Uw zoekacties: Burgerlijke Stand in Limburg: Schin op Geul, 1796-1942 Prelaat en Edelen van Zeeland, 1420-1572

1 Prelaat en Edelen van Zeeland, 1420-1572 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
1. Samenstelling der Staten
1 Prelaat en Edelen van Zeeland, 1420-1572
Inleiding
1.
Samenstelling der Staten
Organisatie: Zeeuws Archief
Het oudste stuk, dat tot het hier behandelde archief behoort, dateert uit het jaar 1420. Toen bestonden de Staten van Zeeland uit twee leden: de ridderschap en de steden. Ridderschap en leenmannen of, gelijk zij later worden genoemd: prelaten, baanrotsen, ridderen, knapen en leenmannen, waren eigenlijk de ambachtsheeren, die allen hun ambacht van de grafelijkheid te leen hielden, en die geacht werden het platteland te vertegenwoordigen. Eene eeuw later was dit eerste lid het tweede geworden, en vormde de abt van Middelburg het eerste lid. Wanneer de abt voor het eerst ter Statenvergadering beschreven is, is onbekend; in 1473 worden onder de ambachtsheeren ook de prelaten genoemd; intusschen wordt nog in 1475 eene rekening afgehoord door de vertegenwoordigers der edelen en steden alleen (zie inventaris De Stoppelaar, nr. 434). Sinds 1501 echter komt de prelaat van Middelburg regelmatig als het eerste lid der Staten voor.
Er bleef evenwel tusschen beide eerste leden, prelaat en edelen, een nauwe band bestaan; beiden vertegenwoordigden samen het platteland, want ook de prelaat werd als ambachtsheer (van Oostkapelle) in de Staten beschreven. Die band was zoo nauw, dat b.v. Philips van Bourgondie, die bisschop van Utrecht was, maar tevens als ambachtsheer van Souburg en Sommelsdijk in de Staten zitting had, hoewel hij voor zijne verheffing tot bisschop onder de edelen was gerekend, na zijn optreden als zoodanig in de Staten de preseance had boven den abt. De grenzen het eerste en tweede lid waren hier feitelijk uitgewischt. Intusschen brachten althans in den tijd van Karel V prelaat en edelen elk eene stem uit. Niet alle ambachtsheeren werden in het tweede lid beschreven, alleen de aanzienlijkste; zij behoefden, evenmin als de abt, in persoon ter vergadering te verschijnen, maar konden zich doen vertegenwoordigen. Daarom werden ook ambachtsvrouwen, b.v. de vrouwe van Ravestein of die van der Vere, in het tweede lid beschreven.
Het derde lid der Staten werd gevormd door de vertegenwoordigers der grafelijke steden: Middelburg, Zieriksee, Reimerswaal, Tholen (sinds 1397) en Goes (sinds 1436). Toen gedurende de jaren 1520-1524 Tholen in pandschap was bij den heer van Bergen, verscheen het niet ter Statenvergadering; en toen het sinds 1524 weer zitting verkreeg, nam het zijne plaats in achter Goes. Andere steden, die tijdelijk in den boezem der grafelijkheid waren teruggekeerd, schijnen nimmer ter Statenvergadering beschreven te zijn (het grootprivilegie noemt o.a. als grafelijke steden: Kortgene, Vlissingen en Brouwershaven). Ook toen Philips II Vere. Vlissingen en Brouwershaven uit den boedel van Maximiliaan van Bourgondië had gekocht, werden deze steden niet opgeroepen om in de Statenvergadering te compareeren. De steden vormden het derde lid der Staten, maar zij brachten niet gezamenlijk hare stem uit; elke stad gaf zelfstandig haar advies, maar de adviezen der vijf steden gezamenlijk hadden evenveel gezag als dat van de prelaat of dat van de edelen alleen. Prelaat en edelen brachten bijna altijd eenstemmig advies uit, dat beslissend was, zelfs als alle steden zich er tegen verklaarden. De Staten kwamen in den regel te Middelburg bijeen maar toch ook vaak elders, zelfs buiten de palen van Zeeland b.v. te Bergen op Zoom (zie regest 52).
De Staten kwamen op onbepaalde tijden en gewoonlijk slechts voor weinige zittingen bijeen; de loopende zaken werden in de eerste helft der zestiende eeuw afgedaan door den prelaat en enkele aanzienlijke edelen, die in Walcheren resideerden of er hunne rentmeesters hadden. Sinds 1544 was het dagelijksche beleid van zaken in handen van den prelaat, den eerste edele en den magistraat der stad Middelburg. Hoe het gekomen is, dat het getal edelen in 1543 tot een eersten edele beperkt is, is onbekend, maar sinds 1543 was Maximiliaan van Bourgondie, heer van Beveren, later markies van der Vere, feitelijk de eenige edele, die met het afhooren der rekeningen en andere loopende zaken belast was. Den titel van eersten edele voerde hij echter niet. Na zijn dood (1558) traden de executeurs van zijn testament voorloopig in zijne rechten; in het bijzonder een dier executeurs, de graaf van Boussu, wiens zoon bij eene zuster van Maximiliaan van Bourgondie diens ingestelde erfgenaam was, trad geheel in de plaats van zijn overleden zwager.
