Uw zoekacties: Vereniging Korps Tolken

497 Vereniging Korps Tolken ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Vereniging Korps Tolken
Toegangsnummer: 497
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig: Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Vereniging Korps Tolken, Toegang 497, inventarisnummer ..
Verkort: NIMH, Korps Tolken, 497, inv. ..
Inleiding
2.1. Korps Tolken
Het Korps Tolken werd als onderdeel van de Koninklijke Landmacht op 17 oktober 1944, bij K.B. van 11 november 1944, opgericht. Mede initiatiefnemer was ZKH Prins Bernhard in diens hoedanigheid van Bevelhebber der Binnenlandse Strijdkrachten (BNS). De bevelvoering was tweeledig, het korps viel namelijk onder twee soorten bevelhebbers, namelijk die in Londen (het Britse opperbevel) en die in Brussel (Hoofdkwartier Binnenlandse Strijdkrachten. Hierdoor had iedere tolk zowel een Engelse als een Nederlandse commandant.
De tolkenorganisatie werd opgebouwd onder leiding van luitenant-kolonel A.A. Winter die in Eindhoven ondergedoken had gezeten bij Philips. Kort na de bevrijding van Eindhoven op 18 september 1944 kreeg hij, in de rang van luitenant, de algemene opdracht tot het werven en militariseren van tolken uit de burgermaatschappij. Deze werving begon met zogenaamde oorlogsvrijwilligers die graag hun steentje wilden bijdragen. Zij werden verplicht een vrijwillige verbandakte tekenen die de verplichting inhield om tot zes maanden na het staken van de vijandelijkheden in West-Europa bij de geallieerde onderdelen te blijven dienen. *  Winter was in veel gevallen persoonlijk betrokken bij de selectie van kandidaten op de verschillende bureaus in de bevrijde zuidelijke provincies van Nederland. Hij werd hierbij geassisteerd door majoor dr. J.H.J. Willems die als examinator optrad. Willems was, voordat hij in dienst trad, werkzaam als leraar Engels. Na in dienst treding werd hij benoemd tot eerste commandant van het Korps. Winter bleef tot 5 april 1945 betrokken bij het tolkenwerk waarna hij werd toegevoegd aan de Staf van Prins Bernhard. Willems werd opgevolgd door majoor J. van der Velden en deze op zijn beurt door A.J.R. Robbers.
Tolken waren vaak hoog opgeleide jonge mannen in de leeftijd van 21 tot 23 jaar, velen van hen waren al eerder actief bij het Verzet. Na een medische keuring en een antecedentenonderzoek werden ze werden ingedeeld bij de diverse geallieerde eenheden die in Europa deelnamen aan de eindstrijd tegen Nazi-Duitsland. De behoefte aan tolken was groot, zo groot dat de commandant van het 30. Britse Legercorps aan de commandant van de Prinses Irene Brigade opdracht gaf hem een aantal mannen van zijn brigade als tolk beschikbaar te stellen. *  Het Korps Tolken nam een aparte plaats in bij de Nederlandse Krijgsmacht, want het was een eenheid die geen eenheid was. Tolken kregen wel de militaire status, terwijl ze de facto geen militair waren. Hoewel het Korps Tolken geen gevechtseenheid was, heeft het een niet onbelangrijke bijdrage geleverd aan het verloop van de strijd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog.
Het werk van de tolken was veelzijdig, hoewel talenkennis centraal stond, hebben de tolken ook vaak vele neventaken verricht die in een oorlogvoerend leger te doen vielen. Zo deden ze dienst als chauffeur, ondervroegen krijgsgevangenen, arresteerden nazi's, assisteerden bij gewonden vervoer, hielpen concentratiekampen en krijgsgevangenenkampen bevrijden, benoemden burgemeesters, bemiddelden tussen burgers en militairen, namen huizen in beslag, hielpen bij inkwartiering en verrichten politiediensten. In sommige gevallen vochten ze ook mee als parachutist, als infanterist, of lid van een tankbemanning. Ze werden vaak ad hoc ingezet bij diverse legeronderdelen. Van de negenhonderd leden die het Korps in mei 1945 telden, zijn er vier gesneuveld tijdens gevechtshandelingen, daarnaast zijn er tientallen licht en enkelen zwaar gewond geraakt. Eind 1947 waren er nog 141 Nederlandse tolken (en verbindingsofficieren) in dienst bij het Britse Rijnleger en twee bij de Amerikanen. *  Nederland verwierf via de oorlogstolken veel waardering bij de geallieerden. Tientallen tolken hebben voor hun dapperheid en medewerking hoge geallieerde onderscheidingen gekregen. *  Het Korps Tolken werd ontbonden op 1 mei 1948, het was toen al overgegaan in de administratie van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Op 12 april 1947 werd de Vereniging van Oud-leden van het Corps Tolken der Koninklijke Landmacht opgericht. Het motief voor de oprichting was zeer praktisch, namelijk de achterstallige soldij die men nog tegoed had. De trage betaling hing samen met de ingewikkelde organisatiestructuur van het Korps die bestond tussen 1944-1948, verdeeld tussen zowel Londen als Brussel. Een andere drijfveer voor de oprichting was het onderhouden van de onderlinge band en het uitwisselen van oorlogservaringen. De Lustrumvieringen vonden in de regel plaats in 's-Hertogenbosch.
2.2. De collectie

Kenmerken

Datering:
1947-2001
Categorie:
  • Zonder categorie