Uw zoekacties: St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973

2130 St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2130   St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973
Inleiding
Inleiding H. Essink, 1964
Aanvullende inleiding Sint-Catharinagasthuis, 2019
Regestenlijst.
De regesten zijn gemaakt door de inventarisator Essink. Ze geven een korte samenvatting van de charters tot 1600, maar alleen als ze betrekking hebben op het Land van Cuijk. Essink:
De in de latijnstalige oorkonden voorkomende woorden en termen als: Gravia, hospitalis, mensa sancti Spiritus en Platea Publica vertalen wij met: Grave, gasthuis, H.Geesttafel en Gemene(dit is openbare) Straat.
Gelatiniseerde geslachtsnamen in dergelijke oorkonden, bijvoorbeeld: de Gravia, de Malden en de Wijchen geven wij met: van der Graaf (van Grave), van Malden en van Wijchen weer.
Alle regesten zijn gemaakt aan de hand van oorspronkelijke, d.w.z. originele op perkament beschreven stukken. De vermelding: oorspronkelijk op perkament laten wij achterwege.
Het tussen ( ) staande getal achter het regestnummer verwijst naar het nummer van de inventaris van het gasthuisarchief.
Bij de regesten van veertiende eeuwse oorkonden laten wij de vermelding van eeuw en jaar bij de weergave van de dateringstekst achterwege.
Bij de betalingsdatum van cijnsen en renten, meestal vernoemd naar een feestdag van 0.L.Heer, de H. Maagd, Apostelen en andere gecanoniseerden zetten wij de kalenderheilige tussen ( ) achter de moderne datum, bijvoorbeeld: 1 mei (Sint Walburgis),17 september (Sint Lambert), enz.
De vermelding mauder is gelijk aan malder.
Wanneer iets onleesbaar is wordt dit vervangen door .....
1291-1330
1331-1350
1351-1380
1381-1399
1400-1471
Records 1 t/m 100
Records 101 t/m 200
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
a400 1452..
Coen, de zoon van Willem Hannensoen, richter te Beers, Jan van Aken en Willem Monick, laten aldaar, oorkonden, dat Jan (van) Twyll en jonkvrouwe Margriet e.l.hebben opgedragen aan Marcelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een rente van 4 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een gehele hof, genaamd den Baerdonck.
a401 1453 februari 5..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Gerit Bacx en Weyndel e.l.aan Henric van Assel opgedragen hebben een rente van 4 malder rogge, te betalen op O.L.Vrouwelichtmisdag (2 februari) en gevestigd op een stuk land van ongeveer 3 hollandse morgen, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Bacx en met de andere zijde naast het erf van voornoemde Gerit, schietend met het ene eind op het erf van Peter Dericxsoen vanden Voirlair en met het andere eind op het erf van Henric Backx.
Getransfigeerd.
a402 1453 februari 23.
Jacop van Tegelen en Arnt van Tefelen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Naperinck en Mary e.l.aan Marcelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een schepenbrief opgedragen hebben, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a403 1453 maart 17..
Ansem Coeberch, richter te Escharen, Henric Snavel en Henric van Nyenhoeve, laten te Escharen, oorkonden, dat Jan van Hynden en Hyll e.l.aan Henric van Oss, burger te Grave, opgedragen hebben een stuk erf met bijbehorende dijk, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Abensoen en met de andere zijde naast het erf van Henric Gobbels, met het ene eind schietend op de Maasdijk en met het andere eind op de middelweg.
Transfix.
a404 1453 april 8.
Jacop Emontssoen en Deric vander Meerlschepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Beers en Gairt van Aken, burgermeesteren van de stad Grave, - op bevel van de schepenen en gezworenen van de stad Grave - aan Sweer vanden Zande een rente van 8 malder rogge opgedragen hebben, te betalen met Pasen en gevestigd op alle stedelijke accijnsen, de stadskamp van Grave en alle stedelijke goederen binnen de vrijheid van de stad Grave gelegen.
Getransfigeerd.
a405 1453 april 26..
Herman van Wamel en Jacop Emontssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Udo van Bothaelen heeft opgedragen aan:
1)Gobbel, de zoon van Thys;
2)Willem en Thys,zonen van voornoemde Gobbel;
3)Oda, dochter van voornoemde Gobbel,
een schepenbrief, die melding maakt van een rente van 1 1/2 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a406 1453 mei 2.
Willem van Vlodrop en Willem van Dornen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Wolter van Baex die Jonge en joffer Jan e.l.uan Mercelis Janssoen, provisor en "verwarre" van het sint Catharinengasthuis te Grave, ten behoeve van dat gasthuis, een rente van 22 malder rogge opgedragen hebben, gevestigd op een hof, gelegen te Haps en toebehorend aan voornoemd gasthuis en bestaande uit:
a)een 1/2 morgen, gelegen inden Hogenvelde, met de ene zijde naast het erf van
Ebbe Noerkens en met de andere zijde naast het erf van Gerit Yven, met het ene eind schietend op de Morter en met het andere eind op een gemene aenweynde;
b)een 1/2 morgen, gelegen met de ene zijde naast het erf van Herman Walraven en met de andere zijde naast het erf van Jan van Honseler, met het ene eind schietend op de gemeynt en met het andere eind op het erf van Henric Quaypapenbroeder;
c)4 morgen land, waaronder de hofstad, en geheel omgeven door de gemeynt;
d)2 morgen, gelegen in die Segge, met de ene zijde naast het erf van Bertholt Jeger;
e)1 morgen land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Wolter van Baex en met de andere zijde en met beide einden naast de gemeynt.
a407 1453 mei 10..
Henrick Snavel en Jan Mercelissoin, schepenen te Herpen, dat Jan Tycheler vanden Grave verklaard heeft schuldig te zijn aan de H.Geesttafel te Grave een bedrag van 400 rijnsguldens en dat deze instelling een panding mag verrichten op een rente van 22 en 1 oort rijnsguldens, die hij had geldende uit de halve tiend te Huisseling aan Kaerle vanden Hout.
Getransfigeerd.
a408 1453 juli 6..
