Uw zoekacties: Mechelse aanwinsten van het bisdom Den Bosch, 1330-1719

2006 Mechelse aanwinsten van het bisdom Den Bosch, 1330-1719 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Lotgevallen van het archief
Inventarisatie
Aanwijzingen voor het gebruik
Regesten

Kenmerken

Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Gevonden archiefstukken
190 1484-08-28.
Notaris Johannes Amelrici de Buscoduscis oorkondt dat in aanwezigheid van meester Ghiselbertus Bye, deken, en de overige kanunniken van het kapittel van Sint-Jan in 's-Hertogenbosch in de kapittelzaal verschenen zijn heer Romboldus Savelberch de Moll, priester en beneficiaat in de Sint-Jan, Johannes de Doe(r)nen en Johannes Andriessoen de Berlikem, dekens, Theodericus Leppers en Hermannus Hermanssoen, lichtmeesters, en Petrus Scaert, Wilhelmus Nouwen, Nicolaus Melissoen, Johannes Lambertssoen, broeders, en enkele andere broeders van de nieuwe broederschap van Sint-Anna. In de oude kapel van het Groot Gasthuis was vroeger een beneficie gesticht. Toen dat in handen was van heer Wilhelmus Colensoen, schrijver en abbreviator van pauselijke brieven, werd de kapel verheven tot parochiekerk door kapitteldeken Martinus Steenberch met zielzorg voor de monialen van het gasthuis en hun familia enerzijds en voor de armen en zieken van het gasthuis anderzijds. Nadat het gasthuis en de kerk waren verplaatst werd de kapel aan de eredienst onttrokken. De nieuwe broederschap van Sint-Anna wil een wekelijkse mis op het nog niet gewijde altaar in deze oude kapel. Deken en kapittel staan dit toe met een minimum van drie missen. Vervolgens verklaart Romboldus drie wekelijkse missen te willen stichten, alles omkleed met nadere voorwaarden. Als dos worden erfcijnzen gegeven uit een huis aan het Ortheneind in 's-Hertogenbosch en uit goederen in Erp, Veghel, Heesch en Tilburg. De broederschap zal jaarlijks een erfcijns aan het kapittel betalen uit vijf kamers tegen de muur van de kapel aan de Hinthamerstraat. Gedaan in de kapittelzaal in aanwezigheid van heer Segerus van den Brande de Berlikem en Johannes Sluyter de Bakell, beneficiaten in de Sint-Jan, en Gerardus Aelberti, mercennarius, en Henricus Gruyter, bastionarius van de Sint-Jan.