109 Doopsgezinde Gemeente te Vlissingen, 1602-1965 ( Zeeuws Archief )
109
Doopsgezinde Gemeente te Vlissingen, 1602-1965
Inleiding
1. Het bestuur der gemeente
109 Doopsgezinde Gemeente te Vlissingen, 1602-1965
Inleiding
1.
Het bestuur der gemeente
Doopsgezinden zijn, zoals op vele plaatsen elders, ook te Vlissingen in de 16e eeuw reeds te vinden * . Omstreeks het begin van de opstand tegen Spanje schijnen zij er een gemeenschap gevormd te hebben, maar van de omvang en organisatie daarvan is weinig of niets bekend.
Volgens oude schrijvers bestond de Doopsgezinde gemeente al in of voor 1587. Dit zal wel betekenen dat er toen regelmatig samenkomsten plaats vonden en dat het bestuur ook min of meer vaste vorm gekregen had. Waarschijnlijk berustte de leiding, zoals later het geval was, bij enkele gemeenteleden onder de naam van diakenen of, zoals zij bij voorkeur werden aangeduid: dienaren. In 1640 waren er acht diakenen, maar later daalde dit aantal. Een tijdlang werden de diakenen voor het leven gekozen, totdat in 1678 hun ambtsperiode op vier jaar werd vastgesteld. Als reminiscentie aan de vroegere toestand echter bleven nog zeer lang twee van hen als diakenen ad vitam voor hun leven in functie.
Diakenen en predikant samen vormden de kerkeraad. De predikant werd beroepen door de broederschap, d.w.z. de vergadering van mannelijke lidmaten, die ook de diakenen verkoos. Deze bestuursorganisatie heeft zich tot ver in de 19e eeuw gehandhaafd.
Op 3 september 1871 werd een reglement aangenomen, dat voor een deel aansloot bij een pas op gang gekomen ontwikkeling. De diakenen-nu drie of meer in getalvormen met de predikant en onder diens voorzitterschap de kerkeraad. Deze voert het algemeen beleid, waaronder niet de behartiging der geldelijke aangelegenheden begrepen is, want daarvoor is het college van diakenen zonder de predikant bevoegd. De diakenen worden voor vier jaar benoemd, nog steeds door de broederschap, die ook tot taak heeft bestuursreglementen vast te stellen* De keuze van een predikant is voortaan voorbehouden aan de vergadering van gemeenteleden, omvattende zowel de vrouwelijke als de mannelijke lidmaten. Dit systeem werkt niet lang: reeds na twee jaar zijn kerkeraad en college van diakenen samengesmolten en in 1878 hield de broederschap haar laatste vergadering alvorens in de ledenvergadering op te gaan. Een nieuw reglement van 23 oktober 1901 voerde, ter verlichting van de taak van de kerkeraad, een commissie van bijstand in, welker leden voor vijf jaar gekozen werden. Soms vergaderden de kerkeraad en deze commissie gezamenlijk.
Heeft de gemeente te Vlissingen tegenwoordig samen met die te Middelburg en te Goes één predikant, oudtijds waren er voor Vlissingen alleen meerdere werkzaam, maar deze werden toen niet gesalarieerd. In 1683 is er voor het eerst sprake van een traktement voor de leraar. De oudst bekende plaats van samenkomst der gemeente was in het achterhuis van een woning aan de Oostzijde van de Oude Haven. Deze ruimte werd in 1617/8 tot kerkzaal ingericht. In 1640/1 werd een pakhuis aan de Peperdijk als kerk in gebruik genomen, die in 1723 ingrijpend werd verbouwd en in 1889 verkocht aan de gemeente der Dolerenden. Zelf lieten de Doopsgezinden toen een nieuwe kerk bouwen aan de Verlengde Kolvenierstraat. Daar werden godsdienstoefeningen gehouden van 1890 tot 1942, toen de kerk tijdens een luchtbombardement werd verwoest. Het huidige kerkgebouw aan de Vrijdomweg dateert uit 1949.
laatste wijziging 22-05-2023
227 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 22-05-2023
227 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden
Kenmerken
Datering:
1602-1965
Vestigingsplaats:
Vlissingen
Omvang:
7 meter
Openbaarheid:
Gedeeltelijk beperkt (50 jaar)
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1976
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 22-05-2023
227 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 331 bestanden