Jacop Emontssoen en Arnt van Tefelen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Tenegieter verklaard heeft een bedrag van 37 rijnsguldens - onder verband van al zijn goederen - schuldig te zijn aan Jan van Wansem.
a409 1453 november 30.
Gemene schepenen van Sambeek oorkonden, dat Johan Gairtszoen verklaard heeft, dat Henrick vanden Heggen Janszoen en Heylwich e.l.ten allen tijde, met een bedrag van 14 rijnsguldens per malder rogge, mogen lossen een rente van 6 malder rogge, betaalbaar tijdens de vier kerstheilige dagen en gevestigd op de hof ter Strijpe, die van Danyel vender Stegen placht te wezen.
a410 1453 december 30.
Derick Peperkoeck, richter te Escharen, Anthonis Baeyensoen van Eesscheren en Henric van Nyenhove, laten aldaar, oorkonden, dat Henric van Haren en Beet e.l. aan Gaert van Haren een rente van 1 malder rogge opgedragen hebben, welke rente vermeld wordt in een latenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a411 1454 februari 3.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Gerit, de zoon van Arnt Tresoen, en Jennyke e.l. aan Marcelis Janssoen, gasthuis meester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, en aan Jan Tygeler, H.Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse H.Geesthuis, opgadragen hebben een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een huis, hof en erf van ongeveer 11 hont, gelegen op die Hege, met de ene zijde naast de gemene straat en met de andere zijde aan de gemene wegschietend met het ene eind op de hof van Jan Scoters (Stoters?) en met het andere eind op het erf van Jan Groiten.
a412 1454 april 20..
Henric die Raymeker en Peter van Wetten Claissoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat:
1)Willem Stoiter;
2)Jan van Lonzen en Katheryn e.l.,
aan Herman van Wamellburger te Grave, opgedragen hebben alzulk tijnsgoed als Jan Quaeypaep placht te hebben in het gericht van Cuijk, en opdragers aanverstorven van jonkvrouw Mechtelt, de weduwe van wijlen Jan Quaeypaep, hun tante.
2130 St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973
Inleiding
Regestenlijst.
1400-1471
a412
1454 april 20..
Henric die Raymeker en Peter van Wetten Claissoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat:
1)Willem Stoiter;
2)Jan van Lonzen en Katheryn e.l.,
aan Herman van Wamellburger te Grave, opgedragen hebben alzulk tijnsgoed als Jan Quaeypaep placht te hebben in het gericht van Cuijk, en opdragers aanverstorven van jonkvrouw Mechtelt, de weduwe van wijlen Jan Quaeypaep, hun tante.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 24-04-2019
a413 1454 april 23.
Gode Luybrechtssoen, Gode Stryck, Wellen vanden Eykenhove en Gherit Goessenssoen, schepenen te Uden, oorkonden, dat Jan Tychgeler vanwege de Graafse H.Geest verklaard heeft, dat Jan Willemssoen vanden Elsen ten allentijde - met een bedrag van 38 rijnsguldens, die gemunt en geslagen zijn voor datum van deze brief - mag lossen een rente van 2 malder rogge, welke rente voornoemde Willemssoen vroeger aan Jan Tychgeler, ten behoeve van de Graafse H.Geest, had opgedragen.
a414 1454 april 24..
Coen,de zoon van Willem Harmenssoen, richter te Beers, Arnt van Beers en Herman, laten aldaar, oorkonden, dat:
1)Willem Stoeter;
2)Jan van Lenzen en Catharina e.l.,
aan heer Marcelis van Mameren, priester, alzulke goederen hebben opgedragen, als zij hebben liggen in het gericht van Beers en hen aanverstorven van hun tante jonkvrouw Mechtelt, in leven echtgenote van wijlen Jan Quaypaep.
a415 1454 mei 19..
Arnt van Tefelen en Deric van Beers, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop van Aken en Aleyt e.l.aan Derick Koet hebben opgedragen een schepenbrief, die gewag maakt van een rente van 1 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a416 1455 januari 20..
Deric van Beers en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Jan Rutgerssoen aan Marcelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, heeft opgedragen:
a)een rente van 1 schild payment, gevestigd op een huis en erf van Gerit, de zoon van wijlen Jan Keelkens, met de ene zijde naast het erf van voornoemde wijlen Jan Keelkens en met de andere zijde naast het gemene steegske, met het ene eind schietend op de stadsmuur en met het andere eind op de gemene straat;
b)een rente van 36 heren, gaande uit een hof en erf, gelegen buiten de Hampoort in de Stoven, met de ene zijde naast het erf van Jut, de weduwe van Florens, met de andere zijde naast het erf van Jannes, de zoon van wijlen Fye, schietend met het ene eind op de gemene steeg en met het andere eind op de gemeynt in de richting van de Ham, en deze hof is verdeeld in vier slagen:
ba) een slag hoort toe aan Gairt van Lent die Schoemeker;
bb) een slag toebehorend aan Fyda Otters;
bc) een slag toebehorend aan Teuke Bayen;
bd) een slag toebehorend aan Jan Oske.
a417 1455 februari 15..
Claes van Meerlair Rolofssoen en Deric van Beers, schepenen te Grave, oorkonden, dat Deric Naprinck en Beel e.l.aan Coman Henric Gaertssoen opgedragen hebben een rente van 3 rijnsguldens, te betalen op sint Denisdag (9 oktober) en gaande uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Gairt Papperts en met de andere zijde naast het erf van Gerit Herbertssoen, schietend met beide einden op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a418 1455 februari 26.
Derick Peperkoick, richter te Escharen, Thonys Bayensoen van Eesscheren en Baede Aelbertssoen, laten aldaar, oorkonden, dat Gelis Luwe en Mechtelt e.l.aan Marcelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, opgedragen hebben twee stukken land, vermeld in een briefwaar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a419 1455 maart 3..
Herman van Wamel en Arnt van Tefclen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gerit Ketelbueter en Anna e.l.aan Kersten Spoelman opgedragen hebben een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een huis en erf met een daarbij gelegen hof, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Reyners en met de andere zijde en met het ene eind op de gemeynt en met het andere eind op het erf van Agneze, de natuurlijke dochter van wijlen Jan Aebesoen.
Transfix.
a420 1455 mei 6..
