Uw zoekacties: Gemeentewerken te Haarlemmerliede en Spaarnwoude

1795 Gemeentewerken te Haarlemmerliede en Spaarnwoude ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Het archief
2. Structuur van de afdeling Gemeentewerken
3. Geschiedenis van Gemeentewerken
1795 Gemeentewerken te Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Inleiding
3.
Geschiedenis van Gemeentewerken
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Sedert 13 januari 1879 is er in de Gemeente een ambtenaar werkzaam die is belast met het toezicht op de gemeentelijke werken.
Op 24 mei 1889 werd deze eerste gemeenteopzichter L.J. Vallentgoed tevens benoemd tot gemeenteontvanger. Van zijn zoon L.J. Vallentgoed jr. kreeg hij bij de uitvoering van zijn financiële werkzaamheden ondersteuning. De zoon werd in 1890 definitief als ontvanger aangesteld. Op 25 november 1901 dient L.J.Vallentgoed sr. een verzoek in bij de gemeente, waarin hij 'wegens hoogen leeftijd en ziekelijke omstandigheden', met ingang van 1 januari 1902 ontslag vraagt, dat hem verleend wordt.
Als opvolger wordt N. van Geldorp benoemd. Tegen deze benoeming komen bezwaren uit de gemeenteraad, vanwege de combinatie van zijn beroep tapper met dat van gemeenteopzichter. Bovendien betwijfelde men zijn geschiktheid bij de uitvoering van 'grote werken'. Uiteindelijk vond toch een benoeming plaats. Op 16 oktober 1903 verzocht van Geldorp om salarisverhoging en dreigde dat indien zijn wens niet werd verhoord, hij ontslag zou nemen.
Vanwege vele klachten die de burgemeester had gekregen over de werkzaamheden van Van Geldorp, greep hij het verzoek om opslag aan om Van Geldorp op een zijspoor te plaatsen. De gemeenteraad wenste de wedde van de opzichter niet te verhogen, daarop nam Van Geldorp met ingang van 1 januari 1904 ontslag. Op 15 december 1903 werd een officiële instructie voor de nieuw te benoemen gemeenteopzichter door de gemeenteraad vastgesteld. Op 1 januari 1904 trad H.A. de Graaff als nieuwe opzichter in dienst.
Volgens de instructie diende de gemeenteopzichter:
1 toezicht te houden op de gemeentegebouwen.
2 toezicht te houden op de gemeente-eigendommen, als lantaarns, brandspuiten enz.
3 toezicht te houden op straten, pompen en riolen.
4 de woningen van particulieren te controleren (uitvoering van de Woningwet)
5 leiding te geven aan de werklieden in gemeentedienst.
De nieuwe gemeenteopzichter diende iedere dinsdag ter gemeentesecretarie te verschijnen om verslag te doen van zijn werkzaamheden en de toestand van de gemeentegebouwen en andere gemeente-eigendommen.
In 1926 rezen er problemen rond opzichter De Graaff. Op 25 oktober 1926 dienden tien inwoners van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude - waaronder enige aannemers - bij het college van burgemeester en wethouders een bezwaarschrift in, waarin zij protesteerden tegen de combinatie van gemeenteopzichter en particulier aannemer. Het college nam dit adres ter kennisneming aan. Het bleef evenwel bezwaren regenen. Ook in de gemeenteraad werden bezwaren geuit.
Een aantal raadsleden achtte het beroep van aannemer onverenigbaar met de functie van gemeenteopzichter, bovendien waren zij van oordeel dat De Graaff onvoldoende voor zijn taak was opgeleid, omdat hij te weinig kennis had van beton- en ijzerconstructies. Uiteindelijk besloot de gemeenteraad in 1930 uit haar midden een commissie van onderzoek in te stellen. De speciaal ingestelde commissie vond de kenniseisen te hoog voor een functionaris die in 1904 was benoemd.
De bezwaren die kleefden aan de combinatie van aannemer en gemeenteopzichter achtte de commissie evenwel reëel, niet zozeer omdat met De Graaff verdacht van frauduleus handelen, maar men miste in verschillende gevallen een toezichthouder op de ingediende bouwplannen.
De commissie onder leiding van het raadslid M. van der Laan achtte alleen een ambtenaar met een volledige dienstbetrekking als opzichter ideaal. Het college van burgemeester en wethouders wees evenwel de bezwaren tegen de opzichter van de hand en sprak van een persoonlijke hetze tegen H.A. de Graaff.
In 1931 kwamen er ook klachten van de zijde van Gedeputeerde Staten. Deze vonden dat de instructie voor de opzichter, die uit 1903 dateerde, moest worden gewijzigd.
Hierin zouden bepalingen moeten worden opgenomen ter voorkoming van de nadelen die kleefden aan een situatie waarin een gemeenteopzichter ook aannemer was. Gedeputeerde Staten vonden het noodzakelijk dat uitvoering en toezicht van elkaar werden gescheiden. Ten gevolge van de kritiek diende De Graaff zijn ontslag in. Dit bleek uiteindelijk toch niet de bedoeling van de gemeenteraad en De Graaff kon tot de Tweede Wereldoorlog aanblijven als opzichter.
Op 7 juni 1946, bij de benoeming van een nieuwe gemeenteopzichter, werd de oude instructie van 1903 vervangen door een nieuwe (zie bijlage 2.3). Deze instructie is tot 1972 geldig gebleven. Thans geldt de instructie ambtenaren Bouw- en Woningtoezicht van 7 maart 1972. Bovendien zijn er sedert 1989 speciale verordeningen voor de directeur van het Woningbedrijf en de Gas/CAI en Grondbedrijven. Zoals reeds vermeld in het hoofdstukje Structuur van de afdeling Gemeentewerken is het directeurschap van deze bedrijven in handen van een persoon.
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1878-1982
Omvang in meters:
1,40
Periode documenten:
1878-1982
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Gebruiksinformatie:
Inventaris in band 304.1 inv. nrs. 1-105. Voor de bouwvergunningendossiers (bouwtekeningen) en hinderwetvergunningendossiers van Gemeentewerken te Haarlemmerliede en Spaarnwoude, 1878-1945, zie toegangsnummer 1800. De bouwvergunningendossiers van na 1945 zijn nog bij de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude.
Gemeente:
Haarlemmerliede en Spaarnwoude