7633 Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232) 1315-1811 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
7633
Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232) 1315-1811
Inleiding
laatste wijziging 10-01-2024
4.193 beschreven archiefstukken
138 gedigitaliseerd
totaal 2.848 bestanden
Inventaris
Regesten
4 1315-11-30 in die beati Andree apostoli.
Walterus Sartor (kleermaker) en Henricus van Risingen, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Petrus, zoon van Eliza de Eirde, aan Hermannus Pellifici de Looier een erfcijns verkoopt van vijf schellingen, groot tournoois, te rekenen tegen twaalf penningen, uit de goederen, die hij na de dood van zijn vader verkregen heeft, of na de dood van zijn moeder nog zal verkrijgen; ook belooft Petrus de eertijds vastgestelde erfpacht van een lopense rogge jaarlijks te zullen betalen. De twee broers van Petrus, met name Johannes en Theodoricus, worden mede aansprakelijk gesteld voor het voldoen van alle verplichtingen.
Walterus Sartor (kleermaker) en Henricus van Risingen, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Petrus, zoon van Eliza de Eirde, aan Hermannus Pellifici de Looier een erfcijns verkoopt van vijf schellingen, groot tournoois, te rekenen tegen twaalf penningen, uit de goederen, die hij na de dood van zijn vader verkregen heeft, of na de dood van zijn moeder nog zal verkrijgen; ook belooft Petrus de eertijds vastgestelde erfpacht van een lopense rogge jaarlijks te zullen betalen. De twee broers van Petrus, met name Johannes en Theodoricus, worden mede aansprakelijk gesteld voor het voldoen van alle verplichtingen.
7633 Dorpsbestuur Sint-Oedenrode, (1232) 1315-1811
Inventaris
Regesten
4
1315-11-30 in die beati Andree apostoli.
Walterus Sartor (kleermaker) en Henricus van Risingen, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Petrus, zoon van Eliza de Eirde, aan Hermannus Pellifici de Looier een erfcijns verkoopt van vijf schellingen, groot tournoois, te rekenen tegen twaalf penningen, uit de goederen, die hij na de dood van zijn vader verkregen heeft, of na de dood van zijn moeder nog zal verkrijgen; ook belooft Petrus de eertijds vastgestelde erfpacht van een lopense rogge jaarlijks te zullen betalen. De twee broers van Petrus, met name Johannes en Theodoricus, worden mede aansprakelijk gesteld voor het voldoen van alle verplichtingen.
Walterus Sartor (kleermaker) en Henricus van Risingen, schepenen van Sint-Oedenrode, oorkonden dat Petrus, zoon van Eliza de Eirde, aan Hermannus Pellifici de Looier een erfcijns verkoopt van vijf schellingen, groot tournoois, te rekenen tegen twaalf penningen, uit de goederen, die hij na de dood van zijn vader verkregen heeft, of na de dood van zijn moeder nog zal verkrijgen; ook belooft Petrus de eertijds vastgestelde erfpacht van een lopense rogge jaarlijks te zullen betalen. De twee broers van Petrus, met name Johannes en Theodoricus, worden mede aansprakelijk gesteld voor het voldoen van alle verplichtingen.
NB:
Origineel inv.nr. 890
Insertie in inv.nr. 87
De zegels zijn verloren
Insertie in inv.nr. 87
De zegels zijn verloren
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 20-10-2005
laatste wijziging 10-01-2024
4.193 beschreven archiefstukken
138 gedigitaliseerd
totaal 2.848 bestanden
Kenmerken
Datering:
(1232) 1315-1811
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 10-01-2024
4.193 beschreven archiefstukken
138 gedigitaliseerd
totaal 2.848 bestanden