Uw zoekacties: NV Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg te Westzaan

112 NV Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg te Westzaan ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis en interne organisatie
112 NV Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg te Westzaan
Inleiding
1.
Geschiedenis en interne organisatie
Organisatie: Noord-Hollands Archief
Op 5 juni 1846 kwamen ten huize van fabrikant C. Avis Cz. te Westzaan 24 personen, voornamelijk fabrikanten en kooplieden uit de Zaanstreek, in vergadering bijeen om een commissie te vormen voor de regeling van de voorlopige werkzaamheden tot het aanleggen van een rijweg van Zaandijk en de Zeedijk te Westzaan tot aan de grote straatweg bij Beverwijk. Het initiatief kwam voort uit de groeiende behoefte van de belangrijke Zaanse handel en industrie aan goede verbindingen met de grote rijkswegen, welke verbindingen vrijwel ontbraken *  . Het gebied was over land moeilijk te bereiken. In het zuiden lag het IJ en in het noorden en oosten lagen geen verkeerscentra in onmiddellijke nabijheid.
Er waren geen spoorwegen die de streek met andere delen van het land verbonden. Een goede verbindingsweg met het westelijke deel van de provincie was dus de enige mogelijkheid om het isolement van de streek op te heffen. Het doel van de commissie was te onderzoeken welke kosten aan de aanleg van zo'n rijweg verbonden waren en hoe men in die kosten zou kunnen voorzien *  . De bedoeling was verder een naamloze vennootschap op te richten die de aanleg zou uitvoeren en het beheer van de weg na de ingebruikneming ter hand zou nemen. De ingenieur van de waterstaat te Purmerend had op verzoek een ontwerp met een begroting vervaardigd; gedeputeerde staten van Noord-Holland gaven vervolgens hun goedkeuring aan het plan.
De aanlegkosten van de weg waren begroot op fl. 135.000,-. Het benodigde kapitaal werd verkregen uit subsidies van de rijks- en provinciale overheid ten bedrage van fl. 35.000,-. De resterende som bestond uit 80 "rentegevende" aandelen van fl. 1.000,- per stuk en een renteloze lening van fl. 20.000,-. Ook de gemeentebesturen van Zaandam, Koog aan de Zaan, Zaandijk, Wormerveer, Westzaan, Assendelft, Beverwijk, Velsen en de dijkgraaf en heemraden der banne Westzaan en Krommenie stelden toelagen in het vooruitzicht als bijdrage voor de interestbetaling van de aandelen der op te richten maatschappij. Bij koninklijk besluit van 10 maart 1848, nr. 125, is de concessie tot het aanleggen van de rijweg verleend.
Op 1 april 1848 werd ten overstaan van notaris T. Slagter te Westzaan de naamloze vennootschap onder de naam Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg opgericht door 32 personen, voornamelijk industriëlen, kooplieden of andere invloedrijke inwoners uit de Zaanstreek en directe omgeving *  . De goedkeuring voor de oprichting volgde bij koninklijk besluit van 20 april, nr. 60, in hetzelfde jaar. Op die datum werd de maatschappij aangegaan voor de tijd van 30 jaar; daarna zou in een algemene vergadering over de verlenging worden beslist. Het doel van de maatschappij was de aanleg en exploitatie van de voornoemde rijweg. De hoofddirectie was gevestigd te Westzaan. Het beheer van de maatschappij werd opgedragen aan een raad van administratie, bestaande uit zeven personen, die uit hun midden een president, secretaris en penningmeester kozen, en uit vijf commissarissen. De bestuursleden ontvingen geen vergoeding voor hun werk, alleen hun onkosten mochten zij aan de maatschappij in rekening brengen. Om de drie jaren traden een lid van de raad en een commissaris af, die dan niet direct herkozen werden.
Was de raad met het beheer van de aanleg en het onderhoud van de weg belast, de commissarissen hielden toezicht op de handelingen van de leden van de raad. Leden van de raad en commissarissen moesten aandeelhouders of houders van bewijzen van deelneming in de geldlening zijn. Benoeming in vacatures geschiedde door de algemene vergadering. Op 9 december 1848 is de weg in aanwezigheid van de gouverneur van Noord-Holland feestelijk geopend. Het traject liep van de rijksweg Haarlem-Alkmaar, even ten noorden van Beverwijk, over Assendelft naar Westzaan en Zaandijk. De lengte van de Zaanlandsche Communicatieweg bedroeg ruim 13 km.
Behalve de genoemde periodieke toelagen van de verschillende gemeente- of polderbesturen bestonden de inkomsten voornamelijk uit de opbrengsten van de tolgelden en het grasgewas. Het beheer over de Zaanlandsche Communicatieweg werd door de maatschap pij onder wisselende omstandigheden gevoerd. Doordat er notulen- of resolutieboeken in het archief ontbreken is het moeilijk om een juist beeld van de geschiedenis van de weg te verkrijgen. Het is de maatschappij echter niet voor de wind gegaan. Ze bleek op den duur door geldgebrek niet in staat de noodzakelijke werkzaamheden aan de weg uit te voeren. Door de slechte staat van onderhoud werd de weg steeds meer gemeden, waardoor de opbrengst der tollen zakte.
Zo goed en zo kwaad als het ging werd het onderhoud in later tijd voortgezet door de bezittingen van de maatschappij hypothecair te belasten. Wilde men niet plotseling voor een faillissement komen te staan, dan was ingrijpen door de overheid noodzakelijk, welk ingrijpen naar de overtuiging van gedeputeerde staten niet mocht bestaan in het enkel verstrekken van geldelijke steun aan de maatschappij, die de weg zou moeten blijven verzorgen. Een oplossing in de vorm van overneming van de weg leek onvermijdelijk omdat de maatschappij niet in staat was haar taak op de gewone wijze voort te zetten. Het voorstel en het daarop volgende besluit van gedeputeerde staten op 20 juni 1923, nr. 52, betreffende de overneming van de weg door de provincie, waren binnen dat college en in provinciale staten de aanleiding tot een principiële discussie over de te volgen wegenpolitiek van de provincie *  .
De vraag was toen of er een provinciaal wegbeheer in de provincie benoorden het IJ moest komen dan wel een wegbeheer door het hoogheemraadschap Noord-Hollands Noorderkwartier onder provinciaal toezicht. Voor de N.V. Maatschappij van den Zaanlandschen Communicatieweg was het einde nabij. Provinciale staten van Noord-Holland besloten op 30 januari 1924, nr. IIa, gedeputeerde staten te machtigen de Zaanlandsche Communicatieweg in beheer en onderhoud voor de provincie Noord-Holland over te nemen. De maatschappij droeg haar bezittingen daarbij voor fl. 25.000,- over aan de provincie, die tevens de schulden ten bedrage van fl. 17.000,- overnam. 76 jaar na haar ontstaan werd de maatschappij ten slotte op 6 mei 1924 opgeheven.
2. Archiefvorming en inventarisatie
Inventaris
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1846-1924
Omvang in meters:
2,00
Periode documenten:
(1843) 1846-1924
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv. nrs. 1-185. Het archief is onvolledig, notulen- of resolutieboeken ontbreken.
Gemeente:
Provincie Noord-Holland