2114 Abdij van Postel, 1138-1797 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2114
Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
616 1464-12-20 – Brussel.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
616
1464-12-20 – Brussel.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.
Filips van Bourgondië, hertog van Brabant, oorkondt dat Jan van Kessel, wonend te Someren, in zijn erfgoed te Vladeracken een watermolen heeft, waarop van oudsher gemalen werd zonder octrooi en zonder jaarcijns te betalen, waarna Goessen Heym, rentmeester van ’s-Hertogenbosch, met open brieven van de hertog beslag heeft gelegd op genoemde molen en Jan van Kessel heeft gedaagd voor de Raad van Brabant, maar dat Jan van Kessel in de Rekenkamer te Brussel zijn onwetendheid is komen bepleiten en voorgesteld heeft een jaarlijkse erfcijns te betalen voor het gebruik van de molen, en dat, na advies van de kanselier, raadslieden, de leden van de Rekenkamer en de raadslieden gecommitteerd tot de hertogelijke domeinen en financiën, met Jan van Kessel is overeengekomen dat deze aan de hertogelijke rentmeester van ’s-Hertogenbosch een boete van vier Rijnsgulden moet betalen en verder voor zijn octrooi elk jaar op 5 oktober een erfcijns van vier oude koningsgroten Tournois, met de molen als onderpand.
Datumaanduiding:
Gegeven in onser stad van Bruessel twintich dage in decembri int jair Ons Heren duysent vierhondert vier ende tsestich
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Abdij_34
Beschrijving zegel:
het zegel van de hertog verdwenen
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden