Uw zoekacties: Ambachtsheerlijkheid Buttinge en Zandvoort, 1523-1887

465 Ambachtsheerlijkheid Buttinge en Zandvoort, 1523-1887 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
Reeds in 1249 was Buttinge een parochie (kerkdorp) *  . In het jaar 1250 wordt er van een "Hugo, sculthetus de Buttinghe", gewag gemaakt *  . Ook worden reeds vroeg Buttinge en Zandvoort als een ambacht genoemd, alhoewel Zandvoort wellicht vroeger een afzonderlijke heerlijkheid was. In de 2e helft der 13e eeuw wordt hier een huis voor de ridders van de Duitse orde gesticht *  . Van het geslacht van der Buttinge laten zich maar weinig vertegenwoordigers aanwijzen, het schijnt reeds vroeg uitgestorven te zijn. In de tweede helft van de 15e eeuw treffen we er enkele aan. Jacob van Grijpskerke noemt er van dit geslacht in zijn " 't Graafschap van Zeeland" twee en wel Reymer van der Buttinge *  en Maria. Het wapen, dat eerstgenoemde voerde, was een rode arend op een wit veld. We vinden hem ook terug op een staat van leenmannen, waarop vermeld staat hoeveel manschappen men ter heervaart heeft te stellen *  . Reymer had te stellen: "vier vechtende te voet". Maria van der Buttinge trouwde met Adriaan van Cruiningen, Een Jacob Reynoutsz. van der Buttinge vinden wij in 1503 als scheidsman *  . In 1513 huwde Margriet, de dochter van Jacob, met Hugo Baveston. Zij verkocht haar deel in 1523 aan Francois Pauwelsen Tas, regeringslid van Middelburg (zie inv. nr. 1) *  .
De ambachtsheerlijkheid was in verschillende handen, in de 15e en 16e eeuw grotendeels in die van Borssele van Brigdamme, later Bourgondië. Naast de geslachten van Buttinge zelf, behoort de ambachtsheerlijkheid verder nog aan de geslachten van Crommenhoucke, van Grijpskerke enz. Van degenen, die het grootste gedeelte van het ambacht bezaten, is Philips van Bourgondië wel een der voornaamste. Deze was admiraal van de zee en werd in 1516 bisschop van Utrecht. Zijn opvolger en neef Karel komt in 1534 als collator van de kerk voor (nr. 56), terwijl in 1559 Adriaan van Domburg, in welks geslacht dit ambacht was overgegaan, als collator voorkomt (nr. 57). Doordat Maria van Domburch met Jan van Eyll huwde, kwam dit gedeelte van de ambachtsheerlijkheid aan hun zoon Jacob van Eyll, heer van Geisteren, wiens weduwe het weer vermaakte aan haar neef Augustijn Turck. De Turcks bezaten nu het grootste deel van het ambacht en de Jonkheren Nicolaas,Steven en Herman verkochten het in 1629 aan Jeremias Waleus *  . Salomon Waleus, op wien het in 1632 was overgegaan, verenigde hiermede in 1642 (nr. 23), bij koop van Cornelis Tas het gedeelte, dat aan Margriet van Buttinge bovengenoemd had toebehoord.
De domheer van de St. Jans te Utrecht, Nicolaas Waleus, verkocht alles in 1652 (nr, 25) aan Matheus Hoeufft, in welks geslacht het is gebleven, tot het in 1792 (nr. 36) aan Mr. Meinard van Visvliet verkocht werd, Leonard Hoeufft had er intussen nog een gedeelte bijgekregen in 1718 (nr. 32), dat vroeger aan het geslacht van Grijpskerke had toebehoord. Een zeer klein gedeelte bleef toen over wat niet aan de familie Hoeufft behoorde. Van Meinard van Visvliet, die ook ruim 100 gemeten in Hoogelande bezat, ging de heerlijkheid op zijn zoon Mr. Meinard Philip van Visvliet over (nr. 37 en 38). Laatstgenoemde stierf in 1819 op reis te Ehrenbreitstein *  . In 1826 droegen zijn zuster Dana Magdalena van Visvliet, echtgenote van Jhr. François Clement de Jonge, als eigenares, en Daniël Jacques de Superville, weduwnaar van Anna Petronella van Visvliet, als vruchtgebruiker, de heerlijkheid over aan Jhr. Meinard Pieter de Jonge, zoon van eerstgenoemden (nr. 39). Onder diens dochter werd in 1866 de heerlijkheid in het openbaar verkocht aan Jan Jacob Iman Sprenger, wiens kleinzoon Ir. J.W. Sprenger het archief in 1935 aan het Rijksarchief in Zeeland schonk. Een van de voornaamste prerogatieven van de ambachtsheer te Buttinge en Zandvoort was het molenrecht. Met de molen is het een lange lijdensweg geweest. In 1572 is hij "in den troubel gedestrueert ende verbrandt" (nr. 44). Een 20 jaar later wordt hij weer opgebouwd. In de 17e eeuw is hij zeker nog twee maal omgewaaid en uit een brief aan de ambachtsheer d.d. 21 Januari 1735 (nr. 70) blijkt dat de molen door een "vervaarlijken stormwind" dusdanig vernield is, dat hij "niet op te regten en onherstelbaar is".
