Uw zoekacties: Ruychaver, N.

147 Ruychaver, N. ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
147   Ruychaver, N.
Inleiding
1. Algemeen
2. Betreffende de inventarisatie
147 Ruychaver, N.
Inleiding
2.
Betreffende de inventarisatie
Organisatie: Noord-Hollands Archief
laatste wijziging 14-01-2017
De hierna beschreven stukken werden voor de provincie aangekocht in 1858 en beschreven door de archivaris dr P. Scheltema. In het kader van de herinventarisatie van de collectie losse aanwinsten werden de stukken uit deze collectie gelicht en in sommige gevallen anders geordend, terwijl de beschrijvingen aan nieuwere eisen werden aangepast.
Geraadpleegde literatuur: dr P.C.Molhuysen (red.). Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek. Zesde deel. Leiden 1924.
laatste wijziging 29-04-2020
122 beschreven archiefstukken
52 gedigitaliseerd
totaal 175 bestanden
Inventaris
1 Mandaat van Willem van Oranje aan Claes Ruijckhaver om alle oorlogsschepen van de hertog van Alva buit te maken en te vernietigen, getekend Basius, 1570, juni 10 i
2 Kwitantie van Mr. Johannes Basius, commissaris van de prins van Oranje, voor Claes Ruychaver betreffende de betaling van het aandeel van de prins in de door Ruychaver gemaakte buit, 1570, juli 21 i
3 Akte van aanstelling dd. 23 september 1570 van jonker Lancelot van Brederode en Adriaan Menninck gezamenlijk tot overste en kapitein-generaal over de oorlogsschepen in de Ooster- en Wester-Eems door de prins van Oranje, auth. afschrift, z.j. i
4 Brief van de prins van Oranje aan jonker Lancelot van Brederode en Adriaen Menninck dd. 23 september 1570 ten geleide van de onder inv.nr. 3 vermelde akte van aanstelling, eigentijds auth. afschrift i
5 Akte dd. 15 november 1570 houdende regels, waarnaar de kapiteins van schepen ten dienste van de prins van Oranje zich moeten reguleren onder hun overste Lancelot van Brederode of diens plaatsvervanger, eigentijds afschrift i
6 Akte van aanstelling door de prins van Oranje van Nicolaes Ruychaver tot kapitein van een door hem uit te rusten oorlogsschip, 1570, november 15 i
7 Missive van J. Basius aan Claes Ruychaver over te ontvangen en aan Lancelot van Brederode over te leveren goederen van Landsmeer en het voorschieten van enige daalders tot het aannemen van krijgsvolk, 1571, maart 7 i
8 Akte van commissie van Lancelot van Brederode, overste en admiraal van de schepen op de Ooster- en Wester-Eems, voor Claes Ruychaver om ter zee zijn plaats in te nemen, overeenkomstig diens commissie van de prins van Oranje, 1571, april 18 i
9 Akte van aanstelling door de prins van Oranje van Jan Siewertsen tot kapitein van een door hem uit te rusten oorlogsschip, 1571, mei 15 i
10 Missive dd. 14 juni 1571 van Lancelot van Brederode aan de prins van Oranje over de oorzaak dat Ruychaver zijn schip behouden heeft, eigentijds afschrift i
11 Akte van overeenkomst tussen kapitein Troij, Ruychaver en Adriaen Menninck over de voorwaarden waarop zij de prins van Oranje te water en te land zullen dienen, z.j., 16e eeuw i
12 Akte van Wilhelm, graaf van der Mark, voor Jaques Cabliaw om met Nicolaus Ruychaver en enige krijgslieden naar Enkhuizen te trekken om deze stad tegen het geweld van Alva te beschermen, 1572, mei 12 i
13 Brief van Diederick Sonoij aan Ruychaver te Haarlem om zich met zijn krijgsknechten van Haarlem naar Enkhuizen te begeven tenzij de graaf van der Mark hem elders wil gebruiken, 1572, augustus 5 i
14 Brief van Willem van Oranje aan Ruychaver te Haarlem over het onderscheppen van diens brieven en die van Sonoy, 1572, augustus 18 i
15 Brief van de burgemeester van Haarlem aan Ruychaver over de verzending van alle door hem verlangde dingen naar het leger van de graaf van der Mark, 1572, augustus 20 i
16 Brief van Diederick Sonoy aan Ruychaver in Haarlem om zich nu terstond met zijn krijgsknechten herwaarts te begeven, 1572, september 13
17 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het herhaald bevel om zich met zijn soldaten herwaarts te begeven met achterlating van vrouwen en kinderen, 1572, september 29
18 Missive van Reynier Cant aan Ruychaver, onder toezending van een "cedulken" van Sonoy, om indien de situatie in Medemblik goed is, terstond terug te keren, 1572, november 19
19 Brief van Sonoy aan Ruychaver om terstond met zijn krijgsknechten naar Medemblik te trekken, (1972), november 19 i
20 Brief van Pieter Ghent aan Ruychaver te Hoorn met de mededeling, dat hij niet naar Zwaag kan komen omdat Cabeliau hem niet laat gaan, 1572, december 9
21 Brief van Sonoy aan Ruychaver te Alkmaar met de opdracht de dijk weer door te steken en met zijn knechten Ripperda naar Medemblik te volgen, 1572, december 10 i
22 Brief van Jan Michiels in opdracht van Cabeliau aan Ruychaver te Alkmaar om te vernemen hoe het met Haarlem en de vijand is, 1572, december 16
23 Brief van Jacob Cabeliau aan Ruychaver in Alkmaar om hem te bedanken voor zijn nieuws, met het verzoek hem verder te berichten over de handelingen van de vijand en de voorbereidingen van de prins, 1572, december 20 i
24 Mandaat van Sonoy aan Ruychaver en Albrecht Albrechtsz., baljuw van Nieuwburg, om met assistentie van twee provoosten van de schutterij van Alkmaar de omliggende dorpen te dwingen "de derde man op te brengen" en al hun roerende goederen binnen Alkmaar te brengen, 1572, december 20 i
25 Brief van de prins van Oranje aan Ruychaver in Alkmaar met de mededeling, dat hij druk bezig is Haarlem te ontzetten, 1572, december 23 i
26 Missive van de prins van Oranje aan de graaf van der Mark over de wens van Ruychaver met zijn manschappen de stad Haarlem te hulp te komen (die hij afwijst, omdat de vijand hem gemakkelijk kan afsnijden) met de wens, dat hij de vijand zo dicht mogelijk benadert om de toevoer van wapenen af te snijden, 1572, december 25 i
27 Brief van J. Ortell aan Ruychaver met opzending van de in inv. nr. 26 vermelde missive, met de bevestiging van de opvatting van de prins, dat hij zich bij de vijand moet verschansen om diens toevoer te beletten, 1572, december 26
28 Akte van schuldbekentenis dd. 22 september 1572 van de Staten van Holland voor Niclaes Ruychaver voor een maand soldij voor 325 krijgslieden onder zijn vendel, met een akte van onderpand van het schoutambt in Texel voor een som van 2000 £, dd. 19 augustus 1574, afschrift, z. j i
29 Brief van de prins van Oranje aan Ruychaver, waarbij diens bericht wordt bevestigd, dat hij in de Abdij van Egmond is gelegerd, met het verzoek om op te passen voor de vijand, 1573, januari 2 i
30 Brief van Sonoy aan Ruychaver, Fock Abels en Dirck Duyvel, om geen verlof aan de manschappen te geven en hen nuchter te houden, 1573, januari 4
31 Missive van Ruychaver aan de prins van Oranje, de ontvangst van diens brief van 2 januari bevestigend, met de vermelding de vorige dag een overval van de vijand op zijnn schans te hebben afgeslagen, 1573, januari 6, minuut i
32 Brief van de prins van Oranje aan Ruychaver te Alkmaar met bevestiging van de ontvangst van diens brief van de vorige dag, met het verzoek de brenger, Jan de Lescluse geloof te schenken in diens mededelingen, 1573, januari 7 i
33 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het verzoek zijn trompetter niet naar zijn schip te zenden, maar te laten blijven, omdat ook andere schepen moeten worden uitgerust, 1573, januari 31
34 Brief van Sonoy aan Ruychaver en zijn manschappen in Egmond-Binnen om schielijk de versterking van de vijand in Waterland te beletten, 1573, februari 17
35 Brief van Wilhem Lyves aan Ruychaver met de mededeling, dat hij de vorige dag de vijand sterk verschanst in Buiksloot had aangetroffen, 1573, februari 22 i
36 Missive van Henrick van Broechuse, Jacob Cabeliau en anderen aan N.N. met de waarschuwing, dat de Spanjaarden bij Alkmaar liggen en het advies de aanval uit te stellen, 1573, febr. 27 i
37 Missive van Cabeliau aan de prins van Oranje, met de mededeling, dat er sprake van is, dat Alkmaar en Medemblik worden aangevallen, zodat het zaak is deze steden van garnizoen te voorzien, 1573, maart 8, afschrift i
38 Brief van Ruychaver aan Katryn Huybertsdr. met het verzoek zich bij hem te voegen, daar hij verwacht, dat de Spanjaarden het beleg van Haarlem spoedig zullen opheffen, z.j., minuut i
39 Missive van Sonoy aan Ruychaver te Egmond-Binnen, waar-bij hij het hem door Ruychaver de vorige dag gestuurde stuk terugzendt, waarover hij ook Broeckhuijsen en Rijs-wijck heeft geschreven, 1573, april 4
40 Missive van Willem van Oranje aan Ruychaver in Egmond, waarin hij Ruychavers ijver prijst, met de aansporing daarin te volharden, 1573, juni 8 i
41 Akte houdende belofte van de adelborsten van hopman Ruychaver om niet zonder verlof het leger te verlaten of de wacht te verzuimen, 1573, juli 6
42 Missive van Philips van der Aa aan Ruychaver te Opmeer om de bewoners van de dorpen onder de Noorderkogge ongemoeid te laten, en zich met die van Winkel, Nieuwe Niedorp, Schagerkoggen en Geestmerambacht te behelpen, 1573, juli 23
43 Missive van Sonoy aan Ruychaver te Alkmaar om zich met zijn krijgsvolk in te schepen bij de Hogendijk op het IJ , om de vijand te beletten op de Zuiderzee te komen, 1573, augustus 6
44 Brief van Cabellau aan Ruychaver met berichten over krijgsverrichtingen van de vijand in Engeland en Zeeland en een bolwerk bij de Friese poort in Alkmaar, 1573, augustus 18 i
45 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om met zijn knechten naar Hoorn te komen, 1573, 26 augustus
46 Lastbrief van Sonoy aan die van Warmenhuizen om aan Ruychaver en zijn knechten een lening te doen, die zij mogen korten op hun eerstvolgende contributie, 1573, augustus 27
47 Missive van Ruychaver aan Sonoy met het verzoek om naar Alkmaar kruit en geschut te zenden, daar de stad anders niet te houden is, met inlichtingen over de situatie in Wijk aan Zee, z.j., minuut
48 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om-zo mogelijk-Alkmaar te ontzetten door opening van de sluis bij Crabbendam, 1573, september 1
49 Brief van Cabeliau aan Ruychaver met het verzoek om voor het ontzet van Alkmaar de zeedijk door te steken of de sluizen te versperren, teneinde de vijand te belemmeren, met de mededeling, dat de vijand geschut begint aan te brengen, 1573, september 2 i
50 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om terstond de Oosterdijk door te steken, alle sluizen te openen en andere handelingen te verrichten tot het ontzet van Alkmaar, 1573, september 3
51 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om met zijn vendel terstond naar Hoorn te gaan en scheep te gaan naar de dijk bij Schellingwoude, 1573, september 7
52 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om direct naar Schardam te trekken, waar schepen liggen, die hem naar de schepen bij Schellingwoude zullen voeren, 1573, september 9