Coen, de zoon van Willem Harmenssoen, richter te Becrs, Arnt van Beers en Volpart Janssoen, laten aldaar, dat heer Marcelis van Mameren, priester, aan Herman van Wamel heeft opgedragen een halve hofstad met huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Lybricht van Erp en met de andere zijde naast het erf van Heyn die Piper, met het ene eind schietend , op het erf van de kinderen van Willem Harmenssoen en met het andere eind op de gemeynt.
a421 1455 augustus 6..
Willem van Stramproede en Dirc vander Voert, schepenen te Velp, oorkonden, dat Jacop Dopper die Aide beloofd heeft het Graafse gasthuis te vrij waren van een stuk land, gelegen in de Heytmerghen, met de ene zijde naast het erf van voornoemde Dapper en met de andere zijde naast het erf van Aelbert Vranckensoen.
a422 1455 oktober 20.
Wynant van Aller en Johan van Brienen, schepenen te Arnhem, oorkonden, dat Thys vander Kemenade Schomaker verklaard heeft een bedrag van 37 utrechtse bisschops guldens, ook postulant guldens genaamd, gemunt en geslagen voor de datum van deze brief, schuldig te zijn aan Johan Robertssoen vanden Grave, waarvan:
a)de ene helft betaald dient te worden op Pasen 1456;
b)de andere helft op sint Jansdag te midzomer(24 juni) 1456.
a423 1455 december 16.
Hérmen van Wamel en Goedde van Aken, schepenen te Grave, oorkonden, dat Keersten die Gruyter en Yke e.l.aan Mercelis Janssoen, gast meester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, opgedragen hebben een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van het gasthuis en met de andere zijde naast het erf van Jan van Aken, met het ene eind schietend op het erf van Jan van Wansem en met het andere eind schietend op het straatke.
a424 1456 januari 4..
Willem Goetscalcxsoen en Jan Hubertssoen, schepenen te Velp, oorkonden, dat Herman van Lent een panding verricht heeft in verband met de achterstalligheid in de betaling van een rente van 4 malder rogge.
a425 1456 januari 10.
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Herman een panding verricht heeft in verband met de achterstalligheid in de betaling van een rente van 5 malder rogge, met zulke schepenbrieven als daar van sprekende zijn, welke rente men jaarlijks aan Ude Taelhout placht te gelden en wel gevestigd op een stuk land, genaamd den Hoevel.
Getransfigeerd.
a426 1456 februari 18.
Hermen van Wamel en Derick vander Voert, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gelys Coppen en Heilwich e.l.een rente van 3 malder rogge opgedragen hebben aan Peter Vaern, te betalen met kerstmis en gaande uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Heynke van Merlair en met de andere zijde naast de gemene Wiel, met het ene eind schietend op de gemeynt en met het andere eind op de erven van Gerit Ketelbuter en van Jan Rcynerssoen.
a427 1456 maart 15..
Derick van Beerze en Hermen van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Goedde van Aken en Kateryn e.l.aan heer Jan van Olmen, kanunnik te Grave, opgedragen hebben een rente van 4 rijns guldens, te betalen tijdens de vier kerst heilige dagen en gevestigd op een in de Wijt gelegen stuk land, met de ene zijde naast het erf van voornoemde Goedde en met de andere zijde naast het erf van Jacop van Aken en met het ene eind schietend op de Maas en met het andere eind op de dijk.
Getransfigeerd.
a428 1456 maart 22.
Derick van Beerze en Hermen van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Jan van Olmen, kanunnik te Grave, verklaard heeft, dat Goedde van Aken ten allen tijde, met een bedrag van 72 rijns guldens, mag lossen een rente van 4 rijns guldens, enz. (zie voorafgaand regest).
Getransfigeerd.
a429 1456 april 13..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Henrick Quaeypape en Margriet e.l.aan heer Marcelis van Mameren, priester, en aan Herman van Wamell, burger te Grave, opgedragen hebben een stuk Peel grond, dat was van wijlen Quaeypapen en gelegen met de ene zijde naast de Peel van Jan van Danss en de Peel van Jan vanden Bogenveld, en schietend met het ene eind op de Baan.
a430 1456 april 29.
Gaert Gaykens en Derick Arntssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Lisbet vanden Berge aan Albert van Triest en Lisbeth e.l.heeft opgedragen een rente van 2 malder rogge, te betalen op de heilige paasdag en gevestigd op een op de Wolfsberg gelegen stuk land, ongeveer 1 hollandse morgen groot en met beide en met een eind schietend op de erven en hoeve van Arnt Ridder en met het andere eind schietend op de beemd van Jorden.
a431 1456 mei 10..
Henrick van Steenbiuys en Claes van Meerlair, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Johan van Olmen, kanunnik te Grave, aan Hermen van Lent een schepenbrief, die melding maakt van een rente van 4 rijns guldens, heeft opgedragen.
Getransfigeerd.
a432 1456 juni 28.
Hermen van Wamel en Arnt van Tefelen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Loen en Neze e.l.aan Fye, dochter van Derick Zeben, opgedragen hebben een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Johan Baptistendag te midzomer (24 juni) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Henrick Baenrits en met de andere zijde naast het erf van Heylwich Hermens, schietend met het ene eind op het erf van Arnt van Tefelen en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a433 1456 juli 10..
Claes van Meerlair Roelofssoen en Derick vander Meer, schepenen te Grave, oorkonden, dat Hermen van Lent en Lysbeth e.l.aan Jan Tygeler 2 schepenbrieven hebben opgedragen, die gewag maken van een rente van 4 rijns guldens en waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a434 1456 oktober 13.
Henrick van Steenhuys en Hermen van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Tychgeler verklaard heeft, dat Arnt Knapensoen ten allen tijde kan lossen een rente van 6 rijns guldens, die voornoemde Tychgelair jaarlijks heeft geldende op sint Dionysiusdag (9 oktober) en gevestigd op een huis, erf en kamp land, gelegen buiten de Brug poort en toebehorende aan voornoemde Arnt.
a435 1456 oktober 14.
Henrick van Steenhuis en Hermen van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt Knapensoen aan Jan Tychgelaer een rente van 4 malder rogge heeft opgedragen met een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a436 1456 november 24.
Volp Janssoen, richter te Beers, Jan van Bothalen en Gaert Goessenssoen, laten te
Beers, oorkonden:
ten eerste, dat Herman Beynams en Bertruyt e.l.aan de H.Geest van Grave 3 laat brieven opgedragen hebben, die melding maken van een rente van 1 malder rogge en een 3 hoenderstijns;
ten tweede de laat Arnt van Beers verzocht hebben deze brief voor Gaert Goessenssoen te bezegelen.
Transfix.
a437 1456 november 30.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Derijc Belen en Kuen e.l.aan Deryc Jacopssoen hebben opgedragen een rente van 1 malder rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag purificatio (2 februari) en gevestigd op ongeveer 1 1/2 morgen land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Rover die Vryese en met de andere zijde en met het ene eind naast de gemeynt en met het andere eind schietend op het erf, dat van Gheryt vanden Groteler was.
Getransfigeerd.
a438 1456 december 20.
Henric die Raymeker en Noeyde Henricssoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Merzelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, - ten overstaan van Gerit van Mouwerick, richter in het Land van Cuijk, en van hen - een panding verricht heeft van onder Cuijk en Haps gelegen goederen vanwege achterstallige bepalingen.
a439 1456 december 3.
Arnt van Tefelen en Derick vander Meer, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop die Gruyter en joffer Gaelt e.l.hebben opgedragen aan Derick van Beerze een rente van 3 malder rogge, gevestigd op een huis en erf, gelegen in de Oliestraat en dat toebehoorde aan wijlen Heyn mitten Scaepen.
a440 1456..
Deric Arntssoen en Herman Geritssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Herman Beynams en Bertruyt e.l.drie heemraden brieven opgedragen hebben aan de H.Geest van Grave, die gewag maken van een rente van 2 1/2 malder rogge.
a441 1457 februari 22.
Willem van Stramproede en Dirc vander Voert, schepenen te Velp, oorkonden, dat Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een panding verricht heeft in verband met de achterstalligheid in een betaling van een rente van 12 vat rogge.
a442 1457 februari 25.
Willem van Vlodrop en Noyke Henricssoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Henric Collert van Lynden en juffrouw Mechtelt e.l.een rente van 4 malder rogge aan Tyss vanden Grave opgedragen hebben, te betalen tijdens de vier kerstheilige dagen en gevestigd op:
a)een stuk land, genaamd dat Marbroeck, gelegen met de ene zijde naast het erf van ... kinderen en met de andere zijde naast het erf van Zebe Zeelkenssoen en dat geweest was van wijlen Jan Hannensoen, en met het ene eind schietend op het erf van Hennykenskinderen vanden Berge;
b)een stuk land, genaamd dat grote Crijs, gelegen met de ene zijde naast het erf van Geritzkinderen vanden Berge en met de andere zijde naast het erf van Herman vanden Schaer, met het ene eind schietend op de Maas en met het andere eind opt Weerlant;
c)een stuk land, genaamd dat Weerlant, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Maessoen en met de andere zijde naast het erf van Lem Belenkinderen, met het ene eind schietend op het erf van Kort Maessoen en met het andere eind op het erf van Zeebe;
d) een stuk genaamd tLangeraet, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Keysers en het erf van die van vander Schaer en met de andere zijde naast het erf van Jan Belensoen met diens kinderen en met beide einden schietend op erven van Goetscallick Vogels.
Getransfigeerd.
a443 1457 maart 16. .
Peter van Wetten Claessoen en Henric die Raijmeker, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Jan Gaertssoen en Hadewich e.l. - met medewerking van hun vrienden en magen - een maagscheiding bewerkstelligd hebben, waarbij:
1) Jan verkrijgt:
a)16 rijnsguldens lijfgoed, waarvan 6 rijnsguldens afkomstig van Johan Quaeyenpaep en 10 rijnsguldens afkomstig van Herman van Wamel;
b)een rente van 6 malder rogge van Jan vander Heggen;
c)een rente van 4 malder rogge van Herman vanden Dael;
2) Hadewich zal krijgen 2 tussen Groot- en Klein Linden gelegen beemden.
a444 1457 mei 20..
Jan Goessenssoen en Derick Arntssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Claes die Wrede die Alde aan Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, heeft opgedragen celzulke goederen, die Claes in het Hollanderbroek heeft liggen;
met alle erf brieven, die daar gewag van maken.
a445 1457 mei 22..
Schepenen te Mill oorkonden, dat voornoemde Claes aan voornoemde Janssoen enz. heeft opgedragen een schepenbrief, die gewag maakt van een rente van 4 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a446 1457 juni 24.
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Henric Snaevel en Baede van Nydenhoven Aelbertssoen, laten aldaar, oorkonden;
dat Thomaes Janssoen en Hilla e.l.twee strepen land, gelegen op die Hommersaet, aan Grem van Haeren Henricssoen opgedragen hebben waarvan:
a)de ene streep, gelegen met de ene zijde naast het erf van Herman Claessoen en met de andere zijde naast het erf van Lubbert van Erpe en met het ene eind schietend op de gemene weg en met het andere eind op de andere streep land;
b)de andere streep, gelegen met de ene zijde naast het erf van Lysbet Gaeyens en met de andere zijde naast het erf van Jan Lubbertssoen, met het ene eind schietend op het erf van Jan van Aken en met het andere eind op de eerst vermelde streep land.
a447 1457 september 15..
Henrick van Steenhuys en Jacop van Tegelen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Derick vander Voirt verklaard heeft, dat Gerit die Kael ten allen tijde mag lossen een rente van 4 malder rogge, die Deric geldende heeft op sint Jacobsdag (25 juli) en gevestigd op een huis en erf van voornoemde die Kael.
a448 1457 oktober 14..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Rutte vanden Driess c.s.aan Wolter van Wamel, burger te Grave, een rente van 12 vat rogge opgedragen heeft, zoals in een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is, vermeld wordt.
Getransfigeerd.
a449 1457 oktober 14..
Schepenen te Mill oorkonden, dat:
1)Rut vanden Dries, de zoon van Griet, de weduwe van Gerit vander Voirt, en Aleyt e.l.;
2)Henrick vanden Dries, genaamd van Eesden, en dille e.l.;
3)Gerit vander Voirt en Lysbeth e.l.;
4)Henric van Haeren en Fye e.l.;
5)Henric van Doernen en Jutte e.l.,
aan Wolter van Wamel, burger te Grave, opgedragen hebben een rente van 2 malder rogge, vermeld in een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a450 1457 november 10.
Derick van Beerze en Henrick van Nederbroick, schepenen te Grave, oorkonden, dat de gebroeders Wolter en Gerit, kinderen van Mathys, in hun hoedanigheid van mombers over de kinderen van wijlen hun broer Arnt en van wijlen hun schoonzuster Hillike, voor de goede betaling van een bedrag van 32 rijnsguldens bedankt hebben, die Herman van Wamel aan hen schuldig was voor een huis en erf, dat had toebehoord aan voornoemde Arnt en Hillike e.l.en dat gelegen is buiten de Hampoort.
a451 1453 september 21.
Henric, de zoon van Dirick Noyensoen, en Rijekout Gisbertssoin, schepenen te Velp, oorkonden, dat Jan Tijcheler aan Herman van Beynem, H.Geesthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis, opgedragen heeft een stuk land, genaamd den Ganshoerninc, gelegen met de ene zijde naast het erf van Willem van Stramprade en met de andere zijde naast de Horsengrave, schietend met het ene eind op het land van voornoemde van Stramprade en met het andere eind op de gemeynt.
a452 1458 december 3..
Gemene schepenen te Mill oorkonden, dat Herman Beynams, H.Geestmeoster te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis, - ten overstaan van Loeff die Jegher, scholtis van het Land van Cuijk en van hen - een panding verricht heeft op alle goederen, die wijlen Johan Tygelair, in leven H.Geestmeester te Grave, in het schependom van Mill had liggen en wel in verband met een schuld van 100 rijnsguldens.
a453 1459 januari 2.
0-12 van Wamel Goedertssoen en Willem van Berchuysen, schepenen te Herpen, oorkonden, dat Herman van Beynem, H.Geestmeester te Grave, ten behoeve van de Graafse H.Geesttafel, een panding verricht heeft conform de inhoud van een schepenbrief.
a454 1459 januari 2..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde H.Geestmeester,enz.(zie vooraf
gaand regest).
Transfix.
a455 1459 januari 2.
Dirick vander Voirt en Henric, de zoon van Diric Noyensoen, schepenen te Velp, oorkonden, dat voornoemde H.Geestmeester, enz.op alle goederen, die Jan Tijgeler in het schependom van Velp had liggen.
a456 1459 januari 2.
Ot van Wamel Goedertssoen en Willem van Berchuysen, schepenen te Herpen, oorkonden, dat Herman van Beynem, H.Geestmeester te Grave, namens het Graafse Leesthuis, een panding verricht heeft ingevolge een Herpease schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a457 1459 januari 16.
Jacop van Tegelen en Johan van Cranenvelt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Loen die Jonge beloofd heeft altoos te betalen aan Fye Derick Zebendochter een rente van 1 malder rogge, die vermeldt wordt in een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a458 1459 april 5..
Hermen van Wamel en Henrick van Nederbroick, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Yke, de weduwe van Coen;
2)haar dochters Johan, Mette en Heylwich,
een rente van 4 malder rogge opgedragen hebben aan Willem Voss, te betalen op O.L.Vrouwedag purificationis(2 februari) en gevestigd op:
a)een in de Mars gelegen stuk land, met de ene zijde naast het erf van voornoemde Yke met haar kinderen en met de andere zijde naast het erf van Jan Stouten, met het ene eind schietend op de Horssensegraaf en met het andere eind op de Middelweg;
b)een stuk land, gelegen aan de andere kant van de middelweg, met beide naast de erven van Jan Stouten, met het ene eind schietend op het erf van Grem Wolterssoen en met het andere eind op de middelweg;
c)een in de Mars gelegen stuk land van Willem vanden Have tussen de erven van voornoemde Jan Stouten en van voornoemde Yke met haar kinderen;
d)een stuk land als Willem vanden Have aanverstorven was van wijlen zijn zusterke, gelegen in de Stoven, met de ene zijde naast het erf van Rut Huybkens en het erf van Jan Haecken, met de andere zijde naast het erf van Heynke Borchman en met beide einden schietend op de gemeynt.
Getransfigeerd.
a459 1459 april 14..
Derick van Beerze en Henrick van Nederbroick, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Lenart van Eesden Rutgerssoen en Nechtelt e.l.;
2)Jan van Eesden en Rutger van Eesden, zonen van voornoemde Lenart;
3)Hermen Gelis en Truyde e.l.,
aan Willem Kemerlincx een rente van 4 malder rogge hebben opgedragen, te betalen op beloken Pasen en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Roeloff Wenmers, met het ene eind schietend op het erf van Mercelis die Vrieze en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a460 1459 april 25.
Derick vander Voirt en Henrick van Nederbroick, schepenen te Grave, oorkonden, dat Peter Vaern een panding verricht heeft op alle goederen, die Gelis Coppen binnen de vrijheid van de stad Grave heeft liggen.
a461 1459 mei 14..
Jacop van Tegelen en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave, en Lysbeth e.l.aan het Graafse gasthuis een rente van 13 malder rogge opgedragen hebben, waarvoor men wekelijks drie missen in de gasthuiskapel zal opdragen, te betalen:
a)op sint Jan Baptist te Midzomer (24 juni) 3 malder en 1 schepel rogge;
b)op Sint Lambertsdag(17 september)item;
c)op de heilige Kerstdag(25 december)item;
d)op de heilige Paasdag item, en geverstigd op:
aa) een huizing en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van wijlen Teuke Baden en schietend op de stadsmuur en de gemene straat;

bb) alle goederen,die opdragers gezamenlijk behoren. Met een afschrift op papier.
a462 1459 mei 16..
Jacob van Tegelen en Henrick van Nederbroick, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt Bloem en Jutte e.l.aan Henric, de zoon van Henric Snyders, opgedragen hebben een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Deric vander Voirt en met de andere zijde naast het erf van Jacop vander Lynden, met het ene eind schietend op het erf, van Jan Dericxsoen en met het andere eind op de gemene straat.
a463 1459 juni 3.