Verder wordt in deze brief aangeraden "gemerkt de sobre revenues" en de slechte tijd geen nieuwe molen meer op te bouwen, waarom aan Jan van Krochten vergunning wordt verleend een nieuwe molen op eigen kosten te bouwen, tegen betaling van vier Zeeuwse rijksdaalders per jaar voor het gebruik van de molenberg. In dezelfde brief wordt gezegd, dat "het eigentlijke Dorp, alleen in een gehugt, van3 à 4 miserable en geringe huizen bestaat". Uit de kohieren van de dubbele honderdste penning in het begin der 17e eeuw blijkt (nr. 67), dat er zich toen nog een 30 huizen bevonden, waaruit te concluderen valt, dat het met de heerlijkheid zeer achteruit gegaan was. Eveneens wordt er in deze brief nog van de kerk gesproken, "die sedert de Reformatie geabandonneert en vervallen is", terwijl daar toentertijd nog maar een ruïne van over was; thans rest hiervan nog enkel een fragment. Omstreeks 1650 heeft de toenmalige ambachts-heer Nicolaas Waleus veel moeite gedaan om deze kerk te herbouwen (nr. 60-63). Maar zo schrijft hij aan de Staten van Zeeland, dat "sij door een kercke sonder leeraer niet en sijn gedient, zoo versoekt hij suppliant nevens de voors. lantsaten, dat het U. Ed. Mog, geliefte sij aen die van Butingen tot kosten van U. Ed. Mog. toe te staen een bequaem leeraer onder haer wonende", opdat zij gelegenheid hebben "hare kinderen en familie, in den waren godtsdienst beter te oeffenen, dan sij teghenwoordich in tijde van sieckten, winterse dagen ende andersints doen en kunnen" (nr. 63). De pogingen zijn echter op niets uitgelopen.
Van het archief zijn twee inventarissen opgemaakt: een van ca. 1760 waarschijnlijk door de ambachtsheer J.D. Pauw geboren Hoeufft (inv.nr 77) en een andere door de secretaris van Domburg H.M. Kesteloo in 1867 (inv.nr 78). Kesteloo heeft dezelfde orde in acht genomen als de vroegere inventaris, die tot de letter H (inv.nr 74) liep, met dien verstande, dat hij al wat na deze letter komt, heeft gebracht onder de letters J-Q, wat wij niet hebben gevolgd. De oude inventaris was verdeeld in: Al, A2 en A3, waarover in juten zakjes de "opdragt en verlijbrieven" verdeeld waren, met een doorlopende nummering van 1-42, een juten zakje gemerkt B. , waarin zich de "Authentique stukken ende bewijzen van de praerogativen" bevonden, met een doorlopende nummering van 43-67, verder nog de juten zakjes gemerkt C-E, waarin zich processtukken bevonden, terwijl de letters F-H (eveneens in juten zakjes) resp. brieven, rekeningen en stukken van algemene aard bevatten. De letters C-H droegen verder geen nummering. Het leek verantwoord deze alleszins redelijke indeling over te nemen; de stukken, die hierna nog gekomen zijn - welke Kesteloo onder de letters J-Q gebracht had - zijn in de afdelingen waar zij behoren geplaatst. Zo ook de stukken, die niet in de inventaris-Kesteloo voorkomen. Aan het hoofd van iedere afdeling is dit in N.B.'s gespecificeerd. Tenslotte zij opgemerkt, dat de transport- en verleibrief in de inventaris-Kesteloo genoemd onder N, ontbreekt.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
1523-1887
Andere namen:
Heerlijkheid Buttinge en Zandvoort [Santvoort, Santvoord, Sandvoort]
Omvang:
0,2 meter en 36 charters
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1945
Titel publicatie:
M.P. de Bruin, 'Het archief van de Heerlijkheid Buttinge en Zandvoort, 1523-1887', in: Rijksarchief in Zeeland. Gebundelde Inventarissen. Deel I ('s-Gravenhage 1962) 19-39
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland