De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Isaäcs/Van Andel, MC-I-39RI
Toegangsnummer: 570

Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkorting te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.

Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Isaäcs/Van Andel, Toegang 570, inventarisnummer. ..

Verkort: NIMH, Isaäcs/Van Andel, 570, inv.nr. ..

J. (Johan) C.A. Isaäcs werd geboren op 8 december 1898 te Rotterdam. In 1916 diende hij zich vrijwillig aan als aspirant-vaandrig bij het Regiment Grenadiers. In 1918 werd hij, inmiddels in de rang van vaandrig, overgeplaatst bij het 15e Regiment Infanterie. Tot aan de mobilisatie van 1939 kwam hij ieder jaar op voor oefening. Inmiddels opgeklommen tot reserve-kapitein kreeg hij bij de mobilisatieopkomst van augustus 1939 de functie van commandant van de mitrailleurcompagnie van het 1e bataljon van het 39e regiment Infanterie (MC-I-39RI).
Gedurende de meidagen van 1940 was zijn eenheid betrokken in hevige gevechten bij de stelling Willemstad. De eenheid van Isaäcs had daarbij posities ingenomen op fort Sabina dat onderdeel uitmaakte van de stelling. Isaäcs trad daarbij tevens op als plaatsvervangend commandant van Stelling Willemstad. Reeds op 12 mei 1940 kreeg Isaäcs een andere taak toebedeeld: het openhouden van de brug over de rivier Dintel waardoor Franse eenheden toegang hadden tot Breda. Het detachement van Isaäcs kwam daarbij onder Frans bevel te staan. Toen de Duitsers verder oprukte moesten de Fransen zich geleidelijk terugtrekken. De eenheid van Isaäcs dekte daarbij de aftocht en sloot zich daaropvolgend bij de Fransen eenheden aan. Met een deel van zijn eenheid trok Isaäcs terug richting Duinkerken. Het gelukte hem en zijn eenheid echter niet meer via Duinkerken uit te wijken naar Engeland. Met Duitse toestemmingen trok Isaäcs eenheid op 1 juni 1940 weer richting Nederland. In Amsterdam werd zijn eenheid vervolgens gedemobiliseerd.

Na de capitulatie werden verschillende militairen uit de stelling Willemstad aangesproken op hun gedrag gedurende de meidagen van 1940. De algehele indruk bestond dat een aantal officieren van I-39RI veel te snel hun positie hadden opgegeven. Deze verdenking leidde in 1942 tot een aantal strafzaken tegen deze officieren. Isaäcs werd in een aantal strafzaken als getuige opgeroepen. Zelf lag hij niet onder vuur. Zijn betrouwbaarheid en kwaliteiten als officier werden door de zuiveringscommissie na de oorlog als respectievelijk 'goed' en 'voldoende' gekwalificeerd.
Isaacs heeft gedurende de oorlog zijn achternaam laten veranderen in 'Van Andel'. Zijn oorspronkelijke achternaam 'Isaäcs' heeft hij als vierde voornaam laten opnemen. Vermoedelijk geeft hij deze opmerkelijke stap genomen vanwege het feit dat Isaäcs in de oren van de Duitsers wellicht te Joods zou klinken en hij daardoor mogelijk in de problemen zou kunnen komen. In 1944 sluit Van Andel zich aan bij de Binnenlandse Strijdkrachten.
Begin oktober 1945 wordt Van Andel ingedeeld bij de staf van het 1e bataljon territoriale troepen. In 1948 wordt Van Andel groot verlof verleend.

De collectie Isaäcs/Van Andel bestaat uit een omvangrijke hoeveelheid correspondentie, stukken, gevechtsverslagen, foto's en documentatie. In 1999 heeft de heer J. Leij de geschiedenis van het 1e bataljon van het 39e Regiment Infanterie (I-39RI) beschreven onder de titel 'Willemstads Panorama. Mobilisatie Zuidfront Vesting Holland, meidagen 1940'. De stukken uit de collectie Isaäcs/Van Andel zijn grotendeels in deze studie verwerkt en in context geplaatst. De collectie omvat ca. 0,3 meter en heeft als looptijd 1916 - 1999. De collectie is volledig openbaar.