2114 Abdij van Postel, 1138-1797 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2114
Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
656 1479-11-14.
Schepenen van Hapert en Loon oorkonden dat, in aanwezigheid van de abt van Tongerlo en de overste van Postel, Jan Jan Arts soen Roeff, zijn broer Gerit van der Waerden en zijn broer Jan verklaard hebben dat het godshuis van Postel een weide-of hooiveld tussen die Voert bezit, liggende beneden de watermolen van Hapert en Die Wollefwinckelse Laet aan de oostkant van de vloet naast de stroom, en dat ze gezien hebben dat de pachters van dat godshuis, die wonen op de ene hoeve te Lemel of andere hoeve van dat godshuis van Postel, aan wie dat hooiveld toebehoort, om hun beesten te weiden, heide te maaien of turf te steken gebruik maken van de heide buiten de omheining van dit weide- of hooiveld in oostelijke richting tot de openbare straat die van de kerk van Hapert leidt tot aan de Wollefwinckelre molen toe, zonder tegenspraak van iemand. Ze weten niet of het gedoogd wordt of dat het eigendom is. Ook de pachter op de hoeve van Tongerlo Ten Kerckhof drijft er zijn beesten over, zonder ruzie tussen de pachters, evenals het gebruik in datzelfde stuk hei dat zich noordwaarts uitstrekt tot aan een klein 'graefken' toe en zuidwaarts niet verder dan dat stuk weide- of hooiveld. De heren van Tongerlo en Postel wensen dit zo te houden zonder verdere verdelingen te maken ('behoefslagen of begraven').
Schepenen van Hapert en Loon oorkonden dat, in aanwezigheid van de abt van Tongerlo en de overste van Postel, Jan Jan Arts soen Roeff, zijn broer Gerit van der Waerden en zijn broer Jan verklaard hebben dat het godshuis van Postel een weide-of hooiveld tussen die Voert bezit, liggende beneden de watermolen van Hapert en Die Wollefwinckelse Laet aan de oostkant van de vloet naast de stroom, en dat ze gezien hebben dat de pachters van dat godshuis, die wonen op de ene hoeve te Lemel of andere hoeve van dat godshuis van Postel, aan wie dat hooiveld toebehoort, om hun beesten te weiden, heide te maaien of turf te steken gebruik maken van de heide buiten de omheining van dit weide- of hooiveld in oostelijke richting tot de openbare straat die van de kerk van Hapert leidt tot aan de Wollefwinckelre molen toe, zonder tegenspraak van iemand. Ze weten niet of het gedoogd wordt of dat het eigendom is. Ook de pachter op de hoeve van Tongerlo Ten Kerckhof drijft er zijn beesten over, zonder ruzie tussen de pachters, evenals het gebruik in datzelfde stuk hei dat zich noordwaarts uitstrekt tot aan een klein 'graefken' toe en zuidwaarts niet verder dan dat stuk weide- of hooiveld. De heren van Tongerlo en Postel wensen dit zo te houden zonder verdere verdelingen te maken ('behoefslagen of begraven').
2114 Abdij van Postel, 1138-1797
Inleiding
Regesten
656
1479-11-14.
Schepenen van Hapert en Loon oorkonden dat, in aanwezigheid van de abt van Tongerlo en de overste van Postel, Jan Jan Arts soen Roeff, zijn broer Gerit van der Waerden en zijn broer Jan verklaard hebben dat het godshuis van Postel een weide-of hooiveld tussen die Voert bezit, liggende beneden de watermolen van Hapert en Die Wollefwinckelse Laet aan de oostkant van de vloet naast de stroom, en dat ze gezien hebben dat de pachters van dat godshuis, die wonen op de ene hoeve te Lemel of andere hoeve van dat godshuis van Postel, aan wie dat hooiveld toebehoort, om hun beesten te weiden, heide te maaien of turf te steken gebruik maken van de heide buiten de omheining van dit weide- of hooiveld in oostelijke richting tot de openbare straat die van de kerk van Hapert leidt tot aan de Wollefwinckelre molen toe, zonder tegenspraak van iemand. Ze weten niet of het gedoogd wordt of dat het eigendom is. Ook de pachter op de hoeve van Tongerlo Ten Kerckhof drijft er zijn beesten over, zonder ruzie tussen de pachters, evenals het gebruik in datzelfde stuk hei dat zich noordwaarts uitstrekt tot aan een klein 'graefken' toe en zuidwaarts niet verder dan dat stuk weide- of hooiveld. De heren van Tongerlo en Postel wensen dit zo te houden zonder verdere verdelingen te maken ('behoefslagen of begraven').
Schepenen van Hapert en Loon oorkonden dat, in aanwezigheid van de abt van Tongerlo en de overste van Postel, Jan Jan Arts soen Roeff, zijn broer Gerit van der Waerden en zijn broer Jan verklaard hebben dat het godshuis van Postel een weide-of hooiveld tussen die Voert bezit, liggende beneden de watermolen van Hapert en Die Wollefwinckelse Laet aan de oostkant van de vloet naast de stroom, en dat ze gezien hebben dat de pachters van dat godshuis, die wonen op de ene hoeve te Lemel of andere hoeve van dat godshuis van Postel, aan wie dat hooiveld toebehoort, om hun beesten te weiden, heide te maaien of turf te steken gebruik maken van de heide buiten de omheining van dit weide- of hooiveld in oostelijke richting tot de openbare straat die van de kerk van Hapert leidt tot aan de Wollefwinckelre molen toe, zonder tegenspraak van iemand. Ze weten niet of het gedoogd wordt of dat het eigendom is. Ook de pachter op de hoeve van Tongerlo Ten Kerckhof drijft er zijn beesten over, zonder ruzie tussen de pachters, evenals het gebruik in datzelfde stuk hei dat zich noordwaarts uitstrekt tot aan een klein 'graefken' toe en zuidwaarts niet verder dan dat stuk weide- of hooiveld. De heren van Tongerlo en Postel wensen dit zo te houden zonder verdere verdelingen te maken ('behoefslagen of begraven').
Ontwikkelingsstadium:
origineel inv.nr. Hapert_15
Beschrijving zegel:
met het schependomszegel van Hapert en Hoogeloon
NB:
in dorso: van de heyde ende weyde ligghende over die vloet van Wolswinckel
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-03-2024
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 03-04-2024
2.519 beschreven archiefstukken
1.359 gedigitaliseerd
totaal 27.594 bestanden