Uw zoekacties: Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960

319 Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
Het archief
Het archief toont enerzijds de kenmerken van een familiearchief, anderzijds de kenmerken van een huisarchief. Beziet men de diverse bestanddelen van het archief, die door elk van de betrokken families is ingebracht, afzonderlijk, dan wordt een en ander al snel duidelijk.
De inbreng van het geslacht Bloeymans in het bestanddeel van het geslacht Van Grevenbroeck, berust zowel op faktoren die aan term familiearchief als op de faktoren die aan de term huisarchief ten grondslag liggen. Beide geslachten hebben gewoond op het kasteel "Zwijnsbergen", terwijl ze daarnaast door het huwelijk van Johanna Bloeymans met Jhr. Erasmus van Grevenbroeck met elkaar verbonden waren. Door verkoop van het kasteel "Zwijnsbergen" aan Antoni Martini, in 1718, gingen de eerder genoemde archiefbescheiden over naar het geslacht Martini. Mr. H.B. Martini verkocht het kasteel weer in 1730. Vermoedelijk ontfermde hij zich toentertijd over de in dit archief aangetroffen archivalia, afkomstig van de bovengenoemde geslachten, mede ten behoeve van zijn administratie over de goederen die niet waren overgegaan bij de verkoop van het kasteel. De collectie breidde zich in de daarop volgende decennia gestadig uit. Via familiebanden werden ook de archivalia betreffende de geslachten De Grande, Van den Steen en Roosendael verworven. Door het huwelijk van Mr. F.A. de Jonge met A.M.E. Martini, alsmede door zijn bemoeienissen en die van zijn zoon Jhr Mr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen, met het beheer van het goederencomplex van zijn schoonouders, viel dit archief van het geslacht Martini, toe aan het geslacht De Jonge. In 1820 kocht Jhr. Mr. M.B.W. de Jonge het kasteel "Zwijnsbergen", waardoor diverse archivalia weer op hun oorspronkelijke ontstaansgrond terugkeerden. Puur toeval, maar toch enigszins verwarrend.
Bij de bovengenoemde aankoop van het kasteel "Zwijnsbergen", kwam wel het enkele stuk, *  afkomstig van het geslacht Van Velpe, in de collectie terecht, hetgeen weer duidelijk het aspect van huisarchief toont.

Alle overige archivalia, afkomstig van andere families, uitgezonderd de stukken betreffende H. Verzijl, zijn via familierelatie in dit archief gekomen. *  De stukken betreffende H. Verzijl zijn vermoedelijk na diens dood in 1881 achtergebleven bij de familie De Jonge van Zwijnsbergen, waar hij als particulier onderwijzer in dienst was.

Bij zijn vertrek van kasteel "Zwijnsbergen" na de verkoop op 14 november 1905, heeft Jhr. M.B.W. de Jonge van Zwijnsbergen het archief, voorzover het niet als retroacta bij de verkoop behoorde, vermoedelijk overgebracht naar zijn nieuwe woning. Na zijn overlijden heeft Jhr. D. L.W. de Jonge van Zwijnsbergen het archief kennelijk in bezit gekregen, aangezien het archief uiteindelijk werd aandetroffen in dp woning van zijn weduwe, Mevr. E.W. de Jonge van Zwijnsbergen-Breda van Kelckhoven. Zij woonde in het huis "Het oude Nest" te Helvoirt. Na haar overlijden werd het archief met goedvinden van de nieuwe eigenaar Jhr. Mr. E.W. de Jonge, overgebracht naar het Rijksarchief te 's-Hertogenbosch en aldaar in voorlopige bewaring genomen.

De laatst toegevoegde stukken uit het archief dateren van omstreeks 1930. Of het archief terzelfder tijd reeds in "Het oude Nest" bewaard werd, is niet bekend. Wel rijst het vermoeden dat er vanaf die datum nog nauwelijks zorg is besteed aan het archief, gelet op de desolate toestand waarin het archief verkeert. "Redding" bleek voor meerdere stukken dan ook niet meer mogelijk. Gedurende een periode van ongeveer een jaar heeft het archief te drogen gelegen op de zolders van het Rijksarchief, waarna met de inventarisatie werd begonnen.
De inventarisatie
319 Familie De Jonge van Zwijnsbergen, 1458 - 1960
Inleiding
Het archief
De inventarisatie
Het archief van de familie De Jonge van Zwijnsbergen is, zoals eerder aangetoond, noch familiearchief noch huisarchief van de zuiverste soort. Niet dat dit enig verschil maakt ten aanzien van de problemen, die kunnen rijzen bij de inventarisatie van dergelijke archieven. Muller, Feith en Fruin laten hun discipelen op dit terrein helemaal in de kou staan, *  terwijl de Nederlandse archiefterminologie slechts terwille van het ingeburgerd woordgebruik, de termen in zijn stellingen heeft opgenomen. Ook de kring van "zekerheid zoekende" inventarisatoren begint zich stilaan uit te breiden, gelet op de terugkerende discussies in het Nederlands archievenblad *  over de vraag hoe familie-en huisarchieven behandeld moeten worden. Eén ding werd bij de inventarisatie van het archief van de familie De Jonge van Zwijnsbergen wel duidelijk. Er was nauwelijks onderscheid te vinden in de afzonderlijke archieven van de verschillende familietakken.

Om deze reden werd gekozen voor het schema, persoonlijk - zakelijk. het persoonlijk gedeelte is als volgt opgesteld. Uitgaande van de familie De Jonge van Zwijnsbergen, waarvan de archiefvormende leden in chronologische volgorde zijn geplaatst, volgen de in de eerste lijn aan deze familie verwante geslachten, eveneens in chronologische orde. Hierbij worden logischer wijze ook de stukken van oudere generaties van de betreffende verwante familie geplaatst. Dan volgen de verwante geslachten in de derde lijn. Overbodig te vermelden dat ook hier de chronologie toegepast werd. Tenslotte volgen dan de niet verwante geslachten.
Voor het zakelijk gedeelte, de tweede hoofdafdeling van de inventaris, werd gekozen voor een afdeling algemeen en een afdeling onroerende goederen en daarop rustende rechten. Deze tweede afdeling werd ingedeeld naar a) goederen in Brabant gelegen en b) goederen buiten Brabant gelegen, terwijl binnen deze afdelingen de plaatsen alfabetisch volgen.
Het aantal stukken in het archief, waarvan het verband met het archief niet is gebleken, rechtvaardigden de vorming van een derde hoofdafdeling, die gesplitst werd in a) stukken van persoonlijke aard en b) stukken van zakelijke aard, op hun beurt ingedeeld volgens het in de voorgaande afdelingen gevolgde systeem. Een vierde hoofdafdeling wordt gevormd door de gedeponeerde archieven. * 

In 1972 werd begonnen met de voorlopige inventarisatie van het archief door W. Offringa, welk werk werd voortgezet door Th. van Litsenburg, een en ander onder de zorg van ondergetekende, die het werk na voltooiing van een voorgaande inventaris, overnam. Na de voorlopige inventarisatie werd met de eigenaar overeengekomen het archief voor onbepaalde tijd te deponeren op het Rijksarchief in Noord-Brabant. Op wens van de eigenaar werden de stukken, afkomstig van Cornelis de Jonge overgebracht naar het gemeentearchief van Zierikzee. *  Deze stukken zijn pro memorie opgenomen in de inventaris. Aan de inventaris werd een index op persoonsnamen toegevoegd.

A.M.C. Zom, 1976
Aanvulling 2021
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlage: genealogieën

Kenmerken

Datering:
1458-1960
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch