2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2092
Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
344 1370 april 5.
Ghijsbrecht, heer van Apcoude en van Duersteden, oorkondt, dat hij met abt en convent van Berne is overeengekomen, dat de proost van Meersbergh een duiker ("hoele") mag aanleggen bij ("te neffen") de gracht bij het land van Elyas Koeheynnenzn, 1 vierkante voet wijd, om het land van de uithof in Mersbergh af te wateren - met uitzondering van het vuil water, dat de proost moet lozen in de Heydengrave, door hem te onderhouden tot de Kijnderdijc [Hijderdijc] toe dit onder nader genoemde bepalingen van waterhuishoudelijke aard.
Ghijsbrecht, heer van Apcoude en van Duersteden, oorkondt, dat hij met abt en convent van Berne is overeengekomen, dat de proost van Meersbergh een duiker ("hoele") mag aanleggen bij ("te neffen") de gracht bij het land van Elyas Koeheynnenzn, 1 vierkante voet wijd, om het land van de uithof in Mersbergh af te wateren - met uitzondering van het vuil water, dat de proost moet lozen in de Heydengrave, door hem te onderhouden tot de Kijnderdijc [Hijderdijc] toe dit onder nader genoemde bepalingen van waterhuishoudelijke aard.
2092 Norbertijnenabdij van Berne, oud archief, 1134-1857
Inleiding
Regesten
344
1370 april 5.
Ghijsbrecht, heer van Apcoude en van Duersteden, oorkondt, dat hij met abt en convent van Berne is overeengekomen, dat de proost van Meersbergh een duiker ("hoele") mag aanleggen bij ("te neffen") de gracht bij het land van Elyas Koeheynnenzn, 1 vierkante voet wijd, om het land van de uithof in Mersbergh af te wateren - met uitzondering van het vuil water, dat de proost moet lozen in de Heydengrave, door hem te onderhouden tot de Kijnderdijc [Hijderdijc] toe dit onder nader genoemde bepalingen van waterhuishoudelijke aard.
Ghijsbrecht, heer van Apcoude en van Duersteden, oorkondt, dat hij met abt en convent van Berne is overeengekomen, dat de proost van Meersbergh een duiker ("hoele") mag aanleggen bij ("te neffen") de gracht bij het land van Elyas Koeheynnenzn, 1 vierkante voet wijd, om het land van de uithof in Mersbergh af te wateren - met uitzondering van het vuil water, dat de proost moet lozen in de Heydengrave, door hem te onderhouden tot de Kijnderdijc [Hijderdijc] toe dit onder nader genoemde bepalingen van waterhuishoudelijke aard.
NB:
a. Eenv. afschrift (14e eeuw) op papier. 2e afd. A. 11, map 13. Hierop staan ook afschriften van de akte van de bisschop van Utrecht van 24 mei 1227 (reg. nr.24) en de akte van het kapittel van St.Pieter aldaar van 7 apr. 1315 (reg. nr.153), die beide ook handelen over de uithof. In dorso: De bonis in Mersberghen.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.236.
c. Gedrukte tekst van Hoevenaars in A.A.U. 18(1890), blz.142-145 (nr.7).
Nota. We veronderstellen hier het gebruik van de paasstijl.
b. Afschrift in Kopieboek Hoevenaars, I, nr.236.
c. Gedrukte tekst van Hoevenaars in A.A.U. 18(1890), blz.142-145 (nr.7).
Nota. We veronderstellen hier het gebruik van de paasstijl.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 19-09-2016
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden
Kenmerken
Datering:
1134-1857
Vindplaats origineel:
Depot Abdij Berne, Heeswijk-Dinther
Categorie:
laatste wijziging 30-04-2022
2.891 beschreven archiefstukken
1.892 gedigitaliseerd
totaal 28.682 bestanden