53 Brief van Sonoy aan Ruychaver om niet na te laten bij Schardam scheep te gaan en naar de schepen bij Schellingwoude te varen, 1573, september 9
54 Lastbrief van Sonoy aan alle schouten, burgemeesters en regenten der steden en dorpen om Ruychaver en zijn krijgsvolk met wagens en schuiten naar Schardam te vervoeren, 1573, september 9, afschrift
55 Brief van enige hoplieden aan hun manschappen over de betaling der soldij, (1573), september 11., minuut
56 Brief van Ruychaver aan de prins van Oranje te Dordrecht met de mededeling, dat hij beducht is voor Alkmaar en bevel van Sonoy heeft gekregen zich derwaarts te begeven wat naar zijn mening gevaar met zich brengt, (1573, september) 23 i
57 Brief van de secretaris der Staten aan Ruychaver, zijnde op de oorlogsschepen, om met zijn soldaten wat geduld te hebben met de betaling, 1573, september 30 i
58 Brief van Cabeliau aan Ruychaver, de ontvangst van diens brief bevestigend, waarbij hij zijn blijdschap uitspreekt over het ontzet van Alkmaar, 1573, oktober 12
59 Brief van Ruychaver aan de prins van Oranje over de zeeslag tegen de graaf van Bossu, met een lijstje van gevangen genomen personen en buitgemaakte schepen, 1573, oktober 13, minuut i
60 Brief van de prins van Oranje aan Ruychaver, waarin deze zijn blijdschap uitspreekt over de victorie op de Zuiderzee, 1573, oktober 16 i
61 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het bevel om naar Purmerland te trekken, 1573, oktober 17
62 Brief van Cabeliau aan Ruychaver, waarbij deze de ontvangst van diens brief van de 25e bevestigt en belooft zijn logement van soldaten te bevrijden, zodra de lening zal zijn gekomen, 1573, oktober 27
63 Brief van enige hoplieden aan de prins van Oranje over het benoemen van buitenlanders in vacerende ambten met het verzoek deze door inlanders te laten bedienen, z.j. i
64 Missive van Ruychaver aan de prins van Oranje, waarin hij zich beklaagt over het slechte tractement, dat hem en zijn manschappen na de bewezen diensten ten deel valt, z.j., minuut
65 Missive van Ruychaver aan de prins van Oranje, waarin hij zich beklaagt als in inv. nr. 64, z.j., afschrift
66 Verzoekschrift van Ruychaver aan de prins van Oranje om zijn krijgsknechten te betalen en de "paige" van de Bossu over te leveren, z.j., minuut i
67 Brief van Henrick van Broeckhuysen, overste-luitenant over het krijgsvolk in het Noorderkwartier en Waterland, met verlof aan Ruychaver om naar Delft te trekken naar de prins van Oranje, 1573, november 16
68 Brief van Sonoy aan Ruychaver, vaandrig, luitenant, bevelhebbers en krijgslieden met het bevel om in allerijl naar Krommenie en Krommeniedijk te trekken, 1573, november 29
69 Missive van de gedeputeerden van Noord-Holland aan Sonoy om Ruychaver te excuseren, dat hij niet optrekt volgens het bevel van Sonoy, omdat hij en zijn troepen de beloofde leningen nog niet kunnen betalen, 1573, december 3
70 Missive van Henrick van Broechuysen aan Ruychaver te Jisp met het verzoek de volgende dag naar Krommenie te trekken en daar met Conraet van Steenwijck te logeren, daar hij geen logies kan verschaffen, 1573, december 12
71 Missive van de Staten van Noord-Holland aan Ruychaver te Krommenie met toezending van 250 gulden voor de betaling van het vendel, 1574, januari 8
72 Brief van La Garde aan Ruychaver met de mededeling, dat hij wegens zekere nieuwstijdingen nog niet kan vertrekken, met het verzoek om nieuws, zodat zij als dit goed is het gezamenlijke plan kunnen volvoeren, 1574, januari 13
73 Brief van Jan Michiels aan Ruychaver met de mededeling, dat hij naar de prins van Oranje zal gaan, met een verzoek een verzoekschrift te sturen over de kinderen Craen-hals, 1574, januari 29 i
74 Brief van La Garde aan Ruychaver over het nieuws, dat al hun mensen de dorpen hebben verlaten, met het verzoek om bericht, ( 1574), februari 20
75 Brief van Sonoy aan Ruychaver met de mededeling, dat hij hem gisteren gemachtigd heeft om het bevel over het vendel van Broechuysen in verband met diens afwezigheid te voeren en voor het behoud van Het Kalf te zorgen, 1574, februari 21
76 Brief van Sonoy aan Ruychaver met het verzoek met zijn knechten naar Knollendam te gaan of één of twee andere betrouwbare vendels daarheen te sturen, 1574, februari 21
77 Missive van La Garde aan Ruychaver met het advies de opdracht van de gouverneur op te volgen in het belang van het land, met het bericht, dat Middelburg zich aan de prins heeft overgegeven, 1574, februari 21
78 Brief van Sonoy aan Ruychaver te Wormer met het verzoek in Wormerveer te blijven en deze plaats wel te bewaren, 1574, februari 22
79 Brief van Sonoy aan de hoplieden, Nic. Ruychaver, Hans van de Welde, Acker, en Coenraet van Steenwijck, dat hij het kruit niet had aangetroffen, doch dit zo spoedig mogelijk zal zenden, met het bevel goede wacht te houden, 1574, februari 24
80 Brief van Comelis van Rijswijck aan Ruychaver te Ilpendam met overmaking van de lening voor 150 hoofden en de mededeling, dat hij zich van de meerdere knechten mag ontdoen, maar op moet passen de huislieden geen schade te berokkenen, 1574, maart 14
81 Brief van Sonoy aan Ruychaver en de overige bevelhebbers te Ilpendam met het bevel, dat zij de nieuwe artikelen van monstering bezweren op straffe van cassatie van het gehele vendel, en de opdracht zonder overlast te vertrekken, 1574, maart 15
82 Brief van Ruychaver aan zijn broer met het advies voor Amsterdam om zich aan de zijde van de prins te scharen, hem Middelburg en Antwerpen voor ogen houdend, z.j., minuut
83 Brief van Jacob Vynckenbergh aan Ruychaver in antwoord op diens brief aan hem en Twyckel met het aanbod de kapiteinszoon Peter Claessen en nog vier gevangenen uit te leveren tegen zes bij Ruychaver gevangen knechten, 1574, maart 16
84 Brief van Sonoy aan Ruychaver met de mededeling, dat de echte vrouwen van de soldaten niet van de mannen moeten worden gescheiden, maar in de naburige dorpen kunnen spinnen, 1574, maart 17
85 Brief van de burgemeesters van Alkmaar aan Ruychaver te Ilpendam met het verzoek om de lening van zijn gewonde soldaat Huych Heynsz. met de brenger van de brief mee te geven, daar deze anders uit het gasthuis weer naar Ilpendam zal moeten worden gezonden, 1574, maart 19 i
86 Brief van Sonoy aan Ruychaver te Ilpendam met het verzoek terstond naar Hobbrede en Oosthuizen op te trekken en de orde onder zijn knechten te bewaren, 1574, maart 25 i
87 Brief van Ruychaver aan de overste (Sonoy), waarin hij bevestigt diens opdracht (inv. nr. 86) te hebben uitgevoerd en zijn verwondering uitspreekt over de gestrengheid van diens brief in verband met de klachten over zijn knechten, met het verzoek de zegslieden hiervan op te geven, 1574, maart 26 i
88 Brief van Sonoy aan Ruychaver (in antwoord op inv. nr.87) te Oosthuizen met het bevel zijn knechten beter te instrueren daar hij een en ander anders op hem zal verhalen, 1574, maart 27 i
89 Verzoekschrift van burgemeesters van Oosthuizen aan Sonoy om van Ruychaver en zijn knechten, die de 26e maart zijn aangekomen, wegens hun armoedige omstandigheden verlost te worden, met appointement van Sonoy, dat alleen vuur en licht te hunnen laste zal komen, z.j. en 1574, maart 27
90 Brief van Arent Jansz. aan Ruychaver met het bevel namens de overste om naar een andere plaats te vertrekken, opdat de mensen van Oosthuizen en Holbret ontlast worden, 1574, maart 28
