27 Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg, 1189-1578 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
1. Lotgevallen der Abdij
27 Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg, 1189-1578
Inleiding
1.
Lotgevallen der Abdij
Organisatie: Zeeuws Archief
Wie het klooster, welks archief hierachter beschreven wordt, heeft gesticht, en wanneer die stichting heeft plaats gehad, is onbekend. De advocatie van het klooster was een leen der grafelijkheid, maar het schijnt ongeoorloofd hieruit af te leiden, dat het klooster eene grafelijke stichting was. Althans toen bisschop Godebald (1112-1127) de Regulieren, die het bevolkten, verdreef en door Norbertijnen uit het St. Michaels klooster te Antwerpen verving, schijnt hij zonder inmenging van den landsheer opgetreden te zijn. Deze gebeurtenis, die ons zoowel in Utrechtsche als in Vlaamsche kronieken verhaald wordt, is tevens de eerste uit de geschiedenis van het klooster, die wij kennen. Reeds hier spreekt De Beka van het klooster te Middelburg. Toch is vaak beweerd, dat het gesticht oorspronkelijk elders, hetzij te Souburg, hetzij te Wijk bij Heusden, had gestaan en eerst later krachtens machtiging van paus Eugenius III (1150 of 1153) (Van den Bergh I nr. 35) naar Middelburg was overgebracht. Dit is echter niet juist, want reeds in 1147 komt abbas de Middelburg Walterus voor, en was dus de Abdij te Middelburg gevestigd; van de machtiging van paus Eugenius schijnt dus geen gebruik te zijn gemaakt.
Nadat de advocatie van het klooster aan de grafelijkheid vervallen was, beloofde de Roomsch koning Willem haar niet meer in leen uit te geven, en onder zijn invloed vooral breidde zich het aanzien der Abdij aanmerkelijk uit. De Abt verwierf de collatie van een aantal kerkelijke beneficiën; de meerderheid der pastoorsplaatsen en vele vicarieën in het decanaat van Walcheren (de eilanden Walcheren, Wolfaardsdijk en Noord-Beveland) stonden te zijner begeving, en behalve deze beneficiën bezat hij er ook verscheidene, die elders, op Zuid-Beveland, op Tholen en in Holland, gelegen waren. Door de splitsing van de cure der kerk van Monster, die de Abdij in ruil voor die van Welle verkregen had, had de Abt de begeving der pastoorsplaatsen te 's-Gravenhage, Scheveningen en Eikenduinen, zoodat de invloed van de Abdij ook in Holland niet gering was. Velen dezer curen waren beneficia regularia d.w.z. werden door den Abt tot wederopzeggens toevertrouwd aan een van de geestelijken der Abdij, van de kanunniken, gelijk hun titel was.
Als collator had de Abt niet het recht pastoors en vicarissen te benoemen, hij droeg ze alleen ter benoeming voor aan den aartsdiaken van den Dom, onder wiens ressort al de beneficiën der Abdij gelegen waren. Deze was echter verplicht den voorgedragene te benoemen, zoo er rechtens geene bezwaren tegen zijne begiftiging bestonden. De kostersplaatsen daarentegen werden door den Abt rechtstreeks en zonder hoogere inmenging vergeven. Wat nu de wijze betreft, waarop de curen en de vicarieën vervuld werden, hieromtrent valt nog het een en ander op te merken. Gelijk is gezegd, droeg de Abt den aartsdiaken of zijn officiaal voor de vaceerende plaats een candidaat voor. Hierop gaf de officiaal last om in de betreffende kerk te doen afkondigen, wie door den Abt tot de vacature was voorgedragen, en allen, die bezwaar tegen de benoeming mochten hebben, hetzij omdat de voorgedragene niet bevoegd was, of omdat het collatierecht van den Abt betwist werd, op te roepen om voor hem te verschijnen.
Hadden die afkondigingen, gelijk in den regel het geval was, onverhinderd plaats gehad, dan werd hiervan door de plaatselijke autoriteit (cureit, vice-cureit enz.) aan den officiaal mededeeling gedaan, die daarop last gaf den benoemde in het bezit van het beneficie te stellen. Al die stukken (de voordracht, de last tot afkondiging, het bericht der afkondiging, de last om in bezit te stellen en de inbezitstelling) werden in het archief der Abdij bewaard, en er zijn nog tal van zulke stukken voorhanden. Daaruit blijkt, dat in den oudsten tijd van de inbezitstelling slechts zelden eene akte werd opgemaakt; degene, die de inbezitstelling had verricht, volstond met aan het charter, dat den last om in bezit te stellen bevatte, zijn zegel te hechten. Vandaar dat aan de stukken van de laatstgenoemde soort herhaaldelijk behalve het zegel van het officialaat nog andere zegels hangen, die niet altijd kunnen worden gedefinieerd; dat zijn de zegels van degenen, die den benoemde in het bezit van zijn beneficie hebben gesteld. In later tijd komt het ook veel voor, dat het bericht omtrent de afkondiging en dat omtrent de inbezitstelling geschreven worden op de rugzijde der charters, die den last om af te kondigen en in bezit te stellen bevatten. * 
In het bovenstaande is nergens sprake van den provisor of landdeken, die toch de tusschenpersoon tusschen den aartsdiaken en de plaatselijke geestelijkheid was. Zijne werkzaamheid in deze was dan ook grooter, dan uit den officiëelen vorm der stukken schijnt te blijken. De handelingen, die van den officiaal heetten uit te gaan, werden feitelijk door den provisor verricht; eens komt het voor (zie regestnr 567), dat de last om de voordracht af te kondigen van den provisor uitgaat, en vrij vaak is het bericht der gedane afkondigingen niet tot den officiaal, maar tot den provisor gericht. Die laatste was het waarschijnlijk, die feitelijk bevel gaf den benoemde, tegen wien geene bezwaren waren ingekomen, in het bezit van zijn beneficie te stellen. Eerst daarna volgde dan het officiëele bevelschrift van den officiaal. Zoo althans verklaart het zich, dat meermalen het laatste stuk postérieur is aan de inbezitstelling zelve, ook wanneer de akte van inbezitstelling op de rugzijde van den last tot inbezitstelling geschreven is, hetgeen dus doet veronderstellen, dat de last door den provisor opgemaakt en eerst later door den officiaal gedateerd en gezegeld werd. Eene enkele maal (zie regestnrs 1187 en 1205) schijnt de provisor den last tot inbezitstelling voorloopig gegeven te hebben, in afwachting der definitieve akte van den officiaal, op welker rugzijde de last van den provisor, die van denzelfden of jonger datum is, geschreven staat. Deze handelwijze komt mij zoo eigenaardig voor, dat ik meende tot recht verstand van den Inventaris en de Regestenlijst er hier de aandacht op te moeten vestigen.
