In 1818 werd al door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (MNA) een spaarbank opgericht, maar deze ging over de kop als gevolg van de Belgische crisis. In 1830 werd besloten de bank te ontbinden waarna in 1836 de definitieve liquidatie plaatsvond.

Twaalf jaar later werd een tweede poging ondernomen. De Nutsspaarbank werd op 30 maart 1847 opgericht. Het bestuur van de bank hield zijn eerste vergadering op 9 april 1847. In deze vergadering werd bepaald dat de wekelijkse zittingen voor de spaarders op zondag gehouden zouden worden van half een tot half twee. Intussen gaf men aan de oprichting meer bekendheid door het plaatsen van een bericht in de Alkmaarse Courant van 12 juni 1847.

In 1847 werden kaartjes gedrukt ter waarde van 1, 2, 3 en 4 kwartjes, in verschillende kleuren. Mensen, die zich geroepen voelden om "dienstbaren en minvermogenden" tot sparen op te voeden, konden deze kaartjes tegen betaling komen halen, en hun giften en fooien voortaan in de vorm van een soort vorderingen op de Spaarbank uitreiken. Wegens gebrek aan succes werd het in 1852 alweer opgeheven. In 1902 vestigde de bank zich in een eigen gebouw op de hoek van de Doelenstraat/ Nieuwe Sloot. In 1906 was de bank een van de medeoprichters van de Nederlandse Spaarbankbond (NSBB). Met ingang van 15 augustus 1908 was de bank op alle dagen van 10-11 uur geopend. In 1911 sloot de bank zich aan bij de accountantsdienst van de MNA.

Toen deze taken werden overgenomen door het Nederlands Spaarbank Bureau in 1924 sloot de bank zich hier onmiddellijk bij aan, na de opheffing van dit bureau in 1936 werd de controle door een afdeling van de NSBB overgenomen. In mei 1919 werden de zittingsuren uitgebreid, vanaf toen werd er dagelijks zitting gehouden van 10-11 uur en van 2-3 uur. De bank beperkte zich bij haar propaganda tot het per advertentie bekend maken van de uren van openstelling en van het percentage der inleggersrente. Omstreeks 1924 werd in de reclame voor het sparen meer moderne opvattingen toegepast. En met succes, het spaardersaantal ging snel omhoog. De bank adverteerde in allerlei (huis aan huis) bladen. Zo werd bijvoorbeeld door twee plaatselijke bladen elke maand een overzicht opgenomen van de gang van het spaarbankbedrijf in de rubriek 'Plaatselijk nieuws', verder werd er geadverteerd op het bioscoopscherm. En er kwam een lichtreclame aan het spaarbankgebouw. Aan zich te Alkmaar vestigende personen werd een plattegrond van Alkmaar toegezonden, met aanduiding van de voornaamste gebouwen en met de uitnodiging om ook de spaarbank eens op te zoeken.

In 1924 nam de bank de Nutsspaarbank te Egmond aan Zee over. In 1928 werd het schoolsparen ingevoerd, en werd in de jaren daarop uitgebreid tot scholen buiten Alkmaar (Stompetoren, Oudorp en Akersloot). Op de openbare school te Heiloo werd vanaf 1939 het sparen met behulp van een kniptang ingevoerd. In oktober 1948 werd er een bijkantoor te Castricum geopend. Door het hoofd van de School voor Voortgezet Lager Onderwijs (V.G.L.O.) te Alkmaar werd in januari 1950 het initiatief genomen voor het vormen van een schoolspaarbank. Daarbij werden de leerlingen bij toerbeurt ingeschakeld voor het verrichten van de werkzaamheden die gepaard gingen met het wekelijks innen en administreren van de spaarcenten. Verder verzorgde de bank in 1952 in samenwerking met het Gezinsbegrotingsinstituut voor het eerst een kadercursus met als onderwerp 'Doelmatige besteding van het Gezinsinkomen'. In 1959 kwam er een bijkantoor te Bergen. Op 27 april 1963 vond de officiële opening plaats van het bijkantoor te Heiloo. Op 2 augustus 1965 werd een bijkantoor in de wijk 'Overdie' te Alkmaar geopend. De bank sloot zich in 1966/1967 aan bij de Coöperatieve Administratie Centrale voor de Spaarbanken (C.A.S.) waardoor de hele inleggersadministratie geautomatiseerd werd. In 1967 werd er een bijkantoor geopend te Egmond aan Zee en een bijkantoor in de nieuwe stadswijk van Alkmaar 'Het Hoefplan'. Uiteindelijk zou de bank per 1 januari 1970 samen met de Nutsspaarbanken van Haarlem, IJmuiden en Beverwijk-Heemskerk opgaan in de Nutsspaarbank West-Nederland.