44 Kantongerecht Zevenbergen, 1838-1929 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
44
Kantongerecht Zevenbergen, 1838-1929
Inleiding
Historisch overzicht
Functionarissen
44 Kantongerecht Zevenbergen, 1838-1929
Inleiding
Historisch overzicht
Functionarissen
De kantonrechter is een alleensprekende rechter. Per kanton werd één rechter aangesteld met één of meer plaatsvervangers. * Vanaf 1910 was het mogelijk dat in kantons waar veel zaken behandeld werden, meer dan één kantonrechter werd benoemd. * Om benoemd te kunnen worden tot (plaatsvervangend) kantonrechter moest men 25 jaar zijn en behoren tot wat in die tijd heette de kundigste, bekwaamste, gegoedste en meest geachte ingezetenen. Bij voorkeur moest men meester of licentiaat in de rechten zijn. Vereist was dat niet. * Sinds 1877 werd wel de eis gesteld van een doctoraat in de rechtswetenschap of de meesterstitel in de rechten bij een Nederlandse universiteit, maar dan alleen voor de kantonrechter zelf en niet voor zijn plaatsvervanger(s). * De Kroon verrichtte de benoeming. De rechters werden voor vijf jaar benoemd en waren telkens weer benoembaar. * Sinds 1877 werd de kantonrechter voor het leven benoemd. * Het salaris werd bij de wet bepaald. Deze sterke positie was een waarborg voor zijn onafhankelijkheid. Op in de wet omschreven gronden konden rechters, griffiers en ambtenaren van het Openbaar Ministerie worden ontslagen. *
De griffier werd benoemd door de Kroon voor een periode van vijf jaar. * Na 1877 werd naast de eis van meerderjarigheid (23 jaar) ook geëist dat hij het doctoraat in de rechten of de meesterstitel had verworven. Voor de plaatsvervangend griffier gold dat niet. De benoemingen werden voortaan tot wederopzeggens toe gedaan. * De griffier had tot taak bij de zittingen aanwezig te zijn en daarvan verslag te maken. Hij stelde de minuten van vonnissen op, alsmede de processen-verbaal van de zittingen en de beschikkingen. Ook maakte hij, als het buitengerechtelijke zaken betrof, de processen-verbaal en de akten. Van de series minuten van akten en beschikkingen hield hij een repertoire bij. Hij beheerde verder de griffie en was belast met het beheer van gedeponeerde gelden en het archief. De griffier was niet verplicht een rol bij te houden (zowel van straf- als burgerlijke zaken). In de praktijk gebeurde dit vaak toch. De griffier werd bijgestaan door een of meer griffie-ambtenaren. *
Deurwaarders waren door de Minister van Justitie aangestelde ambtenaren en moesten exploiten uitbrengen, alsmede dienst doen ter terechtzitting. *
Het Openbaar Ministerie bij het kantongerecht werd tot 1877 waargenomen door de burgemeester van de gemeente waarin het kantongerecht zitting hield, door de commissaris van politie of door een bijzonder persoon met toestemming van de Procureur-Generaal van het Provinciaal Gerechtshof. * In 1877 werd de functie van ambtenaar van het Openbaar Ministerie bij de kantongerechten ingesteld. * Deze ambtenaar werd benoemd door de Kroon tot wederopzeggens toe. Ook moest hij jurist zijn.
laatste wijziging 11-10-2020
184 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 6.500 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 11-10-2020
184 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 6.500 bestanden
Kenmerken
laatste wijziging 11-10-2020
184 beschreven archiefstukken
11 gedigitaliseerd
totaal 6.500 bestanden