Ot van Wamel Godertssoen en Jacop Buelen, schepenen te Herpen, oorkonden, dat Herman van Beynem, H.Geestmeester te Grave, namens de Graafse H.Geest, verklaard heeft, dat Kaerle vanden Hout ten allen tijde, met 14 rijnsguldens per malder rogge, mag lossen een rente van 4 malder rogge, gevestigd op de van deze onder Huisseling.
a464 1459 oktober 5..
Herman Warnel en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Wolter van Wamel en Loenis Derickssoen van Eerp, burgermeesteren te Grave, verklaard hebben, dat de stad Grave aan het Graafse H.Geesthuis een rente van 20 rijnsguldens schuldig is, waarvan de betaaldag is op sint Lambertsdag (17 september).
a465 1459 december 20..
Jacop van Tegelen en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat burgermeesteren, schepenen en gemene raad der stad Grave hun fiat verleend hebben aan de door Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave,en Lysbet e.l.gestichte fundatie (zie regest a461).
Met een afschrift op papier.
a466 1459..
Jacop van Tegelen en Deric vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Mercelis Janssoen, gast huismeester te Grave, verklaard heeft, dat burgermeesteren, schepenen en raadsvrienden der stad Grave hun goedkeuring verleend hadden aan de door hem gestichte fundatie(zie regest a461).
Met een afschrift op papier.
a467 1460 januari 17.
Walraven van Nydeggen en Noeyke Henricssoen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Thys vanden Grave en Mechtelt e.l.aan Jan van 'Warasem een schepenbrief opgedragen hebben, die gewag maakt van een rente van 4 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a468 1460 februari 21.
Johan van Cranenvelt en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Peter Vaern en Agneza e.l.aan Henrick van Doernen een huis en erf opgedragen hebben, gelegen met de ene zijde naast het erf van Heynke van Meerlaer en met de andere zijde en met het ene eind naast de gemeynt en met het andere eind schietend op de erven van Gerit Ketelbuyters en van Jan Reynerssoen.
a469 1460 februari 22.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Henryck Luyken Janssoen aan Jan Henrixsoen en Nees e.l.een rente van 2 malder rogge opgedragen hebben, te betalen op O.L.Vrouwedag purificationis en gevestigd op een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Arnt Willems en met de andere zijde naast den Hoenrekamp, schietend met het ene eind op het erf van Heyn van Volkel en met het andere eind op de Ham.
Getransfigeerd.
a470 1460 april 20. .
Volpart Janssoen, richter te Beers, Johan van Aken en Herman van Wamel, laten aldaar, oorkonden, dat Jan vanden Broick en Katheryn e.l. - in opdracht van Jan Naeprincks en Maria e.l. - aan de Graafse H.Geesttafel opgedragen hebben een rente van 8 malder rogge, gaande uit onder het gericht van Beers gelegen goederen;
met vermelding van de data waarop de spindingen aan de armen plaats dienen te hebben.
Transfix.
a471 1460 mei 1.
Gaert Gaykenssoen en Derick Arntssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Henric van Ord(?) en Mechtelt e.l.opgedragen hebben aan Jan van Maemeren en Albert e.l.een rente van 2 malder rogge, die Mechtelt voornoemd was aanverstorven en haar ook in huwelijks goed gegeven en die vermeld wordt in de brieven waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a472 1460 juni 19.
Jacop van Tegelen en Sijbert Vaecht, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop die Wael verklaard heeft een bedrag van 20 rijnsguldens schuldig te zijn aan Herman Beynem, H.Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis. Getransfigeerd.
a473 1460 juli 5.
Willem Goetscalcx en Gherit, de zoon van Arnt Luykensoen, schepenen te Velp, oorkonden, dat:
1)Herten die Bruyn en Heilwich e.l.;
2)Jan van Oss Janssoin en Hill e.l.,
aan Mercelis Janssoin, gasthuismeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis opgedragen hebben:
a)twee strepen land, gelegen in de Aelbert Vranckenhoeve, met de ene zijde naast het erf van Heyn Spronck en met de andere zijde naast het erf van voornoemd gasthuis, met het ene eind schietend op de straat en met het andere eind op het voornoemde gasthuis erf;
b)alle goederen, die opdragers waren aanverstorven van Belye, in leven echtgenote van Aelbert Vrancken.
a474 1460 juli 22.
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Bade van Nijdenhoven en Reynke Noeydensoen, laten aldaar, oorkonden gevidimeerd te hebben:
a)een getransfigeerde brief van 8 maart 1426 (regesten a213 en a214);
b)een transfix brief van 23 juni 1433 (regesten a260 en a261).
a475 1460 augustus 27..
Jacop van Tegelen en Johan van Cranenvelt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Naeprincx en Maria e.l.aan Herman Beynem, Geest meester, ten behoeve van het Graafse Geesthuis, opgedragen hebben:
a)een rente van 3 pond payment en 13 1/2 Vlaamse;
b)twee schepenbrieven, die van deze rente gewag maken en ook voorschrijven, dat de H.Geestmeester altijd op de slag van 12 uren dagelijks zal (laten) kleppen met de grote klok en wel driewerf en tussen elke "verhaele"(herhaling) de tijd van een pater noster te pauzeren en ook gebruik te maken van de klokken, die men 's middags gewoonlijk luidt ter gedachtenis van het lijden en sterven van O.L.Heere God.
a476 1460 september 17.
Henrick van Henxthovel Kaessoin en Gherit, de zoon van Aernt Luykensoen, schepenen te Velp, oorkonden, dat Bertruyt en Ermgart, de dochters van Henrick Campart, opgedragen hebben een rente van 3 malder rogge aan Herman van Beynem, H. Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis; met een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a477 1460 september 29.
