3231 Vereeniging tot Beheer van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )
3231
Vereeniging tot Beheer van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem
Inleiding
De Nederlandse Maatschappij ter bevordering van Nijverheid heeft in juli 1872 in haar 95ste algemene vergadering te Sneek, gehouden onder voorzitterschap van Dr. A. Vrolik, besloten tot het oprichten van een Museum voor Kunst toegepast op Nijverheid. De opening werd vastgesteld op 18 juli 1877 ter gelegenheid van het eeuwfeest van de Maatschappij. In 1875 werden door de directeuren tot blijvende commissie van het museum benoemd de heren Mr. A.J. Enschedé, A.C. Kruseman, Prof. V.S.M. van der Willigen, S.J. Graaf van Limburg Stirum en F.W. van Eeden. Op 7 januari 1879 had, in tegenwoordigheid van Burgemeester en Wethouders van Haarlem, de opening plaats van de door de Commissie van het Museum van Kunstnijverheid opgerichte tekenschool. Deze werd ondergebracht in een leegstaand gebouw aan de Kraaienhorstergracht (nu Nassaulaan). In 1880 is het door de Commissie ontworpen en door de directeuren goedgekeurd reglement in werking getreden. De Raad van Bestuur werd ingesteld.
De Tekenschool werd op 19 september 1883 overgebracht naar een lokaal, gebouwd in samenwerking met de regering, op het terrein van de voormalige stallingen van het paviljoen. In 1885 werd de conservator door de Commissie opgedragen een plan ter uitbreiding en hervorming van het museum te ontwerpen. Na goedkeuring door de Commissie werd op 12 juli 1886 het nieuw ingerichte museum, door de toenmalige voorzitter van de Maatschappij, de heer J.F.W. Conrad, feestelijk geopend.
Sedert 1919 is de Commissie van het Museum voor Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde Versierende Kunsten en Kunstambachten vervangen door de Vereniging tot Beheer van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten.
In 1926 moest het museum tijdelijk gesloten worden. Het Paviljoen aan de Dreef werd bestemd voor het Provinciaal Bestuur. Op 1 september 1926 werd de school opgeheven. De niet op 15 september 1926 verkochte en in de Vleeshal bewaarde goederen, werden door de Maatschappij van Nijverheid en Handel aan verschillende musea en openbare instellingen afgestaan en in bruikleen gegeven. De bibliotheek werd in 1927 overgebracht naar de Noorderpandhuiskamer Prinsenhof 7, waar ze tot maart 1935 gevestigd bleef. Nadat op 1 januari 1935 het museum werd opgeheven, is door de Nederlandse Maatschappij van Nijverheid en Handel de bibliotheek van het Museum van Kunstnijverheid in bruikleen gegeven aan de gemeente Amsterdam.
In het archief van de Maatschappij van Nijverheid en Handel is opgenomen in inv.nr. 231 (1883, nr. 2) een verslag, inventaris, rekening en andere stukken van de Tekenschool voor Kunstnijverheid te Haarlem.
laatste wijziging 28-05-2020
115 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 2.819 bestanden
Inventaris
1. Algemeen
3231 Vereeniging tot Beheer van het Museum van Kunstnijverheid en de School voor Bouwkunde, Versierende Kunsten en Kunstambachten te Haarlem
Inventaris
1.
Algemeen
Organisatie: Noord-Hollands Archief
laatste wijziging 14-07-2017
2 gedigitaliseerd
totaal 133 bestanden
laatste wijziging 28-05-2020
115 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 2.819 bestanden
Kenmerken
Datering:
1876-1935
Omvang in meters:
11,30
Periode documenten:
1876-1935
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-230.
Gemeente:
Haarlem
laatste wijziging 28-05-2020
115 beschreven archiefstukken
20 gedigitaliseerd
totaal 2.819 bestanden