91 Brief van Sonoy aan Ruychaver te Oosthuizen met het bevel naar Schardam of Beets te trekken, 1574, maart 30 i
92 Verzoekschrift van Ruychaver aan de Staten van Noord-Holland om aan hem de door hem aan afgemonsterde en zieke soldaten voorgeschoten penningen terug te betalen, met appointement van de Staten, dat ze nader geïnformeerd willen worden, met vier aangehechte kwitanties voor door Ruychaver ontvangen betaling, 1574, april 3
93 Verzoekschrift van Ruychaver aan de prins van Oranje, hem herinnerend aan diens opdracht aan de Staten van Noord-Holland om hem de leningen te betalen, die hij en zijn compagnie te goed hadden ten tijde van de gevangenname van de graaf van Bossu, met het verzoek om de Staten opdracht te geven hem te betalen, z.d., minuut i
94 Brief van Sonoy aan Ruychaver, houdende verlof om van toekomende vrijdag en acht dagen daaraanvolgend naar de prins te reizen en vervolgens terug te keren bij zijn vendel, 1574, april 13
95 Lastbrief van Sonoy aan Ruychaver om met zijn vendel van de Oudendijk naar Beets te trekken, 1574, april 17
96 Lastbrief van Sonoy voor die van Grosthuizen om de knechten van Ruychaver te ontvangen en te fourneren, 1574, april 23
97 Akte van attestatie ten verzoeke van Ruychaver door hopman Dierick Duyvel en Jan Jansz. van Nyewerborch, provoost-luitenant van Alkmaar, dat de 'geweldige' provoost over de knechten van het Noorderkwartier, Jochem Nijenvient, ten huize van Rochus Querijnsz., zijn provoost-luitenant te Alkmaar, heeft verklaard, dat men tracht Ruychaver naar het leven te staan en deze op een smal pad gaat, 1574, april 23
98 Brief van de burgemeesters van Hoorn aan Ruychaver te Beets met het verzoek daar te blijven en niet zonder nader bericht hunnerzijds op korte termijn naar Grosthuizen te trekken, 1574, april 25
99 Brief van Sonoy met de opdracht dat het vendel van Ruychaver dient te vertrekken naar Wognum, 1574, april 27
100 Verzoekschrift van burgemeesters van Wognum aan Sonoy om het dorp van de soldaten van Ruychaver te ontlasten met appointement van Sonoy, dat Ruychaver met zijn vendel naar Nibbixwoud en Hauwert zal vertrekken, 1574, april 30 i
101 Brief van Sonoy aan Ruychaver, dat hij bericht van de prins heeft ontvangen over diens vertrek, met het verzoek hierover eerst na te denken en met hem te praten; verder verzoekend de door diens knechten uit Huizen gehaalde schuit met koeien te restitueren, 1574, mei 5
102 Brief van Sonoy aan Ruychaver te Nibbixwoud met de opdracht om zijn knechten in Hauwert te voegen bij die in Nibbixwoud en deze in goede reisdiscipline te houden, 1574, mei 6
103 Paspoort van Sonoy voor Ruychaver en zijn krijgslieden te water en te land om naar Zuid- Holland te gaan op bevel van de prins, 1574, mei 10 i
104 Brief van Fredericq van den Zevender aan Ruychaver te Lan-gedijk , dat die van Langedijk hun wekelijkse lening hebben opgebracht en daarom niet met knechten behoren te worden belast, met het verzoek zijn reis naar het zuiden te bespoedigen zonder langer bij de huislieden te overnachten, 1574, mei 11
105 Brief van de 'Raden nevens zijne excellentie' aan Ruychaver, liggende in Den Briel, met de opdracht een schip met koren, de vorige dag door de vijand genomen, te hernemen, 1574, juni 17
106 Verzoekschrift van Ruychaver aan gouverneurs en gedeputeerden van de zeven steden om hem nu eindelijk uitsluitsel te geven over de betaling van het aan hem verschuldigde wegens de vloot van Amsterdam en de graaf van Bossu, met appointement, houdende fiat, 1574, juli 13
107 Brief van Frederik Ottenz. aan Nicolaas Ruychaver in Den Briel met enige mededelingen, de hoop uitsprekend, dat men de vijand zal overwinnen, 1574, juli 14
108 Brief van de Raden der Admiraliteit aan Ruychaver met het bevel om op 24 augustus met assistentie van enige soldaten naar Rotterdam te komen om de koopmansgoederen van de op de 20e augustus in de haven van Den Briel binnengebrachte schepen, mits goede buit, te verdelen, 1574, augustus 22
109 Brief van Ruychaver aan admiraal Cornelis Dircksz., waarin hij zich beklaagt, dat hij de buit van het schip van Bossu niet heeft ontvangen, 1575, maart 2, minuut i
110 Lastbrief van commissarissen der licenten te Rotterdam dd. 20 maart 1575 om Huybrecht Martensz. vier tonnen wijn van Rotterdam naar Leiden te laten vervoeren, z.d., auth. afschrift
111 Brief van de Raden van de Admiraliteit aan Ruychaver te Oude Wetering, waarbij de ontvangst van diens brief van de 23e wordt bevestigd, met het verzoek de equipagemeester behulpzaam te zijn bij een aangehouden schip met goederen, 1575, maart 26
112 Verzoekschrift van Willem Breten, engelsman, aan de Raad van de Admiraliteit met het verzoek Ruychaver opdracht te geven zijn schip met inbeslaggenomen lading vrij te geven met appointement, waarbij dit verzoek onder verbeurdverklaring van vier tonnen wijn wordt ingewilligd, 1575, maart 30
113 Brief van de Raden van de Admiraliteit aan Ruychaver te Oude Wetering om wegens klachten van Rijpwetering en Omade de werkzaamheden aan kaden en voetpaden bij Oude Wetering te staken, 1575, mei (10)
114 Brief van de prins van Oranje aan N. Renoy en Pieter van Ghent, luitenants van Ruychaver te Klundert, over de overlast door de soldaten aan de huislieden van Klundert, Fijnaard, Ruigenhil en daaromtrent aangedaan, met de vermaning deze 'misusen' te bestraffen, 1577, januari 5 i
115 Brief van de Staten van Holland aan Ruychaver, met de mededeling, dat de prins het raadzaam acht alle compagniën tot 113 hoofden terug te brengen, met het verzoek zich daarnaar te reguleren, 1577, april 20
116 Akte van attestatie van Jacob Tayart, licentiaat in de rechten, ten verzoeke van Ruychaver, over de 'leninge' die deze tijdens zijn verblijf in Noord-Holland voor zijn knechten verlangde en de op verzoek van de gedeputeerden der steden door hem op de dorpen uitgeoefende dwang de contributie op te brengen, 1577, mei 11
117 Akte van attestatie van Hendrik Meester ten verzoeke van Ruychaver over de wijze, waarop deze met zijn vendel door gedeputeerden der steden van dorp tot dorp werd gestuurd om deze tot contributie te dwingen, 1577, mei 14
118 Brief van de Staten van Holland aan Ruychaver om zijn soldaten, die bij Velsen geweld hadden gepleegd, te straffen, 1577, juli 11
119 Brief aan de overste-luitenant van zijne prinselijke excellentie, met de mededeling, dat Philips, graaf van Hohenlo, heer van Langenberg, jonkvrouwe Comelia van Outheusden, wonend te Aelberg op de Weerdt, in bescherming heeft genomen en alle kapiteins, luitenants en soldaten beveelt om haar en haar huis en beesten ongemoeid te laten, 1577, september 7 i
120-122 Ongedateerde brieven
laatste wijziging 29-04-2020
122 beschreven archiefstukken
52 gedigitaliseerd
totaal 175 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1570-1577
Omvang in meters:
0,25
Periode documenten:
1570-1577
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-122. N. Ruychaver was militair. Het archief betreft krijgsverrichtingen in de 80-jarige oorlog, voornamelijk in Noord-Holland.
Licentie metadata:
Creative Commons Zero (CC0) - Public Domain Dedication
Categorie:
laatste wijziging 29-04-2020
122 beschreven archiefstukken
52 gedigitaliseerd
totaal 175 bestanden