Walraven van Nijdeggen en Noeijke Henricssoen, schepenen te Cujk, oorkonden, dat Gerit Geritssoen vanden Berge, als momber van het onmondige kind van Thoenijs Jacop Gobbelssoen, aan Mercelis Janssoen, gastmeester van Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, heeft opgedragen een rente van 4 malder rogge, die Gobbel Geritssoen, zijn zoon Jacop met diens echtgenote Oey bij een testamentaire beschikking vermaakt hadden aan de Cuijkse kerk en aan voornoemde vanden Berge, te betalen tijdens de vier kerstheilige dagen en gaande uit:
a)een huizing, hofstad en erf, gelegen te Heeswick, met de ene zijde naast het erf van Jan die Molner en met de andere zijde naast de gemeynt, met het ene eind schietend op het erf van Thys van Heeswick en met het andere eind op het erf van de kinderen van Aleit ... en ongeveer 5 hollandse morgen groot;
b)een stuk land, ongeveer 1 hollandse morgen groot, gelegen aan de Heyacker, met de ene zijde naast het erf van Gaert Polofssoen en met de andere zijde naast het erf van Deric van Blijtterswick, met liet ene eind schietend op die Aenwende;
c)een stuk land, 2 hollandse morgen groot, met de ene zijde gelegen naast de heerstraat en met de andere zijde naast het erf van Jacop Jeger, met het ene eind schietend op het erf van Gaert Wier en het erf van Jan Willemssoen en met het andere eind op het erf van Jan Sybrechts;
d)een beemd, gelegen inden Gansacker, met de ene zijde naast het erf van Thys vanden Graeff en met de andere zijde naast het erf van Peter Geritssoen vanden Berge, met het ene eind schietend op het erf van Maes (van) Cantelberch en met het andere eind op het gemene broek;
e)een stuk land, gelegen met de ene zijde naast de Cuijksedijk en met de andere zijde naast het erf van Lem sMolnerssoen en het erf van Heyn Valck, met het ene eind schietend op het erf van Wolter van Baex.
a478 1460 oktober 10..
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Henric Snavel en Bade van Nydenhoven Aelbertssoen, laten te Escharen, oorkonden, dat Aleyt, de dochter van wijlen Johan die Caellaan Herman Beijnem, H.Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse H.Geesthuis, twee laten brieven van Escharen, die gewag maken van een rente van 3 malder rogge en 4 hoenders, heeft opgedragen.
Transfix.
a479 1460 december 10..
Jacop van Tegelen en Johan van Cranenvelt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Willem Venboet en Ermgairt e.l.aan Herman van Wamel opgedragen hebben de helft van een stuk land, gelegen in de Wijt, in zijn geheel grenzend met de ene zijde aan het erf van het Graafse Geesthuis en met de andere zijde aan het erf van voornoemde Herman, met het ene eind schietend op de Maas en met het andere eind op de dijk.
a480 1461 februari 21.
Schepenen te Cuijk oorkonden, dat Marcelis Janssoen, gastmeester van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, met twee schepenbrieven, in verband met een achterstallige betaling van een rente van 7 vlaamse guldens, gevestigd op goederen gelegen in het gericht van Cuijk, een panding verricht heeft.
a481 1461 februari 22.
Schepenen te Mill oorkonden, dat:
1) Jan Michiels en Hadewich e.l.;
2)Ermbolt Michiels en Geertruyt e.l.;
3)Lem Michiels en Katherijn e.l.;
4)Net Mischiels, weduwe van Jan Cornelis Michiels,
aan Gaert Gaykenssoen en Lisbet e.l.een rente van 3 malder rogge opgedragen, die vermeld wordt in een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
a482 1461 maart 4..
Baey van Nydenhoven Aelbertzsoen, richter te Escharen, Henric vander Heyden en Anthonis Badesoen van Esscheren, laten aldaar, oorkonden, dat Marcelis, gastmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse gasthuis, - ten overstaan van de overste richter in het Land van Cuijk Loiff Jeger en van hen - een panding verricht heeft i.v.m.de achterstalligheid in de betaling van een rente van 2 malder rogge.
a483 1461 april 10..
Jacop van Tegelen en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden, dat Claess Dericxsoen vanden Dike en Lysbeth e.l.verklaard hebben schuldig te zijn een bedrag van 30 rijnsguldens aan de kerkmeesters van Grave, ten behoeve van de rector van het sint Barbara-altaar in de Graafse kerk van Sint Elisabeth aan de zuidzijde, voor welk bedrag de rector ten allen tijde eenmaal in de veertien dagen een mis zal lezen voor voornoemde Claes en Lysbeth e.l.
Getransfigeerd.
a484 1461 augustus 22.
van Beerze en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Willem van Aken gekocht had van Griet van Wamel, de weduwe van Herman van Wamel,
- tegen een jaarlijkse betaling van 16 malder rogge en 10 rijnsguldens, als lijfrente, en bovendien nog 10 vlaamsen - een stuk land, gelegen in de Nieuwe Wijt, met de ene zijde naast de Maas en met de andere zijde naast de dijk, zoals dat aan wijlen Herman van Wamel toebehoord had.
feria septima=zaterdag
a485 1462 maart 26.
Sweder vanden lande en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt Janssoen, burger te Nijmegen en Gertruyt e.l.hebben opgedragen aan Willem Jeger anders genaamd Kemerlincx een kamp lands, gelegen in de Mars, met de ene zijde naast het erf van Bertruyt Brieffs en met de andere zijde naast het erf van Arnt Koenen, met het ene eind schietend aan de dijk en met het andere eind op de middelweg.
a486 1462 juni 24.
Gaert Gaykenssoen en Harman Geritsoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Lauwrens Passart aan Reymeric Bernaertssoen en Margriete e.l. een erfbrief opgedragen hebben met twee transfixbrieven, die melding maken van een rente van 8 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a487 1462 juli 14.
Peter vanden Holte Dericxsoen en Claes Snaen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Gelenberch verklaard heeft een bedrag van 100 rijnsguldens schuldig te zijn aan Peter Quattel, de wettige zoon van Reynke Quattel.
a488 1462 augustus 50 .
Johan van Cranenvelt en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Mechtelt, het wettige wijf van Henrick van Oss, verklaard heeft een bedrag van 125 rijnsguldens, gevestigd op haar goederen, schuldig te zijn aan Herman Beynem, Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis.
