Het onderwerp van de collectie richt zich op de bevrijding van Zuid-Nederland en in het bijzonder op Overloon en omgeving in de periode van eind 1944 tot begin 1945. De Slag bij Overloon staat bekend als de enige tankslag op Nederlands grondgebied tijdens de geallieerde bevrijdingsoperaties (september 1944-mei 1945). Op 26 september 1944 bereikte het geallieerde front het dorp in de Peel. De smalle strook land die tijdens de operatie Market Garden tussen Eindhoven en Arnhem was bevrijd, werd langzaam maar zeker verbreed. Die opmars verliep voorspoedig tot aan Overloon. Daar hadden de Duitsers zich ingegraven om de geallieerden een halt toe te roepen.
De eerste vier dagen bestookten de tegenstanders elkaars stellingen. Op 30 september zetten de geallieerden de aanval in met de speciaal daarvoor aangerukte 7th US Armoured Division. Negen dagen lang probeerden de Amerikaanse Shermantanks een bres te slaan in de Duitse stellingen, maar ze werden keer op keer gestuit door de Duitse mijnen, veldartillerie en Panther- en Tigertanks. Op 8 oktober trokken de uitgeputte Amerikanen zich terug van het slagveld, om te worden afgelost door de 11th British Armoured Division en de 3rd British Infantry Division onder bevel van generaal-majoor L.C. Whistler.
Na een paar dagen van betrekkelijke rust zou op 11 oktober een nieuwe aanval worden ingezet. Door hevige regenval werd die aanval een dag uitgesteld. De omgeving van Overloon was inmiddels veranderd in één grote modderpoel, zodat de Britse tanks maar weinig konden uitrichten. De infanterie kreeg de zware taak het Duitse verzet te breken. Op 14 oktober om vier uur in de middag viel het laatste Duitse bolwerk in het dorp Overloon. De twintig SS'ers die zich in de kerk verschansten, werden overmeesterd. In totaal moesten honderden Duitsers zich overgeven.

Het Duitse verzet was echter nog niet gebroken. In de bossen tussen Overloon en Venray hergroepeerden de Duitsers zich. De Britten boekten onder barre weersomstandigheden slechts heel langzaam terreinwinst. De beek bij Molenbeek was door de hevige regenval zo'n zes meter breed geworden. Pas tegen de avond van 16 oktober lukte het om massaal over te steken. Drie dagen later werd Venray veroverd. De geallieerden hadden drie vliegtuigen, ongeveer veertig tanks en 1.878 manschappen verloren. De Duitsers raakten ongeveer 600 man en een aantal tanks kwijt.