In september 1975 werd de inventarisatie gestart. Al eerder was geconstateerd, dat het archief in een chaotische toestand verkeerde. Er werd zelden een bepaalde ordening aangetroffen. Zakelijke en privécorrespondentie zaten - vaak ook zonder mappen - in dozen bij elkaar. Veelal dekten de titels op de mappen de inhoud niet. Allereerst werd een scheiding gemaakt tussen de stukken van Egbertus Veen en Alida Christina Veen-Brons. De volgende fase was het scheiden van de stukken samenhangende met de diverse functies of interessesferen van het echtpaar. De correspondentie werd gescheiden in zakelijk en privé. Aan de hand van de bij deze grove scheiding aangetroffen onderwerpen werd een voorlopig schema samengesteld. Na de voltooiing van de beschrijving bleek dat voor bepaalde stukken een nieuwe afdeling, genaamd "de kinderen van het echtpaar Veen-Brons" nodig was. Niet alle hiervoor in de levensloop van het echtpaar genoemde activiteiten hebben hun schriftelijke neerslag in het archief gevonden. Feiten rond zijn voorzitterschap van de afdeling Zaanstreek van de Nederlandse Maatschappij voor Nijverheid en Handel vallen moeilijk op te maken uit het archief. Ook zijn functie als bestuurslid van "de Liberale Kiesvereniging" was niet duidelijk te traceren. Het documentatiemateriaal is in een aparte afdeling geplaatst. Het archief werd in 1977 door mevrouw E. Wildschut-Veen te Utrecht en mevrouw J. Duyvis-Veen te Zaandijk aan het Rijksarchief in Noord-Holland (thans Noord-Hollands Archief) geschonken. Het beslaat ca. 3 m'. In 2008 is de toegang herzien.