2260 Stad en Gemeente Westkapelle 1643-1944, (1634) 1643-1944 (1964) ( Zeeuws Archief )
2260
Stad en Gemeente Westkapelle 1643-1944, (1634) 1643-1944 (1964)
Inleiding
1. Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
2260 Stad en Gemeente Westkapelle 1643-1944, (1634) 1643-1944 (1964)
Inleiding
1.
Geschiedenis van het archiefvormend orgaan
Westkapelle bestond uit de stad van die naam en de ambachtsheerlijkheid Westkapelle-Buiten (Van Hoof e.a., 534-535; Baart). De stad ontleent haar naam aan een christelijke kapel, waarvan voor het eerst in 1162 melding wordt gemaakt. Westkapelle kreeg in 1223 stadsrecht. Philips van Bourgondië gaf in 1452 Westkapelle in leen aan Hendrik (IV) van Borssele, graaf van Grandpré en heer van Veere. Diens zoon Wolfert (VI) van Borssele, graaf van Buchan, kocht Westkapelle definitief van Maria van Bourgondië in 1473. Toen deze Wolfert van Borssele stierf ging Westkapelle samen met Veere, Vlissingen en Domburg over in handen van het regerende vorstenhuis van Bourgondië door het huwelijk van de erfdochter Anna van Borssele met Philips van Bourgondië, zoon van Antheunis. Westkapelle kwam bij het Groot Privilege in 1477 en opnieuw in 1497 in het bezit van criminele rechtspraak in halszaken.
In 1555 verhief keizer Karel V alle goederen en rechten die Maximiliaan van Bourgondië op Walcheren bezat tot een markiezaat en beleende hem met dit markiezaat. Na de dood van Maximiliaan bleken diens goederen met zware schulden belast te zijn, zodat het markiezaat in 1566 op last van de Grote Raad van Mechelen werd verkocht. Met deze verkoop werd Westkapelle uit het verband van het markiezaat losgemaakt. Na enige omzwervingen kwam Westkapelle in 1567 in handen van de Oranjes. In februari 1648 werden de ambachtsheerlijke rechten over Westkapelle (samen met die van Domburg) aan Middelburg verkocht. Deze stad moest deze rechten echter in 1678 al van de hand doen. Omdat Middelburg gebukt ging onder een zware schuldenlast, werd Westkapelle verkocht aan de familie Veth. Mr. Martinus Veth betaalde f. 80.000. Westkapelle was daarmee de duurste ambachtsheerlijkheid die onder de hamer kwam (Kesteloo, 124-125). Westkapelle behoorde tot de zogenoemde 'smalsteden', steden die geen zitting in de Zeeuwse statenvergadering hadden.
In de Franse tijd traden er de nodige veranderingen op. Tussen 1811 en 1815 vormde de voormalige smalstad Westkapelle de gemeente Westkapelle-Binnen. De ambachtsheerlijkheid Westkapelle-Buiten en Ser Poppekerke heette toen de gemeente Westkapelle-Buiten. In 1816 werden de gemeenten Westkapelle-Binnen en Westkapelle-Buiten samengevoegd tot de Gemeente Westkapelle. Met ingang van 1 januari 1997 fuseerde de Gemeente Westkapelle met vier andere gemeenten op Walcheren tot de nieuwe Gemeente Veere.
Tijdens de Republiek bestond de regering van de stad Westkapelle uit een baljuw, twee burgemeesters en vijf schepenen. Meestal was er voor de stad Westkapelle en de Ambachtsheerlijkheid Westkapelle-Buiten een gemeenschappelijke secretaris (Lasonder, 179). Vandaar dat er in het archief van het gerecht van Westkapelle-Buiten nu en dan stukken van de stad voorkomen. Tussen 1811 en 1815 bestond het gemeentebestuur van Westkapelle-Binnen uit een maire, een adjoinct-maire en een conseil-municipal die zes leden telde. De gemeente Westkapelle-Buiten had naast een maire en adjoict-maire een conseil municipale van drie leden (archief Prefectuur, inv.nr 41).
Vanaf 1816 was het gemeentebestuur in handen van het college van burgemeester en assessoren, later het college van burgemeester en wethouders genoemd. Bestuur en rechtbank kwamen in Westkapelle vanaf de late vijftiende eeuw bijeen op het stadhuis, althans zolang de toestand van het gebouw dit toeliet. In 1579 was het stadhuis dermate vervallen dat de magistraat zich beklaagde over de grote kosten 'welke zy nu moesten dragen door in herbergen te moeten vergaderen' (Baart, 33, 69, 71). In 1778 gaf de ambachtsheer het gerecht van Westkapelle-Buiten en Ser Poppekerke toestemming om op het stadhuis, dat in 1636 geheel was gerestaureerd, in de kleine vierschaar te vergaderen (Baart, 83). Lang heeft het ambachtsbestuur van dit privilege geen gebruik kunnen maken want in 1780-1781 werd het stadhuis van Westkapelle door de Engelsen bijna geheel vernield. Hoewel het naar vermogen hersteld werd, was het stadhuis dermate geruïneerd dat de secretarie omstreeks 1800 gehouden werd ten huize van secretaris Willem Serlé (Baart, 113-114, 116).
laatste wijziging 20-03-2024
606 beschreven archiefstukken
34 gedigitaliseerd
totaal 6.101 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 20-03-2024
606 beschreven archiefstukken
34 gedigitaliseerd
totaal 6.101 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1634) 1643-1944 (1964)
Omvang:
25 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
2007
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Gemeente Veere
Categorie:
laatste wijziging 20-03-2024
606 beschreven archiefstukken
34 gedigitaliseerd
totaal 6.101 bestanden