Bij de serie panden geordend op adres is het mogelijk, dat een monumentaal pand meerdere adressen bevat. Bijvoorbeeld een object, zoals de Grote- of Sint Bavo kerk is omringd door meerdere straten en heeft verschillende in- en uitgangen, en kan daardoor in diverse adres- en objectdossiers zitten. Dat hoeft niet persé fout te zijn. Bij grote panden kunnen meerdere adressen behoren, bestaande uit verschillende straatnamen met huisnummers. Sommige historische panden hebben een zogenaamd achterhuis met de in de loop van tijd allerlei ontstane aanbouwsels, daardoor kan een pand bijvoorbeeld op de bovenverdieping in een zig-zag vorm doorlopen in een pand in de daarachter gelegen straat. Dat komt niet alleen voor bij hoekpanden, maar ook bij panden in een rij. De huisnummers in de oude binnenstad hebben een afwijkende nummering, namelijk een nummer met de toevoeging ZW (= zwart) en RD (= rood). De standaard regel is, dat zwart de begane grond is en rood de bovenverdieping, maar er zijn uitzonderingen. De vroegere koopmanshuizen hadden beneden hun goederenopslag en boven werd gewoond. Daarnaast kan de indeling van een pand in de loop van de tijd gewijzigd zijn, bijvoorbeeld in appartementen of onzelfstandige wooneenheden. Dan kan de huisnummering zijn gewijzigd met een tweede toevoeging, bijvoorbeeld: A, B, C, D. Een hele straat her-nummeren wordt over het algemeen niet gedaan, het blijft meestal beperkt tot één pand.