Getransfigeerd.
a489 1462 september 3..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Beynem, Geestmeester te Grave, beloofd heeft - onder verband van de Graafse Geesthuisgoederen - voor hemzelf en voor zijn opvolgers ten behoeve van de armen om Godswil te geven en te delen jaarlijks twee spindingen voor de zielerust van voornoemde Mechtelt van Oss en wel:
a)een spinding op O.L.Vrouweavond visitationis(1 juli);
b)een apinding op sint Elisabethsavond in de winter(18 november),
en voor deze spindingen dienen 3 malder rogge en 1 malder weit tot brood gebakken te worden.
Transfix.
a490 1462 september 15.
Sweder vanden Zande en Claes SDaen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Hermen Beynem, Geestmeester te Grave, ten behoeve van het Graafse Geesthuis, een panding verricht heeft op alle goederen, die Jacop die Wael heeft liggen binnen de vrijheid van de stad Grave conform de schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a491 1462 november 19.
Willem van Stramproij en Gherit, de zoon van Arnt Luyken, schepenen te Velp, oorkonden, dat Herman Hubertssoen verklaard heeft, dat Mercelis Janssoen, gasthuismeester, ten behoeve van het Graafse gasthuis, hem en zijn rechtsopvolgers steeds mag aanspreken voor een door hem aan het Graafse gasthuis verkochte rente van 5 vat rogge, gevestigd op onder Velp gelegen goederen.
a492 1462 december 6.
Gaert Gybenssoen en Derick Arntssoen, heemraden in het Hollanderbrock, oorkonden, dat Henrick Abroeck en Alyt e.l.aan Mercelis Janssoen, gastmeester, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een rente van 2 malder rogge opgedragen hebben, te betalen op sint Petersdag ad cathedram en gevestigd op een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Peter van Keessel en met de andere zijde naast het erf van Henrixke Visschers en met het ene eind schietend op de ...dijk en met andere eind op de rodedijk.
a493 1462 december 12.
Sweder vanden Zande en Derick vander Voirt, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Triest die Smit anders genaamd Haen van Triest en Fye e.l.twee schepen brieven aan Aelbert van Triest en Lysbeth e.l.opgedragen hebben, die gewag maken van een rente van 1 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a494 1462 december 21.
Gaert Gybensoen en Derick Arntssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Mercelis Janssoen, gastmeester van het Graafse gasthuis, ten behoeve vair dat gasthuis, aan Henrick van Abroeck en Alyt e.l.een lossing van een rente van 2 malder rogge en 1 schepel rogge heeft overgegeven en gecedeerd, gevestigd op een stuk land, gelegen bij de rodedijk en elke malder losbaar met 13 rijnsguldens.
a495 1463 februari 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Arnt vanden Lampeler Janssoen en Hil e.l.een rente van 2 1/2 malder rogge aan Bertolt, de zoon van Derijc Bertolssoijn, en Lysbet e.l. opgedragen hebben, te betalen op O.L.Vrouwedag purificatio(2 februari) en gevestigd op 1 1/2 morgen land met huis en hof, gelegen met de ene zijde naast het erf van vanden Lampeler voornoemd en met de andere zijde en met het ene eind naast de gemene straat en met het andere eind schietend op het erf, genaamd die Sloten.
Getransfigeerd.
a496 1463 februari 24.
Deric van Beerze en Sweder vanden Zande, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt van Helmont en Jutte e.l.een rente van 2 ponden vlaams - elk pond vlaams ter waarde van 15 oude vlaamsen - aan Mercelis Janssoen, gastmeester te Grave, opgedragen hebben.
a497 1463 maart 27.
Peter vanden Holte Dericxsoen en Derick van Beerze,schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Willem, de zoon van Goebbell Thyssoen;
2)Jorden Goebbelssoen en Haedewich e.l.,
aan hun zuster Ode Goebbelsdochter een rente van 11 malder rogge opgedragen hebben.
a498 1463 oktober 10.
Goessen Peterssoen, richter te Beers, Coen Willemssoen en Willem die Raet, laten te Beers, oorkonden:
ten eerste, dat Jacop, de zoon van Jan Heynkenssoen aan zijn neef Boekel alzulk goed, als hij liggende heeft in het gericht van Beers, opgedragen heeft;
ten tweede de laat Reynke van Beersse verzocht te hebben deze brief namens Willem die Raet te bezegelen.
a499 1463 oktober 11.
Goessen Peterssoen, richter te Beers, Bertolt van Driel en Arnt, de zoon van Jan Tymmermans, laten aldaar, oorkonden:
ten eerste, dat Tresa, de dochter van Jan Reyners bij Lyske Pyts, aan Gerit van Erppe heeft opgedragen al haar versterf, dat haar was aanverstorven van wijlen haar moeder Lijske Pyts en welk versterf Jacob, de zoon van Jan Heynkenssoen in lijftocht bezit van zijn vroegere echtgenote wijlen Lyske Pyts voornoemd;
ten tweede de laat Arnt van Beersse verzocht te hebben deze brief namens de laat Arnt, de zoon van Jan Tymmermans, te bezegelen.
Records 501 t/m 550
1472-1498
1500-1529
1530-1548
1550-1599
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden
Inventaris
Het archief van de provisoren, respectievelijk regenten van het Graafse Sint Catharinagasthuis en van de rentmeesters van dit gasthuis (nos. 1-1135)
Het archief van de rectoren van de gasthuiskapel in Grave (nos. 1136-1139)
Het archief van de provisoren van de tafel van de Heilige Geest en van de geesthuismeesters
Het archief van de weeshuismeesters in Grave (nos. 1474-1495)
Het archief van de commissie van de armenfabriek in Grave (nos. 1496-1503)
Stukken van kerkelijke aard (nos. 1504-1529)
Stukken betreffende de Graafse broederschappen en schutterijen (nos. 1530-1532)
Stukken betreffende het gasthuis van de dertien armen te Herpen (no. 1533)
Stukken waarvan het verband met voorafgaande archieven niet duidelijk of in het geheel niet gebleken is (nos. 1534-2111)
Bijlage: Aan andere archiefinstellingen eventueel over te dragen stukken (nos. 2112-2127)
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden

Kenmerken

Datering:
1291-1973
Vindplaats origineel:
Locatie Grave
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2090 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.
Categorie:
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden