In 1823 kocht Hendrik Lans het restant op van de azijnmakerij Het Hert, voorheen bierbrouwerij Het Hert van de Wed. Van der Kaabbe. Lans ging bier produceren en rond 1853 kwam zijn zoon Bernardus Lans in de zaak aan het Donkere Spaarne. H. Lans en Zoon vof werd in 1876 uitgebreid met een pakhuis aan de Bakenessergracht. In 1883 nam de derde generatie Lans de zaak over en in 1887 kwam er een nieuwe brouwerij aan de Bakenessergracht. In 1902 werd de vennootschap onder firma als een wijn- en cognac-handel voortgezet onder de naam B.H.J. Lans & Co, ook wel bierbottelarij en bronwaterhandel genoemd.

Twee jaar later volgde opheffing en werd de inventaris overgenomen door bierhandelaar W.E. Staphorst en voortgezet onder de naam W. Staphorst aan de Jansstraat 53 tot beëindiging in 1966. Ondanks dat in 1904 de vof was ontbonden, zette Johannes Florus van Oldenburg (sinds 1902 in het bedrijf werkzaam) de zaak alleen voort tot zijn overlijden in 1932. Daarna werd de zaak overgenomen door Th.G.C. Hooij.

Theodorus George Christaan Hooij (1874-1936) vestigde zich eind 19e eeuw in Schoten en dreef met zijn broer Johannes Leonardus (1888-1914) slijterij De drie fleschjes. In 1919 werden de aandelen van de firma Weduwe J.H. Avis & Zoon gekocht van H.C.J. Lammerts te Halfweg. Avis exploiteerde een café met de naam Suisje aan de Smedestraat. In 1924 werd een winkel aan de Kleine Houtstraat 57 geopend. Er zijn eveneens winkels geweest aan de Jansstraat 39, Atjestraat 24, Esschilderstraat 10, Amsterdamstraat 64 en Rijksstraatweg 8. Na overname van de firma Lans in 1932 werd de zaak gerund onder de naam Hooij, fa. B.H.J. Lans & Co, Wijnkooperij-Distilleerderij, Likeur-, Limonade-, Bitter- en advocaatfabriek. Vanaf 1931 was er weer sprake van een vof en kwam ook zoon Theodorus Simon Johan Hooij in de zaak. Vader en zoon Hooij, woonachtig in Schoten, waren ook actief in de politiek en in diverse bestuurlijke functies. Theodorus sr. overleed in 1936 en de zoon zette de zaak voort. Enige jaren daarvoor, in 1934, was de hoofdvestiging verplaatst vanuit de Kleine Houtstraat naar Jansstraat 39.

In 1954 kocht de firma Hooij de wijnhandel van F.W.N. Beccari. De historie van dit bedrijf gaat terug tot 1823 toen de Italiaanse wijnkoper Johannes Baptista Beccari zich in Haarlem vestigde en in 1838 een tapperij en grossierderij in sterke drank aan de Turfmakt aankocht. Zijn zoon zette in 1858 de wijnkoperij samen met een schoorsteenvegerij en rookverdrijversbedrijf voort in de Korte Begijnestraat als P.J.F. Beccari & Compagnie. In 1883 werd het een vof waarin ook diens zoon, de derde generatie Beccari deelnam. Er waren, naast het pand aan de eerder genoemde Korte Begijnestraat toen pakhuizen in gebruik aan de Lange Begijnestraat, Begijnhof, Bakenessergracht en een kelder in een pand aan de Smedestraat. De volgende generaties Beccari zetten de zaak voort, die in 1936 werd uitgebreid met een groothandel in wijnen en gedistilleerd. Frans Willem Nicolaas Beccari verkocht op 1 juli 1954 het bedrijf aan de firma Hooij.

In 1956 werd de firma Hooij een NV en in 1972 een BV. Er kwamen winkels bij aan het Marsmanplein, in Schalkwijk, maar ook in Zaandam en Castricum. In 1967 verhuisde het hoofdkantoor van de Kleine Houtstraat 57 naar de Spaarneweg 59-61 in Cruquius en in 1970 naar Gedempte Oude Gracht 62. De nieuwe slijterij heette Hooij’s Drinky Shop. De 68-jarige Th.S.J. Hooij overleed op 25 juni 1973.

Zijn zonen Th.G.Chr. Hooij (1930-2008), Theo en B.H.I. Hooij (1932), Bart, zetten de zaak voort. Desondanks werd in 1974 het bedrijf overgenomen door Wijnmart BV, een slijterijenketen van brouwerij Allied Breweries. De broers Hooij werden werknemer en het hoofdkantoor en de administratie werden verplaatst naar Breda. Theo Hooij werd daar nog korte tijd mededirecteur maar ontslag volgde. Theo Hooij vervulde in de jaren 70 en 80 een belangrijke rol bij de Nederlandse slijtersorganisatie. Evenals zijn voorouders was hij in de plaatselijke politiek actief. Hij overleed in 2008.