286 Heerlijkheid Oijen, 1550 - 1899 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
286
Heerlijkheid Oijen, 1550 - 1899
Inleiding
De voormalige heerlijkheid Oijen is gelegen op de linkeroever van de Maas en behoort sinds 1939 tot de gemeente Lith. Daarvoor vormde zij met Teeffelen één gemeente na eerst een zelfstandige gemeente te zijn geweest. Hoewel Oijen sinds 20 september 1814 tot de provincie Noord-Brabant behoort, was dit eeuwenlang anders. Maria van Brabant, door koop vrouwe van Oijen geworden in 1361, bracht de heerlijkheid door haar huwelijk met Reinald III van Gelre in Gelderse handen en bij haar overlijden in 1399 werd Oijen leenroerig aan Gelre. Op het schepenzegel en in het eerste gemeentewapen vindt men dan ook de Gelderse leeuwen terug. De heerlijkheid behoorde tot het kwartier van Nijmegen. Zij was een vrije heerlijkheid, maar de meeste heren noemen zich gewoon heer en niet vrijheer.
In 1594 en 1682 werd de heerlijkheid uitgebreid door het leenverhef van allodiale goederen en rechten (zie R. 12 en 35) *
In 1594 en 1682 werd de heerlijkheid uitgebreid door het leenverhef van allodiale goederen en rechten (zie R. 12 en 35) *
Regesten
28 1669-12-23.
1669 december 23 (13 december oude stijl)
Hendrik Pepercoren, Jan Rutten en Jan Driken Rutten, schepenen in Oijen, oorkonden dat Johan Hendrik, baron van Kettler, heer van Oijen, aan Jacob Ferdinandt Sweerts, heer van Lantschadenhoff, heeft verzocht afstand te doen van:
recht van verwin op veer van de Maas / benedenste middelweert en visserijen / Hoge Kamp, welk recht hij 2 juni 1668 van Blank, als gevolmachtigde van Catrine van de Boetselaar heeft overgenomen, en dat Johan Hendrik, baron de Kettler, heer van Oijen, beloofd heeft aan heer van Lantschadenhoff 7.565 gulden te betalen, en dit tegen afstand van uitgewonnen goederen als boven vermeld, waartoe als onderpand dient heerlijkheid Oijen, waarvoor zich borg stelt Johan Opten Noort, burgemeester van Arnhem
Transfix ter bevestiging authenticiteit zegel
Inventarisnr 1
1669 december 23 (13 december oude stijl)
Hendrik Pepercoren, Jan Rutten en Jan Driken Rutten, schepenen in Oijen, oorkonden dat Johan Hendrik, baron van Kettler, heer van Oijen, aan Jacob Ferdinandt Sweerts, heer van Lantschadenhoff, heeft verzocht afstand te doen van:
recht van verwin op veer van de Maas / benedenste middelweert en visserijen / Hoge Kamp, welk recht hij 2 juni 1668 van Blank, als gevolmachtigde van Catrine van de Boetselaar heeft overgenomen, en dat Johan Hendrik, baron de Kettler, heer van Oijen, beloofd heeft aan heer van Lantschadenhoff 7.565 gulden te betalen, en dit tegen afstand van uitgewonnen goederen als boven vermeld, waartoe als onderpand dient heerlijkheid Oijen, waarvoor zich borg stelt Johan Opten Noort, burgemeester van Arnhem
Transfix ter bevestiging authenticiteit zegel
Inventarisnr 1
286 Heerlijkheid Oijen, 1550 - 1899
Inleiding
Regesten
28
1669-12-23.
1669 december 23 (13 december oude stijl)
Hendrik Pepercoren, Jan Rutten en Jan Driken Rutten, schepenen in Oijen, oorkonden dat Johan Hendrik, baron van Kettler, heer van Oijen, aan Jacob Ferdinandt Sweerts, heer van Lantschadenhoff, heeft verzocht afstand te doen van:
recht van verwin op veer van de Maas / benedenste middelweert en visserijen / Hoge Kamp, welk recht hij 2 juni 1668 van Blank, als gevolmachtigde van Catrine van de Boetselaar heeft overgenomen, en dat Johan Hendrik, baron de Kettler, heer van Oijen, beloofd heeft aan heer van Lantschadenhoff 7.565 gulden te betalen, en dit tegen afstand van uitgewonnen goederen als boven vermeld, waartoe als onderpand dient heerlijkheid Oijen, waarvoor zich borg stelt Johan Opten Noort, burgemeester van Arnhem
Transfix ter bevestiging authenticiteit zegel
Inventarisnr 1
1669 december 23 (13 december oude stijl)
Hendrik Pepercoren, Jan Rutten en Jan Driken Rutten, schepenen in Oijen, oorkonden dat Johan Hendrik, baron van Kettler, heer van Oijen, aan Jacob Ferdinandt Sweerts, heer van Lantschadenhoff, heeft verzocht afstand te doen van:
recht van verwin op veer van de Maas / benedenste middelweert en visserijen / Hoge Kamp, welk recht hij 2 juni 1668 van Blank, als gevolmachtigde van Catrine van de Boetselaar heeft overgenomen, en dat Johan Hendrik, baron de Kettler, heer van Oijen, beloofd heeft aan heer van Lantschadenhoff 7.565 gulden te betalen, en dit tegen afstand van uitgewonnen goederen als boven vermeld, waartoe als onderpand dient heerlijkheid Oijen, waarvoor zich borg stelt Johan Opten Noort, burgemeester van Arnhem
Transfix ter bevestiging authenticiteit zegel
Inventarisnr 1
laatste wijziging 14-08-2022
854 beschreven archiefstukken
46 gedigitaliseerd
totaal 991 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 14-08-2022
854 beschreven archiefstukken
46 gedigitaliseerd
totaal 991 bestanden
Kenmerken
Datering:
1550-1899
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 14-08-2022
854 beschreven archiefstukken
46 gedigitaliseerd
totaal 991 bestanden