Augustinus Cornelis: Ouders: Franciscus A.A. van Lanschot (1768-1851) en Jacoba C.M. van Rijckevorsel (1769-1838). Geboren op 20 mei 1794 te 's-Hertogenbosch, gehuwd op 17 mei 1832 te Breda, overleden op 25 juni 1874 op huize Zegenwerp te St. Michielsgestel. Firmant: 1851-1874. In 1873-74 werd zijn inkomen voor de hoofdelijke omslag te 's-Hertogenbosch geschat op f 40.000,-, hetgeen het hoogste van de stad was.
In 1841 werden door de zoutraffinadeur P.J. Vermeulen, procureur L.J. Sassen en A.C. van Lanschot de 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij en de Onderlinge Brandwaar¬borg Maatschappij 'Pro Ratia' opgericht. De Onderlinge werd in 1847 geliquideerd. Van de 's-Hertogenbossche Brandwaarborg Maatschappij was Augustinus C. van Lanschot tot 1873 directeur.
Na het overlijden van zijn vader Franciscus Antonius Augustinus, nam Augustinus samen met zijn broer Godefridus, die slechts tot 1853 in het bedrijf zou blijven, de firma F. van Lanschot over. Augustinus C. van Lanschot zette de handelszaken op dezelfde voet voort als zijn vader: naast kassierszaken bleef van Lanschot handel drijven in koloniale goederen.
In het maatschappelijk leven was Augustinus C. van Lanschot actief. In mei 1813 werd hij opgeroepen als garde-d'honneur, maar verzocht de prefect van het departement al op 9 juni van de dienst te mogen worden ontheven vanwege zijn zwakke gezondheid. Desondanks werd Augustinus ingelijfd bij het 2e regiment van de garde en nam deel aan de mars naar Metz. In het voorjaar van 1814 keerde Augustinus in 's-Hertogenbosch terug.

Sinds 1819 was hij lid van het departement van de maatschappij tot Nut van het Algemeen te 's-Hertogenbosch; in 1829 werd hij benoemd tot bestuurslid van de Bossche spaarbank van het Nut. In 1837 werd hij als regent van het RK Armen Weeshuis ingeschreven en hij zou die functie tot aan zijn dood vervullen.
In september 1845 werd hij tot lid van de Kamer van Koophandel en Fabrieken benoemd. Op voordracht van B&W van Den Bosch werd hij op 16 juni 1846 benoemd tot Zetter voor de Directe Belastingen in Den Bosch. In die functie regelde hij de klassen en rechten der belastingschuldigen en plaatste die in de registers. Het college bracht de inhoud der registers over op leggers van de kohieren, waaruit de kohieren werden opgemaakt die vervolgens naar de gouverneur werden gezonden.
Tussen 1850 en 1859 was Augustinus lid van Provinciale Staten in Noord-Brabant. Hij was enige tijd plaatsvervangend president der Militie Raad te 's-Hertogenbosch.

Maria Helena Oomen: geboren op 30 mei 1809 te Breda en overleden te 's-Hertogenbosch op 1 april 1889. Zij was jarenlang bestuurslid en presidente van de Vereeniging der Eeuwigdurende Aanbidding van het Allerheiligste Sacrament des Altaars en tot Versiering der behoeftige Kerken.

Kinderen:
Franciscus Augustinus Josephus (1833-1903)
Augustinus Jacobus Arnoldus (1834-1919)
Godefridus Ludovicus Hubertus (1835-1907)
Jacobus Franciscus Gasparus Ludovicus (1841-1841)
Maria Josephina Catharina (1837-1858)
Henriëtta Isabella Maria (1839-1840)
Henricus Ferdinandus Maria (1842-1883)
Ludovicus Cornelius Theodorus (1844-1845)