Uw zoekacties: Rijkspluimveeconsulentschap Noord-Brabant, 1949 - 1969

142 Rijkspluimveeconsulentschap Noord-Brabant, 1949 - 1969 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Historisch overzicht
142 Rijkspluimveeconsulentschap Noord-Brabant, 1949 - 1969
Inleiding
Historisch overzicht
De instelling van de Rijkspluimveeteeltvoorlichtingsdienst in 1921 bracht de benoeming met zich mee van de heer W. Jansen uit Horst tot hoofdassistent voor het ambtsgebied Noord-Brabant en Limburg.
In 1931 vond een interne reorganisatie plaats.
De werkzaamheden in het ambtsgebied Noord-Brabant en Limburg werden verdeeld:
- W. Jansen werd hoofdassistent in Limburg en oostelijk Noord-Brabant;
- J.J. Janssen uit Breda werd tijdelijk adjunct-rijkspluimveeteeltconsulent in Zeeland en westelijk Noord-Brabant.
Twee jaar later werd laatstgenoemde tevens tijdelijk benoemd tot adjunct-rijkspluimveeteeltconsulent voor Limburg en oostelijk Noord-Brabant. *  Zijn standplaats werd Venlo.
In 1936 werd J.J. Janssen uit Breda benoemd tot rijkspluimveeteeltconsulent met een ambtsgebied. * 
Het ambtsgebied omvatte de provincies Limburg en Noord-Brabant.
Op 1 februari 1949 vond wederom een interne reorganisatie plaats. Het Rijkspluimveeteeltconsulentschap voor Limburg en Noord-Brabant werd hierbij verdeeld in twee afzonderlijke consulentschappen. * 
Ir. J.J. Janssen werd consulent voor het Rijkspluimveeteeltconsulentschap Limburg.
Ir. P.J. v.d. Bremer werd consulent voor het Rijkspluimveeteeltconsulentschap Noord-Brabant.
De consulent voor Noord-Brabant werd in zijn taak bijgestaan door 4 assistenten.
De taak van de consulent bestond hoofdzakelijk uit het geven van individuele voorlichting op het gebied van de pluimveeteelt, alsmede uit het houden van lezingen.
In 1952 werd P.J. v.d. Bremer tevens belast met de waarneming van de functie in Limburg door overlijden van J.J. Janssen.
In 1957 werd J.J.M. Hendrickx benoemd tot consulent voor Limburg na een waarneming van één jaar. * 
In 1960 ging P.J. v.d. Bremer met ontslag. *  Hij werd opgevolgd door E.H. Ketelaars.
In 1964 schreef de inspecteur voor de rijkspluimveeteelt een brief aan de pluimveeteeltconsulenten. In zijn brief stelde hij, dat de taak van de Rijkspluimveeteeltvoorlichtingsdienst aangepast zou moeten worden aan de ontwikkelingen in de pluimveehouderij. Hij omschreef de taak als volgt:
- geven van voorlichting aan de grote en middelgrote pluimveebedrijven, alsmede aan volledig gespecialiseerde bedrijven;
- verlenen van bijstand aan de landbouwvoorlichtingsdiensten ten behoeve van de voorkomende problemen op gemengde bedrijven met kleine eenheden pluimvee;
- samenwerken met de vaktechnische organisatie die op het gebied van de pluimveehouderij zal worden opgebouwd en het begeleiden van eventueel te vormen pluimveekernen en studiegroepen;
- onderhouden van contacten in het technische vlak met voorlichters van de integraties;
- leggen van contacten met de Gezondheidsdiensten voor Dieren in verband met de organisatie van de preventieve ziektebestrijding;
- geven van leiding ten aanzien van de technische aspecten van het onderzoek op de proefbedrijven voor de pluimveeteelt. * 
Op 1 juni 1965 kwam een wijziging in de taakverdeling van de Rijkspluimveeteeltvoorlichtingsdient. Er werden gespecialiseerde taken gevormd en het rijkspluimveeteeltconsulentschap kreeg de navolgende formatie:
Rijkspluimveeteeltconsulent / ingenieur/ hoofd-assistent A / specialist voor slachtkuikenhouderij in Oostelijk Noord-Brabant / assistent voor slachtkuikenhouderij in Westelijk Noord-Brabant / 3 specialisten voor legsector / administratieve kracht.
In 1968 waren besprekingen gevoerd ten behoeve van een algehele reorganisatie van de Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst. De regionale consulentschappen zouden worden opgeheven. Het aantal van achtenvijftig zou worden vervangen door een aantal van 42 nieuw gevormde consulentschappen.
Deze plannen werden gerealiseerd op 1 juli 1969. *  Hierbij werd het rijkspluimveeteeltconsulentschap opgeheven en het Consulentschap voor de Varkens- en Pluimveehouderij te Tilburg ingesteld. De consulent van dit consulentschap was ir. E.H. Ketelaars.
Het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1951-1969
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch