in België liet deze tot 19 februari 1886 op zich wachten. Nadat alle concessies en vergunningen ontvangen waren, droeg Gerritsen deze begin 1886 over aan de Stoomtram-Maatschappij.
De NV Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem (SBM), gevestigd te Breskens, werd opgericht bij akte van 24 april 1886 voor notaris P.P. Slegt te Middelburg. Het minuut-exemplaar van de akte bevindt zich in: Zeeuws Archief, Notariële Archieven Zeeland 1842-1895, inv.nr 1158, aktenr 3748.De koninklijke bewilliging werd verleend bij KB van 1 juni 1886 nr 48. Op 6 februari 1935 werd de naam gewijzigd in Stoomtram-Maatschappij Breskens-Maldeghem NV.
Gedurende de jaren 1886 en 1887 was een op initiatief van Gerritsen gevormd voorlopig comité actief om de financiering van de maatschappij rond te krijgen (zie voor de samenstelling van het comité bijlage 1). De leden van dit comité hebben in eerste aanleg samen 600 aandelen à f. 500 = f. 300.000 aan maatschappelijk kapitaal bijeengebracht (Hesselink, 10). Daarnaast werd de aanleg van de trambanen gefinancierd uit renteloze voorschotten en subsidies van het rijk, provincie, gemeenten en polders.
Al in september 1886 werd met de aanleg van de trambanen begonnen. De plechtige opening van de lijnen Breskens-Schoondijke-Oostburg-Draaibrug-Eede-(grens)-Maldeghem en Draaibrug-Sluis(gracht) had plaats op 7 mei 1887.
De opening Sluis(gracht)-Sluis(haven) volgde op 5 oktober 1887. Op 1 mei 1890 trad een overeenkomst in werking met de Nationale Mij van Buurtspoorwegen in België inzake de exploitatie van de lijn Sluis-Belgische grens. De lijn Oostburg-Cadzand werd op 23 september 1912 in gebruik genomen en het baanvak Breskens-Cadzand op 22 april 1925. Daarna volgde Cadzand-Sluis op 2 april 1926 en Cadzand(dorp)-Cadzand(haven) in 1927.
In de loop van het jaar 1932 werden er vrachtauto's en autobussen aangeschaft en werden van J. Manneke te Breskens de autobusconcessies Breskens- Knokke en Breskens-Brugge overgenomen. De exploitatie van de busdiensten begon in 1933.
In de meidagen van 1940 werden alle bussen gevorderd. Deze zijn in België en Frankrijk verloren gegaan, evenals het merendeel van de vrachtauto's. Op 12 februari 1945 werd de tramdienst gedeeltelijk hervat.
Vanaf 1 augustus 1948 werd het personenvervoer per tram stopgezet. Het vervoer geschiedde vanaf 1949 alleen met autobussen. De vrachtauto's werden in 1951 afgestoten en vanaf mei 1951 ging het stukgoederenvervoer over naar Van Gend en Loos.
Vanaf 1 april 1951 werd een begin gemaakt met een ingrijpende reorganisatie, welke in hoofdzaak ten doel had het bedrijf te ontlasten van de nasleep van een niet meer rendabel te maken tram- en vrachtautobedrijf.
In mei 1952 kwam de verbouwing van de remise te Draaibrug (Gemeente Aardenburg) tot garage/werkplaats en kantoor gereed, waarna het kantoor van Breskens naar Draaibrug werd verplaatst.
Plannen om tot een fusie te komen met de Zeeuwsch-Vlaamsche Tramweg Maatschappij (ZVTM) waren er al in 1928. Verschillende saneringsplannen zijn er in de loop der jaren gemaakt, maar tot een fusie is het echter nooit gekomen (zie ook inv.nr 24). Eind jaren zestig werd het steeds moeilijker om als zelfstandig vervoerbedrijf te blijven bestaan. De overheid moest steeds meer geld beschikbaar stellen ter ondersteuning van de exploitatie. Daarom zocht men naar wegen om het aantal streekvervoerbedrijven te verminderen, en daarmee de totale exploitatiekosten. In het begin van de jaren zeventig was 42% van de aandelen in handen van de NV Nederlandse Spoorwegen. In 1974 werden de aandelen van de SBM, voorzover deze nog in handen waren van particulieren, overgenomen door de ZVTM (de helft van de aandelen van de ZVTM was eveneens reeds in het bezit van de Nederlandse Spoorwegen). In de gecombineerde vergadering van commissarissen d.d. 20 december 1974 met die van de commissarissen van de ZVTM werd besloten de exploitatie van beide maatschappijen per 1 januari 1975 als één geheel te doen uitvoeren door en voor rekening en risico van de ZVTM (inv.nr 8).
laatste wijziging 28-06-2023
243 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 28-06-2023
243 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
(1848) 1886-1975
Ressort:
West Zeeuws-Vlaanderen
Vestigingsplaats:
Breskens
Omvang:
8 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1991
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 28-06-2023
243 beschreven archiefstukken