5016 Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
5016
Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811
Inleiding
laatste wijziging 14-08-2022
322 beschreven archiefstukken
294 gedigitaliseerd
totaal 1.240 bestanden
Inventaris
Aanvulling
256 Akte van verklaring dat voor Hendrik Gijsmans VAN MEERWIJK en Gijsbert Jansen HOORN als schepenen van de vrije heerlijkheid Nieuwkuijk verschenen zijn Gijsbert OERLEMANS substituut-secretaris en Anthony Handricxs PULLEN tegenwoordig borgemeesters der genoemde heerlijkheid, als ook Hendrick Aertssen KIPPINGH oud president alhier. Zij leggen op verzoek van de regenten van Schijndel een verklaring af dat het waar en waarachtig is en dat zij hier van op de hoogte zijn, dat de naburen en ingezetenen van deze heerlijkheid voor de tienden van de HOP, die jaarlijks door de gecommitteerden van de Raad van State wordt verpacht, aan de pachters soms 2 stuivers 8 penningen en soms drie stuivers en wel van iedere 100 kuilen, dikwijls meer of minder, navenant de hop duur is of goedkoop. Van de jonge hop die een jaar oud is betaalt men half geld. Mochten de tiendgelders en de pachters niet tot een akkoord kunnen komen, dan zullen de officier en de schepenen, bijgestaan door de secretaris, de taxatie uitvoeren volgens het plakkaat van de SG en de pachter wordt betaald, waartegen nog nooit een pachter protest heeft aangetekend. Bij die taxatie wordt rekening gehouden met het plukken en drogen van de hop welke onkosten de tiendgelder niet noodzakelijk hoeft te dragen [in geval van het ontbreken van een akkoord] en voor de pachter te doen. Die van Nieuwkuijk geven aan dat daar de hop kwalitatief beter is en duurder wordt verkocht dan in Schijndel. , 19 nov 1714, 4 mei 1715 i
5016 Dorpsbestuur Schijndel, 1312-1811
Inventaris
Aanvulling
256
Akte van verklaring dat voor Hendrik Gijsmans VAN MEERWIJK en Gijsbert Jansen HOORN als schepenen van de vrije heerlijkheid Nieuwkuijk verschenen zijn Gijsbert OERLEMANS substituut-secretaris en Anthony Handricxs PULLEN tegenwoordig borgemeesters der genoemde heerlijkheid, als ook Hendrick Aertssen KIPPINGH oud president alhier. Zij leggen op verzoek van de regenten van Schijndel een verklaring af dat het waar en waarachtig is en dat zij hier van op de hoogte zijn, dat de naburen en ingezetenen van deze heerlijkheid voor de tienden van de HOP, die jaarlijks door de gecommitteerden van de Raad van State wordt verpacht, aan de pachters soms 2 stuivers 8 penningen en soms drie stuivers en wel van iedere 100 kuilen, dikwijls meer of minder, navenant de hop duur is of goedkoop. Van de jonge hop die een jaar oud is betaalt men half geld. Mochten de tiendgelders en de pachters niet tot een akkoord kunnen komen, dan zullen de officier en de schepenen, bijgestaan door de secretaris, de taxatie uitvoeren volgens het plakkaat van de SG en de pachter wordt betaald, waartegen nog nooit een pachter protest heeft aangetekend. Bij die taxatie wordt rekening gehouden met het plukken en drogen van de hop welke onkosten de tiendgelder niet noodzakelijk hoeft te dragen [in geval van het ontbreken van een akkoord] en voor de pachter te doen. Die van Nieuwkuijk geven aan dat daar de hop kwalitatief beter is en duurder wordt verkocht dan in Schijndel. , 19 nov 1714, 4 mei 1715
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-07-2020
1 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
laatste wijziging 14-08-2022
322 beschreven archiefstukken
294 gedigitaliseerd
totaal 1.240 bestanden
Kenmerken
Datering:
1312-1811
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 14-08-2022
322 beschreven archiefstukken
294 gedigitaliseerd
totaal 1.240 bestanden