Toen evenwel bleek, dat de boedel van den laatsten markies insolvent was, trad sinds 1562 de prins van Oranje als voogd van zijn zoon den graaf van Buren, heer van Sint-Maartensdijk en Scherpenisse, als eerste edele op. De graaf van Buren was de eerste, die uitdrukkelijk den titel van eersten edele voerde. Zij werd hem betwist door Maximiliaan van Kruiningen, ook een zusterskind van Maximiliaan van Bourgondie, en door de administrateurs van het sterfhuis van den markies, die met het markizaat ook den daaraan gehechten staat van eersten edele verkochten, zij het ook niet zonder protest (zie J. van Grijpskerke, 't Graafschap van Zeeland, p. 364 en 365). Koning Philips II kocht zelf het markizaat en stelde zich dan ook sedert (1568) in het bezit van den staat van eersten edele, waarin hij achtereenvolgens door de beide broeders Adolf en Anthonis van Bourgondie, heeren van Wakene, vertegenwoordigd werd.
De abt van Middelburg, die in de Staten voorzat, of prelaat en eerste edele riepen, zoo noodig, de Staten bijeen. In April en Augustus 1568 en in Maart 1569 beschreef de prelaat de Staten alleen; in November 1568 en in Mei en September 1569 geschiedde de beschrijving namens prelaat en eersten edele. De steden -behalve Middelburg- werden door den prelaat zelf of den pensionaris beschreven, de edelen door de rentmeesters van Bewesten en Beoosten Schelde, wanneer zulks hun werd opgedragen.
De Staten hadden geene ambtenaren onder zich. Met het innen der beden waren behoudens zeldzame uitzonderingen de grafelijke rentmeesters belast. Gelijk elke stad haren pensionaris had, werden ook prelaat en edelen bijgestaan door een pensionaris. Dit ambt komt reeds met zekerheid voor in 1506; in 1529 werd naast den toenmaligen pensionaris een tweede pensionaris aangesteld, die tevens tot raad werd benoemd (zie achtste copulaatboek, f. 143), en in 1530 eenig raad en pensionaris werd. Sedert was de pensionaris tevens raad. Hij stond niet slechts prelaat en edelen maar ook het Statencollege als raadsman en penvoerder ter zijde; hij wordt dan ook wel raadspensionaris der Staten genoemd, maar was feitelijk alleen in dienst van de beide eerste leden der Staten; nog de laatste raadspensionaris Christoffel Roels werd alleen door prelaat en edelen benoemd en beedigd. Bovendien hadden prelaat en edelen hun vasten procureur en hun vasten advocaat te Mechelen, die daar de belangen der Staten waarnamen.
Hoewel de functien der Staten zich in hoofdzaak bepaalden tot het geven van consent tot de heffing der beden en tot het regelen van de wijze, waarop de beden worden opgebracht, zoo stonden zij toch ook in enkele andere opzichten de belangen der provincie voor. Zij waakten er voor, dat de privilegien, die de graaf aan de provincie geschonken had, zoo in zaken van jurisdictie en handel als anderszins, werden nageleefd, en waren bovendien het orgaan, waardoor de bezwaren van de inwoners der provincie aan de regering werden overgebracht en bij haar verdedigd. Het archief heeft enkele sporen dier werkzaamheden bewaard.
2. Financieel beheer der Staten
3. Inventariseering en beschrijving van het archief
4. Literatuur
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1420-1572
Andere namen:
Staten van Zeeland
Omvang:
2,5 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris, met regestenlijst
Jaar bewerking:
1904
Titel publicatie:
R. Fruin [Th.Azn], Het archief van Prelaat en Edelen van Zeeland ('s-Gravenhage 1904)
Opmerking:
In 1940 zijn de volgende inventarisnummers verloren gegaan: 3-18, 21-23, 27-31, 33-36, 38-41, 43, 44, 46-52, 70, 85, 86, 95, 134-137, 144, 179, 202, 229, 230, 235, 236, 241, 242, 296, 308, 328, 329, 335
Beschrijving:
Met regestenlijst van de oorkonden (p. 69-186, regestnrs 1-650), regestenlijst der akten uit inv.nr 1 (p. 187-238, nrs 1-238) en diverse bijlagen, waaronder lijsten van auditeurs der rekeningen.
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Provincie Zeeland