Uw zoekacties: Kantongerecht Bergen op Zoom, 1930 - 1939

669 Kantongerecht Bergen op Zoom, 1930 - 1939 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Algemeen
Taak en competentie
Korte geschiedenis van het kanton Bergen op Zoom
669 Kantongerecht Bergen op Zoom, 1930 - 1939
Inleiding
Historisch overzicht
Korte geschiedenis van het kanton Bergen op Zoom
In de rijke historie van Bergen op Zoom heeft natuurlijk ook de rechtspraak niet ontbroken.
Tijdens de republiek zaten de schepenen van Bergen op Zoom 's-maandags en vrijdags over burgerlijke zaken en op woensdag over lijfstraffelijke zaken. Over de laatste deden zij beslissende uitspraak. Van hun vonnissen in burgerlijke zaken kon men zich beroepen op de Raad van Brabant te Den Haag.
Twee burgemeesters (van Bergen op Zoom en van een andere gemeente) zaten dinsdags en zaterdags als rechters over zaken van 50 gulden en daaronder. Van hun vonnissen kon men zich op de schepenbank beroepen.
In 1803 gaat de criminele rechtspraak over op de Hoge Vierschaar wier rechtsgebied zich over het gehele Markiezaat uitstrekte, met uitzondering van Fijnaart en Heijningen. Zij had de befaamde gevangenepoort als haar gevangenis.
De civiele rechtspraak bleef vrijwel op de oude voet bestaan.
In een decreet van Napoleon op 26 april 1810 werd bepaald dat met ingang van
1 januari 1811 de bestaande rechterlijke instanties zouden worden opgeheven. Op die datum moest de Franse rechterlijke organisatie kunnen gaan functioneren.
Zo werd het land in kantons verdeeld en moest in elk kanton tenminste één Vrederechter aanwezig zijn.
De Vrederechter nam in civiele zaken kennis van alle persoonlijke rechtsvorderingen met betrekking tot roerende goederen tot een bedrag van 100 Francs. Van de uitspraak kon men slechts in beroep als het belang hoger was dan 50 Francs. In strafzaken berechtte de Vrederechter overtredingen waarop een boete van ten hoogste 50 Francs of een hechtenis van ten hoogste 5 dagen was gesteld.
In Bergen op Zoom zou ook een Vrederechter moeten gaan functioneren. Maar het duurde tot 12 november 1811 voordat J.J. Lemmers aangewezen werd als Vrederechter. Hij overleed in 1813.
Zijn opvolger was zeer waarschijnlijk Henrik Johan van Swieten.
In de periode van 1 januari (opheffing van de rechterlijke instanties) tot 12 november 1811 was er in Bergen op Zoom geen rechterlijke instantie waartoe men zich kon wenden voor civiele zaken. Dit werd veroorzaakt doordat de Juges de Paix en hun plaatsvervangers nog voor hun aanstelling of vlak daarna overleden. (De Juge de Paix was een voorloper van de Vrederechter).
Zo overleed Jean Louis de Basserode op 24 januari 1811, zijn plaatsvervanger C.F. van Mattenburg was al in 1810 overleden. Vervolgens werd L. de Geep plaatsvervangend Juge de Paix, maar die overleed al voor zijn officiële aanstelling die op 14 juni 1811 plaats zou vinden. Omdat burgemeester Vermeulen meende niet op te mogen treden als plaatsvervanger beklaagde hij zich op 5 juli 1811 bij de prefect, omdat er geen instantie bestond waartoe men zich kon wenden voor de civiele rechtspraak. Zoals al eerder opgemerkt bleef deze situatie tot 12 november 1811, toen J.J. Lemmers Vrederechter werd.
Het 'Canton de Bergen op Zoom' omvatte toen: Bergen op Zoom et Borgvliet Chef-tien, Halsteren, Nord-Geest, et les polders dits Au vergne, Glymes et Beymoer, Nieuw-Vossemeer, Wouw, Heerle et Moerstraten, Hoogerheijde, Huijbergen, Woensdrecht, Inkelen-Oort, Zuid-Geest, Ossendrecht, Putte.
Na herstel van de nationale soevereiniteit (ongeveer 1813) werd de Franse rechterlijke organisatie niet meteen gewijzigd. Wel werd er in de Grondwet van 1814 het art. 163 opgenomen. Dit artikel bepaalde dat een 'algemeen wetboek' onder andere van de samenstelling der rechterlijke macht moest worden ingevoerd. Pas op 18 april 1827 trad er een wet in werking die de samenstelling van de rechterlijke macht regelt. Deze wet kent de uitoefening van die rechterlijke macht onder andere toe aan de in het leven te roepen kantongerechten. Ieder arrondissement werd verdeeld in kantons. De omtrek van die kantons werd bepaald bij wet van 22 december 1828. Als gevolg van de Belgische opstand in de Zuidelijke Nederlanden trad de wet pas in werking op 1 oktober 1838.
Op deze datum gaat het Vredegerecht dus over in het Kantongerecht. De 220 Vredegerechten die tot dan in Nederland gefunctioneerd hadden, moesten plaats maken voor 150 Kantongerechten. In 1920 waren dat er 101. Nu zijn er nog 62 Kantongerechten in Nederland.
Wanneer we de functie van kantonrechter vergelijken met de functie van de vroegere Vrederechter, dan valt op dat ze nagenoeg hetzelfde waren.
Er is echter wel een verschil. De Vrederechter had namelijk tot taak om te trachten voor de aanvang van een burgerlijk proces een schikking tussen de partijen tot stand te brengen. Aan de Kantonrechter was die taak niet expliciet opgedragen.
Ook werden de competentiegrenzen in civiele zaken opgetrokken en wel tot
? 50,- zonder de mogelijkheid van beroep, en tot ? 200,- met behoud van de beroepsmogelijkheid.
In strafzaken was de bevoegdheid van de Kantonrechter ook iets ruimer dan die van de Vrederechter, door een verhoogde competentiegrens ten aanzien van de strafmaxima ( namelijk 7 dagen hechtenis en/of ? 75,- boete tegenover de Vrederechter: 5 dagen hechtenis en/of 15 Francs boete).
Lokaliteit
Jurisdictiegebied
Functionarissen en hun taak
Openbaar Ministerie
Aanwijzngen voor de gebruiker

Kenmerken

Datering:
1930-1939
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch