Mijn Studiezaal (inloggen)
332 Nederlandse Jeugdbond Natuurstudie (NJN), Afdeling Walcheren, 1932-1981 ( Zeeuws Archief )
332
Nederlandse Jeugdbond Natuurstudie (NJN), Afdeling Walcheren, 1932-1981
Inleiding
1. Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
332 Nederlandse Jeugdbond Natuurstudie (NJN), Afdeling Walcheren, 1932-1981
Inleiding
1.
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
De Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN) werd op 16 augustus 1920 opgericht te Zwolle. De NJN is ontstaan uit een federatie van natuurhistorische jeugdclubs, een federatie die al spoedig werd omgezet in een jeugdbond naar het model van al eerder opgerichte jeugdbonden. Een centrale commissie organiseerde gezamenlijke excursies, het zomerkamp en het jaarlijkse congres. In 1923 werd de centrale commissie vervangen door een hoofdbestuur.
Alleen jongeren tussen de 12 en 23 jaar kunnen lid worden van de NJN. De grens van 23 jaar was gekozen vanwege het feit dat de NJN in de jaren twintig nog niet koninklijk goedgekeurd was, zodat contracten met b.v. kampboeren door een meerderjarig lid moesten worden ondertekend. De meerderjarigheidsgrens lag destijds bij 23 jaar. De leden nemen afscheid van de NJN op het eerste congres na hun 23e verjaardag, men wordt dan 'oude sok'.
In eerste instantie stelde de NJN zich ten doel 'de beoefening van de natuurstudie bij de jongeren te bevorderen'. Dat dit doel mede bereikt kon worden door natuurbescherming werd pas later in de statuten opgenomen. Vanaf januari 1922 verschijnt het landelijk blad Amoeba, de uitgave ervan is alleen onderbroken tijdens de oorlogstijd.
De NJN-ers hadden, met name in de beginperiode, te maken met ouderen die bezwaren maakten tegen de gemengde omgang tussen jongens en meisjes zonder toezicht van volwassenen. Verder waren er binnen de Nederlandse Natuurhistorische Vereniging velen die bezwaar maakten tegen een zelfstandige natuurhistorische Jeugdbond.
Binnen de NJN waren een aantal ongeschreven regels, waaraan iedereen geacht werd zich te houden. De laatste jaren wordt er veel vrijer met deze 'regels' omgegaan. Tot ver in de jaren zestig werd men geacht niet te roken of te drinken, een bepaald soort kleding te dragen, alleen te luisteren naar klassieke-of volksmuziek, vegetarisch te eten en te volksdansen. Binnen de NJN ontstond een eigen taalgebruik, voor een buitenstaander vaak onbegrijpelijk.
De NJN is een neutrale organisatie, die zich vanaf de oprichting openstelde voor alle jongeren in Nederland. De 'bond' heeft zich naar buiten toe altijd neutraal opgesteld.
Toch vormden de leden, zeker in de beginperiode, geen afspiegeling van de Nederlandse bevolking. Alleen uit de meer humanistisch christelijke kringen ontstond belangstelling voor de NJN. Over het algemeen waren de leden hoger opgeleid.
Het ledenaantal groeide van 1200 in 1930 naar ruim 1800 in 1940. Na de oorlog heeft het ledenaantal geschommeld tussen de 1500 en 2000. Vanaf de jaren tachtig daalde het aantal leden tot onder de 1000.
In 1946 scheidde een groep christelijke jongeren zich af en richtten de Christelijke Jeugdbond van Natuurvrienden (CJN) op. In 1961 ontstond de Katholieke Jeugdorganisatie voor Natuurstudie (KJN). De CJN en de KJN zijn halverwege de jaren zeventig samengegaan in de Algemeen Christelijke Jeugdbond voor Natuurstudie en Natuurbescherming (ACJN). De NJN wilde geheel zelfstandig blijven en was niet bereid tot fusie, men wilde niet verder gaan dan het gezamenlijk uitgeven van een blad en het gezamenlijk regelen van de natuurhistorische uitgeverij.
De NJN is van oudsher verdeeld in districten en deze zijn weer onderverdeeld in afdelingen, elk met een eigen bestuur. Daarboven staat het hoofdbestuur. De districten en afdelingen organiseren de activiteiten voor de leden, zoals excursies, lezingen, kampen en geven meestal een periodiek uit. Het hoofdbestuur organiseert de zomerkampen, in binnen- en buitenland, en het congres wat elk jaar tussen kerst en nieuwjaar gehouden wordt. Het uitgeven van het bondsblad Amoeba is eveneens een taak van het hoofdbestuur.
Vanaf het midden van de jaren dertig ontstonden er binnen de NJN werkgroepen voor de leden die meer specialistisch te werk wilden gaan, zoals op het gebied van planten, vogels, insekten, zoogdieren, geologie, herpetologie en strandwerk. Leden van deze werkgroepen publiceerden vaak op hoog niveau hun onderzoeksresultaten.
De afdelingen in Zeeland behoorden heel lang tot District VIII. Het aantal afdelingen is in de loop van de jaren nogal eens gewijzigd. Wanneer afdelingen ontstaan en weer opgeheven zijn is niet meer precies na te gaan. In de beginperiode waren er afdelingen in Vlissingen, Middelburg, Goes en op Schouwen. Later waren er de afdelingen Schouwen, Beveland en Walcheren. Heel kort heeft er een afdeling in Zeeuws-Vlaanderen bestaan. Begin jaren zeventig was er een herindeling van de districten en werd Zeeland District XIV. Naast de verschillende afdelingsperiodieken gaf het districtsbestuur ook een blad uit, wat zeer onregelmatig verscheen.
In het midden van de jaren zeventig leek het de toenmalige districtsbestuursleden zinvol om wat meer contact te zoeken met de beide CJN-afdelingen, een afdeling in Middelburg en een afdeling in Halsteren. Na enige aarzeling resulteerde dit in een fusie op districtsniveau en werd regio 14 opgericht, met de afdelingen Walcheren en Schouwen (NJN) en de afdelingen Middelburg en Halsteren (CJN, later ACJN). Andere districten namen dit voorbeeld al snel over. Tot op de dag van vandaag bestaat regio 14 met deze afdelingen.
De afdelingen in Zeeland hebben door hun geïsoleerde ligging minder contact met de overige afdelingen in het land. Vooral voor jonge leden zijn de afstanden naar een landelijk kamp vaak te groot. Een groot probleem is het ontbreken van voldoende kader, vele jongeren hebben in Zeeland onvoldoende studiemogelijkheden en vertrekken als ze ongeveer 18 jaar zijn. Het gevolg is veel jonge leden met weinig natuurhistorische kennis.
2. Geschiedenis van het archief
3. Literatuur
laatste wijziging 09-03-2024
26 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 09-03-2024
26 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1932-1981
Omvang:
2,5 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1997
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 09-03-2024
26 beschreven archiefstukken