Behalve op deze beneficiën en enkele andere geestelijke functiën van den Abt (toezicht op kloosters, op de Begijnen enz.) steunde het aanzien der Abdij hoofdzakelijk op haar grondbezit. Dit was zeer uitgebreid en omvatte een groot gedeelte van Walcheren; de Abdij bezat daar behalve eigenlijk gezegden grondeigendom ook vele tienden en vele ambachtsporties, hetgeen den Abt ook op politiek gebied een overwegenden invloed verschafte.
Ook buiten Walcheren bezat de Abdij vele goederen, zoowel in Zeeland, als in Brabant, Holland en Vlaanderen. Over de wijze, waarop die goederen beheerd werden, is in den Inventaris zelf het noodige gezegd. Ook maakte de voortdurende uitbreiding der Abdij, dat vele huizen in de naburige straten der stad werden aangekocht. Gelijk is opgemerkt, dankte de Abt aan zijn grondbezit zijne politieke beteekenis; als breede-geërfde nam hij zitting in de Statenvergadering, waar hij door zijn rang als geestelijke het eerste lid was. *  De Staten van Zeeland kwamen in de Abdij bijeen en daar werd het archief van dat college bewaard. Aan zijne hooge positie in de Statenvergadering had de Abt ook zijn aandeel aan het surcrois (zie de daarover handelende afdeeling) te danken. Ook in de Staten van Walcheren was de Abt het eerste lid, en door de grafelijkheid was hij in den regel belast met het dijkgraafschap van de Vijf ambachten, dat hij door een zijner ambtenaren deed waarnemen.
Alle rechten en alle voorrechten der Abdij werden uitgeoefend door den Abt, de kanunniken deelden er maar in zeer beperkte mate in. Enkele kanunniken stonden in nauwer betrekking tot den Abt, zoo de prior, die hem in spiritualibus, en de proost, die hem in temporalibus ter zijde stond. Voorts waren er een kelderwaarder en een bakmeester. De beide laatsten hadden elk ook hunne bepaalde goederen, die zij beheerden en waaruit zij in het onderhoud hunner medegeestelijken voorzagen, het overschot van beider inkomsten viel eveneens aan de Abdij ten deel. Over het inwendig bestuur van het klooster is overigens niets bekend. In het archief zijn daaromtrent geene stukken bewaard gebleven.
Ten gevolge van de instelling der nieuwe bisdommen onderging de organisatie der Abdij eene groote verandering. De Abdij werd geïncorporeerd bij de mensa episcopalis van den nieuw benoemden Middelburgschen bisschop; deze zou voortaan de functies van Abt uitoefenen, de kanunniken verloren het recht een der hunnen tot Abt te benoemen
Lang duurde de nieuwe toestand niet. De eerste bisschop stierf ten tijde van het beleg van Middelburg door de troepen van den prins van Oranje, en in het verdrag, waarbij de stad aan den prins werd overgegeven, (1574 Februari 18) werd ook bepaald, dat de geestelijken met achterlating van alles behalve hunne kleederen de stad zouden ruimen. De Staten der provincie namen toen de Abdij met al hare goederen, voor zooverre die binnen haar bereik waren, *  in bezit.
2. Lotgevallen van het archief sinds 1574
3. Inventariseering en beschrijving van het archief
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1189-1578
Andere namen:
Onze-Lieve-Vrouwe-abdij, O.L. Vrouweabdij, O.L.V. Abdij, OLV Abdij, Sint Nicolaas Abdij, St Nicolaas Abdij, Premonstratenzer of Norbertijner Abdij, Abt van Middelburg
Vestigingsplaats:
Middelburg
Omvang:
35 strekkende meter standaard archiefberging gevuld met dozen waarin op karton gemonteerde charters
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris, met regestenlijst
Jaar bewerking:
1901
Titel publicatie:
R. Fruin [Th.Az.], Het archief der O.L.V. Abdij te Middelburg ('s-Gravenhage 1901)
Opmerking:
Van dit archief is in mei 1940 het merendeel verloren gegaan. Alleen de charters bleven grotendeels bewaard. De charters zijn op het regestnummer geborgen en opvraagbaar. De verloren gegane nummers zijn in de inventaris en de regestenlijst als zodanig gemerkt.
Beschrijving:
De Abt van Middelburg, die als brede-geërfde zitting had in de Staten-vergadering, was daar het eerste lid en dankt zijn politieke betekenis aan zijn grondbezit en aan zijn geestelijke functie. Ook in de Staten van Walcheren was de abt eerste lid en door de grafelijkheid was hij in de regel belast met het dijkgraafschap van de Vijf Ambachten.
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Provincie Zeeland