Uw zoekacties: Spoor

513 Spoor ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Spoor
Toegangsnummer: 513
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Spoor Toegang 513, inventarisnummer ...
Verkort: NIMH, Spoor, 513, inv. ...
Inleiding
1. Spoor
Simon Hendrik (Siem) Spoor werd geboren op 12 januari 1902. Hij koos voor een carrière als officier bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en begon deze in 1918 met een tweejarige opleiding aan de cadettenschool in Alkmaar, in 1920 gevolgd door de officiersopleiding aan de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. Op 31 juli 1923 voltooide hij zijn opleiding en werd hij beëdigd tot tweede luitenant bij de infanterie van het KNIL. Later dat jaar vertrok hij naar Nederlands-Indië, waarna hij in diverse buitengewesten en op Borneo geplaatst werd. Spoor was ambitieus en begon, na een geslaagd toelatingsexamen, in 1929 aan de driejarige opleiding aan de Hogere Krijgsschool (HKS) in Den Haag. Daarna keerde hij, in oktober 1932, terug naar Indië, werd gelegerd te Tjimahi en vervolgens ingedeeld bij de Generale Staf van het KNIL in Bandoeng.
Die functie moest echter wijken toen Spoor de kans kreeg om vier jaar te doceren aan de KMA. Hij keerde terug naar Nederland en startte als docent strategie en tactiek in augustus 1934. Na afloop van zijn docentschap vertrok Spoor eind 1938 opnieuw naar Indië, waar hij na een korte plaatsing bij het vierde bataljon Infanterie te Tjimahi in maart 1940 een functie kreeg op het kantoor Politieke Zaken van de Generale Staf.
In 1942 werd de Tweede Wereldoorlog ook voelbaar in Nederlands-Indië met de Japanse aanval op de archipel. Het KNIL kon de aanval niet afslaan en begin maart capituleerde Nederlands-Indië. Spoor week in de nacht van 8 op 9 maart, met toestemming van luitenant-generaal H. ter Poorten, als één van de laatste jonge stafofficieren uit naar Australië. Daar werd hij geplaatst bij de Netherlands East-Indies Forces Intelligence Service (NEFIS). In 1944 werd hij, inmiddels luitenant-kolonel, directeur van de NEFIS.
Na de capitulatie van Japan riepen Mohammed Hatta en Soekarno de onafhankelijkheid van Indonesië uit. Voor Nederland was dit echter het moment om terug te keren naar Nederlands-Indië en de vooroorlogse situatie. Na de capitulatie kwam Nederlands-Indië onder geallieerd Brits commando. In Nederlands-Indië was inmiddels grote onrust ontstaan: gewelddadige plunderingen en roofovervallen waren aan de orde van de dag.
In januari 1946 werd Spoor, toen 44 jaar en NEFIS-directeur, benoemd tot legercommandant en bevorderd tot de tijdelijke rang van luitenant-generaal. De keuze voor Spoor was op zijn minst opvallend aangezien hij niet over het aantal dienstjaren beschikte dat gebruikelijk was voor een bevordering tot opperofficier.
Spoor had de overtuiging dat in Nederlands-Indië eerst rust en orde moesten worden hersteld voordat overeenkomsten tussen Nederland en de Republiek van nut zouden zijn. Gesloten overeenkomsten, zoals het akkoord van Linggadjati, bleken de verwachtingen van beide partijen niet waar te maken en er vonden vele bestandsschendingen plaats. De Britse troepen vertrokken in het najaar van 1946, waardoor een beslissing tot militair ingrijpen een interne Nederlandse aangelegenheid werd. Naar aanleiding van stagnerende politieke onderhandelingen en een verslechterende militaire situatie werd tweemaal besloten tot een grootschalige militaire operatie op Java en Sumatra, de zogeheten Politionele Acties. De eerste, onder de codenaam 'Product', vond plaats tussen 21 juli en 5 augustus 1947. De tweede, operatie 'Kraai', werd tussen 18 december 1948 en 5 januari 1949 uitgevoerd. Spoor had gepleit voor militair ingrijpen. Hij was een 'politieke generaal', die een eigen mening had over de strijd in Nederlands-Indië en de wijze waarop die gevoerd moest worden. Spoor liet het niet na om zijn visie aan luitenant-gouverneur-generaal H.J. van Mook en de Nederlandse Regering te verkondigen.
Spoor stond onder grote druk: ondanks de militaire ingrepen en de politieke onderhandelingen bleef de strijd voortduren. Hij leed aan stress en had een kwakkelende gezondheid. Op 23 mei 1949 werd hij ziek; generaal-majoor dr. Simons, hoofd van de Militair Geneeskundige Dienst maakte later die dag bekend dat Spoor een hartaanval had gehad. De dag erna werd hij nog bevorderd tot volledig generaal, een besluit dat al voor zijn ziekbed genomen was. Op 25 mei 1949 overleed generaal Spoor. Hij werd begraven op het ereveld Menteng Pulo. Generaal Spoor werd 47 jaar oud.
* Deze inleiding is gebaseerd op de biografie van generaal Spoor door J.A. de Moor, Generaal Spoor. Triomf en tragiek van een legercommandant (Den Haag 2011).
2. De collectie